Brief regering : Landelijke maatregelen op nertsenbedrijven
28 286 Dierenwelzijn
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1096 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VAN LANDBOUW, NATUUR
EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2020
Zoals aangekondigd in onze brief van 25 mei jl. informeren we u over de aanvullende
maatregelen die gaan gelden voor nertsenbedrijven om een eventuele verspreiding van
SARS-CoV-2 te voorkomen (Kamerstukken 28 286 en 25 295, nr. 1095). Deze maatregelen betreffen alle nertsenbedrijven in Nederland en niet alleen de
bedrijven waar een besmetting is gevonden. Daarnaast geven we een dringend advies
aan verzorgers van nertsen met COVID-19-achtige klachten om zich te laten testen en
lichten dit toe.
Tenslotte informeren we u over het proces waarmee de resultaten van het onderzoek
op de besmette bedrijven zowel qua volksgezondheid als veterinair worden geduid en
beoordeeld, op basis waarvan wij de noodzakelijke maatregelen zullen nemen om eventuele
risico’s voor de volksgezondheid af te wenden.
Landelijke maatregelen
In onze brief van 19 mei jl. hebben we aan uw Kamer gemeld dat alle nertsenbedrijven
in Nederland verplicht serologisch worden gescreend op SARS-CoV-2 omdat het mogelijk
lijkt te zijn dat bedrijven subklinisch (wel infectie, geen verschijnselen) zijn besmet
(Kamerstukken 28 286 en 25 295, nr. 1092). De screening is deze week gestart. Rond de besmette locaties is de screening bij
omliggende bedrijven al eerder gestart. Zolang de uitslag van de screening nog niet
bekend is, zullen – naast de reeds geldende maatregelen voor de besmette nertsenbedrijven –
uit voorzorg vanaf vandaag ook veterinaire maatregelen gaan gelden voor alle nertsenbedrijven
in Nederland.
Deze maatregelen zijn:
• een vervoersverbod voor nertsen en mest van nertsen,
• een hygiëneprotocol voor bezoekers en vervoermiddelen,
• een bezoekersverbod voor de stal (beperking van personen, die de gebouwen met de nertsen
mogen betreden),
• de verplichting dat nertsenhouders er zoveel mogelijk voor moeten zorgen dat andere
dieren (honden, katten en fretten) het bedrijf niet verlaten en niet kunnen binnenkomen.
Testregime verzorgers nertsen met COVID-19-achtige klachten
We weten dat nertsen gevoelig zijn voor besmettingen met SARS-CoV-2. Daarom adviseren
we met klem dat nertsenhouders en -verzorgers met COVID-19-achtige klachten of hun
huisgenoten met deze klachten, contact opnemen met de GGD, zich laten testen en niet
in de stal komen tot uit laboratoriumonderzoek blijkt dat geen COVID-19 in het spel
is. Mocht uit dit onderzoek blijken dat er wel sprake is van COVID-19 bij de nertsenhouder,
-verzorger of één van de huisgenoten, dan adviseert de GGD de patiënt in het kader
van bron- en contactopsporing over maatregelen om verspreiding van de besmetting te
voorkomen. De besmette patiënt gaat in thuisisolatie en zijn huisgenoten gaan in thuisquarantaine.
In dit geval is het van belang dat zij niet in contact komen met de nertsen. Het advies
is om de nertsen in dat geval door andere medewerkers te laten verzorgen. Is het praktisch
gezien echt niet haalbaar om de nertsen door anderen te laten verzorgen, dan is het
advies de niet zieke huisgenoten met persoonlijke beschermingsmiddelen de nertsen
te laten verzorgen. De GGD en de NVWA kunnen adviseren over de te volgen werkwijze
en de persoonlijke beschermingsmiddelen.
Motie Ouwehand
Uw Kamer heeft verzocht om een reactie op de aangenomen gewijzigde motie Ouwehand
c.s. die de regering verzoekt het Ministerie van VWS alsnog doorzettingsmacht te geven
bij de preventie en bestrijding van besmettelijke dierziekten die een bedreiging vormen
voor de volksgezondheid (Kamerstuk 25 295, nr. 379).
Deze motie hebben we ontraden, maar we onderschrijven onverwijld dat volksgezondheid
leidend is.
Wij hebben reeds per maandag 25 mei jl. de zoönosen crisisstructuur in werking laten
treden. Het voortouw in deze structuur ligt bij de Minister van VWS. De bewindspersonen
van VWS en LNV nemen gezamenlijk de besluiten waarbij het volksgezondheidsbelang leidend
is. Deze besluiten kunnen zowel maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid
als de diergezondheid betreffen. Op deze wijze zijn we ervan overtuigd dat de bescherming
van de volksgezondheid zowel uitgangspunt als doel is van alle genomen besluiten.
Op deze wijze geven wij al invulling aan de motie.
Export
In het vragenuur van 26 mei jl. is toegezegd met nadere informatie te komen over de
export van nertsen (Handelingen II 2019/20, nr. 74). Uit de exportgegevens van de
NVWA blijkt dat dit jaar geen export heeft plaatsgevonden van nertsen naar landen
buiten de Europese Unie. Het is niet bekend of er dit jaar nertsen vanuit Nederland
zijn verhandeld naar andere lidstaten in de Europese Unie, aangezien deze handel Europees
niet certificaatplichtig is en niet wordt geregistreerd in Traces.
Zorgen
In de gemeenten met besmette nertsenbedrijven leven zorgen over de risico’s voor de
volksgezondheid. Wij begrijpen deze zorgen en hebben frequent contact hierover met
het lokale en regionale bestuur zodat zij steeds tijdig en goed zijn geïnformeerd
en hun vragen zo goed mogelijk beantwoord worden. Het RIVM beoordeelt het risico voor
de omwonenden in de omgeving als verwaarloosbaar en geeft aan dat goed gebruik van
persoonlijke beschermingsmiddelen in de stal van een besmet bedrijf infectie bij medewerkers
kan voorkomen.
Hoe het risico voor de volksgezondheid zich op termijn ontwikkelt, hangt af van of
nertsen op termijn een blijvende bron zou kunnen worden voor her-infectie van mens
en dier. Dat wordt momenteel epidemiologisch op de eerste drie besmette locaties onderzocht.
Vervolgproces
Deze week wordt dit epidemiologisch onderzoek op de eerste drie besmette locaties
afgerond. Op basis van de onderzoeksresultaten maakt de Deskundigengroep Dierziekten
eind deze week een veterinaire inschatting over de mogelijkheid dat SARS-CoV-2 blijft
circuleren op de besmette nertsenbedrijven en zo op termijn een blijvende bron zou
kunnen worden voor her-infectie van mens en dier. Op basis van deze veterinaire inschatting
zullen humane en veterinaire deskundigen volgende week in een OMT-Z (Outbreak Management
Team Zoönosen) beoordelen wat het risico hiervan is voor de volksgezondheid. Op basis
van de beoordeling en het advies van het OMT-Z nemen wij een besluit over de maatregelen
die nodig zijn om de mogelijke risico’s af te wenden. Alle denkbare maatregelen zullen
daarbij worden overwogen. We informeren uw Kamer daar volgende week zo snel mogelijk
over. Ons streven is de brief te versturen uiterlijk aanstaande donderdag 4 juni.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit