Brief regering : Uitstel van betaling voor ondernemers (met een g-rekening) en uitstel heffing EB/ODE
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 13
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2020
Het coronavirus heeft de wereld en Nederland in zijn greep. Onze eerste prioriteit
ligt uiteraard bij de gezondheid van de bevolking, en de gezondheidszorg. De impact van het virus is enorm – en heeft ingrijpende gevolgen voor de
economie. Delen van het werk zijn stilgevallen, hele sectoren moeten tijdelijk hun
deuren sluiten, zelfstandigen zien opdrachten wegvallen en werknemers zitten in onzekerheid
thuis.
Op 17 maart heeft het kabinet het noodpakket banen en economie aangekondigd en heeft
uw Kamer hierover geïnformeerd (Kamerstuk 35 420, nr. 2). Het noodpakket bestaat uit diverse maatregelen. Deze maatregelen zorgen ervoor
dat bedrijven hun personeel kunnen doorbetalen, bieden zelfstandigen een overbrugging
en zorgen waar mogelijk voor behoud van liquiditeit via versoepelde belastingregelingen,
compensatie en extra kredietmogelijkheden. De maatregelen worden zo robuust mogelijk
vormgegeven. Daarbij staat het zo snel mogelijk hulp bieden aan de ondernemers voorop.
We vragen eenieder om verantwoordelijk met deze regelingen om te gaan, en er alleen
gebruik van te maken als het echt nodig is.
Onderdeel van de brief van 17 maart en mijn brief van 19 maart (Kamerstuk 35 420, nr. 7) is de mogelijkheid voor ondernemers om bijzonder uitstel van betaling te krijgen
wanneer zij door de COVID-19-crisis in de financiële problemen komen. Naar aanleiding
van signalen van ondernemers en hun fiscaal dienstverleners heb ik gekeken hoe ik
het tijdelijke uitstelbeleid verder kan verduidelijken en versoepelen. Dat geldt zowel
voor het aantal belastingen waarvoor de tijdelijke regeling gaat gelden als de te
vervullen formaliteiten. Met deze brief informeer ik uw Kamer over deze versoepelingen
en vermeld ik een versoepeling ten aanzien van de zogenoemde g-rekening. Tevens informeer
ik hierbij uw Kamer over de uitkomst van het in de brief van 17 maart aangekondigde
overleg met de energieleveranciers over uitstel van de heffing van de energiebelasting
(EB) en/of de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE).
1. Uitstel van betaling voor ondernemers
Om de economische impact van het coronavirus voor ondernemers te verzachten voert
de Belastingdienst de komende periode een ruimhartig fiscaal uitstelbeleid. Hiertoe
heeft het kabinet in de brief van 19 maart jl. aangekondigd dat de bestaande bijzondere
uitstelregeling voor ondernemers tijdelijk wordt versoepeld voor de inkomstenbelasting,
vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting. Iedere ondernemer die door
de coronacrisis in financiële problemen is gekomen, komt in aanmerking voor dit uitstel.
Vanaf het moment dat de ondernemer zich meldt, wordt de invordering van zijn belastingschulden
voor deze belastingen gedurende drie maanden stopgezet. Dat betekent feitelijk dat
de ondernemer meteen uitstel van betaling krijgt. Inhoudelijke beoordeling van het
verzoek door de Belastingdienst vindt pas na drie maanden plaats. De ondernemer krijgt
in die periode de gelegenheid om aanvullende informatie aan te leveren als voor langer
dan drie maanden uitstel wordt gevraagd.
Verdere versoepeling
Ik versoepel dit tijdelijke uitstelbeleid. Ik breid de tijdelijke uitstelregeling
voor ondernemers uit tot de belastingen die ik hierna noem. Enkele belastingen blijven
uitgezonderd van de uitstelregeling omdat er andere (vergelijkbare) gunstige regelingen
gelden, om redenen van uitvoerbaarheid of omdat uitstel voor deze belastingen te weinig
bijdraagt aan het doel van de tijdelijke regeling: de liquiditeitspositie van ondernemers
op korte termijn versterken.
Daarnaast maak ik de administratieve kant van het uitstel voor ondernemers zo eenvoudig
mogelijk. Bij uitstel voor een periode langer dan drie maanden blijft een inhoudelijke
toets echter nodig om te voorkomen dat ook ondernemers die niet gedupeerd zijn door
de coronacrisis uitstel krijgen. Wel laat ik bij uitstel langer dan drie maanden de
eis van een verklaring van een derde-deskundige vervallen als de totale belastingschuld
waarvoor uitstel wordt gevraagd minder dan € 20.000 bedraagt. In die gevallen kan
de ondernemer volstaan met lichtere informatie; stukken waaruit blijkt dat de omzetcijfers
of de bestellingen/reserveringen aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van de voorgaande
maanden. Op de website van de Belastingdienst worden hierover duidelijke instructies
opgenomen. Bij een financieel belang van € 20.000 of meer blijft er wel een verklaring
van een derde-deskundige vereist; ik wil dit echter ook zo eenvoudig mogelijk maken
en kom binnenkort met een nadere uitwerking daarvan.
Welke belastingen?
Het tijdelijke versoepelde uitstelbeleid voor ondernemers gold al voor de inkomstenbelasting,
vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonbelasting. Dat breidt het kabinet
nu uit zodat het versoepelde uitstelbeleid van toepassing wordt op een groter aantal voor ondernemers relevante belastingen:
de kansspelbelasting, assurantiebelasting, verhuurderheffing, milieubelastingen (EB/ODE,
kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater), accijns (minerale
oliën, alcohol en tabak), verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en vergelijkbare
belastingen in Caribisch Nederland. Voor alle hiervoor genoemde belastingen geldt
dit versoepelde uitstelbeleid tot 19 juni 2020; dat betekent dat in ieder geval tot
deze datum verzoeken om uitstel conform bovenstaande versoepelde uitstelbeleid zullen
worden behandeld.
Het kabinet maakt het ten aanzien van douanerechten mogelijk dat wanneer bedrijven
tijdelijk niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, hiervoor op verzoek
uitstel van betaling wordt verleend. Ook voor andere termijnen rond douaneformaliteiten
zijn maatregelen genomen om in overleg met de betreffende bedrijven naar oplossingen
te zoeken. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de EU-douanewetgeving.
Deze uitbreidingen kunnen de liquiditeitspositie van ondernemers verder ondersteunen.
Enkele belastingen blijven uitgezonderd van de uitstelregeling omdat er andere (vergelijkbare)
gunstige regelingen gelden, om redenen van uitvoerbaarheid, of omdat uitstel voor
deze belastingen de liquiditeitspositie van ondernemers op korte termijn te weinig
versterkt. De dividendbelasting zonder ik uit van de versoepelde uitstelregeling omdat
het uitkeren van dividenden de liquiditeitspositie van bedrijven juist verzwakt. Ik
herhaal hierbij de oproep van het kabinet aan bedrijven om voorlopig geen dividenden
uit te keren.
Hoe kan de ondernemer uitstel vragen?
Daarnaast maak ik het administratieve proces zo eenvoudig mogelijk. Het aanvragen
van uitstel kan nu ook via de website van de Belastingdienst met een eenvoudig online
formulier. Vanaf vandaag kan dat voor de belastingmiddelen zoals genoemd in de brief
van 19 maart jl. In de loop van volgende week is het formulier ook voor de overige
belastingmiddelen waarvoor de versoepeling geldt toepasbaar. Hiervoor logt de ondernemer
in met zijn eigen DigiD. Gaat het om een rechtspersoon, dan moet een medewerker of
een fiscaal dienstverlener inloggen met diens eigen DigiD. Meer informatie hierover
is te vinden op de website van de Belastingdienst, www.belastingdienst.nl/coronavirus.
Voor aangiftebelastingen, zoals omzetbelasting en loonheffing, geldt dat het verzoek
om uitstel pas kan worden gedaan als er een naheffingsaanslag is opgelegd. Na ontvangst
van het formulier of de brief zet de Belastingdienst direct alle invorderingsmaatregelen
stop. Eén verzoek volstaat voor uitstel van alle soorten openstaande belastingschulden.
De ondernemer krijgt automatisch drie maanden uitstel van betaling; dat geldt voor
de openstaande schuld op het moment van het verzoek en voor de nieuw opkomende schulden
in de periode van drie maanden. Er hoeft dus niet steeds een nieuw verzoek om uitstel
te worden gedaan. Als de ondernemer langer dan drie maanden uitstel heeft verzocht,
krijgt hij van de Belastingdienst bericht welke aanvullende gegevens (zoals een verklaring
van een derde-deskundige) daarvoor nodig zijn. Deze gegevens moet de ondernemer binnen
de periode van drie maanden aanleveren.
2. G-rekening
Om te zorgen dat het tijdelijke uitstelbeleid ook voor ondernemers met een g-rekening
soelaas biedt, heb ik voor deze ondernemers een aanvullende maatregel genomen. Een
g-rekening is een geblokkeerde bankrekening waarmee normaal gesproken alleen de loonheffing
en de btw aan de Belastingdienst kunnen worden betaald. Het gaat hier bijvoorbeeld
om ondernemers in de uitzendbranche en de bouw. Naast de bestaande mogelijkheid voor
het deblokkeren van overschotten, is het ook mogelijk om de g-rekening vrij te geven
ter hoogte van het bedrag waarvoor bijzonder uitstel van betaling is verleend. Hierdoor
krijgen deze ondernemers dezelfde mogelijkheden als ondernemers zonder g-rekening.
Een instructie voor het aanvragen van de (aanvullende) deblokkering wordt op de website
van de Belastingdienst geplaatst.
3. Uitstel verschuldigdheid EB en ODE
Het kabinet heeft in haar brief van 17 maart jl. aangekondigd dat het de heffing van
de EB en de ODE voor bedrijven tijdelijk wil uitstellen. Bij leveringen van aardgas
en elektriciteit wordt de EB en de ODE geheven van degene die de levering van aardgas
verricht. De energieleveranciers zijn dus belastingplichtig hiervoor. Ik heb – samen
met de Minister van EZK – overleg gevoerd met de energieleveranciers om te komen tot
een vormgeving van uitstel die kan leiden tot meer liquiditeit voor hun klanten. Ik
zal goedkeuren dat de energieleveranciers voor leveringen van aardgas en elektriciteit
in de maanden april, mei en juni 2020 de EB en de ODE, alsmede de btw hierover, op
een later moment worden verschuldigd dan normaal. Het gaat daarbij – kort gezegd –
om leveringen waarvoor de energieleverancier factureert zonder voorschotten of, als
toch sprake is van voorschotten, de eindfactuur ziet op een kalendermaand. Uitgangspunt
hierbij is dat de energieleverancier voor leveringen in de maanden april, mei en juni
2020 geen EB en ODE, noch de btw hierover, in rekening brengt bij de betreffende klanten.
Hiermee kan aan bedrijven uitstel van betaling van de ODE en EB worden geboden. In
oktober 2020 worden de EB en ODE, vermeerderd met de btw hierover, via een aanvullende
factuur alsnog in rekening gebracht en verschuldigd door de energieleveranciers. Uitstel
van verschuldigdheid voor eerdere maanden dan april 2020 is niet mogelijk gebleken.
De energieleveranciers zullen deze week de benodigde voorbereidingen treffen, zodat
zij dit vanaf volgende week kunnen uitvoeren. Op basis van de gesprekken die met de
energieleveranciers hebben plaatsgevonden is het beeld dat het merendeel van de energieleveranciers
gebruik zal maken van de goedkeuring en de betreffende klanten het gewenste uitstel
kan bieden. Een deel van de energieleveranciers, namelijk de kleinere, zal dit vanwege
de uitvoeringslasten die hiermee gepaard gaan en de gevolgen van de coronacrisis voor
hun personele bezetting naar verwachting niet kunnen doen.
De goedkeuring geldt niet voor leveringen van aardgas en elektriciteit door energieleveranciers
waarbij het tijdvak van de eindfactuur op een langere periode dan een kalendermaand
ziet. Dit gaat onder meer om de situatie waarbij de energieleverancier maandelijks
een voorschotbedrag van zijn klant ontvangt en die klant jaarlijks een eindafrekening
stuurt, zoals gebruikelijk is bij huishoudens en kleinere bedrijven.
Mochten dergelijke bedrijven en particulieren als gevolg van de coronacrisis in betalingsproblemen
komen, zijn de energieleveranciers bereid met begrip voor de situatie in gesprek met
hen gaan om individuele afspraken te maken. Energieleveranciers hebben verschillende
hulpmiddelen beschikbaar voor klanten met betalingsproblemen. Zo kunnen energieleveranciers
waar mogelijk een specifieke betalingsregeling bieden of tijdelijk het maandbedrag
of de incassodatum aanpassen. De klantadviseurs van de energieleveranciers staan klaar
om te ondersteunen en mee te denken.
De goedkeuring zal worden vormgegeven middels een beleidsbesluit. Tevens wordt onderzocht
of – in aanvulling op de bestaande wet- en regelgeving – voor de EB en de ODE, aanvullende
afspraken moeten worden gemaakt voor zogenoemde oninbare vorderingen. Dit met het
oog op mogelijke financiële risico’s voor de energieleveranciers indien (een deel)
van de uitgestelde ODE en energiebelasting oninbaar blijkt als gevolg van de coronacrisis.
4. Ten slotte
Wat betreft de gevolgen van het noodpakket voor de belastingontvangsten is eerder een bandbreedte van 35 – 45 miljard euro gecommuniceerd (zie de brief
van 20 maart jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 3)). Deze bedragen hielden verband met de verminderde belasting- en premieontvangsten
door de mogelijkheid tot uitstel van de betaling voor de komende drie maanden en de
verwachte economische situatie. Uitbreiding van de mogelijkheid tot uitstel zal tot
verdere terugloop van de belastingontvangsten leiden in deze periode van drie maanden,
waarmee men naar verwachting meer aan de bovenkant van deze bandbreedte zal uitkomen.
In de eerdere raming waren een aantal belastingen reeds als restpost opgenomen. Daardoor
leidt de verbreding van de regeling slechts tot een beperktere bijstelling van de
inschatting van het effect op de belastingontvangsten.
De gevolgen van de COVID-19-crisis voor ondernemers zijn ingrijpend. Het kabinet probeert
zodra er knelpunten voor ondernemers gesignaleerd worden tot een oplossing te komen.
Ik zal uw Kamer als dat aan de orde is, uiteraard infomeren over nadere maatregelen
en over relevante ontwikkelingen in de uitvoering door de Belastingdienst.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
Indieners
-
Indiener
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën