Brief regering : Overstapseizoen zorgverzekering 2019-2020
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 1050
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2020
Net als ieder jaar kon elke verzekerde in het afgelopen overstapseizoen kiezen voor
een andere of juist dezelfde zorgverzekering. Overstappen is geen doel op zich; een
weloverwogen keuze voor een zorgverzekering maken wel. Dit is ook de reden dat zowel
het Ministerie van VWS als de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) het overstapseizoen
op de voet volgen. Zo houden we zorgverzekeraars, maar ook andere partijen zoals vergelijkingssites,
scherp om transparant te zijn over het polisaanbod en heldere (keuze-) informatie
aan te bieden. Van alle verzekerden wisselde dit jaar 6,5 procent van zorgverzekeraar.1 Dit overstappercentage is vergelijkbaar met voorgaande jaren.
In deze brief bespreek ik graag de volgende onderwerpen:
• Brief van de NZa over hun acties vóór en tijdens het overstapseizoen
• (zie bijlage)2;
• Uitkomsten van het onderzoek naar het overstapgedrag van zorggebruikers (zie bijlage)3;
• Informatie rondom de informatiecampagne tijdens het overstapseizoen;
• Stand van zaken motie begrijpelijkheid van keuze-informatie;
• Herverzekeren van het vrijwillig eigen risico;
• Terugkoppeling moties wetsvoorstel verzekerdeninvloed.
De hoofdpunten van de brief
• De informatie die zorgverzekeraars dienen te verstrekken over het verzekeringsaanbod
is veelal juist en vindbaar. Ook blijken zorgverzekeraars aan de nieuwe transparantieverplichtingen
rondom omzetplafonds en de overzichten (nagenoeg) gelijke polissen te voldoen. Wel
was op dit punt enige aansporing van de NZa nodig.
• Uit onderzoek blijkt dat factoren zoals algemene overstapgeneigdheid, leeftijd en
sociale klasse meer verklarend zijn voor het wel of niet overstappen dan het zorggebruik.
Ook blijkt dat er geen specifieke belemmeringen zijn voor zorggebruikers om over te
stappen.
• De informatiecampagne tijdens het overstapseizoen heeft een groot deel van de Nederlanders
bereikt. De campagne heeft verzekerden aangezet om te controleren of zij nog de meest
passende zorgverzekering hebben.
• De zorgverzekeraars die een herverzekering van het vrijwillig eigen risico aanbieden,
hebben toegezegd hiermee met ingang van 2021 te stoppen.
Acties NZa vóór en tijdens het overstapseizoen4
Informatievertrekking omzetplafonds en (nagenoeg) gelijke polissen
Per 1 november 2019 heeft de NZa de Regeling informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars
aan consumenten5 (hierna Regeling informatieverstrekking) aangepast. Twee belangrijke wijzigingen
hierin gingen over de transparantieverplichting van verzekeraars over de omzetplafonds
en de (nagenoeg) gelijke polissen. Hier heeft de NZa dit overstapseizoen specifiek
op toegezien.
De NZa ziet dat de informatie die zorgverzekeraars geven over het zorgverzekeringsaanbod
veelal juist en vindbaar is. Daarbij concludeert de NZa dat zorgverzekeraars zowel
aan de nieuwe transparantieverplichting rondom de omzetplafonds als aan de nieuwe
verplichting omtrent de overzichten (nagenoeg) gelijke polissen voldoen. Een aantal
zorgverzekeraars had wel enige aansporing van de NZa nodig om aan de nieuwe informatieverplichting
over de omzetplafonds te voldoen en voor de informatieverplichting ten aanzien van
het overzicht (nagenoeg) gelijke polissen gold dit voor alle zorgverzekeraars. Ik
vind het belangrijk dat verzekerden een goed geïnformeerde keuze kunnen maken en vind
het dan ook belangrijk dat zorgverzekeraars de informatieverplichtingen naleven.
Informatieverstrekking vergelijkingssites
Veel verzekerden maken tijdens het overstapseizoen gebruik van vergelijkingssites.
Daarom is het belangrijk dat verzekerden erop kunnen vertrouwen dat de informatie
op deze sites juist is én dat het risico dat iemand naar een andere dan de best passende
polis wordt geleid zo klein mogelijk is.
De NZa concludeert dat de informatie van vergelijkingssites over het algemeen juist
en duidelijk is. Wel heeft zij een aantal vergelijkingssites erop moeten wijzen dat
niet altijd duidelijk vermeld werd dat de getoonde polissen alleen de polissen betrof
die een verzekerde bij de betreffende vergelijkingssite kon afsluiten.
Dit vind ik ongewenst, omdat verzekerden moeten weten waar de vergelijking die zij
via de vergelijkingssites maken op gebaseerd is. Het is daarom goed dat de NZa de
betreffende vergelijkingssites heeft aangesproken en dat deze hun informatieverstrekking
hebben aangepast.
Vragen en meldingen
De NZa geeft aan dat het aantal vragen en meldingen dit overstapseizoen lager was
dan de afgelopen twee jaar. Mensen vragen zich vooral af hoe zij een keuze kunnen
maken voor een zorgverzekeraar indien de contractonderhandelingen met zorgaanbieders
nog lopen en wat de effecten zijn van de omzetplafonds. De extra transparantieverplichtingen
rondom omzetplafonds zijn volgens mij dan ook een stap in de goede richting. Het blijft
wat mij betreft van belang dat de informatieverstrekking op dit punt helder en transparant
is. Daar draagt de NZa met haar toezicht aan bij.
Late premiebekendmaking
Dit overstapseizoen hebben twee zorgverzekeraars de premie van een nieuwe polis na
12 november bekendgemaakt. In het overstapseizoen is er contact geweest tussen het
Ministerie van VWS en de NZa. Ik ben het met het standpunt van de NZa eens dat het
ongewenst is dat zorgverzekeraars na 12 november de premie van nieuwe polissen bekend
maken, omdat de betreffende zorgverzekeraars gebruik hebben kunnen maken van een informatievoordeel
aangezien de premies van andere verzekeringen al bekend waren. Daarom is het goed
dat de NZa de betreffende zorgverzekeraars heeft aangesproken.
Vooruitblik 2020 en daarna
De NZa wil zich de komende tijd in haar toezicht blijven richten op goede informatievoorziening
vanuit het perspectief van de verzekerde. Daarbij komt de ondersteuning van verzekerden
tijdens het keuzeproces meer centraal te staan. Dat betekent onder andere een verschuiving
van het toezicht op juiste en aanwezige informatie naar toezicht op de vindbaarheid, vergelijkbaarheid en begrijpelijkheid van informatie. De Regeling informatieverstrekking
wordt hierbij heroverwogen.
Onderzoek overstapgedrag bij zorggebruikers
Ik wil dat iedere Nederlander zich vrij voelt de voor haar of hem beste keuze te maken
voor een zorgverzekering. In mijn brief over het overstapseizoen
2018–20196 heeft mijn voorganger aangekondigd na te gaan waarom zorggebruikers minder overstappen
en of belemmeringen hierbij een rol spelen (zie bijlage voor het onderzoek). Dit onderzoek
bestond uit een kwantitatief (vragenlijst) en kwalitatief (diepte-interviews) deel.
Zorggebruikers blijken minder vaak over te stappen dan niet-zorggebruikers.
Dit verschil wordt echter niet verklaard door het zorggebruik, maar door achterliggende
factoren zoals algemene overstapgeneigdheid en leeftijd.
Mensen die de afgelopen jaren van energieleverancier, internet/telefonie/tv of een andere verzekering (niet-zorgverzekering zijnde) zijn overgestapt,
stappen ook vaker over van zorgverzekering. Van de mensen die bijvoorbeeld in de afgelopen
3 jaar zijn overgestapt van energieleverancier stapt 29% van de mensen ook over van
zorgverzekeraar, terwijl de mensen die niet zijn overgestapt van energieleverancier
een overstappercentage voor de zorgverzekering hebben van 14%. Zorggebruikers blijken
in het algemeen minder geneigd tot overstappen. Algemene overstapgeneigdheid is dus
een belangrijke verklarende factor. Vervolgens is leeftijd de meest bepalende factor.
Mensen onder de 50 jaar stappen het vaakst over (overstappercentage: 30%), gevolgd
door mensen in de leeftijdsgroep 50 t/m 64 jaar (overstappercentage: 21%), en het
minst stappen mensen over die 65 jaar en ouder zijn (overstappercentage: 12%).
Ook inkomensklasse geeft een indicatie voor de mate van overstappen (overstappercentage
hoog inkomen: 25%, middeninkomen 22% en laag inkomen 15%). Na deze drie factoren komt
voor het eerst een relatie met zorggebruik naar voren. Van de mensen die dagelijks
geneesmiddelen gebruiken stapt 18% over ten opzichte van 26% overstappers van mensen
die niet dagelijks geneesmiddelen gebruiken.
In het onderzoek is gevraagd wat de reden is geweest om niet over te stappen. Hier
kwam uit naar voren dat mensen vaak tevreden zijn met de huidige verzekeraar (rond
de 60% van de niet-overstappers) en niet de verwachting hebben dat een andere verzekeraar
beter of goedkoper is (circa 55%). Hierbij is geen onderscheid gevonden tussen wel
en niet zorggebruikers. Wel geven zorggebruikers vaker aan dat ze bang waren om bij
een andere verzekeraar niet geaccepteerd te worden of niet dezelfde vergoeding te
krijgen. Uit het kwalitatieve onderdeel van het onderzoek blijkt dat deze angst met
name een rol speelt bij de aanvullende verzekering. Aangezien veel mensen de basis-
en aanvullende verzekering als één product zien, heeft dit ook invloed op het overstappen
van de basisverzekering.
Uit het kwalitatieve onderzoek blijkt ook dat de ingewikkelde informatie een belemmering
vormt, waarbij dit met name zit in de aanvullende verzekering.
De verwachting is dat dit in het algemeen geldt en niet specifiek voor chronisch zieken.
In het VSO inzake Toelichting tarieven pgb is toegezegd dat het onderzoeksbureau gevraagd
wordt aandacht te besteden aan budgethouders (Kamerstuk 25 657, nr. 324). Het onderzoeksbureau heeft in de vragenlijsten voor de kwalitatieve analyse de
vraag opgenomen of mensen budgethouder pgb zijn en of zij als gevolg hiervan overstapbelemmeringen
ervaren. Onder de geïnterviewde personen waren geen mensen aanwezig die budgethouder
pgb waren, waardoor geen informatie over mogelijke overstapbelemmeringen uit dit onderzoek
naar voren zijn gekomen.
Samenvattend blijkt uit het onderzoek dat zorggebruik maar een kleine rol speelt bij
het wel of niet overstappen en dat er geen specifieke belemmeringen zijn voor zorggebruikers.
Wel is er soms de angst om bij een andere verzekeraar niet geaccepteerd te worden
of niet dezelfde vergoeding te krijgen. Voor de basisverzekering is deze angst onterecht,
want voor de basisverzekering geldt een wettelijke acceptatieplicht. Voor de aanvullende
verzekering is deze angst praktisch ook onterecht, aangezien er alleen soms acceptatievoorwaarden
voor de meest uitgebreide aanvullende pakketten gelden. Dit punt wordt meegenomen
in de jaarlijkse informatiecampagne.
Informatiecampagne tijdens het overstapseizoen
Beschrijving informatiecampagne7
Het afgelopen overstapseizoen heeft mijn voorganger zich ingezet om verzekerden te
helpen bij het maken van een weloverwogen keuze voor een zorgverzekering. De media-uitingen
(radio en online video’s) hebben zich gericht op de volgende drie boodschappen: 1)
controleer of de huidige zorgverzekering nog het meest passend is voor u, 2) de polisvoorwaarden
kunnen, zonder dat de verzekerde zelf iets aanpast, volgend jaar wijzigen en 3) vergelijkingssites
kunnen u helpen bij het kiezen van een zorgverzekering. Ook zijn verzekerden geïnformeerd
over wat wel en niet onder het eigen risico valt. Hiervoor zijn een radiospot en online
video’s verspreid en is uitgebreide informatie over (de uitzonderingen op) het eigen
risico opgenomen op www.ikregelmijnzorggoed.nl. Bij deze informatiecampagne zijn verzekerden er onder andere op gewezen dat tandzorg
voor kinderen onder de 18 jaar vergoed wordt vanuit de basisverzekering en geen eigen
risico van toepassing is.
Ook is weer een speciaal team het land in getrokken om vragen te beantwoorden over
het kiezen van een zorgverzekering. Het voorlichtingsteam was in totaal 54 dagen aanwezig
op bijvoorbeeld kerstmarkten, in winkelcentra en bij zorgstellingen. In totaal zijn
meer dan 15.000 inhoudelijke gesprekken gevoerd. Door een groter aantal voorlichtingsmomenten
was het aantal gesprekken veel hoger dan vorig jaar, toen lag het aantal gesprekken
op bijna 6.000.
Bereik en effect
Tijdens het Algemeen Overleg Eigen bijdragen heeft mijn voorganger toegezegd het bereik
en het effect van de informatiecampagne te evalueren (Kamerstukken 34 104 en 29 538, nr. 264). De vooraf gestelde doelen voor het bereik van de campagne (zowel die gericht was
op het overstapseizoen als die op het eigen risico) zijn ruimschoots gehaald. Zo hebben
de radiospots meer dan 10 miljoen luisteraars bereikt en zijn de video’s op sociale
media door bijna 3 miljoen mensen bekeken. Gedurende de campagneperiode is de website
www.ikregelmijnzorggoed.nl wekelijks door 25.000–35.000 mensen bezocht.
De radiospots en video’s worden op totaalniveau door de meeste Nederlanders dit jaar
beter beoordeeld dan gemiddelde vergelijkbare Rijksoverheidscampagnes.
Dit is een positieve ontwikkeling ten opzichte van vorig jaar. Toen werd de campagne
rondom het overstapseizoen slechter dan gemiddeld gewaardeerd. Deze feedback hebben
we meegenomen in de ontwikkeling van de nieuwe radiospots en video’s. Dit jaar geven
bijna alle ondervraagden aan dat de campagne de primaire boodschappen weet over te
brengen. De campagne wordt door het algemeen publiek als duidelijk, geloofwaardig,
informatief, opvallend en niet irritant beschouwd.
Daarnaast laat de evaluatie van de campagne voor het overstapseizoen zien dat gedurende
de campagne meer verzekerden hebben gecontroleerd of zij de meest passende zorgverzekering
hebben. Dat betekent dat de campagne heeft bijgedragen aan het in actie zetten van
het publiek om te beoordelen of de zorgverzekering nog steeds goed past. De kennis
over overstappen van zorgverzekering is door de campagne niet meetbaar toegenomen.
Dit komt overeen met de resultaten van de evaluatie van de overstapcampagne van het
voorgaande jaar. Dat de kennis over het overstappen niet toeneemt, komt doordat de
kennis bij de start van de campagne al hoog was: negen op de tien Nederlanders wist
bij de start van de campagne al dat er één keer per jaar kan worden overgestapt van
zorgverzekering en dat vergelijkingssites kunnen helpen bij het kiezen van een passende
zorgverzekering. Driekwart van de Nederlanders weet dat de polisvoorwaarden van hun
huidige zorgverzekering kunnen wijzigen zonder dat een verzekerde zelf iets heeft
aangepast.
Uit de evaluatie van de eigen risico campagne blijkt dat de campagne niet heeft geleid
tot een grote stijging van het kennisniveau van verzekerden over wat wel en niet onder
het eigen risico valt.8 Eerder onderzoek (zie bijvoorbeeld Kamerstuk 29 689, nr. 935) heeft laten zien dat het kennisniveau van verzekerden rondom eigen betalingen de
afgelopen jaren reeds is toegenomen. Daarbij blijft het belangrijk informatie te verspreiden
rondom de uitzonderingen op het eigen risico. Hierbij zie ik voor mezelf, maar ook
bijvoorbeeld voor zorgverzekeraars, een belangrijke rol weg gelegd.
Ik vind het belangrijk om verzekerden goed te blijven informeren tijdens het overstapseizoen.
Bij de vormgeving van de informatiecampagne voor het volgende overstapseizoen worden
de uitkomsten van de evaluatie meegenomen.
Stand van zaken motie begrijpelijkheid van keuze-informatie
Bij het Algemeen Overleg over de Zorgverzekeringswet van 10 april 2019 (Kamerstuk
29 689, nr. 988) is de motie van de leden Raemakers en Geleijnse (Kamerstuk 29 689, nr. 971) aangenomen over begrijpelijke keuze-informatie voor verzekerden. U wordt in het
eerste kwartaal van 2021 geïnformeerd over de uitvoering van deze motie. Wel wil ik
u alvast laten weten dat het Nivel – in opdracht van de NZa, Zorgverzekeraars Nederland
(ZN) en het Ministerie van VWS – een Amerikaans meetinstrument om zorgverzekeringsvaardigheden
in kaart te brengen heeft vertaald naar de Nederlandse situatie. Dit instrument kan
onder andere gebruikt worden om inzicht te verkrijgen in de vaardigheden van verzekerden
ten aanzien van het kiezen van een zorgverzekering. Deze informatie kan vervolgens
gebruikt worden om de informatievoorziening zo vorm te geven, dat deze beter aansluit
op de vaardigheden van verzekerden. Het Nivel gebruikt deze vragenlijst dit jaar voor
het eerst bij een peiling onder het Consumentenpanel Gezondheidszorg. Ik zal met belangstelling
kennisnemen van de uitkomsten daarvan.
Herverzekeren van het vrijwillig eigen risico
Eerder heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over de herverzekering van het
vrijwillig eigen risico via de aanvullende verzekering9 (zie Kamerstuk 29 689, nr. 1024). Deze herverzekering is ongewenst, omdat de facto het verbod op premiedifferentiatie
wordt omzeild en de zorgverzekeraar een selectief acceptatiebeleid kan voeren.
Er waren twee zorgverzekeraars die het vrijwillig eigen risico via de aanvullende
verzekering alsnog verzekerden, dan wel het voornemen daartoe hadden. Ook was er een
zorgverzekeraar die hiervoor gebruik maakte van een derde verzekeraar. De NZa – als
toezichthouder – en mijn voorganger zijn beiden het gesprek aangegaan met de betreffende
zorgverzekeraars, om hen dringend te verzoeken te stoppen. Ik kan u melden dat de
betreffende zorgverzekeraars hebben toegezegd te stoppen met de herverzekering van
het vrijwillig eigen risico. Vanwege reeds aangegane contractuele verplichtingen was
het helaas niet voor iedere van de betreffende zorgverzekeraars mogelijk om dat per
2020 te doen, maar wel met ingang van 2021.
Terugkoppeling moties wetsvoorstel verzekerdeninvloed
Naar aanleiding van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel verzekerdeninvloed
Zvw10 (Handelingen II 2019/20, nr. 8, item 8) zijn twee moties aangenomen waarover ik u graag informeer. De eerste (Kamerstuk
34 971, nr. 19) verzoekt de regering om samen met de zorgverzekeraars een handreiking te maken voor
de verzekerdenvertegenwoordiging over het consulteren en informeren van de verzekerden,
en daarbij ook aan te geven welke ondersteuning de vertegenwoordiging mag verwachten
van de zorgverzekeraar. Deze handreiking wordt inmiddels opgesteld door ZN in samenspraak
met mijn ministerie en de individuele verzekeraars. Deze zal ruim vóór inwerkingtreding
van het wetsvoorstel kunnen worden geraadpleegd door de verzekerdenvertegenwoordigingen.
Ik beschouw de motie hiermee als afgedaan. De tweede motie (Kamerstuk 34 971, nr. 21) waarover ik u graag informeer, verzoekt de regering om zo spoedig mogelijk in overleg
te gaan met de NZa over de mogelijkheden om naast een statutaire toetsing ook een
praktische uitvoeringstoets uit te voeren. Dit overleg heeft inmiddels plaatsgevonden.
De NZa heeft aangegeven dat zij, naast de formele taak om handhavend op te treden
in het geval van een overtreding van de betreffende bepalingen in de Zvw, zal onderzoeken
of de praktische uitvoering van het wetsvoorstel het gewenste effect heeft. Hierbij
zal de NZa de effectieve werking van de vertegenwoordiging en diens rol bij de totstandkoming
van het zorginkoopbeleid betrekken.
Effectieve werking houdt in dat de vertegenwoordiging voldoende en op de juiste beleidsdossiers
wordt betrokken, hoe dit is gegaan en of haar adviezen ook effect hebben gehad. Naar
verwachting vindt in 2022 de rapportage daarvan plaats. Daarnaast is de NZa voornemens
om het informatiemodel uitvoeringsverslag te wijzigen, zodat de zorgverzekeraars in
het vervolg via de jaarlijkse uitvoeringsverslagen worden bevraagd over de wijze waarop
verzekerdeninvloed plaatsvindt. Ook deze motie beschouw ik hiermee als afgedaan.
Tot slot
Ik hoop u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd over het afgelopen overstapseizoen.
De opgedane inzichten worden meegenomen in de aanloop naar het overstapseizoen van
2020–2021. Ik blijf de ontwikkelingen op de zorgverzekeringsmarkt met veel belangstelling
volgen en streef ernaar om vóór het zomerreces de volgende onderzoeken naar uw Kamer
te sturen: 1) een monitor van het polisaanbod, 2) een onderzoek naar de polissen met
beperkende voorwaarden, 3) een onderzoek naar grensoverschrijdende transacties en
internationale verbindingen en 4) een onderzoek naar gemeentelijke collectiviteiten.
De Minister voor Medische Zorg,
M.J. van Rijn
Indieners
-
Indiener
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg