Brief regering : Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 20 januari 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2111
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 januari 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 januari 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 20 januari 2020
Dit verslag betreft de Raad Buitenlandse Zaken van januari 2020. Tijdens de Raad spraken
ministers over de recente ontwikkelingen in Venezuela, Libië en India, alsmede over
de Sahel en klimaatdiplomatie. Tijdens de aansluitende informele lunch kwam de Midden-Oostenregio,
inclusief de ontwikkelingen in Irak en Iran, aan de orde.
Current affairs
Bolivia
De Raad sprak kort over Bolivia, waarbij Hoge Vertegenwoordiger Borrell aangaf dat
de mogelijkheden voor EU-steun aan het organiseren van de verkiezingen alsmede een
EU-verkiezingswaarnemingsmissie worden verkend. Een besluit hierover, evenals een
bredere strategiediscussie over Latijns-Amerika, is voorzien voor een volgende Raad.
Venezuela
De Raad sprak kort over Venezuela. Hoge Vertegenwoordiger Borrell wees op het belang
van het zoeken naar een politieke oplossing nu het Oslo-proces zich in een impasse
bevindt. Nederland heeft aangedrongen op een spoedige bijeenkomst van de International
Contact Group (ICG) en heeft daarbij net als Spanje aangegeven bereid te zijn een
dergelijke bijeenkomst te organiseren. Nederland verwelkomde daarnaast het idee van
Hoge Vertegenwoordiger Borrell om speciaal adviseur Iglesias een bezoek te laten brengen
aan landen als Rusland, Cuba en China en hen aan te moedigen een constructieve rol
te spelen. Nederland, gesteund door andere lidstaten, pleitte tijdens de Raad tevens
voor het opvoeren van de druk door middel van het instellen van additionele individuele
sancties om het Maduro-bewind terug naar de onderhandelingstafel te krijgen.
Libië
De Duitse Minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas blikte terug op de Berlijn-conferentie.
Bij de deelnemers aan de conferentie bestond brede steun voor de noodzaak van een
staakt-het-vuren en het volledig implementeren en handhaven van het wapenembargo.
In de discussie die volgde in de Raad werd brede steun voor het Duitse initiatief
uitgesproken en bestond brede overeenstemming over het belang van een duidelijke Europese
rol bij het beteugelen van de conflictsituatie in het land. Hoge Vertegenwoordiger
Borrell stelde hierbij dat ten aanzien van handhaving van het wapenembargo naast een
maritieme missie ook de mogelijkheden voor inzet op het land en in de lucht bezien
moeten worden. Daarnaast zal ten aanzien van het staakt-het-vuren, zodra de strijdende
partijen een akkoord bereiken, een monitoringsmissie nodig zijn. Hoge Vertegenwoordiger
Borrell kondigde aan hiertoe voorstellen te zullen voorbereiden, inclusief het bezien
van een mogelijke nieuwe focus van operatie Sophia ten aanzien van de handhaving van
het wapenembargo.
Ook Nederland sprak steun uit voor het Duitse initiatief en benadrukte het belang
van een sterk, verenigd en actief optreden van Europa in Libië, met name vanwege de
directe Europese belangen op het gebied van terrorisme en migratie. Vele lidstaten,
waaronder Nederland, stelden uit te zien naar de voorstellen die Hoge Vertegenwoordiger
Borrell aankondigde te zullen uitwerken in de aanloop naar de komende Raad Buitenlandse
Zaken. Er was brede overeenstemming dat deze voorstellen zullen moeten worden geplaatst
in het licht van een nog te bereiken akkoord tussen de strijdende partijen over een
staakt-het-vuren waarop de EU voorbereid wil zijn.
India
De Raad sprak kort over India, mede in het licht van de komende EU-India Top in maart
van dit jaar. Hoge Vertegenwoordiger Borrell koppelde terug over zijn bezoek aan India
en gaf aan dat India de relatie met de EU graag wil versterken op de gebieden van
handel, multilateralisme, klimaatverandering en veiligheid.
Sahel
De Raad sprak over de Sahel in het licht van de verslechterende veiligheidssituatie
in de regio. Ministers deelden zorgen over de recente aanslagen in Mali, Burkina Faso
en Niger alsmede het risico van spill-over naar buurlanden in de regio. Nederland bracht daarnaast namens de Benelux het belang
op van het versterken van de rechtsstaat, de bescherming van mensenrechten en een
geïntegreerde aanpak ten aanzien van programma’s en initiatieven van de EU en de Lidstaten.
Net als verschillende andere lidstaten wees Nederland ook op de noodzaak van eigenaarschap
bij de G51-landen. Hoge Vertegenwoordiger Borrell besloot de discussie door te wijzen op de
bespreking tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van februari, waar opnieuw zal worden
gesproken over de Sahel met het oog op de Top en marge van de Europese Raad van 26 maart
aanstaande.
Klimaatdiplomatie
De Raad sprak tot slot over klimaatdiplomatie. Een aantal lidstaten wees er in de
discussie op dat de EU weliswaar een voorbeeldfunctie kan vervullen maar dat ook andere
landen op hun verantwoordelijkheid moeten worden aangesproken. Europa kan dit niet
alleen. Met name de komende toppen met China en India, maar ook die met Afrika, werden
hiervoor als geschikte gelegenheden genoemd, conform het kabinet stelde in de geannoteerde
agenda voor deze Raad (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2101).
De Raad herbevestigde de toewijding aan het Parijs Akkoord, maar merkte daarbij op
dat de recente klimaattop in Madrid de noodzaak had onderstreept voor verdere actie
van staten, lokale en regionale autoriteiten, het maatschappelijk middenveld en de
private sector. Daarbij werd geconcludeerd dat de EU derde landen moet aansporen en
ondersteunen in hun inspanningen om de klimaatdoelstellingen te behalen, op een manier
die specifiek is afgestemd op de samenwerking waarbinnen de EU dit opbrengt.
Informele lunch: MOVP en Midden-Oosten
Tijdens de afsluitende informele lunch spraken de ministers van Buitenlandse Zaken
over de laatste ontwikkelingen in het Israëlisch-Palestijns conflict. De lidstaten
blijven de twee-statenoplossing als enige politieke oplossing zien. De vraag was vooral
welke rol de EU kan spelen ten aanzien van het Amerikaanse Kushner-plan en de Palestijnse
verkiezingen.
Tevens kwam de situatie in Irak/Iran kort aan bod. Hoge Vertegenwoordiger Borrell
kondigde aan op korte termijn naar zowel Irak en Iran als de VS te reizen voor nader
overleg over de rol die de EU kan spelen bij verdere de-escalatie in de regio. Nederland
vroeg aandacht voor de maritieme missie naar de Straat van Hormuz (EMASoH, European
Maritime Awareness in the Strait of Hormuz), inclusief het daarbij behorende diplomatieke
spoor. Een gezamenlijke verklaring van de deelnemende landen en een aantal lidstaten
die de missie steunen werd en marge van de Raad gepubliceerd.2 Naast Frankrijk en Nederland hebben ook Denemarken en Griekenland een materiële of
personele bijdrage toegezegd. Hoge Vertegenwoordiger Borrell verwelkomde EMASoH en
de bijdrage die deelnemende landen leveren aan de-escalatie en het waarborgen van
de vrije doorvaart in de Golfregio.
Conform motie van het lid De Roon (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2107) heeft Nederland opgebracht dat het doden van demonstranten door Iran moet worden
veroordeeld en Iran moet worden opgeroepen om vreedzame demonstranten te respecteren
en hun rechten te beschermen. Ook sprak Nederland steun uit voor de vreedzame demonstranten
in Iran.
Overig
INSTEX
Het kabinet kondigde reeds eerder aan dat Nederland samen met België, Denemarken,
Finland, Noorwegen en Zweden zal toetreden tot INSTEX, het special purpose vehicle dat moet bijdragen aan het faciliteren van betalingsverkeer tussen Europese en Iraanse
bedrijven nu commerciële banken daarin nagenoeg niet meer voorzien. Conform eerdere
toezegging door de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking maakt het kabinet graag van deze gelegenheid gebruik
om uw Kamer, zoals door de Minister van Buitenlandse Zaken toegezegd aan het lid De
Roon (PVV) tijdens het Algemeen Overleg Maritieme veiligheid van 18 december 2019,
te informeren dat Nederland zich op 21 januari officieel heeft aangemeld als aandeelhouder
bij INSTEX. Bij goedkeuring door INSTEX neemt het Ministerie van Buitenlandse Zaken
een aandeel ter waarde van € 225.000,–.
Motie Sjoerdsma inzake moordzaak-Nissi
In de procedurevergadering van 16 januari jongstleden vroeg uw Kamer om een brief
naar aanleiding van de motie van het lid Sjoerdsma (Kamerstuk 33 783, nr. 38). Zoals reeds vermeld in de Kamerbrief van 17 december 2019 (Kamerstuk 35 300 V, nr. 56) worden in de openbaarheid nooit uitspraken gedaan over het werk van de inlichtingendiensten. In algemene
zin kan wel gemeld worden dat inlichtingendiensten informatie uit hun kanalen kunnen
delen met opsporingsdiensten indien dit opportuun is.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken