Brief regering : Reactie op AFM-verkenning ‘In Balans 2019 - Verkenning waardecreatie en follow-up Besluit niet-financiële informatie’
31 083 Corporate governance
Nr. 58
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2020
Uw Kamer heeft mij gevraagd om te reageren op de verkenning van de Autoriteit Financiële
Markten (hierna de «AFM») «In Balans 2019 – Verkenning waardecreatie en follow-up
Besluit niet-financiële informatie».1 Via deze brief reageer ik op de verkenning. Eerst zal ik kort de hoofdlijnen van
de verkenning van de AFM weergeven. Daarna zal ik ingaan op de relevante ontwikkelingen
op dit terrein en tot slot ga ik specifiek in op de verkenning van de AFM.
Het kabinet hecht belang aan de bevordering van langetermijnwaardecreatie en treft
maatregelen ter ondersteuning hiervan. Er zijn diverse (internationale) ontwikkelingen
gaande die eveneens het belang hiervan onderstrepen. Het is positief dat uit de AFM-verkenning
blijkt dat langetermijnwaardecreatie centraler staat in de verslaggeving van AEX-
en AMX-beursondernemingen. Wel vormt kwalitatieve verbetering van de rapportage een
aandachtspunt. Het is primair aan ondernemingen zelf om hieraan invulling te geven.
Dit blijft de aandacht van de AFM houden.
Hoofdlijnen AFM-verkenning
De AFM geeft in haar verkenning aan dat langetermijnwaardecreatie tegenwoordig centraler
staat in de verslaggeving van de AEX- en AMX-beursondernemingen. Van deze ondernemingen
geeft 85% inzicht in hoe waarde wordt gecreëerd en rapporteert 69% in welke vorm dit
gebeurt. De AFM ziet dit als een positieve ontwikkeling. Er is nog wel ruimte voor
kwalitatieve verbetering in de rapportage, aldus de AFM. Zo kan de rapportage over
waardecreatie naar het oordeel van de AFM specifieker en kan daarnaast meer aandacht
worden besteed aan eventuele waardevernietiging en beter inzicht worden gegeven in
de (lange termijn) effecten van de gekozen strategie.
Relevante ontwikkelingen
Het kabinet onderschrijft het belang van bevordering van langetermijnwaardecreatie.
Dit komt naar voren in de maatregelen die in het regeerakkoord zijn aangekondigd voor
de verschuiving van invloed van bepaalde activistische aandeelhouders, die vooral
gericht zijn op de korte termijn, naar aandeelhouders en andere stakeholders die belang
hebben bij waardecreatie op de lange termijn. In dit kader is in december 2019 een
wetsvoorstel ter introductie van een wettelijke bedenktijd bij vijandige overnames
van beursgenoteerde ondernemingen bij uw Kamer aanhangig gemaakt.2 Het wetsvoorstel strekt ertoe het bestuur van een beursvennootschap meer tijd en
rust te gunnen voor de inventarisatie en weging van belangen van de onderneming en
haar stakeholders, en dus voor een zorgvuldige beleidsbepaling. Daarnaast heeft het
kabinet ter implementatie van de richtlijn bevordering langetermijnbetrokkenheid aandeelhouders3 per 1 december 2019 regels geïntroduceerd. Deze omvatten met het oog op de bevordering
van langetermijnwaardecreatie onder meer bepalingen over het faciliteren van aandeelhoudersrechten
en transparantieverplichtingen van institutionele beleggers en vermogensbeheerders.
Ook zijn er verschillende recente ontwikkelingen op het gebied van corporate governance
die het belang van langetermijnwaardecreatie en daarmee samenhangend de dialoog tussen
en met beleggers onderstrepen. Zo staat in de in 2018 wettelijk verankerde Nederlandse
Corporate Governance Code (hierna de «Code») langetermijnwaardecreatie centraal. Beursondernemingen
zijn wettelijk verplicht te rapporteren over de naleving van de Code via het pas toe
of leg uit-beginsel. De Monitoring Commissie Corporate Governance Code ziet toe op
de naleving.
Bedrijven kunnen ook uit eigen beweging verslaggeving over maatschappelijk verantwoord
ondernemen (hierna «MVO») opstellen. Dit wordt onder andere gestimuleerd met de Transparantiebenchmark
van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De nadruk ligt hierbij op de
verslaggeving over de voor de onderneming relevante thema’s.
Ook in Europees verband zijn er verschillende relevante ontwikkelingen. Ik noem de
richtlijn niet-financiële informatie (hierna de «Richtlijn»)4, die vanaf boekjaar 2017 in werking is getreden, en beoogt de samenhang en de vergelijkbaarheid
van de niet-financiële informatie in de Europese Unie te verbeteren. Hiertoe zijn
– kort gezegd – banken, verzekeraars en beursondernemingen verplicht om in het bestuursverslag
een niet-financiële verklaring op te nemen waarin wordt uiteengezet hoe deze organisaties omgaan
met ten minste milieu-, sociale en personeelsaangelegenheden, eerbiediging van mensenrechten
en bestrijding van corruptie en omkoping. De Europese Commissie streeft ernaar om
in 2020 de Richtlijn te herzien als onderdeel van bredere inspanningen om duurzame
financiering te vergroten door de transparantie te verbeteren. Van 20 februari tot
en met 14 mei 2020 staat de openbare consultatie open.
Verder heeft de Europese Raad op 18 december 2019 ingestemd met het principeakkoord
met het Europees Parlement (EP) ten aanzien van de verordening «raamwerk om duurzame
beleggingen te bevorderen» (COM 2018/353, hierna de
«taxonomie»). De taxonomie biedt onder meer eenvoudige criteria om te bepalen welke
economische activiteiten als ecologisch duurzaam kunnen worden aangemerkt. Het gebruik
van de taxonomie is verplicht voor beleggingsproducten die een duurzame doelstelling
hebben of ecologische eigenschappen promoten. Voor andere financiële producten is
de taxonomie niet verplicht, maar aanbieders van dergelijke producten dienen wel een
verklaring op te nemen. Voor onder meer grote, beursgenoteerde ondernemingen komt
er een verplichting om in de niet-financiële verklaring in het bestuursverslag te rapporteren over de taxonomie.5
AFM-verkenning specifiek
Uit de verkenning van de AFM blijkt dat langetermijnwaardecreatie centraler staat
in de verslaggeving van AEX- en AMX-beursondernemingen. Ik zie dit als een positieve ontwikkeling. Dit sluit aan bij ons zogenoemde
Rijnlandse model, waarin langetermijnwaardecreatie centraal staat en de belangen van
betrokkenen (hierna «stakeholders») bij de onderneming worden meegewogen. Inzet van
bedrijven voor langetermijnwaardecreatie en een evenwichtige weging van stakeholderbelangen
is economisch en maatschappelijk waardevol. Deze inzet draagt bij aan het vinden van
oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen als klimaatverandering en kan bijdragen
aan gezonde arbeidsverhoudingen, een stabiel ondernemingsklimaat en aan het terugdringen
van belasting van het milieu. De potentie voor lange termijn economische groei neemt
daardoor toe.
De AFM signaleert in haar verkenning ruimte voor kwalitatieve verbetering in de rapportage.
Naar het oordeel van de AFM kan de rapportage over waardecreatie specifieker en kan
daarnaast meer aandacht worden besteed aan eventuele waardevernietiging en beter inzicht
worden gegeven in de (lange termijn) effecten van de gekozen strategie. De AFM heeft
in dit kader enkele door ondernemingen ontwikkelde good practices in haar verkenning opgenomen. Beursondernemingen kunnen dit gebruiken om verdere
stappen te zetten. Het is primair aan de onderneming zelf om hieraan invulling te
geven. Datzelfde geldt voor de verschillende recente ontwikkelingen op het gebied
van langetermijnwaardecreatie en niet-financiële informatie. Het is daarnaast aan
stakeholders, zoals aandeelhouders, om de onderneming hier, indien nodig, op aan te
spreken. Ik vind het in dit kader positief dat (vertegenwoordigers van) (institutionele)
beleggers bij de ondernemingen aandacht vragen voor verbetering van de rapportage
over niet-financiële informatie en langetermijnwaardecreatie door beursondernemingen.
Ik vind het goed dat de AFM aandacht heeft en aandacht vraagt voor het rapporteren
over langetermijnwaardecreatie en niet-financiële informatie. In dit kader geeft de
AFM in haar Agenda 20206 aan zich de komende jaren hard te maken voor goede geïntegreerde verslaggeving waarbij
ook expliciet aandacht is voor transparante duurzaamheidsverslaggeving.
Daarnaast zal de AFM in 2020 onderzoek doen naar de toepassing van (aspecten van)
geïntegreerde verslaggeving. Ook blijft de Monitoring Commissie Corporate Governance
Code aandacht houden voor naleving van de principes over langetermijnwaardecreatie
uit de Code. Zo heeft de commissie beursondernemingen in december 2019 aangespoord
bij hun volgende jaarverslag over boekjaar 2019 de langetermijnwaardecreatie in te
bedden in de geïntegreerde verslaggevingsmethode.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën