Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Slootweg, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 6 juni 2019, over het bericht ‘Miljoenen weggesluisd uit thuiszorg’ (Trouw, 6 juni 2019)
23 235 Thuiszorg en wijkverpleging
Nr. 186
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2019
Uw Kamer heeft vooruitlopend op een debat over Privazorg verzocht om een brief over
deze casus waarin ik tevens inga op de vraag hoe dergelijke constructies in de toekomst
kunnen worden voorkomen (Handelingen II 2018/19, nr. 90, item 11). Hierbij voldoe ik aan dit verzoek.
Samengevat kom ik tot de volgende conclusies:
– Bij Privazorg worden onder toeziend oog van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
(IGJ) maatregelen genomen om de situatie te verbeteren.
– De misstanden bij Privazorg onderstrepen de noodzaak voor aanvullende maatregelen
om het interne en externe toezicht op integere en professionele bedrijfsvoering te
versterken en om voorwaarden te stellen aan dividenduitkering in de extramurale zorg.
– Daarnaast is het van belang dat toezichthouders een goede wettelijke basis hebben
om informatie met elkaar te kunnen delen.
Privazorg
Goed bestuur en intern toezicht bij een zorginstelling zijn belangrijke randvoorwaarden
voor het leveren van goede zorg en de continuïteit daarvan. Uit onderzoek van de IGJ
blijkt dat bij Privazorg aan deze randvoorwaarden niet wordt voldaan. Bij Privazorg
is een complexe structuur aan bv’s en stichtingen gecreëerd. Interne en externe toezichthouders
hadden geen zicht meer op de geldstromen binnen de organisatie. Door het gebrek aan
intern toezicht en door belangenverstrengeling binnen een intransparante organisatie
wordt het risico groot dat er zorggeld wordt onttrokken en dat de constructies niet
bijdragen aan de maatschappelijke doelstelling van het leveren van goede zorg. De
IGJ constateert bovendien dat de organisatie-inrichting binnen Privazorg niet voldoet
aan de vereisten uit de Governancecode Zorg. De IGJ en de rechter hebben eerder dit
jaar vooralsnog voorkomen dat er € 12 miljoen aan een dochtermaatschappij van Privazorg
zou worden onttrokken. De IGJ heeft dit voorjaar een uitgebreid rapport uitgebracht
over haar onderzoek dat in 2018 en 2019 heeft plaatsgevonden en betrekking had op
Privazorg in de periode 2013–20191. De IGJ concludeert daarin dat het niet heeft kunnen vaststellen of met de herstructurering
in 2013 middelen oneigenlijk aan de zorg zijn onttrokken. Privazorg levert namelijk
ook kraamzorg en thuiszorg, waarop geen winstuitkeringsverbod rust.
Maatregelen
Excessen zoals in deze casus leiden niet tot een doelmatige besteding van zorggeld
en zijn daarmee onwenselijk. Ik werk dan ook aan wetgeving met maatregelen om het
interne en externe toezicht op integere en professionele bedrijfsvoering te versterken
en om voorwaarden te stellen aan dividenduitkering in de extramurale zorg. Aan het
einde van het jaar wordt uw Kamer geïnformeerd over de verdere invulling van deze
wetgeving. Desalniettemin zal ik, conform uw verzoek, mijn voornemens voor wettelijke
maatregelen in de volgende alinea’s afzetten tegen deze casus, om te bezien of dergelijke
situaties in de toekomst voorkomen kunnen worden.
Maatregelen gericht op transparante, integere en professionele bedrijfsvoering
Bij Privazorg ontbrak het aan waarborgen voor een transparante, integere en beheerste
bedrijfsvoering. Het intern toezichthoudend orgaan had geen zicht op de gehele organisatie
en er was sprake van belangenverstrengeling. Zoals ik heb toegelicht in de beleidsreactie
op de signalering van de IGJ en de NZa bij hun onderzoek naar Zorggroep Alliade, wil
ik zowel het interne als het externe toezicht versterken, opdat de integere en professionele
bedrijfsvoering binnen zorgaanbieders beter zijn gewaarborgd.2 In het uitvoeringsbesluit Wet toelating zorginstellingen (WTZi) en in de Wet toetreding
zorgaanbieders (Wtza) is reeds de eis van een onafhankelijk intern toezichthouder
opgenomen. De intern toezichthouder vormt een belangrijke tegenmacht binnen een zorgorganisatie.
Het orgaan ziet erop toe dat het beleid binnen de organisatie bijdraagt aan de maatschappelijke
doelstelling. In de Governancecode Zorg zijn enkele nadere bepalingen opgenomen over
belangenverstrengeling en de interne toezichthouder, bijvoorbeeld over de samenstelling,
positionering en het functioneren van de interne toezichthouder. Met een wettelijke
verankering en eventuele aanscherping van deze eisen wil ik het interne toezicht versterken
en het externe toezicht een wettelijke basis geven om op de governance in te grijpen,
nog voordat er een risico voor de kwaliteit van zorg optreedt. Voor een zo efficiënt
mogelijk toezicht op de bedrijfsvoering van alle zorgaanbieders onderzoek ik bovendien
of een uitbreiding van wettelijke grondslagen behulpzaam kan zijn voor versteviging
van de informatiepositie van de IGJ en de NZa.
Randvoorwaarden voor dividenduitkering in de extramurale zorg
Zoals gezegd hebben de IGJ en de rechter vooralsnog kunnen voorkomen dat er € 12 miljoen
aan een dochteronderneming van Privazorg onttrokken zou worden. Dit zou gebeuren,
terwijl dit bedrag een groot deel van het eigen vermogen besloeg en de organisatie
verlies leed. Hoewel de onttrekking van de € 12 miljoen voor nu is voorkomen, is er
in de loop der jaren mogelijk zorggeld weggevloeid uit de organisatie. De verschillende
toezichthouders hebben niet vast kunnen stellen dat dit op onrechtmatige wijze is
gebeurd, mede omdat Privazorg ook kraamzorg en thuiszorg levert. Op dit moment zijn
er in de extramurale zorg slechts beperkte voorwaarden aan het uitkeren van dividend.
Deze casus laat mede zien dat het noodzakelijk is hier verandering in te brengen.
Ik bereid wetgeving voor die nadere voorwaarden verbindt aan dividenduitkering in
de extramurale zorg.
Bij deze voorvoorwaarden kan worden gedacht aan de financiële gezondheid (bv. solvabiliteit),
de kwaliteit van zorg, de governance en de termijn waarbinnen dividend mag worden
uitgekeerd.
Delen van informatie tussen toezichthouders
In deze casus is tevens de vraag gerezen waarom relevante gegevens voor toezichthoudende
overheidsorganen in de zorg, niet met hen zijn gedeeld door een ander overheidsorgaan
(in dit geval de Belastingdienst) en er daardoor niet eerder is ingegrepen. Het ontbrak
de Belastingdienst destijds aan een wettelijke basis om informatie te delen. In 2007
was het enkel mogelijk om een fiscaal delict te melden aan specifieke andere overheidsinstanties
met inachtneming van de Aanmeldings-, Transactie- en Vervolgingsrichtlijnen3 voor fiscale delicten en douanedelicten. Sinds november 2016 is er echter het Informatie
Knooppunt Zorgfraude (IKZ). Het IKZ is een samenwerking van de Belastingdienst (inclusief
FIOD), het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), de IGJ, de Inspectie SZW (ISZW),
de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), het Openbaar Ministerie (OM), de Vereniging Nederlandse
Gemeenten (VNG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Het IKZ beoogt de integriteit
van de zorgsector verder te versterken. Het doel is om via het combineren van informatie
de IKZ-partners in staat te stellen fraude in de zorg effectiever aan te pakken. Binnen
het IKZ kunnen partijen informatie uitwisselen binnen de kaders van wet- en regelgeving
daarvoor. Het uitwisselen van gegevens via het IKZ stuit nu echter nog op knelpunten.
Er zijn niet altijd wettelijke grondslagen aanwezig om onderling gegevens te verstrekken,
waardoor de (informatie-)achterstand op frauderende partijen in stand blijft. Daarom
bereid ik het Wetsvoorstel bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Wbsrz) voor,
waardoor onder andere toezichthouders signalen over fraude beter uit gaan wisselen
zodat zij, ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid, fraude beter kunnen
opsporen en aanpakken. Deze casus onderstreept het belang van goede uitwisseling van
informatie. Het streven is dit wetvoorstel begin 2020 aan de Tweede Kamer te verzenden.
Conclusie
Op de korte termijn zijn verschillende maatregelen getroffen om de situatie bij Privazorg
te verbeteren. Privazorg staat onder verscherpt toezicht van de IGJ. De IGJ heeft
in het verscherpt toezicht geëist dat de statuten en reglementen moeten voldoen aan
de Governancecode Zorg. Onderdeel hiervan is dat voorafgaand aan dividenduitkering
zorgvuldige besluitvorming dient plaats te vinden. Op voordracht van de Ondernemingskamer
zijn drie nieuwe bestuurders aangesteld die dit gaan realiseren. De leden van het
voormalige bestuur zijn niet meer betrokken bij Privazorg. Om deze situaties in de
toekomst te voorkomen bereid ik wetgeving voor met maatregelen om het interne en externe
toezicht op integere en professionele bedrijfsvoering te versterken en om voorwaarden
te stellen aan dividenduitkering in de extramurale zorg.
In afwachting van die wetgeving werken de IGJ en NZa reeds intensiever samen op het
vlak van integere bedrijfsvoering en hebben gezamenlijk het programma Toezicht Integere
Bedrijfsvoering ingericht.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport