Brief regering : Ongepland (tijdelijk) verblijf voor kwetsbare ouderen via één ingang
31 765 Kwaliteit van zorg
34 104
Langdurige zorg
Nr. 436
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2019
Steeds meer ouderen blijven langer zelfstandig thuis wonen, ook wanneer zij kwetsbaarder
worden. Dit brengt met zich mee dat kwetsbare ouderen soms ongepland tijdelijk niet
zelfstandig thuis kunnen wonen (maar ook niet in het ziekenhuis terecht horen). Dat
kan allerlei oorzaken hebben. Het kan zijn dat een mantelzorger onverwacht uitvalt,
of dat de medische situatie verslechtert waardoor iemand (even) niet thuis kan zijn,
of dat iemand terecht komt op de spoedeisende hulp maar waar geen noodzaak is tot
opname in het ziekenhuis. In al die gevallen kan ongepland (tijdelijk) verblijf een
uitkomst bieden.
Het mooiste is als mensen dan gelijk op de juiste plek terechtkomen en daar passende
ondersteuning en zorg ontvangen. Alleen is het in de praktijk niet altijd gelijk duidelijk
aan welke passende zorg en ondersteuning iemand behoefte heeft en op welke plek dat
het best geleverd kan worden. In de praktijk kan het dan soms wat langer duren voordat
er een geschikte plek gevonden is.
Om sneller op een passende plek terecht te komen zijn er zorgaanbieders die werken
volgens het principe van één ingang voor verschillende vormen van ongepland (tijdelijk)
verblijf. Dit zijn zorgaanbieders die kwetsbare ouderen opnemen en pas na opname kijken
vanuit welk domein (eerstelijnsverblijf, Wlz (crisis) of Wmo-spoedzorg) het verblijf
geregeld wordt.
Ik heb Significant gevraagd deze initiatieven te inventariseren en te kijken naar
mogelijke knelpunten en succesfactoren die aanbieders ervaren bij het van de grond
krijgen van een dergelijk initiatief. Bijgaand stuur ik u deze inventarisatie mede
namens de Minister voor Medische Zorg en Sport1. Met deze inventarisatie geef ik invulling aan één van de acties2 uit het Programma Langer Thuis èn voldoe ik aan de motie van de leden Renkema en
Ellemeet (Kamerstuk 34 948, nr. 5). Volledigheidshalve geef ik aan dat dit een inventarisatie betreft van aanbieders
die ook daadwerkelijk kwetsbare ouderen opnemen. Het betreft dus geen inventarisatie
van de regionale coördinatiefunctie.
Verschillende vormen van ongepland (tijdelijk) verblijf
Als iemand ongepland (tijdelijk) verblijf nodig heeft vanwege gezondheidsproblemen
valt dit óf onder eerstelijns verblijf óf onder de Wlz (crisis). Eerstelijnsverblijf
is gericht op terugkeer naar huis of als er nadere diagnostiek nodig is om scherp
te krijgen welke passende zorg de patiënt noodzaak toe heeft, Wlz (crisis) is gericht
op personen die zich kwalificeren voor de Wlz. In een ‘maatschappelijke’ crisissituatie
(Wmo spoedzorg) is de gemeente verantwoordelijk voor tijdelijk onderdak. Te denken
valt aan ouderen die om praktische redenen (bijvoorbeeld een benodigde woningaanpassing
omdat iemand is gevallen en niet meer zelf de trap op kan) nog niet naar huis kunnen
na ziekenhuisopname, of een situatie waar de mantelzorger plotseling wegvalt.
zie ook: www.informatielangdurigezorg.nl/volwassenen/spoedzorg-crisisopvang
Bevindingen
De belangrijkste bevindingen van deze inventarisatie zijn:
• Er zijn minstens 31 initiatieven die werken of gaan werken met één ingang voor ongepland
(tijdelijk) verblijf. Zestien initiatieven bevinden zich in een pilotfase, tien initiatieven
bestaan reeds en vijf initiatieven starten waarschijnlijk binnen enkele maanden tot
maximaal een half jaar.
• De initiatieven zijn in twee verschillende soorten te onderscheiden:
○ de zorgaanbieder kijkt na opname in welk domein de zorg thuishoort en zorgt ervoor
dat de rekening (en wat daar verder voor nodig is) in het juiste domein wordt ingediend
òf
○ de zorgaanbieder richt zich op snelle diagnostiek en zorgt dat de cliënt terechtkomt
bij de juiste vervolgzorg. Het gaat meestal om een vorm van eerstelijnsverblijf en
wordt ook aangeboden onder de naam transferafdeling, schakelafdeling of «pilots observatiebedden».
• Het merendeel van de initiatieven biedt eerstelijnsverblijf, gevolgd door Wlz (crisis).
Wmo- spoedzorg is maar zeer beperkt beschikbaar.
• De gevonden initiatieven richten zich op kwetsbare ouderen die zich op de spoedeisende
hulp melden (maar bij wie geen noodzaak is tot ziekenhuisopname) èn op kwetsbare ouderen
die bij de huisarts of huisartsenpost komen. Dit ontlast huisartsen enorm, doordat
zij de kwetsbare oudere bij wie er een onvolledig beeld is van de onderliggende problematiek
snel kunnen overdragen en niet zelf «eindeloos» zoeken naar een plek waar deze oudere
terecht kan.
• Er is een behoorlijke variatie in financiering van deze werkwijze. Dit kan zowel vanuit
de standaard prestaties van de verschillende verblijfsvormen, via de eerstelijnsverblijf
experimentregel, via de beleidsregel innovatie of er worden andere dan wel aanvullende
afspraken gemaakt met financiers. Zorgaanbieders geven aan dat in de helft van de
gevallen financiering dekkend is en in de andere helft niet dekkend.
• Qua knelpunten worden de volgende elementen genoemd: administratieve lasten door de
verschillende financieringsstromen, het niet mee doen van zorgverzekeraars, het zorgkantoor
danwel gemeenten bij het initiatief en beschikbare capaciteit van vervolgzorg.
• Qua succesfactoren spelen de volgende elementen een rol: samenwerking en betrokkenheid
ketenpartijen, adequate financiering, ondernemerschap en lef en voldoende doorstroom
mogelijkheden naar vervolgzorg om «verstopping» te voorkomen en een efficiënt en strak
georganiseerd proces.
Reactie
In het programma Langer Thuis heb ik diverse acties opgenomen om de integrale ondersteuning
en zorg rond ouderen thuis goed te organiseren. Belangrijk element is meer samenhang
in ondersteuning en zorg voor ouderen thuis. En daar hoort ook goede ondersteuning
bij als het tijdelijk niet thuis gaat. Deze inventarisatie van initiatieven maakt
daarmee onderdeel uit van een grotere beweging om de juiste zorg en ondersteuning
te bieden aan kwetsbare ouderen. Ik constateer dat na de hervorming van de langdurige
zorg in 2015 het speelveld drastisch is gewijzigd. Het doet mij daarom deugd dat er
minstens 31 initiatieven zijn die tegemoetkomen aan de urgente zorgbehoefte van kwetsbare
ouderen. Daarom juich ik deze initiatieven toe. Ik vind dit mooie voorbeelden van
hoe het ook kan (#hetkanwel), waarbij er eerst gekeken wordt naar wat de passende
zorg is, en pas na opname gekeken wordt vanuit welk domein de zorg geregeld kan worden.
Dat vergt lef van zorgaanbieders en bereidheid van financiers om dit te faciliteren.
Veel van de initiatieven bevinden zich echter nog in een pilot fase. Ik ben dan ook
erg benieuwd wat de bevindingen zijn en of deze werkwijze wordt gecontinueerd of niet
na de pilotfase.
Ik ga op basis van deze uitkomsten in gesprek met de relevante koepelorganisaties
van zowel zorgaanbieders als financiers (zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten)
om te bespreken welke oplossingsrichtingen gewenst zijn om zowel op korte als op langere
termijn een soepele overgang naar ongepland (tijdelijk) verblijf goed te organiseren.
Het feit dat er inmiddels meerdere initiatieven zijn / worden ontwikkeld geeft aan
dat er behoefte is aan een dergelijke werkwijze. Voor die regio’s waar geen initiatieven
zijn gevonden kan het zijn dat de situatie daar anders is, bijvoorbeeld door goede
«advance care planning» en/of een goed functionerend regionale coördinatiefunctie,
zodat er wellicht minder behoefte is aan een dergelijk initiatief. De genoemde knelpunten
en succesfactoren bieden handvaten voor dit gesprek zoals wat de reden is dat financiers
hier wel of niet in participeren, hoe doorstroommogelijkheden naar vervolgzorg zo
goed mogelijk in beeld te krijgen en hoe de samenwerking en betrokkenheid van ketenpartijen
gestimuleerd kan worden. Ook wil ik nader bezien of deze verschillende regelingen
onderling beter kunnen worden gestroomlijnd. Zo heb ik de NZa reeds gevraagd om de
bekostiging van de Wlz-crisiszorg en die van het eerstelijnsverblijf op elkaar te
laten sluiten vanaf 2021. Tot slot wil ik er voor zorgen dat deze initiatieven en
andere zorgorganisaties en financiers die hiermee willen beginnen van elkaar kunnen
leren. Met de koepelorganisaties zal ik bespreken hoe wij dit kunnen stimuleren.
Mede name de Minister voor Medische Zorg, De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport