Brief regering : Nadere informatie over de voorgenomen verkoop van Eneco en het verkoopproces
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 256 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2019
Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 28 november 2019 geef ik uw Kamer
nadere informatie geven over de voorgenomen verkoop van Eneco en het verkoopproces,
met name over mijn formele rol ten aanzien van het toetsen van de verkoop van Eneco
conform artikel 86f van de Elektriciteitswet 1998, en het tijdspad.
Ik zal ook ingaan op de vragen die werden gesteld door de vaste commissie voor Economische
Zaken en Klimaat. Er zijn vragen gesteld over de borging van het publiek belang, waaronder
wat deze verkoop betekent voor het Nederlandse klimaatbeleid, over gemeentes, over
de voorwaarden aan de overname en het proces.
De borging van het publiek belang
Het lid Agnes Mulder (CDA) vraagt in hoeverre Nederland regie houdt op het eigen en
het Europese klimaat- en energiebeleid en of een Japans bedrijf zich ook moet conformeren
aan Europese doelen en Nederlands beleid. Het lid Otterloo (50PLUS) vraagt hierover
op welke wijze de klimaatdoelen kunnen worden gehaald met deze transacties.
Zoals ik ook in het AO heb toegelicht heeft deze verkoop geen gevolgen voor het Nederlandse
klimaatbeleid. Het Klimaatakkoord wordt uitgewerkt in een breed instrumentarium bestaande
uit onder meer heffingen, wetgeving en regulering. Hiermee regelt het kabinet dat
iedere partij zich voegt naar de doelen van het Klimaatakkoord. Het is daarbij niet
relevant of de partij Nederlands is of niet en wie de aandelen heeft.
Het publieke belang is verder geborgd door het onafhankelijk netbeheer in publiek
eigendom. Energieproductie is in Nederland net als in de rest van de EU geliberaliseerd.
Eén van de redenen hiervoor is dat aan productie commerciële risico’s zijn verbonden
die niet mogen doorslaan naar de netten en de tarieven die weer worden doorberekend
aan consumenten.
Tot slot wordt het publieke belang geborgd door mijn toets op de gevolgen van de investering
voor de publieke belangen van openbare veiligheid, voorzieningszekerheid en leveringszekerheid.
Gemeenten
Tevens vraagt het lid Agnes Mulder (CDA) naar de voorwaarden van gemeenten, de verschillende
posities van de gemeenten over de verkoop en of de uitgaven van de gemeenten geoormerkt
worden voor lokale vergroeningsmaatregelen. Het lid Otterloo (50PLUS) vraagt hierover
hoe het ministerie zeker kan stellen dat gemeenten zich na de verkoop houden aan hun
eigen bijdrage aan de energietransitie.
In het proces van de aandeelhouders, dat de gemeenten bij Eneco zijn, heb ik als Minister
geen rol. Ik ga ook niet over de vraag of de gemeenten voorwaarden stellen aan de
verkoop en of de gemeenten de uitgaven oormerken, dit is aan de gemeenten. Wel heb
ik in het kader van het Klimaatakkoord goede afspraken met de gemeenten. Deze afspraken
blijven uiteraard hetzelfde, de verkoop van Eneco heeft hier geen invloed op.
Voorwaarden aan de verkoop en het proces
Het lid Agnes Mulder (CDA) vraagt welke voorwaarden en waarborgen er aan de overname
van Eneco gesteld worden en hoe lang deze gelden en of er sprake is van een kettingbeding.
Het lid Beckerman (SP) vroeg naar de stappen die gezet gaan worden en welke stappen
ik ga zetten.
Hieronder licht ik eerst het proces toe en vervolgens ga ik in op de toets die ik
doe bij de verkoop.
Op 18 december 2018 is een besluit aangekondigd door de Aandeelhouderscommissie, Raad
van Commissarissen en de Raad van Bestuur van Eneco Groep N.V. om de aandelen in Eneco
te verkopen via een «gecontroleerde veiling» («controlled auction»). Het verkoopproces
is in het voorjaar van start gegaan. Het doel van deze transactiefase was het verkrijgen
van een geschikt bod van een partij die voldeed aan de gestelde voorwaarden.
Op 25 november 2019 heeft de Aandeelhouderscommissie van Eneco en de Eneco Groep N.V.
een persbericht doen uitgaan dat een akkoord is bereikt met een consortium van Mitsubishi
Corporation en Chubu over een bod op Eneco ter waarde van 4,1 miljard euro. Het bod
wordt eerst ter besluitvorming voorgelegd aan de 44 gemeentelijke aandeelhouders van
Eneco, zoals ook toegelicht in mijn brief van 29 januari 2019 (Kamerstuk 29 023, nr. 242)1. Wanneer van de aandeelhouders ten minste 75 procent van het vertegenwoordigde aandelenkapitaal
besluit tot een verkoop van Eneco is de verkoop definitief. In dit proces van de aandeelhouders
heb ik als Minister geen rol. Het is de verwachting dat de consultatie van aandeelhouders
in het tweede kwartaal 2020 is afgerond. Voordat de verkoop geheel kan worden afgerond
en voltooid, heb ik conform artikel 86f van de Elektriciteitswet 1998 een rol bij
de toetsing van de gevolgen van de investering voor de publieke belangen van openbare
veiligheid, voorzieningszekerheid en leveringszekerheid.
Toets conform artikel 86f Elektriciteitswet
Artikel 86f van de Elektriciteitswet 1998 voorziet in een wettelijke meldplicht voor
de verkopende of kopende partij bij iedere wijziging in zeggenschap van een «productie-installatie
met een nominaal elektrisch vermogen van meer dan 250 MW». Eneco heeft enkele productie-installaties
met een vermogen van meer dan 250 MW in bezit.
De melding dient «uiterlijk vier maanden» voor de datum van de voorgenomen wijziging
met betrekking tot zeggenschap plaats te vinden. De melding vindt dus plaats vóórdat
de definitieve transactie plaatsvindt. Ik kan vervolgens op grond van overwegingen
van openbare veiligheid, voorzieningszekerheid of leveringszekerheid de wijziging
in zeggenschap over de productie-installaties verbieden of voorschriften hieraan verbinden,
indien het noodzakelijk is voor de borging van deze publieke belangen.
Een besluit conform artikel 86f van de Elektriciteitswet 1998 komt zorgvuldig tot
stand. De regeling melding wijziging zeggenschap Elektriciteitswet 1998 geeft aan
welke informatie aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat moet worden aangeleverd
om tot een gedegen afweging te komen. Het gaat om informatie over de bij de wijziging
betrokken installaties en relevante partijen, informatie over de voorgenomen wijziging
in de zeggenschap, informatie over de financiële positie, en informatie over intenties,
strategie en geleverde prestaties in het verleden. Na ontvangst van de melding met
bijbehorende informatie, ga ik over tot een beoordeling van de voorgenomen investering.
In dat proces betrek ik de relevante informatiebronnen en dienstonderdelen van het
Rijk.
Het lid Mulder (CDA) vroeg in hoeverre er sprake kan zijn van een kettingbeding bij
een eventuele doorverkoop. Het consortium van Mitsubishi Corporation en Chubu hebben
aangegeven een langjarige strategische verbinding aan te willen gaan met het bedrijf
Eneco. Uit het persbericht van de aandeelhouderscommissie Eneco, Eneco Groep N.V.,
Mitsubishi Corporation en Chubu van 25 november jl. volgt bovendien dat de partijen
aanvullende afspraken zijn overeengekomen voor de duur van 5 jaar ten aanzien van
de duurzaamheidsstrategie, corporate governance, financiering, personeel, het lange
termijn aandeelhouderschap en de doorontwikkeling van de warmte-activiteiten van Eneco.
Op de nakoming van deze aanvullende afspraken zullen twee onafhankelijke leden van
de Raad van Commissarissen toezien.
Deze aanvullende afspraken laten onverlet dat als in de toekomst er sprake is van
een (deel) verkoop van onderdelen van Eneco waarbij sprake is van een wijziging in
zeggenschap van een productie-installatie met een nominaal elektrisch vermogen van
meer dan 250 MW, wederom de meldplicht van artikel 86f Elektriciteitswet 1998 geldt.
Dit is ook van toepassing voor zover Eneco als geheel zou worden doorverkocht.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat