Brief regering : Reactie op verzoek commissie over terugkoppeling resultaten consultatie algemene maatregel van bestuur n-1
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 257 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2020
Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat,
van 22 januari, stuur ik u hierbij een schriftelijke terugkoppeling over de resultaten
van de consultatie met betrekking tot het ontwerp van het Besluit tot wijziging van
het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas (uitvalsituaties hoogspanningsnet),
ook wel de algemene maatregel van bestuur n-1 genoemd (hierna: besluit) (Kamerstuk
29 023, nr. 255).
De internetconsultatie van het besluit heeft gelopen van 19 december 2019 tot en met
22 januari 2020. In deze periode zijn tien reacties ontvangen, waarvan zeven openbaar.
De volgende organisaties hebben een openbare reactie ingediend; TenneT, Netbeheer
Nederland, Energie-Nederland, VEMW, Essent, NVDE en Petersburg Consultants.
In hoofdlijn worden de maatregelen in het besluit ondersteund. Met name het inzetten
van reservecapaciteit voor het transport en aansluiten van meer hernieuwbare elektriciteit
geniet een brede steun.
Wel zijn er een aantal aandachtspunten genoemd, welke met name betrekking hebben op
de balans tussen meer capaciteit in het net op de korte termijn en de betrouwbaarheid
van het net.
Hieronder zal ik extra aandacht besteden aan deze aandachtspunten. Diverse partijen,
zoals Netbeheer Nederland en de NVDE, wijzen op het belang dat dit besluit nu snel
in werking treedt, zodat er in gebieden waar het net «vol» zit op korte termijn meer
transportcapaciteit beschikbaar komt. Ik zal mij ervoor inzetten dat dit besluit zo
snel mogelijk in werking treedt, nadat onder meer een uitvoerings- en handhavingstoets
door de ACM is verricht en advies door de Raad van State is uitgebracht.
Hieronder zal ik kort ingaan op de belangrijkste aandachtspunten die tijdens de consultatie
naar voren zijn gekomen.
Betrouwbaarheid van het net
Energie-Nederland en VEMW uiten hun zorg over de gevolgen van de vrijstellingen van
n-1 en het openstellen van de spitsstrook voor de betrouwbaarheid van het net en daarmee
voor de leveringszekerheid. Nederland kent een zeer hoge leveringszekerheid. De bestaande
eis van n-1, draagt daar zeker aan bij. Het is echter niet zo dat het gehele hoogspanningsnet
(110 kV en hoger) op dit moment n-1 is uitgelegd. In eerder onderzoek is berekend
dat onverkort vasthouden aan de eis van n-1 zou leiden tot extra investeringen van
ongeveer 7 miljard euro, terwijl deze kosten niet in verhouding staan tot de extra
betrouwbaarheid die daarmee gerealiseerd zou worden (Bijlage bij Kamerstuk 34 199, nr. 10). Daarom is nagegaan voor welke uitvalsituaties het doelmatig is om een vrijstelling
op te nemen, de kans op uitval en de maatschappelijke kosten en baten van een onderbrekingen
tegen elkaar afwegend. Tevens is een balans gezocht tussen betrouwbaarheid, betaalbaarheid
en duurzaamheid. De vrijstellingen zoals in het besluit opgenomen zijn dan ook noodzakelijk om
enerzijds het net betaalbaar te houden en anderzijds om duurzame productie zoveel
mogelijk aan te kunnen sluiten.
Prikkel voor netbeheerder om te investeren
In de reacties van Energie-Nederland, Essent en VEMW wordt de zorg geuit dat met de
vrijstellingen en het openstellen van de spitsstrook de prikkel om in het net te investeren
voor netbeheerders verminderd wordt.
Ook met de vrijstellingen zullen de netbeheerders moeten investeren in het net. Daarnaast
ligt er voor de netbeheerders de komende jaren een grote investeringsopgave om aan
de toenemende vraag naar transportcapaciteit te kunnen voldoen. Dit jaar zullen de
netbeheerders ook hun investeringsplannen moeten consulteren. Dit geeft deze partijen
ook de gelegenheid om hun zorgen bij de netbeheerders concreet te maken. Ook de ACM
toetst de ontwerpinvesteringsplannen van de netbeheerders.
Non-discriminatie
VEMW betwijfelt of het besluit in lijn is met het non-discriminatie beginsel, zoals
opgenomen in de Europese richtlijnen voor elektriciteit. Dit beginsel houdt in dat
netbeheerders ervoor moeten zorgen dat netgebruikers non-discriminatoir worden behandeld.
Onderscheid tussen netgebruikers is alleen toegestaan, indien hier een objectieve
rechtvaardiging voor is.
Het onderscheid dat in dit besluit wordt gemaakt tussen producenten en verbruikers
is gerechtvaardigd. Voor verbruikers zijn de nadelige gevolgen van een onderbreking
namelijk groter en ingrijpender dan voor producenten. Verbruikers worden bij een onderbreking
direct geraakt in hun belang bij leveringszekerheid. Zo zullen grote verbruikers –
zoals industrie en zakelijke dienstverlening – worden gestoord in hun bedrijfsproces,
waardoor hun schade flink kan oplopen. Leveringszekerheid weegt ook voor kleinverbruikers
zwaar. Dit zijn veelal huishoudens, waaronder kwetsbare afnemers. Voor producenten
betekent een onderbreking dat zij op dat moment niet kunnen invoeden in het net.
Vergoeding
Energie-Nederland, Essent, NVDE en VEMW geven aan dat de nadelige gevolgen van een
onderbreking fors kunnen zijn voor afnemers, zowel verbruikers als producenten. Zij
vragen zich af of er mogelijkheden zijn voor vergoeding.
Indien een netbeheerder binnen de kaders van dit besluit blijft, is er geen aanleiding
voor schadevergoeding. Bovendien blijft de betrouwbaarheid van het Nederlandse net
ook met dit besluit zeer hoog. In de meeste gevallen zal de netbeheerder het net na
een onderbreking binnen zeer korte termijn weer kunnen inschakelen.
Ook op dit moment leiden onderbrekingen die binnen het wettelijke kader zijn toegestaan
niet tot schadevergoeding. De wettelijke grondslag voor dit besluit staat dit ook
niet toe om dit in dit besluit wel te regelen. In de Netcode elektriciteit is voor
regionale netbeheerders wel een compensatieplicht opgenomen, maar de achtergrond hiervan
is niet het vergoeden van schade als gevolg van een onderbreking, maar het inbouwen
van een prikkel voor netbeheerders om een onderbreking zo snel mogelijk op te lossen.
De netbeheerders en afnemers kunnen zelf deze afspraken be- en herzien.
Vervolg
Op dit moment worden de consultatiereacties verwerkt. Waar nodig wordt naar aanleiding
van de consultatiereacties de nota van toelichting aangevuld. Vervolgens zal het verdere
besluitvormingstraject worden doorlopen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat