Brief regering : Wijziging concessie voor het hoofdrailnet
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 871
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over een wijziging van de vervoerconcessie voor
het hoofdrailnet 2015–2025, die per 29 november a.s. in werking treedt. Het betreft
een beperkte actualisatie van de afspraken over toegankelijkheid, de wijze waarop
de gebruiksvergoeding wordt doorberekend in de tarieven voor beschermde reisrechten
en het bedieningspatroon van de treindiensten van Thalys en Eurostar. De wijzigingen
licht ik hieronder nader toe. In de bijlage vindt u het besluit tot wijziging van
de concessie1.
In de aanloop naar mijn besluit hebben de consumentenorganisaties vertegenwoordigd
in het Locov advies uitgebracht.2 Op veel punten onderschrijft het Locov de wijziging van de concessie. Wel heeft het
Locov enkele aandachtspunten en adviezen gegeven, die ik voor zover mogelijk heb meegenomen
in het besluit.
Deze wijziging van de concessie staat overigens los van de midterm review (MTR) van
de vervoerconcessie, waar uw Kamer op 12 september jl. door de Staatssecretaris van
Infrastructuur en Waterstaat over is geïnformeerd.3 Zoals in die brief is aangegeven, is IenW voornemens om op basis van de resultaten
van de MTR in het voorjaar van 2020 een geactualiseerde concessie vast te stellen
voor de periode 2020–2024. Als gezegd betreft de nu voorliggende wijziging slechts
een beperkte actualisatie van onderwerpen waarvoor het wenselijk is dat de wijziging
eerder plaatsvindt dan het voorjaar van 2020.
Toegankelijkheid
In de concessie zijn afspraken gemaakt over toegankelijkheid voor reizigers met een
functiebeperking. Deze afspraken pas ik op twee onderdelen aan. Beide aanpassingen
zijn tot stand gekomen in nauw overleg met belangenorganisaties die mensen met een
beperking vertegenwoordigen.4 Als eerste neem ik in de concessie op dat NS een boekingssysteem voor assistentieverlening
hanteert, waarmee klanten flexibeler zijn in de aanmeldtijd voor eventuele assistentieverlening.
Deze verplichting komt in plaats van de in de concessie opgenomen vooraanmeldtijd
van vijftien minuten voor assistentieverlening op de zeven grootste stations: een
verplichting die weinig toegevoegde waarde voor reizigers met een beperking bleek
te hebben. In de praktijk hanteert NS het nieuwe boekingssysteem bij wijze van experiment
overigens al sinds 2018.5 De wijziging betreft daarmee het vastleggen van de inmiddels bestaande praktijk.
Als tweede wordt een nieuwe verplichting voor NS opgenomen om voor 2025 reisassistentie
te introduceren op alle stations op het hoofdrailnet waar NS stopt, mits deze stations
door ProRail toegankelijk zijn gemaakt en waar de perronsituatie dat in verband met
de transferveiligheid toelaat.6 Deze verplichting komt in plaats van de bestaande inspanningsverplichting om zoveel
mogelijk zelfstandig toegankelijk intercitymaterieel in te zetten op trajecten waar
geen stoptreinmaterieel rijdt. De nieuwe verplichting tot reisassistentie betekent
een stap vooruit voor reizigers met een beperking en wordt derhalve ondersteund door
de eerdergenoemde belangenorganisaties.
Berekeningsmethode gebruiksvergoeding
In de concessie is vastgelegd op welke wijze NS jaarlijks haar tarieven voor de beschermde
reisrechten vaststelt en op welke wijze NS de gebruiksvergoeding die ProRail in rekening
brengt, daarin mag doorberekenen. Per dienstregeling 2020 wordt hierover gewijzigde
regelgeving van kracht. Dit betreft al in 2018 vastgestelde implementatie van Europese
regelgeving.7 Uw Kamer is in 2016 over de herziening van de gebruiksvergoeding geïnformeerd8 en is hier in 2017 door middel van een voorhangprocedure ook formeel bij betrokken
geweest.9 De wijziging in de regelgeving houdt onder andere in dat de gebruiksvergoeding een
andere opbouw kent. Als onderdeel hiervan is de berekeningsmethodiek van de vergoeding
minimumtoegangspakket (VMT) aangepast10 en is de mogelijkheid voor het opleggen van een extra heffing ontstaan.
Op grond van de concessie had NS al de mogelijkheid om de VMT door te berekenen in
haar tarieven. Met de wijziging van de concessie geef ik NS de mogelijkheid om ook
een eventuele extra heffing door te berekenen in haar tarieven. Dit betekent overigens
op de korte termijn niet dat de tarieven voor reizigers hierdoor veranderen. Gelet
op de adviesprocedure die NS reeds met het Locov heeft doorlopen, is er voor 2020
geen tariefaanpassing uit hoofde van de gebruiksvergoeding. Dit komt omdat de opgelegde
extra heffing samenvalt met een verlaging van de VMT. Het betreft daarmee een wijziging
van de berekeningssystematiek van de gebruiksvergoeding, maar geen wijziging die nu
een direct effect heeft op de prijs van een treinkaartje. Aangezien ik zelf de hoogte
van een eventuele extra heffing vaststel, heb ik ook in de komende jaren invloed op
de ontwikkeling van de hoogte van de gebruiksvergoeding.
Bedieningspatroon Thalys en Eurostar
Uw Kamer is op 3 april 2018 geïnformeerd over een wijziging van het bedieningspatroon
van de treindiensten van Eurostar en Thalys.11 Deze wijzigingen leg ik nu vast in de concessie. Voor Eurostar houdt de wijziging
in dat de treindienst tussen Amsterdam en Londen niet stopt op station Schiphol, in
tegenstelling tot de concessie-afspraken tot dusverre hierover. De reden hiervoor
is dat de benodigde faciliteiten voor de beveiliging- en grenscontroles op Schiphol
niet inpasbaar zijn. Voor Thalys houdt de wijziging in dat er sinds 31 maart 2019
twee keer per dag tussen Amsterdam en Charles de Gaulle (luchthaven Parijs) en Marne
la Vallée (Disneyland Parijs) en vice versa wordt gereden, in plaats van de tot dusverre
in de concessie opgenomen treindienst tussen Amsterdam en Lille.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat