Brief regering : Geannoteerde agenda Europese Raad inclusief Art. 50 van 12 en 13 december 2019
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1493
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2019
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan voor
de Europese Raad inclusief Art. 50 van 12 en 13 december 2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE RAAD VAN 12 EN 13 DECEMBER 2019
Op 12 en 13 december vindt een Europese Raad (ER) plaats die zal spreken over het
Meerjarig Financieel Kader 2021–2027 (MFK), het klimaat en overige agendapunten. De
concept-conclusies zijn via delegates portal toegankelijk (13905/19). Naast de reguliere Europese Raad vinden er een ER in Artikel
50 samenstelling en een Eurotop plaats.
MFK
De Europese Raad zal spreken over het MFK op basis van de nieuwe versie van de negotiating box (NB) die op 2 december jl. verspreid werd. Het Finse voorzitterschap is tijdens de
voorafgaande Europese Raad op 17 en 18 oktober jl. verzocht om de NB aan te passen
en een eerste voorstel te doen voor het uitgavenplafond, alsmede voor de verschillende
uitgavencategorieën («headings»).
Het Finse EU-voorzitterschap stelt in het onderhandelingsdocument een totaalplafond
voor van 1087 miljard euro (2018 prijzen). Dit komt neer op 1,07% van het EU27 BNI.
Nederland zet in op een totaalplafond van 1% van het EU27 BNI; het huidige voorstel
ligt daar nog ver van af. Nederland is om die reden van oordeel dat het voorstel onvoldoende
tegemoet komt aan de Nederlandse wensen. Het budget voor het cohesie- en landbouwbeleid
is nog te hoog; zo is in de negotiating box een deel van de besparingen op het budget voor het landbouwbeleid teruggedraaid ten
opzichte van het Commissievoorstel. Hoewel de meeste bezuinigingen ten opzichte van
het Commissievoorstel zijn gevonden bij de nieuwe prioriteiten (onderzoek, veiligheid,
migratie), is nog steeds sprake van een hoger budget en sprake van een sterkere reflectie
van deze prioriteiten in het MFK 2021–2027 ten opzichte van het huidige MFK. Ten aanzien
van de inhoudelijke modernisering ligt de tekst in de
negotiating box minder ver af van de Nederlandse inzet. De conditionaliteit ten aanzien van rechtsstatelijkheid
en de impact- en excellentiecriteria voor onderzoek zijn in het voorstel goed geborgd.
Binnen het cohesiebeleid is meer nadruk gelegd op innovatie ten opzichte van het huidige
MFK. Dit is van belang voor het kabinet. Ook ten aanzien van klimaat en migratie zijn
stappen in de juiste richting gezet. Een uitgebreidere appreciatie van de negotiating box is opgenomen in het verslag van het Schriftelijk Overleg Raad Algemene Zaken dat
uw Kamer op 6 december jl. ontving (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2096).
De posities binnen de Raad liggen nog ver uit elkaar. Hierdoor is de kans op een spoedig
akkoord gering. Voor het kabinet geldt dat het eindresultaat boven snelheid gaat.
De Nederlandse inbreng in de Europese Raad is erop gericht om, conform inzet op een
modern en financieel houdbaar MFK, druk uit te oefenen op een verdere verlaging van
het totaalplafond en het belang te benadrukken van een eerlijke verdeling van de lasten,
dit kan door middel van een correctie op de afdrachten. Daarnaast zal het kabinet
zich blijven inzetten voor de ingezette modernisering van de EU-begroting. De kabinetsappreciatie
van de Commissievoorstellen1 en de relevante BNC-fiches vormen de basis voor de Nederlandse inbreng.
Klimaat
De inzet bij de komende Europese Raad is de besluitvorming over de doelstelling van
klimaatneutraliteit in 2050 in de Europese Unie af te ronden.
Nederland is voorstander van een ambitieus Europees klimaatbeleid en een sterke Europese
inzet in het mondiale klimaatdebat. Nederland zal zich er voor inzetten dat de Europese
Raad een akkoord bereikt over het doel van een klimaatneutrale Unie in 2050. Dit zal
een belangrijk signaal afgeven aan de 25e Conferentie van Partijen (COP25) bij het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties in
Madrid die gelijktijdig plaatsvindt. Mede door de inzet van Nederland en andere gelijkgezinde
landen is al duidelijke vooruitgang geboekt om overeenstemming over dit doel te bereiken.
Tijdens de Europese Raad van juni jl. steunden bijna alle EU-lidstaten dit doel en
in oktober werd nogmaals bevestigd dat de Europese Raad van december deze discussie
zal afronden zodat de EU begin 2020 een klimaatstrategie voor de lange termijn kan
indienen bij de UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change). Enkele Midden- en Oost-Europese lidstaten wijzen echter op de economische en sociale
kosten van de transitie en willen meer onderzoek naar de wijze waarop de doelstellingen
gehaald kunnen worden.
De nieuwe Europese Commissie zal naar verwachting op 11 december a.s. een mededeling
presenteren waarin zij haar plannen voor een European Green Deal beschrijft2. Als onderdeel van de European Green Deal heeft de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, een Just Transition Fund aangekondigd om de sociaaleconomische gevolgen van de transitie het hoofd te bieden.
Het kabinet ziet het belang van een eerlijke transitie en is van mening dat besluiten
over de omvang en invulling van een Just Transition Fund als onderdeel van de MFK-onderhandelingen dienen te worden genomen. Zodra de Commissievoorstellen
voor de Green Deal zijn gepubliceerd zal het kabinet uw Kamer via de gebruikelijke routes informeren.
Nederland zet zich met andere landen uit de kopgroep van ambitieuze EU-lidstaten ook
in voor het aanscherpen van het huidige 2030-doel van ten minste 40% CO2-reductie naar 55%. Een tijdig ingezette, geleidelijke transitie kan immers helpen
om de kosten ervan te beperken. Nederland is van mening dat de EU in 2020 ook moet
aangeven bij de Verenigde Naties dat zij haar NDC (nationally determined contributions) zal aanscherpen. Ook hier is voortgang geboekt. Inmiddels heeft een achttal landen
zich expliciet hiervoor uitgesproken (Frankrijk, Spanje, Portugal, Luxemburg, Denemarken,
Zweden, Letland en Nederland). Bovendien zal de nieuwe Europese Commissie een impact
assessment uitvoeren om de mogelijkheden voor het ophogen van het 2030-doel naar 55%
te onderzoeken. Met ambitieuze Europese klimaatdoelstellingen kan de Unie een leidende
rol spelen, een voorbeeldfunctie vervullen en derde landen inspireren om aangescherpte
NDC’s en langetermijnstrategieën in te dienen bij de UNFCCC in 2020.
Externe relaties
Uitvoering van de Minsk-akkoorden/verlenging Rusland sancties
In juni 2019 stemde de Europese Raad in met een technische roll-over van de economische en financiële sancties tegen Rusland tot en met 31 januari 2020
(Kamerstuk 21 501-20, nr. 1468). Naar verwachting zal de Europese Raad zich buigen over verlenging van deze sancties
tot en met 31 juli 2020. Omdat er tot op heden geen sprake is van volledige implementatie
van de Minsk-akkoorden ziet het kabinet geen aanleiding voor opschorting of verlichting
van de sancties.
Mogelijk zullen president Macron en bondskanselier Merkel een terugkoppeling geven
van de Normandië topontmoeting tussen Frankrijk, Duitsland, Oekraïne en Rusland die
maandag 9 december a.s. plaatsvindt.
EU-AU
Ten aanzien van het EU-Afrika partnerschap zal de Europese Raad naar verwachting de
Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger oproepen om voor de Europese Raad
van juni 2020 een strategische discussie voor te bereiden over de relatie met Afrika
en de volgende EU-AU top. Nederland steunt deze inzet.
WTO-geschillenbeslechtingmechanisme
Daarnaast zal de Europese Raad zorgen uitspreken over de impasse rond het geschillenbeslechtingsmechanisme
van de WTO (World Trade Organization) en steun uitspreken voor de inzet van de Europese Commissie. Nederland zet zich
hierbij in voor een actieve rol van de EU bij het vinden van een permanente oplossing
voor dit geschil.
Conferentie over de toekomst van Europa
Tijdens de Europese Raad zal van gedachten worden gewisseld over de conferentie over
de toekomst van Europa, die door Commissievoorzitter Von der Leyen is aangekondigd
in haar toespraak voor het Europees Parlement in juli jl., de zogenoemde «political guidelines»3. Er ligt voor dit idee momenteel nog geen voorstel op tafel. Naar verwachting zal
de nieuwe Europese Commissie in de komende weken voorstellen doen voor de vormgeving
van de conferentie. Uw Kamer ontvangt daar dan, zoals gebruikelijk, een kabinetsappreciatie
van.
De bespreking tijdens de Europese Raad zal naar verwachting gericht zijn op de gewenste
betrokkenheid en positionering van de Raad in deze conferentie. Het kabinet acht het
wenselijk dat de betrokken EU-instellingen, in dit geval Europees Parlement, Europese
Commissie en Raad van Ministers, op een evenwichtige wijze vertegenwoordigd zijn en
deelnemen aan de conferentie. Het kabinet zal zich inzetten voor een transparante
en gestructureerde werkwijze, waarbij gekeken moet worden naar de wijze waarop burgers
en nationale parlementen betrokken kunnen worden. Het kabinet acht het wenselijk dat
nationale parlementen actief worden betrokken bij de conferentie en zal zich hiervoor
inspannen.
Inhoudelijk zal de nadruk wat het kabinet betreft moeten liggen op het uitvoeren van
de prioriteiten zoals geformuleerd in de Strategische Agenda van de Europese Raad
van 20 en 21 juni 20194. Nederland heeft er belang bij dat er concrete resultaten worden geboekt op deze
uitdagingen die om Europese oplossingen vragen. Te denken valt aan het beschermen
van de veiligheid van burgers, aan het tegengaan van klimaatverandering en de transitie
naar een koolstofarme economie, het beheersbaar maken van migratiestromen, het bevorderen
van strategische economische veiligheid en het bevorderen van de ontwikkeling van
de internationale rechtsorde. In dat verband heeft het kabinet zich in de afgelopen
periode ingezet voor verbeteringen in de werking van de Europese Unie, zodat zij er
beter in kan slagen concrete resultaten te bereiken. In aanloop naar de Strategische
Agenda heeft het kabinet onder andere aandacht gevraagd voor goed functionerende instellingen
en sterke lidstaten. Dit geldt bijvoorbeeld op het terrein van transparantie van wetgevingsprocessen,
betere regelgeving, aandacht voor implementatie en handhaving en versterking van de
rechtsstaat. Deze inzet, zoals uiteengezet in de kamerbrief over de Staat van de Europese
Unie 20195, zal het kabinet de komende periode onverminderd blijven uitdragen.
Eurotop
De Eurotop van 21 juni jl. heeft de voortgang verwelkomd op het gebied van versterking
van de Economische en Monetaire Unie (EMU) die is geboekt in de Eurogroep van 13 juni
jl. In het bijzonder zijn toen stappen gezet ten aanzien van de aanpassing van het
Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)-verdrag en een begrotingsinstrument voor convergentie
en concurrentievermogen voor eurolanden (BICC). Daarnaast is gesproken over de wijze
waarop een bank tijdens en na resolutie het beste van liquiditeit zou kunnen worden
voorzien. Het laatste onderdeel was een Europees Depositoverzekeringsstelsel (EDIS).
De Eurotop heeft de Eurogroep verzocht om in inclusieve samenstelling te blijven doorwerken
aan alle elementen van dit alomvattende pakket. De Eurogroep zal in december een rapport
voorbereiden inzake de verdieping van de EMU aan de regeringsleiders. Uw Kamer is
over de stand van zaken en de Nederlandse inzet geïnformeerd via de geannoteerde agenda6 van de Eurogroep van 4 december jl. Het verslag van de Eurogroep gaat uw Kamer voorafgaand
aan het plenaire debat over de Europese Raad toe (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1642).
ER Art. 50
De Europese Raad in Artikel 50-samenstelling (ER Artikel 50) zal daags na de algemene
verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk van 12 december 2019 stilstaan bij de stand
van zaken met betrekking tot de terugtrekking van het VK uit de Europese Unie. Daarbij
zal de ER Artikel 50 middels conclusies oproepen tot tijdige ratificatie van het terugtrekkingsakkoord
en vooruitblikken op de na de terugtrekking van het VK op te starten onderhandelingen
over de toekomstige relatie en de voorbereidingen daarop.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken