Brief regering : Voortgangsbrief financiële arrangementen 2019
29 477 Geneesmiddelenbeleid
Nr. 623
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2019
Met deze brief doe ik u de jaarlijkse voortgangsbrief financiële arrangementen voor
geneesmiddelen toekomen. In deze brief vindt u informatie over de financiële uitkomsten
van de arrangementen. In bijlage 1 bij deze brief vindt u een overzicht van de lopende
financiële arrangementen, actieve sluisprocedures en verwachte sluisprocedures1. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen met aanvullende informatie over de uitgaven
per product2.
Sinds de vorige voortgangsbrief van 2 oktober 2018
(Kamerstuk 29 477, nr. 520) zijn er voor twee nieuwe intramurale geneesmiddelen prijsonderhandelingen gevoerd
en een arrangement afgesloten. Voor acht extramurale geneesmiddelen en één intramuraal
geneesmiddel is gebleken dat verlenging van het lopende arrangement niet noodzakelijk
was en zijn de geneesmiddelen in het pakket gebleven zonder financieel arrangement.
Eén financieel arrangement is overgenomen door zorgverzekeraars. Na de vorige voortgangsbrief
zijn er elf nieuwe sluisprocedures gestart. Daarnaast is er afgelopen jaar vanuit
het Beneluxa Initiative samengewerkt aan de beoordeling van meerdere geneesmiddelen
en is er ook een volledig gezamenlijke beoordeling succesvol afgerond.
In deze brief ga ik nader in op 1) de uitgavenverlagingen door de financiële arrangementen
in 2017 en 2018, 2) verlenging van aflopende arrangementen in 2019, 3) prognoses van
uitgavenverlagingen en 4) doorlooptijden van sluisprocedures.
1. Uitgavenverlagingen door financiële arrangementen
Ik informeer u jaarlijks over de totale uitgavenverlagingen van de financiële arrangementen
voor geneesmiddelen.
– In de voortgangsbrief 2018 bent u geïnformeerd over de resultaten over het jaar 2017
op basis van voorlopige gegevens. De resultaten voor 2017 voor de extramurale arrangementen
zijn nu vastgesteld op basis van definitieve gegevens en de resultaten voor de intramurale
arrangementen op basis van geactualiseerde gegevens.
– In 2020 zal met betrekking tot enkele specifieke intramurale arrangementen nog een
aanvullende uitgavenverlaging over 2017 worden gefactureerd aan fabrikanten omdat
de declaratiegegevens die hiervoor nodig zijn pas aan het einde van 2019 of begin
2020 beschikbaar komen. De totale uitgavenverlaging in 2018 zal mede daarom ook nog
een geplande opwaartse bijstelling krijgen. Daarover wordt u in de voortgangsbrief
2020 geïnformeerd.
– Op 11 december 2017 (Kamerstuk 29 477, nr. 457) heb ik u geïnformeerd over een tijdelijke beschikbaarheidsregeling voor het middel
Spinraza dat toen in de sluis zat. Deze regeling is niet meegenomen in de uitgaven
en uitgavenverlagingen die in deze brief worden gerapporteerd.
De uitgavenverlagingen zijn uiteengezet in twee tabellen.
– In tabel 1 staan de resultaten van de financiële arrangementen van de afgelopen vier
jaar.
– In tabel 2 zijn de resultaten voor 2017 en 2018 nader uitgesplitst naar de uitgavenverlagingen
voor intramurale en extramurale arrangementen in die jaren. Onder tabel 2 ga ik nader
in op de verschillen tussen 2017 en 2018.
Toelichting op begrippen in de tabel
Uitgaven zonder arrangement: de (fictieve) uitgaven op basis van de door zorgaanbieders aan zorgverzekeraars gedeclareerde
volumes en de door de leverancier ingediende prijs voor vergoeding (zonder lijstprijsverlaging
of korting). Met andere woorden: de uitgaven die potentieel zouden worden gemaakt
op basis van de prijs die de fabrikant vraagt zonder interventie.
Openbare uitgavenverlaging: de verlaagde uitgaven als gevolg van een openbare lijstprijsverlaging ten opzichte
van de door de leverancier ingediende prijs voor vergoeding, dit kan het resultaat
zijn van de onderhandelingen, maar kan ook tot stand komen door de Wet Geneesmiddelenprijzen
(WGP) of op initiatief van de leverancier zelf.
Gerealiseerde uitgaven: de gerealiseerde uitgaven op basis van de door zorgaanbieders aan zorgverzekeraars
gedeclareerde volumes en de actuele openbare lijstprijzen
Vertrouwelijke uitgavenverlaging: het totaal aan terugbetaalde kortingen (door leveranciers aan zorgverzekeraars) op
basis van de vertrouwelijke afspraken in de financiële arrangementen
Uitgaven met arrangement: de gerealiseerde uitgaven minus de vertrouwelijke uitgavenverlaging
Totale uitgavenverlaging: de optelsom van de openbare uitgavenverlaging en de vertrouwelijke uitgavenverlaging
Tabel 1: Uitgavenverlagingen 2015–2018
Bedragen in miljoenen €
2015
2016
2017
20181
Aantal actieve arrangementen
16
19
25
30
Uitgaven zonder arrangement
262,7
371,7
454,4
754,3
Openbare prijsverlaging
21,6
28,8
55,5
102,5
Gerealiseerde uitgaven
241,1
342,9
398,8
651,8
Vertrouwelijke uitgavenverlaging
45,1
78,5
79,5
169,5
Uitgaven met arrangement
196,0
264,4
319,3
482,3
Totale uitgavenverlaging
66,7
107,3
135,1
272,0
X Noot
1
De bedragen voor 2018 zijn gebaseerd op voorlopige gegevens.
Tabel 2: Uitgavenverlagingen intramuraal en extramuraal 2017–2018
Intramuraal
Extramuraal
Bedragen in miljoenen €
2017
20181
2017
20181
Aantal actieve arrangementen
8
13
17
17
Uitgaven zonder arrangement
213,1
398,1
241,2
356,2
Openbare prijsverlaging
37,1
81,0
18,4
21,5
Gerealiseerde uitgaven
176,0
317,1
222,8
334,7
Vertrouwelijke uitgavenverlaging
36,2
70,3
43,3
99,2
Uitgaven met arrangement
139,8
246,8
179,5
235,5
Totale uitgavenverlaging
73,3
151,3
61,8
120,7
X Noot
1
De bedragen voor 2018 zijn gebaseerd op voorlopige gegevens.
Verschillen 2017 en 2018
In 2018 is er sprake van een fors hoger uitgavenbedrag ten opzichte van 2017. Deze
groei is deels het resultaat van een toename in het aantal intramurale arrangementen.
Daarnaast zijn door hogere volumes de uitgaven aan Orkambi en Keytruda toegenomen.
Orkambi was in 2018 voor het eerst een volledige kalenderjaar beschikbaar en voor
Keytruda liep er in 2018 voor het gehele kalenderjaar een financieel arrangement (in
2017 vanaf juli). Extramuraal zijn ook de gerealiseerde uitgaven aan de DOACs (Directe
Orale Anticoagulantia) klasse toegenomen vanwege volumegroei: van 104,7 naar 147,0
mln. euro in 2017 en 2018, respectievelijk.
In bijlage 2 zijn per product de uitgaven (voor aftrek van vertrouwelijke korting)
in 2018 opgenomen.
2. Aflopende arrangementen in 2019
Aan het einde van 2019 lopen er meerdere financiële arrangementen af. Het betreft
de arrangementen voor de intramurale middelen Myozyme, Perjeta, Keytruda, Opdivo en
Tecentriq en het arrangement voor het extramurale middel Kalydeco. Op dit moment ben
ik in gesprek met de leveranciers van deze middelen over een eventuele voortzetting
van deze financiële arrangementen.
In de vorige voortgangsbrief heb ik uw Kamer geïnformeerd over een mogelijke overname
van een arrangement door de zorgverzekeraars. Ik kan u meedelen dat deze overname,
voor het middel Jakavi, is voltooid. Dit is een positieve ontwikkeling die aansluit
bij mijn beleid om centrale financiële arrangementen alleen aan te gaan voor de periode
waarin financiële risico’s onvoldoende kunnen worden afgedekt door partijen in het
veld.
3. Voortgang prognoses van te verwachten kortingen
Zoals aangegeven in de vorige voortgangsbrief is er in 2018 gestart met het informeren
van zorgverzekeraars over de verwachte uitgavenverlagingen op basis van volume inschattingen
van de zorgverzekeraars zelf. Dit jaar is deze exercitie uitgebreid en uitgevoerd
voor de jaren 2018, 2019 en 2020. Conform actielijn 4 van het Integraal pakket aan
maatregelen ter borging van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van dure geneesmiddelen
(Kamerstuk 29 477, nr. 602) hebben dit keer nagenoeg alle zorgverzekeraars een volume inschatting aangeleverd.
Daarnaast zijn de ziekenhuizen dit jaar ook geïnformeerd over de verwachte landelijke
uitgavenverlagingen, om daarmee te waarborgen dat de zorgverzekeraars en ziekenhuizen
over dezelfde informatie beschikken.
4. Doorlooptijden sluisprocedures
In de vorige voortgangsbrief heb ik u aangegeven in deze brief informatie te geven
over de doorlooptijden van de sluisprocedures. De gemiddelde doorlooptijd van de tien
sluizen die zijn afgerond tot en met opname in het basispakket is gemiddeld tien maanden
vanaf het geven van de EU handelsvergunning (markttoelating) tot vergoeding in Nederland.
– Van deze tien maanden was gemiddeld ruim een maand gevuld door de tijd die de fabrikant
gebruikt om een volledig dossier in te dienen bij het Zorginstituut. Bij sommige sluizen
kon de beoordeling door het Zorginstituut direct starten bij registratie omdat de
firma direct een volledig dossier had ingediend. Bij een aantal sluizen was er pas
na bijna een half jaar een dossier op basis waarvan een beoordeling kon starten. Eerder
dan dat een firma het dossier heeft ingediend kan de procedure niet starten.
– Vanaf het moment dat dossiers compleet ingediend waren werd gemiddeld vier maanden
gewerkt aan de beoordeling door het Zorginstituut.
– Bij de sluisprocedures waarin het Zorginstituut heeft aangegeven dat er een onderhandeling
nodig was duurden de onderhandelingen (de periode vanaf het advies van het Zorginstituut
tot aan opname in het basispakket) gemiddeld ruim vijf maanden.
Ter vergelijking informeer ik u ook over de doorlooptijden van de extramurale geneesmiddelen
waarvoor een financieel arrangement is afgesloten. Omdat er voor extramurale geneesmiddelen
niet altijd direct bij Europese registratie vergoeding wordt aangevraagd geef ik hier
de tijden door vanaf aanvraag voor vergoeding tot opname in het basispakket. De gemiddelde
doorlooptijd van alle negentien producten waar sinds 2012 voor is onderhandeld was
iets minder dan negen maanden. Van deze negen maanden is de helft van de tijd nodig
geweest voor de beoordeling door het Zorginstituut en de andere helft voor de onderhandelingen.
Vooruitblik 2020
In 2020 zal ik uw Kamer opnieuw informeren over de financiële arrangementen aan de
hand van een nieuwe voortgangsbrief.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg