Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het NRC-bericht d.d. 9 maart 'Een nieuwe man bij de brandweer, maar de machocultuur blijft'.

Nr. 190
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2020

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van
11 maart 2020 is gesproken over het NRC-bericht d.d. 9 maart «Een nieuwe man bij de
brandweer, maar de machocultuur blijft». De commissie heeft mij verzocht uw Kamer
een reactie te doen toekomen op dit bericht.

In 2018 heb ik Kamervragen1 ontvangen over de machocultuur bij de brandweer in de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland
(VRAA). In de beantwoording ben ik toen ingegaan op de verantwoordelijkheidsverdeling
tussen het bestuur van een veiligheidsregio en mij. De inhoud van het recente NRC-bericht
betreft een aangelegenheid die valt onder de verantwoordelijkheid van het VRAA-bestuur.
Dat bestuur legt verantwoording af aan de gemeenteraden van de inliggende gemeenten.
Het is niet aan mij om over het bericht uitspraken te doen.

De veiligheidsregio meldt mij bij navraag dat het NRC-bericht op 10 maart jl. is besproken
tijdens een bijeenkomst van de gemeenteraad van Amsterdam. Daarbij waren de directeur/regionaal
brandweercommandant van de veiligheidsregio en de ombudsman Metropool Amsterdam aanwezig.
De ombudsman heeft toen aangegeven dat de VRAA nu even rust nodig heeft om de veranderingen
door te kunnen zetten. Het bestuur heeft in dat overleg gemeld er alle vertrouwen
in te hebben dat dit op de juiste wijze gebeurt. De suggestie in het artikel dat tal
van maatregelen worden teruggedraaid, is volgens het VRAA-bestuur niet juist.

Vanzelfsprekend blijf ik op gepaste afstand de ontwikkelingen volgen.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus