Brief regering : Verloop openstelling najaarsronde SDE+ 2019
31 239 Stimulering duurzame energieproductie
Nr. 308
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het verloop van de openstelling van de stimuleringsregeling voor duurzame energieproductie (SDE+) in het
najaar van 2019.
De najaarsronde van de SDE+ 2019 is opengesteld van 29 oktober 2019 tot 14 november
2019. In de SDE+ krijgen aanvragen met een lagere kostprijs (het zogenaamde «basisbedrag»)
voorrang, opdat ontwikkelaars worden gestimuleerd om hun projecten tegen de laagste
mogelijke kosten te realiseren. Met hetzelfde budget wordt zodoende meer hernieuwbare
energieopwekking mogelijk gemaakt.
Tabel 1 bevat een overzicht van alle aanvragen per categorie en figuur 1 geeft de
verdeling van deze aanvragen over de verschillende categorieën weer. Gedurende de
openstelling zijn 7.525 subsidieaanvragen voor hernieuwbare energieprojecten ingediend,
met een budgetclaim van in totaal ruim € 9,06 miljard en een gezamenlijke jaarproductie
van 35,1 PJ. Wederom is het overgrote deel van de aanvragen ingediend door Zon-PV
projecten met een totaal van 7.251 aanvragen. Daarnaast zijn er 14 beschikkingen voor
geothermieprojecten aangevraagd, opvallend meer dan gemiddeld in de voorgaande rondes.
In de eerste fase (tot een basisbedrag van maximaal 9 cent/kWh) is er voor ruim € 5,5
miljard aangevraagd voor met name windenergie op land. In de tweede fase (tot en met
11 cent/kWh) is het aangevraagd budget opgelopen tot € 8,35 miljard. In deze fase
zijn vooral zon-PV-aanvragen binnengekomen. In de derde en laatste fase (tot en met
13 cent/kWh) is de budgetclaim opgelopen tot ruim € 9,06 miljard.
Tabel 1. Overzicht aanvragen
Categorie
aantal aanvragen
aangevraagd budget
(€ mln)
aangevraagd vermogen (MW)
maximale subsidiabele jaarproductie (PJ/jr)
Zon-PV
7.251
4.424
4.649
15,9
Windenergie
113
1.397
640
8,5
Geothermie
14
1.234
357
7,6
Biomassa gas
9
1.023
179
4,9
Biomassa warmte en WKK
52
927
317
6,6
Zonthermie
84
59
83
0,2
Waterkracht
2
0,4
0,1
0,0
Totaal
7.525
9.063
6.223
43,6
Figuur 1. Overzicht verdeling aanvragen over de categorieën.
De ingediende aanvragen zijn door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
in behandeling genomen en worden beoordeeld aan de hand van onder andere de vergunningsvereisten
en technische en financiële haalbaarheid.
Aanvragen voor projecten die aan alle voorwaarden voldoen komen in aanmerking voor
een subsidiebeschikking. Zo spoedig mogelijk na afronding van dit proces zal ik uw
Kamer informeren over de afgegeven beschikkingen. Het streven is om binnen de reguliere
termijn van 13 weken uitsluitsel te bieden aan alle aanvragen.
Met € 9,06 miljard aan aanvragen op een beschikbaar verplichtingenbudget van € 5 miljard
is er grote kans dat het budget volledig kan worden beschikt.
In deze najaarsronde gold voor het eerst een transportindicatie als voorwaarde bij
de aanvraag van de subsidie. Doel van de transportindicatie is om geen subsidie te
reserveren voor projecten waarop op voorhand duidelijk is dat hiervoor geen ruimte
is op het elektriciteitsnet en deze projecten dus niet gerealiseerd kunnen worden.
De transportindicatie geeft daarnaast helderheid aan aanvragers in een vroege fase
van projectontwikkeling. Uit de informatie van de verschillende netbeheerders blijkt
dat er voor de najaarsronde 2019 9.167 transportindicatieverklaringen zijn afgegeven.
Dit komt neer op 89% van de aanvragen die zijn ingediend bij de netbeheerders. De
overige 11% van de projecten heeft geen verklaring ontvangen vanwege een gebrek aan
transportcapaciteit in de gebieden waar deze aanvragen zijn gedaan. Een verklaring
wordt daarbij alleen afgehouden als de netproblematiek niet binnen de realisatietermijn
van de projecten kan worden verholpen en het dus zeker is dat er geen transportcapaciteit
is. Een positieve transportindicatie biedt dus nog geen garantie dat het gevraagde
transportvermogen in de toekomst beschikbaar is; het geeft alleen een indicatie.
Uit deze subsidie ronde is dus gebleken dat de transportindicatie geen remmende invloed
heeft gehad op het aantal aanvragen. Daarentegen hebben de netbeheerders beter zicht
gekregen van het aantal projecten dat in de verschillende regio’s nog in de pijplijn
zit en marktpartijen meer inzicht in de locaties waar ruimte is op het elektriciteitsnet.
Ik zal proces rondom het afgeven van de transportindicaties en het aanvragen van de
SDE+ samen met de marktpartijen en netbeheerders evalueren. Zo zijn er een flink aantal
projecten waarvoor wel een transportindicatieverklaring is afgegeven, maar waarvoor
geen aanvraag in de SDE+ is gedaan. Dit wil ik nader onderzoeken. Daarnaast wil ik,
zoals toegezegd in mijn brief aan de Kamer van 10 september jl. (Kamerstuk 31 239, nr. 304) en het VAO van 10 september jl., het mogelijk maken dat de ACM ook een inhoudelijke
toets kan doen over het onderzoek naar congestie door de netbeheerder op het moment
dat het onderzoek wordt ingediend bij de ACM.
Conform de motie van het lid Sienot c.s. (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 51) zal ik de Kamer na afloop van de beoordeling van de aanvragen door RVO.nl informeren
over het aantal beschikkingen dat is afgegeven voor specifiek het gebruik van houtpellets
voor de productie van hernieuwbare warmte en elektriciteit.
In het voorjaar van 2020 zal de volgende openstelling van de SDE+ zijn. Ik zal uw
Kamer hier voor het einde van dit jaar over informeren.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat