Brief regering : Voortgang grensoverschrijdende samenwerking
32 851 Grensoverschrijdende samenwerking (GROS)
Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 maart 2020
Inhoud
In deze brief schets ik de recente ontwikkelingen en actuele voortgang van de aanpak
van de grensregio’s en geef ik een doorkijk in de ontwikkeling van deze regio’s.
Inleiding
Met name in de grensgebieden is de afgelopen jaren zichtbaar geworden dat de samenwerking
met de buurlanden op allerlei terreinen intensiever wordt. Dit brengt zowel kansen
als nieuwe uitdagingen met zich mee. Ook de regeringen van de buurlanden onderkennen
in toenemende mate het belang van grensoverschrijdende samenwerking voor de economie
en leefbaarheid van de grensregio’s. Uit diverse onderzoeken is de afgelopen jaren
naar voren gekomen dat er ontwikkelkansen liggen in de grensregio’s en dat het wegnemen
van belemmeringen de regionale economie kan versterken. Dat kan ook helpen om de leefbaarheid
te verbeteren. Mede daarom bevatten de regeerakkoorden, zoals van de recent aangetreden
Vlaamse regering, belangrijke passages over de verbetering van de grensoverschrijdende
samenwerking.
Met als motto «geen grenzen aan de groei, maar groeien aan de grens» geef ik samen
met de grensregio’s, buurlanden en collega’s in het kabinet een impuls aan deze grensoverschrijdende
samenwerking met België en Duitsland. Dat doen we door: 1. grensoverschrijdende initiatieven
te stimuleren, 2. de juiste randvoorwaarden te scheppen en grensbelemmeringen weg
te nemen, 3. de governance met de grensregio’s en buurlanden te benutten, en 4. gebruik
te maken van de instrumenten van de EU en de Benelux.
1. Grensoverschrijdende initiatieven
Op 26 november 2019 bracht Zijne Majesteit de Koning een bezoek aan Venlo. Dit bezoek
stond grotendeels in het teken van de samenwerking tussen Nederland en Duitsland in
deze grensregio. Samen bezochten wij de Fontys Hogeschool en de bibliotheek in Venlo.
Het bezoek liet zien dat de grensoverschrijdende samenwerking springlevend is en onderdeel
is van het dagelijks leven van burgers, studenten en ondernemers. Veel bedrijven,
kennisinstellingen en andere organisaties ontplooien initiatieven om de kansen te
pakken van grensoverschrijdende samenwerking op allerlei terreinen. Voorbeelden zijn
het aanbieden van buurtaalonderwijs (versterkt Duits op het Valuascollege), de ontwikkeling
van een grensoverschrijdende campus en opleidingen (door de Fontys International Business
School en de Hochschule Niederrhein) en de ontwikkeling van innovatieve toepassingen
in de logistieke sector door bedrijven en kennisinstellingen. In de gesprekken werden
vol enthousiasme ervaringen uitgewisseld en werd de grens eerder als een kans gezien
dan een belemmering, bijvoorbeeld om een andere taal, cultuur of onderwijssysteem
te leren kennen of een nieuwe markt aan te boren.
Tijdens werkbezoeken kom ik dit enthousiasme en deze herkenning van kansen aan de
andere kant van de grens ook in andere grensgebieden tegen.
Jongerenuitwisseling
Grensoverschrijdende samenwerking heeft de belangstelling van oud én jong. Op 2 maart
jl. bezocht ik de Katholieke Scholengemeenschap in Etten-Leur, waar 180 jongeren van
Vlaamse en Brabantse scholen in de grensregio een week lang het Europees Parlement
naspeelden en in debat gingen over grensoverschrijdende opgaven binnen Europa. Dit
is precies waar Europa begint: in de grensregio's. Betrokkenheid van jongeren bij
grensoverschrijdende samenwerking en onderlinge uitwisseling zijn belangrijk. Immers,
jong geleerd is oud gedaan. Zoals aangekondigd, heb ik in het kader van het programma
«Onbegrensd/Unbegrenzt», als uitvoering van de motie van het lid Van der Molen c.s.1, een subsidieregeling voor grensoverschrijdende jongerenevenementen opengesteld.
Deze is op 1 januari jl. in werking getreden. Via deze regeling worden initiatieven
voor evenementen in de grensregio op het gebied van sport en cultuur ondersteund.
Daarbij ontmoeten Nederlandse jongeren Duitse en/of Belgische jongeren en maken ze
kennis met elkaars taal en cultuur. Dit heeft voor de eerste aanvraagperiode geresulteerd
in een tiental aanvragen voor grensoverschrijdende jongerenevenementen op het vlak
van sport (onder andere wielrennen), muziek en literatuur, die in de eerste helft
van dit jaar zullen plaatsvinden.
Regio Deals met grensregio’s
Eerder is uw Kamer bericht over de Regio Deals die zijn gesloten met een aantal grensregio’s,
waarbij grensoverschrijdende samenwerking telkens onderdeel van deze deals uitmaakt.
Het betrof de Regio Deals Twente, Zuid- en Oost-Drenthe, Parkstad Limburg en Achterhoek.
Inmiddels wordt binnen deze deals gewerkt aan de concrete uitvoering van grensoverschrijdende
initiatieven. Een goed voorbeeld dat aansluit bij de specifieke regionale opgaven
en ambities uit de deal, is het Grensland College in de Achterhoek, dat zich richt
op het aantrekken en behouden van beroepsstudenten in de grensregio. Een ander voorbeeld,
uit de regio Twente, is de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van startups
tussen Enschede en Münster. In Parkstad Limburg wordt gewerkt aan een systeem voor
elektrische deelfietsen dat gaat aansluiten op het systeem dat al in de regio Aken
bestaat.
Op 14 februari jl. heeft het kabinet een besluit genomen over de derde tranche Regio
Deals (Kamerstuk 29 697, nr. 81). Ook in deze tranche is onder de gehonoreerde voorstellen een aantal voorstellen
die zullen bijdragen aan de verbetering van de brede welvaart in de grensregio’s,
namelijk die van Noord-Limburg, Oost-Groningen en Zeeuws-Vlaanderen. De komende tijd
zullen deze deals verder worden uitgewerkt.2 Het geld uit de Regio Envelop geeft zo via deze dealaanpak mede een krachtige impuls
aan grensoverschrijdende initiatieven langs de grens.
2. Randvoorwaarden en grensbelemmeringen
Grensinfopunten
Om grensoverschrijdende initiatieven en samenwerking mogelijk te maken, zijn ook de
juiste randvoorwaarden nodig. De grensinformatiestructuur, die de laatste jaren is
opgebouwd langs de grens met onze buurlanden, is daar een goed voorbeeld van. Hier
kunnen burgers, ondernemers en studenten terecht voor allerlei praktische zaken rondom
wonen, werken, ondernemen of studeren in het buurland. In dat licht is de ondertekening
van de convenanten door de Staatssecretaris van SZW en grensregio's over de duurzame
financiering van de Grensinfopunten op 25 november 2019 een belangrijke mijlpaal.
Ook grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling heeft in de afgelopen periode een impuls
gekregen, via servicepunten grensoverschrijdende arbeid (sga’s) en de inzet van EURES-medewerkers
(European Employment Services) in samenwerking met het UWV.
Diploma-erkenning en -waardering
Het uitoefenen van een beroep in het buurland is bijna altijd een zaak die werknemer
en werkgever onderling regelen. De werkgever beslist of hij voldoende vertrouwen heeft
in de kwalificaties van een sollicitant, waaronder de gevolgde opleiding. Daarnaast
zijn er circa 130 beroepen in België en 150 in Duitsland en Nederland die door de
overheid zijn gereglementeerd. In deze gevallen moeten diploma’s officieel erkend
worden voordat men in het land mag werken.
Voor een aantal hiervan is in EU-verband automatische erkenning afgesproken. Voor
drie gereglementeerde beroepen waarvoor dit niet het geval is en die «kansrijk» – beroepen
met krapte op de arbeidsmarkt, namelijk fysiotherapeut, verzorgende IG/zorgkundige
en leraar voortgezet onderwijs – zijn afgelopen oktober door het Institute for Transnational
and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM) «roadmaps» en «factsheets»
opgeleverd. Daarin worden de procedures voor diploma-erkenning inzichtelijk gemaakt
voor burgers die hun diploma willen laten erkennen om in het buurland te kunnen werken.
Deze worden ook gebruikt door de Grensinfopunten en kunnen benut worden door arbeidsbemiddelaars
of adviseurs van andere organisaties die werkzoekenden of studenten adviseren over
werken en studeren in het buurland.
Verder is er een expertgroep in Benelux-verband ingesteld om te kijken of het mogelijk
is afspraken te maken, ook met Noordrijn-Westfalen, om die procedures te vergemakkelijken.
Met genoemde acties wordt uitvoering gegeven aan de motie van het lid Van der Graaf
c.s.3
Grensstatistieken
Grensstatistieken zijn een ander voorbeeld van een gerealiseerde randvoorwaarde voor
grensoverschrijdende samenwerking. Het CBS heeft, samen met de statistiekbureaus van
de buurlanden, in verschillende projecten aan de totstandkoming hiervan gewerkt. Dit
heeft uiteindelijk geresulteerd in een grensdataportaal (grensdata.eu), dat sinds
oktober 2019 online is. Het portaal bevat cijfers over arbeidsmarkt, economie en samenleving
voor de grensregio’s van Nederland met de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen, Nedersaksen
en met de Belgische gewesten. Met die gegevens kan grensoverschrijdende samenwerking
beter worden vormgegeven. De gegevens worden onder meer al gebruikt in de regio Twente,
waar een Grenslandmonitor wordt ontwikkeld. Ik heb het CBS gevraagd in twee zogenaamde
«use cases» te verduidelijken wat de meerwaarde en verdere gebruiksmogelijkheden kunnen
zijn van deze grensstatistieken. De resultaten verwacht ik dit voorjaar.
Bestuurlijke werkgroep grensbelemmeringen
De bestuurlijke werkgroep grensbelemmeringen, onder voorzitterschap van de gouverneur
van de provincie Antwerpen mevrouw Berx en de oud-vicepresident van de Raad van State
de heer Donner, is sinds de zomer van 2019 bezig met een analyse van grensbelemmeringen
in het grensoverschrijdende havengebied van North Sea Port (Gent-Vlissingen). De werkgroep
beoogt met betrokkenen in het gebied en met verantwoordelijke overheden oplossingen
te identificeren voor concreet opgebrachte grensbelemmeringen die het gevolg zijn
van verschillen in wetten en regels tussen België en Nederland. Ik verwacht uw Kamer
in de tweede helft van 2020 te kunnen informeren over de resultaten van dit traject.
Leidraad grenseffecten
Waar we werken aan het wegnemen van grensbelemmeringen, zijn onnodige nieuwe grensbelemmeringen
onwenselijk. Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) verplicht
dat inzichtelijk wordt gemaakt wat de effecten zijn van nieuw beleid en nieuwe wetten
en regels. Om te bevorderen dat daarbij ook naar grenseffecten wordt gekeken, is sinds
het najaar van 2019 de leidraad grenseffecten aan het IAK toegevoegd, als uitvoering
van de gewijzigde motie van het lid Van der Molen c.s.4 Deze leidraad bevat handvatten, zoals een definitie en voorbeelden van grenseffecten
en een stappenplan hoe deze in beeld te brengen. Die handvatten maken inzichtelijk
wat de grenseffecten zijn bij het ontwikkelen van nieuw beleid of wet- of regelgeving.
3. Governance
Samenwerking met Vlaanderen
Naast de inzet van kennis en expertise benut het Ministerie van BZK ook de vernieuwde
bestuurlijke samenwerkingsstructuren. Deze ondersteunen de concrete samenwerkingsinitiatieven
en inhoudelijke (grensland)agenda’s. Ook bieden ze de mogelijkheid om afspraken te
maken over de grensoverschrijdende samenwerking en aanpak van grensbelemmeringen op
bovenregionaal niveau. Het belang van deze samenwerking en de gezamenlijke aanpak
van grensbelemmeringen heb ik afgelopen maand aan de orde gesteld tijdens mijn kennismakingsgesprek
met Minister-President Jambon van Vlaanderen. De Vlaams-Nederlandse Top dit najaar
(4 november 2020) zien we als richtpunt om afspraken te maken over maatregelen naar
aanleiding van de bevindingen van de bestuurlijke werkgroep. Ook bekijken we dan of,
en zo ja hoe, de methodiek breder voor onze grensregio’s kan worden toegepast.
Samenwerking met Duitsland
Op 2 oktober 2019 vonden in Berlijn op bondsniveau regeringsconsultaties tussen Nederland
en Duitsland plaats.5 Voorafgaand aan de plenaire sessie heb ik in een bilaterale sessie met Minister Seehofer
en de verantwoordelijke Staatssecretaris dr. Kerber van het Bundesministerium für
Inneres, Bau und Heimat (BMI) gesproken over grensoverschrijdende samenwerking, die
sinds vorig jaar bij dit ministerie is belegd. Dit gesprek zullen wij dit voorjaar
voortzetten.
De samenwerking met Nedersaksen is vormgegeven in een gezamenlijk opgestelde agenda.
Binnenkort vindt binnen de samenwerkingsstructuur van deze agenda het triloog-overleg
plaats, waar Staatssecretaris dr. Mielke van de Staatskanzlei Nedersaksen, commissaris
van de Koning Paas van de provincie Groningen en ik in gesprek gaan over concrete
grensoverschrijdende initiatieven en projecten en de samenwerkingsagenda formeel ondertekenen.
Met Noordrijn-Westfalen wordt op 28 mei 2020 in Duisburg, in navolging van de eerste
Grenslandconferentie afgelopen jaar in Venlo, de tweede Grenslandconferentie gehouden.
Bestuurders en andere betrokkenen bij de grensoverschrijdende samenwerking tussen
Nederland en Noordrijn-Westfalen zullen dan in gesprek gaan over de voortgang van
de grenslandagenda, die zich onder meer richt op de terreinen onderwijs, mobiliteit
en arbeidsmarkt in de grensregio.
4. Benelux en EU
De Minister van Buitenlandse Zaken informeerde in zijn brief van 30 januari 2020 uw
Kamer over de prioriteiten van het Nederlands voorzitterschap van de Benelux Unie
2020.6 In deze brief wordt het belang geschetst van de (instrumenten van) de Benelux voor
grensoverschrijdende samenwerking. Ik zet mij ervoor in dat de mogelijkheden van de
Benelux voor grensoverschrijdende samenwerking zo goed mogelijk worden benut.
Ook Europese instrumenten kunnen grensoverschrijdende samenwerking ondersteunen. Een
belangrijk instrument is Interreg-A, waarvoor de Staatssecretaris van EZK verantwoordelijk
is. De programma’s binnen Interreg A nemen grensbarrières weg door grensregio’s met
elkaar te verbinden, waarbij het benutten van het economisch potentieel van deze regio’s
een van de belangrijke aandachtspunten is. Voor de komende programmaperiode 2021–2027
zet het kabinet voor Interreg A-programma’s in op de maatschappelijke thema’s innovatie,
duurzaamheid, energietransitie en klimaatadaptatie en het verminderen van de barrièrewerking
van grenzen. De nieuwe programma’s worden op dit moment in samenwerking met de desbetreffende
decentrale overheden en buurlanden voorbereid.
Groeien aan de grens
Het benutten van kansen in grensregio's staat bij mij voorop. Mijn aanpak via de eerder
genoemde vier sporen is hierop gericht: samenwerkingsinitiatieven over de grens zijn
bedoeld om die kansen te pakken; het wegnemen van de grensbarrières, het bestuur met
de buurlanden en het benutten van de mogelijkheden van de EU en Benelux maken dat
op hun beurt mogelijk. Tijdens mijn werkbezoeken heb ik gezien dat in grensregio’s
veel opgaven samenkomen. Zo is in veel gebieden aan de grens ook sprake van bevolkingsdaling
of vergrijzing en spelen er diverse leefbaarheidsvraagstukken. Ook zijn er in de grensregio’s
grote opgaven op bijvoorbeeld het gebied van klimaat en energie.
Voorbeeld North Sea Port
Een voorbeeld van een grensregio waar opgaven en kansen samenkomen, is het al genoemde
grensoverschrijdend havengebied rond Gent, Vlissingen en Terneuzen (North Sea Port).
De kansen en opgaven voor dit gebied zijn divers en liggen onder meer op het terrein
van circulaire economie, wonen, leefbaarheid en voorzieningen, infrastructuur, natuur
en energie.
Deze opgaven zijn niet alleen van regionale, maar ook van nationale betekenis. Zo
is de totale CO2-uitstoot in dit gebied vergelijkbaar met die van de haven van Rotterdam. Initiatieven
op het gebied van circulaire economie – hoewel complex vanwege het grensoverschrijdend
transport en de aanleg van buisleidingen – kunnen substantieel bijdragen aan nationale
duurzaamheidsdoelstellingen.
De regio kenmerkt zich verder door bevolkingsdaling aan Nederlandse kant en bevolkingsgroei
aan de Vlaamse kant. De grens fungeert tot nu toe als obstakel voor het kunnen benutten
van de kansen die er over en weer zijn voor economische groei en leefbaarheid. Dat
is enerzijds vanwege verschillen in wetten en regels, maar anderzijds ook door gebrek
aan samenwerking tussen bedrijven onderling en met overheden. Er is, ook in dit gebied,
nog steeds sprake van «onbekend maakt onbemind».
Waar de bestuurlijke werkgroep zich richt op het wegnemen van concrete belemmeringen,
zie ik in dit gebied kansen voor een integrale gebiedsgerichte aanpak en grensoverschrijdende
samenwerking. Zo’n gebiedsgerichte, grensoverschrijdende aanpak biedt potentie voor
het versterken van de economie en voor de sociale en fysieke leefbaarheid.
Naar een gebiedsgerichte inzet op grensregio’s
Door dit actuele voorbeeld word ik gesterkt in mijn bevinding dat het van groot belang
is, ook vanuit «Den Haag», voldoende oog te hebben voor de specifieke kwesties en
kansen in onze grensregio's. Daarvoor is een ander perspectief nodig: vanuit Den Haag
gezien liggen grensregio's aan de randen van het land, maar tegelijkertijd maken deze
regio's deel uit van grensoverschrijdende ruimtelijk-economische netwerken, bijvoorbeeld
het grootstedelijk netwerk met Luik en Aken, waar Zuid-Limburg onderdeel van uitmaakt.
Binnen het kabinet zet ik mij in voor deze perspectiefwisseling en vraag, waar dat
aan de orde is, aandacht voor de kracht en kansen van de grensregio's. In de aangekondigde
brief met nadere keuzes in het kader van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) zal dit
dan ook worden vertaald naar het omgevingsbeleid, in lijn met de motie van het lid
Dik-Faber c.s.7 Ook voor de nationale opgaven op het gebied van de leefomgeving geldt dat we de kracht
van ons land als geheel, met alle daarin gelegen regio’s, optimaal moeten benutten.
Een meer gebiedsgerichte, regio-specifieke aanpak, waarbij vraagstukken integraal
worden benaderd, past daarbij. Dat is aan de orde bij de regiodealaanpak en krijgt
onder meer gestalte in de Omgevingsagenda’s van de grensregio’s. Het blijft daarbij
van groot belang dat voor het benutten van het ontwikkelpotentieel van grensregio’s
ook over de grens wordt gekeken.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.