Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de omvang van het illegaal handelen van de Belastingdienst bij het bestrijden van toeslagenfraude
31 066 Belastingdienst
Nr. 512
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2019
In het plenaire debat met uw Kamer op 21 maart jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 65, item 9) over de CAF 11-zaak heb ik aangegeven dat ik het belangrijk vind dat bij alle andere
CAF-zaken ook wordt vastgesteld of sprake is geweest van een gelijksoortig handelen
door Belastingdienst/Toeslagen. Uw Kamer vraagt hier terecht naar. Ik wil nogmaals
benadrukken dat ik ook de wens van uw Kamer om voor deze ouders te komen tot een passende
oplossing volledig deel en mij daarvoor inzet. Gedupeerde ouders die door het optreden
van de overheid tekort zijn gedaan en in problemen zijn geraakt, verdienen een passende
oplossing.
Een passende oplossing voor al deze ouders vereist evenwel grote zorgvuldigheid en
een objectief oordeel: informatie moet correct zijn en er mogen geen ouders worden
gemist. Om binnen afzienbare termijn vast te stellen om welke ouders het binnen alle
CAF-zaken gaat, hoe hun individuele situatie eruit ziet en wat de handelwijze van
Toeslagen is geweest, heb ik onlangs hulp gevraagd aan de AuditDienst Rijk (ADR) en
de adviescommissie uitvoering toeslagen.1
2
AuditDienst Rijk
Op dit moment heb ik geen compleet inzicht in het aantal mensen waarbij de toeslag
ten onrechte is stopgezet of teruggevorderd. Dit is onder andere gelegen in het feit
dat er circa 170 CAF-zaken kunnen worden onderscheiden en dat, zoals ook al eerder
aan de Kamer is gemeld, sprake was van gebrekkige informatiehuishouding. Ook is mij
nog niet geheel duidelijk in hoeveel gevallen de bezwaartermijn met meer dan zes maanden
is overschreden. Daarom heb ik de ADR verzocht het handelen van Toeslagen in alle
CAF zaken vanaf 2013 – de start van het CAF – tot heden te onderzoeken. Hiermee heb
ik de reikwijdte van de onderzoeksopdracht maximaal verbreed. Deze informatie is nodig
om de zowel bij uw Kamer als bij mij levende vragen te kunnen beantwoorden.
Adviescommissie uitvoering toeslagen
Op basis van het advies van de adviescommissie uitvoering toeslagen kan een passende
oplossing worden geboden aan alle ouders die door het handelen van de overheid zijn
gedupeerd. De adviesaanvraag aan de adviescommissie uitvoering toeslagen kent drie
deelvragen die ik hieronder verkort weergeef:
1. Welke beleids- en beoordelingsruimte heeft Toeslagen naar het oordeel van de adviescommissie
in de verdere afhandeling van de zogenoemde CAF 11-zaken en in aanverwante zaken en
wat kan hierbij als een voor alle betrokkenen passende oplossing worden gezien?
2. Wat is het oordeel van de adviescommissie in meer algemene zin over het handelen van
Toeslagen in andere zaken waarin vermoedens van georganiseerde fraude aan de orde
zijn? Is de positie van de toeslaggerechtigden hierbij voldoende gewaarborgd, welke
beleids- en beoordelingsruimte heeft de Belastingdienst hier binnen de bestaande wettelijke
kaders en welke conclusies kunnen hieruit voor de uitvoering van de toeslagen in de
toekomst worden getrokken?
3. Hoe is het met de praktische rechtsbescherming van de toeslaggerechtigden gesteld,
en welke verbeteringen zijn hier wenselijk? Hierbij kan mede in de beschouwing worden
betrokken dat het bij de toeslagen om kwetsbare groepen kan gaan waarvoor niet altijd
voldoende duidelijk is wat van hen wordt verwacht. Bij het advies wordt ook betrokken
de aanwezigheid van bijzondere categorieën persoonsgegevens – meer in het bijzonder
[tweede] nationaliteit – bij Toeslagen.
Gelet op de maatschappelijke urgentie heb ik de adviescommissie gevraagd om zo snel
mogelijk, rekening houdend met het zomerreces, met een deeladvies te komen over de
hiervoor onder 1 genoemde vraag. Uw Kamer heeft in het debat van 4 juli jl. (Handelingen
II 2018/19, nr. 102, VAO Stopzetten kinderopvangtoeslag) moties aangenomen die de
urgentie van een oplossing voor de gedupeerde ouders onderstrepen.
Rechtszaken
Ik heb richting uw Kamer verduidelijkt dat ik wil dat Toeslagen zich anders gaat opstellen,
met daarbij meer oog voor de menselijke maat. Op dit moment zijn enkele tientallen
rechtszaken in beeld die in de komende periode in beroep of hoger beroep dienen over
de toepassing van kinderopvangtoeslag en die gerelateerd zijn aan een van de CAF-zaken.
Ik merk daarbij op dat het aantal rechtszaken op dagbasis kan fluctueren vanwege bijkomende
of afgeronde beroepen. Het is ook mogelijk dat gedurende de looptijd van de onderzoeken
van de ADR en de adviescommissie uitvoering toeslagen voor beide genoemde onderzoeken
zich nog rechtszaken voordoen waarin er sprake lijkt van gelijksoortig handelen als
in CAF11. Toeslagen zal per direct in rechtszaken de menselijke maat hanteren. Indien
een belanghebbende in CAF-rechtszaken verzoekt om de procedure tijdelijk aan te houden
zal dit door Toeslagen vanzelfsprekend worden ondersteund. Daarnaast zal actief de
mogelijkheid om rechtszaken aan te houden via de advocaten bij alle belanghebbenden
in CAF-rechtszaken onder de aandacht worden gebracht.
Overig
Naast bovenstaande acties en onderzoeken heb ik nog een aantal andere trajecten in
gang gezet. Hieronder vallen onder meer het versterken van informatiebeheer en de
vaktechnische inbedding binnen Toeslagen. Ook lopen er interdepartementale trajecten
zoals de IBO toeslagen en het traject «Maatwerk in Dienstverlening» van de Secretarissen-Generaal,
uitgevoerd door ABD Topconsult. Via dit traject wordt uitvoering gegeven aan de motie
van het Leijten, waarin zij verzoekt bij een bezwaarprocedure altijd de menselijke
maat te hanteren, en de dienstverlening naar de belastingplichtige niet te staken
(Kamerstuk 31 066, nr. 477).
Ik ben me ervan bewust dat ik u op dit moment niet gedetailleerd antwoord kan geven
op alle door u gestelde vragen die zijn ingediend op 9 juli jl. Ik hecht eraan uw
vragen nauwgezet en zorgvuldig te beantwoorden en ben daar pas toe in staat nadat
de inventarisaties en onderzoeken van zowel de ADR als de adviescommissie uitvoering
toeslagen beschikbaar zijn. Naar verwachting zal dat het geval zijn nadat zij met
hun (eerste) bevindingen zijn gekomen. Conform toezegging aan uw Kamer tijdens het
debat van 4 juli jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 102, VAO Stopzetten kinderopvang
toeslag) zal ik u zo snel mogelijk en uiterlijk 1 oktober 2019 informeren over de
voortgang.
De vragen die uw Kamer stelt, leven ook bij ouders. Ik wil deze ouders in staat stellen
om hun zorgen kenbaar te kunnen maken. Daarom is bij de belastingtelefoon aandacht
om deze ouders te woord te staan. In de loop van volgende week is deze voorziening
operationeel en zit een kinderopvangtoeslagteam klaar om vragen te beantwoorden. De
gegevens van deze ouders worden geregistreerd, zodat zij later benaderd kunnen worden.
De belastingtelefoon is bereikbaar op 0800 – 0543.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Vragen bij verzoek brief over de omvang van het illegaal handelen van de Belastingdienst
bij het bestrijden van toeslagenfraude
Vraag 1
Bij hoeveel mensen is de toeslag onrechtmatig stopgezet en/of teruggevorderd in CAF-zaken
sinds 2014?
Antwoord op vraag 1.
Op dit moment heb ik geen compleet overzicht. Ik wil zorgvuldig te werk gaan en voorkomen
dat ouders worden gemist. Daarom is het aantal stopzettingen en terugvorderingen onderdeel
van het onderzoek van de ADR. Zodra dit onderzoek is afgerond, zal ik uw Kamer hierover
zo snel mogelijk informeren.
Vraag 2.
Bij hoeveel mensen is de bezwaartermijn in dit soort zaken met meer dan een half jaar
overschreden?
Antwoord op vraag 2.
Op dit moment heb ik geen compleet overzicht. Ik wil zorgvuldig te werk gaan en voorkomen
dat ouders worden gemist. Daarom is het aantal overschrijdingen van de bezwaartermijn
onderdeel van het onderzoek van de ADR. Zodra dit onderzoek is afgerond, zal ik uw
Kamer hierover zo snel mogelijk informeren.
Vraag 3.
Welke signalen heeft u het afgelopen jaar ontvangen dat de Belastingdienst onrechtmatig
gehandeld heeft en mensen totaal in de knel gekomen zijn?
Antwoord op vraag 3.
Deze vraag kan ik op dit moment niet beantwoorden. Voor zover de vraag ziet op Toeslagen
wacht ik de onderzoeken van de adviescommissie uitvoering toeslagen en de ADR af.
Vraag 4.
Zijn er andere gebieden bij de Belastingdienst waar stelselmatig onwettig gehandeld
is? Zo ja, welke?
Antwoord op vraag 4.
De Belastingdienst hanteert bij de uitvoering van zijn taken de geldende wet- en regelgeving.
Indien verschil van inzicht ontstaat, is dit ter toetsing aan de rechter.
Vraag 5.
Kunt u de opdracht van het ADR-onderzoek naar de omvang van dit probleem (dat u al
in maart 2019 aan de Kamer had toegezegd) onmiddellijk voorleggen aan de Kamer ter
instemming?
Antwoord op vraag 5.
Deze opdracht heb ik dinsdag 9 juli jl. aan uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 31 066, nr. 510).
Vraag 6.
Hoeveel rechtszaken zijn er op dit moment nog in de CAF-zaken?
Antwoord op vraag 6.
Op dit moment is sprake van enkele tientallen zaken die gerelateerd zijn aan CAF.
Ik merk daarbij op dat het aantal rechtszaken op dagbasis kan fluctueren vanwege bijkomende
of afgeronde beroepen.
Indieners
-
Indiener
M. Snel, staatssecretaris van Financiën