Brief regering : 16e Voortgangsrapportage (VGR16) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
32 698 Hoogwaterbeschermingsprogramma
Nr. 48
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 oktober 2019
Hierbij bied ik u de 16e Voortgangsrapportage (VGR16) van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
aan1. De rapportage bestrijkt de periode van 1 januari 2019 tot en met 30 juni 2019.
In het HWBP-2 werken de waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de waterveiligheid
rekening houdend met de inpassing van de primaire dijk- en kustverbeteringen in de
omgeving.
Al meer dan 1.000 jaar worden dijken ingezet om Nederland droog te houden. Dijken
zijn dragers van ons landschap. Bodemdaling en klimaatverandering hebben grote invloed
op de Nederlandse delta en het dijkenstelsel. Het aanleggen, versterken en onderhouden
van dijken is daarom nooit klaar. Nieuwe projecten vallen niet meer onder het HWBP-2,
maar onder andere verbeterprogramma’s, zoals het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Samenvatting wijzigingen ten opzichte van de 15e Voortgangsrapportage
Planning
Inmiddels voldoen, net als ten tijde van de 15de Voortgangsrapportage (Kamerstuk 32 698, nr. 43), 82 van de 87 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Op dit moment bevinden
de vijf resterende projecten zich in de realisatiefase. In de verslagperiode zijn
er geen nieuwe mijlpalen bereikt. De oplevering van het HWBP-2 is voorzien eind 2022,
aangezien dan het laatste project wordt opgeleverd.
Voortgang
Het onderzoek naar de milieueffecten van thermisch gereinigde grond bij het project
Eemdijken en Zuidelijke Randmeren is afgerond. Graag verwijs ik voor nadere informatie
hierover naar de passage «Ontwikkelingen na de verslagperiode».
Zoals in eerdere voortgangsrapportages gemeld, is er onderzoek gedaan naar de bestendigheid
van nieuwe verlijming bij het project Waddenzeedijk Friese Kust (elastocoast) gedurende
het stormseizoen 2018 – 2019. De resultaten zijn geanalyseerd en er worden op dit
moment scenario’s uitgewerkt voor de vervolgstappen. Zodra het waterschap een besluit
heeft genomen omtrent de te nemen vervolgstappen zal ik u hierover nader informeren
middels de voortgangsrapportages HWBP-2.
Tijdens het AO Water van 20 juni 2019 (Kamerstuk 27 625, nr. 475) heeft Kamerlid Geurts een vraag gesteld over de kosten voor het project Markermeerdijken.
De heer Geurts meldde dat hij had vernomen dat de dijkversterking € 625 miljoen zou
gaan kosten. Uit navraag bij het Hoogheemraadschap blijkt dat het bedrag van € 625
miljoen niet herkend wordt. De dijkgraaf laat in de beantwoording van schriftelijke
vragen van een dagelijks bestuurslid van het Hoogheemraadschap weten dat de huidige
raming van het project Markermeerdijken circa € 520 miljoen bedraagt.
Hierbij teken ik aan dat dit bedrag exclusief het traject bij Durgerdam is. Van de
€ 520 miljoen wordt circa € 500 miljoen betaald uit het programmabudget van het Tweede
Hoogwaterbeschermingsprogramma en circa € 20 miljoen uit het programmabudget van het
Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Risico’s
De huidige risico’s van het HWBP-2 met de grootste impact in tijd en geld bevinden
zich bij de grotere en vaak complexe projecten die momenteel in de realisatiefase
zitten. Hiervoor worden risicoreserveringen op zowel project- als programmaniveau
aangehouden.
In de verslagperiode heeft een actualisatie plaatsgevonden van de financiële waarde
van de risico’s. De totale financiële waarde van de risico’s op programmaniveau zijn
nagenoeg onveranderd en bedragen € 85 miljoen.
De totale financiële waarde van de risico’s op projectniveau is in de rapportageperiode
met € 24 miljoen afgenomen. Deze risicoreservering bedraagt op 30 juni 2019 € 107
miljoen.
Financiën
Het actuele programmabudget is in de huidige verslagperiode ongewijzigd en bedraagt
op peildatum 30 juni 2019 € 2.651 miljoen.
De actuele programmaraming is in de huidige verslagperiode toegenomen met € 1 miljoen
en bedraagt op peildatum 30 juni 2019 € 2.701 miljoen. De toename wordt hoofdzakelijk
veroorzaakt door de actualisering van projectramingen.
Het verschil tussen de programmaraming en het programmabudget bedraagt momenteel € 50
miljoen. Ten tijde van de 15de Voortgangsrapportage was dit € 49 miljoen. Op dit moment blijft de spanning tussen
programmaraming en programmabudget gedurende de realisatieperiode van het programma
nog binnen de bandbreedte van de post onbenoemd onvoorzien van de risicoreservering
(€ 50 miljoen). Hiermee lijkt dit verschil oplosbaar, maar het risico dat het programma
niet geheel binnen het HWBP-2 budget te realiseren is, blijft aanwezig. Ik zal u hierover
bij iedere voortgangsrapportage blijven informeren.
Scope
In de verslagperiode zijn geen inhoudelijke scopewijzigingen vastgesteld.
Ontwikkelingen na de verslagperiode
Project Houtribdijk
Uw vragen over de zandverstuivingen op de Houtribdijk heb ik op 10 september jl. beantwoord
(kamerstuk 2019D34960).
Project Eemdijken en Zuidelijke Randmeren
Bij het project Eemdijken en Zuidelijke Randmeren is thermisch gereinigde grond gebruikt
bij het verbeteren van de Westdijk. Dit vanuit de circulaire ambities van het waterschap
en het Hoogwaterbeschermingsprogramma. In 2017 bleek de gebruikte grond verontreinigd.
Het algemeen bestuur van het waterschap heeft op 4 juli 2018 besloten de thermisch
gereinigde grond volledig af te graven en te vervangen door schone grond. Dit besluit
is gemotiveerd vanuit de zorg voor agrarische belangen in de polder, de complexe bodemprocessen
en de aanwezigheid van een waterwingebied (Eempolder). In opdracht van het waterschap
is er afgelopen tijd bodemonderzoek (partijkeuring) uitgevoerd, waarvan op 10 september
2019 de resultaten bekend zijn gemaakt. Hieruit blijkt dat de thermisch gereinigde
grond die gebruikt is in de Westdijk niet voldoet aan de eisen voor een grootschalige
bodemtoepassing uit het Besluit Bodemkwaliteit. Het waterschap is hierdoor bevestigd
in haar besluit de grond volledig af te gaan graven. Met de informatie over de samenstelling
van de grond kan het waterschap nu bepalen waar de grond naar toe kan worden gebracht.
Ik zal u over het project blijven informeren via de halfjaarlijkse voortgangsrapportages
tot het project volledig is afgerond.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.