Brief regering : Uitkomsten van de eerste call van de Nationale Wetenschapsagenda
29 338 Wetenschapsbudget
Nr. 207
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2019
Inleiding
Op 12 juni jl. zijn na de eerste call van de Nationale Wetenschapsagenda (hierna:
NWA) 17 onderzoeksvoorstellen gehonoreerd. Hierbij bied ik de uitkomsten van deze
call aan uw Kamer aan. Daarnaast deel ik met u de 14 onderwerpen die in 2018 en 2019
zijn voorgedragen door departementen en die zullen worden geadresseerd met calls.
In het eerste jaar heeft de NWA geleid tot vernieuwende en maatschappelijk relevante
onderzoeksprojecten. De projecten worden uitgevoerd door interdisciplinaire consortia
die nieuwe verbindingen leggen binnen en buiten de kennisketen, waarbij de maatschappij
intensief wordt betrokken. De NWA creëert focus door de beste voorstellen te honoreren
op basis van wetenschappelijke kwaliteit, de kwaliteit van het consortium en de beoogde
impact van het onderzoek. De NWA is hiermee een goede en noodzakelijke aanvulling
in het wetenschapsbestel.
In deze brief zal ik ingaan op de doelstelling van de NWA en de positie in het Nederlandse
wetenschapsstelsel. Vervolgens geef ik informatie over de onderzoeksvoorstellen die
NWO 12 juni jl. heeft gehonoreerd. Ook benoem ik de NWA-calls die worden gelanceerd
op initiatief en met medefinanciering van andere departementen. Ik ga kort in op de
netwerken (communities) en vernieuwing van de NWA en op wetenschapscommunicatie en outreach. Tevens beantwoord
ik de motie Bruins en Van der Molen en de motie Özdil over verbinding en synergie
tussen de NWA en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid.
Doelstelling van de Nationale Wetenschapsagenda
Het doel van de NWA is om wetenschappelijke doorbraken te realiseren en maatschappelijke
opgaven op te lossen op de 140 geclusterde vragen en de 25 NWA-routes (bijlage 1)1. Omdat de NWA is opgesteld in een bottom-up proces met veel betrokkenen, waaronder
burgers, zullen de resultaten en de antwoorden op de vragen worden teruggeven aan
de maatschappij. De NWA stimuleert samenwerkingsverbanden en interdisciplinair onderzoek.
Dit gebeurt binnen de publieke kennisketen van hogescholen, universiteiten, NWO- en
KNAW-instituten, universitaire medische centra, TO2-instellingen, planbureaus en Rijkskennisinstellingen,
met maatschappelijke partners uit publieke en semipublieke sectoren en het bedrijfsleven.
Hierbij vind ik het belangrijk dat de maatschappij intensief betrokken blijft en er
vernieuwing binnen de NWA mogelijk is. NWO en OCW worden daarom geadviseerd door een
brede adviescommissie van partijen uit het kennisveld.2 Het NWA-programma bestaat uit vier actielijnen: (1) langjarig onderzoek door consortia;
(2) NWA-calls op initiatief van departementen; (3) Netwerken en vernieuwing; en (4)
wetenschapscommunicatie en outreach.
Met mijn brief van 9 maart 2018 (Kamerstuk 29 338, nr. 158) heb ik een stapsgewijze investering aangekondigd om de doelstellingen van de NWA
te bereiken: € 70 miljoen in 2018, € 108 miljoen in 2019, naar € 130 miljoen structureel
vanaf 2020. Vooruitlopend op het Regeerakkoord, heb ik € 20 miljoen beschikbaar gesteld
voor een startimpuls op acht routes die raken aan beleidsterreinen van OCW. Met een
startimpuls van € 2,5 miljoen per route doen brede consortia onderzoek en experimenteren
hierbij met het samenwerken door de hele kennisketen heen, inclusief maatschappelijke
organisaties. Onderstaand voorbeeld van de route «Op weg naar veerkrachtige samenlevingen»,
illustreert de variëteit aan organisaties binnen het consortium en de verbinding met
de samenleving (box 1). Bijlage 23 bevat deze informatie voor alle acht Startimpuls-consortia.
Box 1 JOIN: Jongeren in Veerkrachtige Samenlevingen
Op de NWA-route «Op weg naar veerkrachtige samenlevingen» is een Startimpuls toegekend.
In het project «JOIN: Jongeren in Veerkrachtige Samenlevingen» worden nieuwe instrumenten
ontwikkeld die de participatie van (kwetsbare) jongeren versterken en zo de samenleving
inclusiever en veerkrachtiger maken. Hoe vinden nieuwe Nederlanders beter aansluiting
op de arbeidsmarkt? Hoe sporen we kwetsbare jongeren op, die buiten de reguliere hulpverleningsstatistieken
vallen, maar wel onze hulp nodig hebben? In het consortium werken wetenschappers van
acht universiteiten en vijf hogescholen samen met gemeentes, maatschappelijke instellingen
en scholen. Ze combineren sociaal- en geesteswetenschappelijk onderzoek, datascience
en hands on ervaringen van hulpverleners. Zo vergroten we de wetenschappelijke kennis over deze
vaak ingewikkelde problematiek. Tegelijkertijd ontwikkelen we praktische tools waarmee
jongeren en hulpverleners zelf vooruit kunnen.
De doelstelling en kenmerken van de NWA illustreren de belangrijke positie van de
NWA in het instrumentarium voor wetenschapsbeleid. Er bestaan in Nederland diverse
instrumenten voor het stimuleren van excellent onderzoek, bijvoorbeeld de eerste geldstroom
voor universiteiten en hogescholen; beurzen en prijzen voor individuele onderzoekers;
subsidies voor wetenschappelijke consortia (bijvoorbeeld de open competitie van NWO);
subsidies voor publiek-private samenwerking; en voor onderzoeksfaciliteiten. Echter,
om wetenschappelijke en maatschappelijke doorbraken te realiseren is er meer nodig,
namelijk een combinatie van een brede agenda die onderzoekers veel ruimte biedt, een
lange termijnperspectief, interdisciplinair onderzoek, samenwerking door de hele kennisketen
en het betrekken van de maatschappij. Dit gebeurt in de NWA, langs de 25 routes.
Langjarig onderzoek door consortia
De kern van het NWA-programma is het langjarig onderzoek op de routes door consortia
(actielijn één). NWO heeft in 2018 de eerste call uitgeschreven. Op 12 juni jl. heeft
NWO bekend gemaakt dat 17 voorstellen van consortia zullen worden gehonoreerd (bijlage
3)4. In totaal gaat het om € 61 miljoen: € 54 miljoen afkomstig uit de NWA en € 7 miljoen
medegefinancierd door de consortiumpartners. De voorstellen zijn beoordeeld op basis
van hun wetenschappelijke kwaliteit, de kwaliteit van het consortium en de beoogde
impact van het onderzoek. Uit de gehonoreerde voorstellen blijkt dat de NWA een belangrijke stap heeft gezet op weg naar het bereiken
van de doelstellingen: er wordt gewerkt aan wetenschappelijke doorbraken en maatschappelijke
oplossingen, door interdisciplinaire consortia, met nieuwe verbindingen binnen en
buiten de kennisketen en met betrokkenheid van de maatschappij. Op basis van de beoordelingscriteria
wordt jaarlijks een beperkt aantal (grote) voorstellen gehonoreerd waardoor op een
bottom-up manier focus tot stand komt.
Box 2: Morele verwonding: vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek
Op de NWA-routes «Op weg naar veerkrachtige samenleving» en «Tussen conflict en coöperatie»
wordt vernieuwend en maatschappelijk relevant onderzoek gedaan naar morele verwonding.
Bij het gehonoreerde voorstel «Understanding and preventing moral injury among military
and police personnel: Interdisciplinary research and intervention» zijn maatschappelijke
partijen zoals het Veteranen Instituut betrokken. Een substantieel aantal militairen
en politiepersoneel ontwikkelt «morele verwonding»: schuldgevoel, schaamte en woede
als gevolg van het plegen of meemaken van morele schendingen. Echter, robuuste kennis
en interventies op dit gebied ontbreken vooralsnog. Het project onderzoekt organisatorische,
socio-technische en ethisch-politieke factoren in morele verwonding, en ontwikkelt
drie preventieve interventies.
De 17 gehonoreerde voorstellen (bijlage 3) onderstrepen de wetenschappelijke en maatschappelijke
relevantie van de NWA en de nieuwe samenwerkingsverbanden die tot stand zijn gekomen.
De voorstellen:
• Zijn vernieuwend en maatschappelijk relevant (Box 2).
• Combineren een diversiteit van disciplines (Box 3).
• Tonen nieuwe samenwerkingen binnen en buiten de kennisketen, inclusief maatschappelijke
organisaties (Box 4).
Box 3: Insecten als duurzame voedselbron: interdisciplinair onderzoek
Op de NWA-routes «Duurzame productie van gezond en veilig voedsel» en «Circulaire
economie en grondstoffenefficiëntie: duurzame circulaire impact» is het voorstel «Insects
as sustainable feed for a circular economy: interdisciplinary approach to value chain
development» gehonoreerd. Onderzoekers uit uiteenlopende disciplines zoals diergedrag,
-psychologie en -kunde, micro-economie, ethiek en moraalfilosofie gaan onderzoek doen
naar het kweken van insecten als «minivee» en duurzaam veevoer in een circulaire economie.
Zij onderzoeken de productie van insecten (gezondheid, welzijn en intrinsieke waarde),
gezondheid en welzijn van pluimvee dat op insecten gekweekt wordt en de economische
robuustheid van de nieuwe insectensector.
Het proces om te komen tot 17 geselecteerde voorstellen startte in 2018 met 325 beknopte
aanvragen (vooraanmeldingen) en, vervolgens, 89 uitgewerkte voorstellen. Op basis
van de scores op de beoordelingscriteria, en binnen de grenzen van het beschikbare
budget, heeft NWO 17 voorstellen gehonoreerd. Deze 17 voorstellen beslaan, samen,
16 van de 25 NWA-routes.5
De hoofdaanvragers en medeaanvragers in de geselecteerde consortia zijn universiteiten
en universitair medische centra, NWO-instituten (ASTRON en CWI), meerdere hogescholen,
TO2-instellingen (TNO en NLR) en bijvoorbeeld SURF en het Netherlands eScience Center.
Bij de 17 gehonoreerde voorstellen zijn meer dan 130 organisaties betrokken die een
in kind of financiële bijdragen leveren aan het onderzoek. Het gaat om meer dan 40
bedrijven en bijvoorbeeld het KNMI, het RIVM, de NVWA, Sanquin, de Dierenbescherming,
de Consumentenbond, het Veteranen Instituut, Museum Rotterdam, GGD-Gelderland Zuid,
de KNVB, de NAM, de NS, onderwijs-, en zorginstellingen, musea, gemeentes, provincies,
departementen en buitenlandse universiteiten en kennisinstituten.
Box 4: INTERSECT: Samenwerking binnen en buiten de kennisketen
Het gehonoreerde voorstel INTERSECT (An Internet of Secure Things) is relevant voor
meerdere NWA-routes, waaronder «Smart Industry». Het consortium gaat onderzoek doen
naar cyberveiligheid, cyberprivacy en het Internet of Things. Het consortium bestaat
uit zes universiteiten, drie hogescholen, het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit
en Rechtshandhaving, TNO en 23 cofinanciers, waaronder het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, Philips, Brainport Development en de Consumentenbond.
Samen ontwikkelen zij een fundamenteel nieuw perspectief dat technisch cyberveiligheidsonderzoek
combineert met juridische en criminologische benaderingen.
De gehonoreerde voorstellen beschrijven verschillende manieren om de maatschappij
te betrekken bij het onderzoek. Dit betreft in de eerste plaats actieve deelname gedurende
het project («meedoen»). Voorbeelden zijn de deelname van drie sportbonden aan een
onderzoek over sport en bewegen; de deelname van het Veteranen Instituut, de Nederlandse
Defensie Academie, de Politie Academie en de Arq Psychotrauma Expert Groep aan een
onderzoek over morele verwonding; en deelname van zes musea aan een onderzoek over
hongersnoden, internationale conflicten en bewustwording onder jongeren. In de meeste
consortia zal de grote en gevarieerde groep van betrokken partijen ook een rol spelen
bij de wetenschapscommunicatie met de samenleving.
Ook in 2019 en 2020 coördineert NWO een call voor het selecteren van langjarig onderzoek
op de NWA-routes. Vanaf 2019 zijn consortia verplicht om hun NWA-initiatieven openbaar
te maken. Ieder initiatief wordt beschreven in enkele alinea’s plus informatie over
het consortium (in wording). NWO publiceert de initiatieven op de NWO-website. Partijen
kunnen zich bij elkaar aansluiten om de kennisketen en de benodigde disciplines (nog)
beter af te dekken. Mogelijk leidt dit ook tot een kleiner aantal beknopte aanvragen
(vooraanmeldingen). De interesse is groot; voor de 2019-call hebben ruim 500 initiatieven
zich kenbaar gemaakt, verspreid over alle 25 NWA-routes.
Het verlagen van de aanvraagdruk en het verhogen van de slagingskans is een aandachtspunt
in de uitvoering van het NWA-programma. Het online publiceren van initiatieven kan
hieraan een bijdrage leveren. Hetzelfde geldt voor twee andere maatregelen die NWO
heeft genomen in de call op langjarig onderzoek door consortia (NWA-actielijn één).
Bij het indienen van een beknopte aanvraag (vooraanmelding) dient de penvoerder van
een consortium aan te tonen dat het hoogste bestuursorgaan van de instelling, zoals
het college van bestuur van een universiteit of hogeschool, op de hoogte is van de
aanvraag. NWO wil instellingen stimuleren zelf een kritische selectie te maken van
de namens de instelling in te dienen aanvragen. Verder is vanaf 2019 is het NWO-advies
over beknopte aanvragen bindend; een beknopte aanvraag die een negatief advies ontvangt,
kan niet worden uitgewerkt en ingediend als voorstel. Dit is een van de maatregelen
om de werkdruk voor aanvragers te beperken. Ook wordt op deze manier het aantal volledig
uitgewerkte voorstellen beperkt, waardoor de slagingskans wordt vergroot.
NWA-calls op initiatief van departementen
Via actielijn twee van het NWA-programma wordt de verbinding gelegd tussen de NWA
en de kennisagenda’s van departementen. Departementen hebben de ruimte om zelf onderwerpen
voor te stellen en om deze gezamenlijk met NWO uit te werken tot NWA-calls. Door krachten
te bundelen wordt er jaarlijks focus gecreëerd op onderwerpen die departementen belangrijk
vinden en die binnen de NWA passen. Omdat er een jaarlijkse ronde is, is er ook flexibiliteit
om in te spelen op nieuwe vraagstukken.
Departementen dragen financieel bij aan deze actielijn, waarmee de NWA leidt tot extra
investeringen in wetenschap. Calls hebben een minimale omvang van € 3 miljoen en een
minimale looptijd van 3 jaar. Vanuit het NWA-budget is cofinanciering beschikbaar:
de inleg van de departementen wordt ten hoogste verdubbeld, met een maximum aan cofinanciering
van € 2,5 miljoen per thema. Departementen worden aangemoedigd om samen met andere
departementen een voorstel in te dienen om raakvlakken tussen de kennisagenda’s van
departementen te benutten en om grote calls te kunnen lanceren. In het eerste jaar
(2018) is bijvoorbeeld een samenwerking tot stand gekomen op cybersecurity waardoor
zeven departementen gezamenlijk investeren in een call. In 2019 hebben 15 Rijksinspecties
en 7 markttoezichthouders gezamenlijk een initiatief ingediend rond het onderwerp
«vernieuwing van toezicht». De NWA heeft daarmee verbinding met de departementale
agenda’s en zorgt ook voor verbinding tussen de departementale agenda’s.
In 2018 was € 10 miljoen aan NWA-middelen beschikbaar voor cofinanciering van de departementale
bijdrages. Dit bleek voldoende om zes van de negen initiatieven van departementen
te honoreren en de departementale bijdrages zo goed als te verdubbelen (bijlage 4)6. De overige drie voorstellen worden waarschijnlijk op een later moment uitgewerkt
tot call. De eerste call die open is gegaan, is Schulden en Armoede (box 5).
Box 5: Schulden en Armoede
Via NWA-actielijn twee is, op initiatief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
€ 3 miljoen beschikbaar gesteld voor onderzoek naar de bestrijding van schulden en
armoede. De call is maart jl. geopend en sluit aan op het kennisprogramma «Vakkundig
aan het werk» (ZonMw en SZW) waarin wetenschappers samen met gemeenten de nieuwste
wetenschappelijke inzichten gebruiken om burgers die kampen met armoede, schulden
en sociale uitsluiting te helpen. Het kennisprogramma heeft drie thema’s: leven in
armoede en sociale uitsluiting, verborgen armoede en evaluatie- en effectiviteitsonderzoek
naar integrale en samenlopende interventies Door verborgen armoede te onderzoeken
worden mensen die hulp nodig hebben beter bereikt. Ook komt er een evaluatie- en effectiviteitsonderzoek
naar bestaande armoederegelingen en schuldhulpverlening om zo de kwaliteit te verbeteren.
In totaal 199 partners hebben zich aangemeld voor het programma «Vakkundig aan het
werk», waaronder kennisinstellingen en gemeenten.
In 2019 dienden departementen acht onderwerpen in. In vier gevallen ging het om samenwerking
tussen meerdere departementen: economische veerkracht van vrouwen; encryptie (in maatschappelijke
sectoren als zorg en mobiliteit); gezonde leefomgeving in het kader van klimaatverandering;
en vernieuwing van toezicht (bijlage 5)7. Departementen zijn voornemens om in totaal € 19,3 miljoen te investeren, waarvan
€ 17,3 miljoen in aanmerking komt voor cofinanciering. Vanuit de NWA is € 14,9 miljoen
aan cofinanciering beschikbaar, waarmee ruimte is om de acht onderwerpen uit te werken
tot NWA-calls. Najaar 2019 wordt bepaald of alle acht onderwerpen worden uitgewerkt
tot calls en wat de bedragen per call zijn.
Netwerken en vernieuwing Nationale Wetenschapsagenda
Om de Nationale Wetenschapsagenda actueel te houden vind ik het belangrijk dat de
NWA-routes de mogelijkheid hebben hun netwerk (community) in stand te houden en te vernieuwen (actielijn drie). De netwerken achter de 25
routes zijn van groot belang voor het genereren van nieuwe ideeën voor wetenschappelijke
en maatschappelijke doorbraken. Routes kunnen financiering aanvragen voor ondersteuning
en ontwikkeling van het routenetwerk. Het gaat om maximaal € 50.000 per route per
jaar vanaf dit jaar.
Vernieuwing van de NWA vindt ook plaats door financiering van onderzoek via de Ideeëngenerator.
De Ideeëngenerator wil onderzoek bevorderen met potentieel hoge maatschappelijk impact,
dat risicovol is of te vroeg in zijn ontwikkeling is voor een positieve beoordeling
in een regulier peer review proces. Het programma moedigt creatieve denkers aan om
innovatieve onderzoeksideeën in te dienen, waarbij er expliciet ruimte is voor indieningen
door promovendi en postdocs. De voorstellen moeten relevant zijn voor de NWA-routes.
Mei jl. sloot de eerste call. Er is budget om 37 van de 494 onderzoeksideeën te honoreren.
Najaar 2019 zal NWO een nieuwe Ideeëngenerator-call openstellen met ruimte om nog
eens 36 voorstellen te honoreren.
Wetenschapscommunicatie en outreach
Omdat de NWA tot stand is gekomen met actieve inbreng van burgers, maatschappelijke
organisaties en vele andere partijen, hecht ik grote waarde aan het teruggeven van
tussenresultaten, antwoorden en wetenschappelijke doorbraken aan de samenleving (actielijn
vier). Hierbij is ruimte voor dialoog, bijvoorbeeld over de maatschappelijke implicaties
van nieuwe technologie. Samen met NWO, kennisinstellingen, onderzoekers en publieksinstellingen
wil ik zoveel mogelijk groepen binnen de samenleving bereiken, inclusief jongeren
en volwassenen met een latente interesse in wetenschap.
De formele aftrap voor de NWA-publiekscommunicatie vond plaats op 2 mei jl. met een
groot publieksevenement, «Expeditie Next». De Nederlandse wetenschap presenteerde
zich in de Rotterdamse Maassilo. Alle universiteiten en acht hogescholen leverden
demonstraties/opstellingen en vele wetenschapsmusea leverden een bijdrage. Het evenement
trok bijna 2.000 kinderen en 1.500 volwassenen. Het evenement illustreerde hoe communicatie
over de NWA hand in hand gaat met het vergroten van interesse in de wetenschap.
Op dit moment is NWO samen met de partners uit de kenniscoalitie bezig om de communicatie
richting het brede publiek vorm te geven. Mogelijke activiteiten in de toekomst zijn
campagnes in online media, video’s en podcasts over de waarde van wetenschap of een
radiocampagne.
Daarnaast biedt de NWA ruimte voor nieuwe, innovatieve vormen van wetenschapscommunicatie
en samenwerking met bestaande initiatieven. Hierbij is expliciet ruimte voor het in
de etalage zetten van eigen onderzoek, van instellingen en individuele onderzoekers.
Science centra door het hele land vervullen hierbij een verbindingsfunctie en organiseren
regionale evenementen, passend binnen de doelen van de NWA. Zoals beschreven in de
Uitgangspunten Cultuurbeleid 2021–2024, geeft NWO op dit moment vorm aan deze samenwerking
met de science centra.8
NWO gebruikt de innovatieve vormen van wetenschapscommunicatie en de samenwerking
met bestaande initiatieven om het kennisniveau over de doeltreffendheid van wetenschapscommunicatie
te verhogen. De kennis en inspirerende voorbeelden worden gedeeld met de NWA-routenetwerken en met onderzoeksconsortia binnen en buiten de NWA. Uiteraard kan de inspiratie
en kennis ook afkomstig zijn uit NWA-projecten. Consortia in NWA actielijn één zijn
verplicht om minimaal 5% van hun budget te besteden aan kennisbenutting, waar wetenschapscommunicatie
deel van kan uitmaken. Op deze wijze staat de generieke wetenschapscommunicatie van
de NWA in verbinding met de activiteiten van individuele NWA-projecten.
Motie Bruins en Van der Molen en motie Özdil over verbinding en synergie tussen de
NWA en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid
Ik informeer u graag over de wijze waarop synergie tussen de NWA en het missiegedreven
topsectoren- en innovatiebeleid zal worden gerealiseerd.9 Hiermee beantwoord ik, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
de motie van de leden Bruins en Van der Molen die de regering verzoekt om aan te geven
hoe er synergie wordt bereikt en bewaakt tussen thematisch beleid in onderzoek en
innovatie (Kamerstuk 29 338, nr. 193). Ook beantwoord ik hiermee de gewijzigde motie van het lid Özdil die de regering
verzoekt om, op het gebied van kwantum- en biotechnologie, verbinding aan te brengen
tussen de Nationale Wetenschapsagenda en het topsectorenbeleid (Kamerstuk 29 338, nr. 178).
Samen met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat zet ik me in voor synergie
tussen de NWA en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid.10 Zowel de NWA als het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid zijn relevant
voor maatschappelijke uitdagingen. Het verschil tussen de twee programma’s ligt in
de doelstellingen en aanpak. Hierdoor zijn de programma’s complementair. Zoals eerder
in deze brief vermeld, heeft de NWA als doelstelling het realiseren van wetenschappelijke
doorbraken en maatschappelijke oplossingen. De 25 NWA-routes combineren een groot
aantal wetenschappelijke vraagstukken met maatschappelijke uitdagingen. Zwaartepunten
ontstaan bottom-up, op basis van de kwaliteit van ingediende voorstellen. Het missiegedreven
topsectoren- en innovatiebeleid heeft als doel om de innovatiekracht van de topsectoren
te gebruiken om grote maatschappelijke uitdagingen aan te pakken én de concurrentiekracht
van Nederland verder te versterken. Richtinggevend hierbij zijn de missies en de daarop
gebaseerde Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s) die in 2019 worden ontwikkeld.
Synergie tussen de NWA en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid ontstaat
op drie manieren. Allereerst, is binnen de NWA ruimte voor calls op initiatief en
met medefinanciering van departementen (NWA-actielijn twee). Departementen kunnen
NWA-calls ontwikkelen over, bijvoorbeeld, kwantum- of biotechnologie, energie, landbouw,
water en voedsel of andere onderwerpen die ook in het missiegedreven topsectoren-
en innovatiebeleid aan bod komen. Het staat departementen ook vrij om onderwerpen
voor te stellen die wel passen binnen de NWA maar niet binnen de KIA’s in het missiegedreven
topsectoren- en innovatiebeleid. Zo sluit het NWA-initiatief over economische veerkracht
van vrouwen (2019) wel aan bij de NWA, maar niet bij de thema’s in het missiegedreven
innovatiebeleid. NWO zorgt, indien relevant, voor afstemming tussen NWA-calls en calls
binnen het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. Dit betreft inhoudelijke
afstemming maar ook afstemming in timing en communicatie. Een voorbeeld is de NWA-call
«Opslag en conversie» die op 21 juni werd gepubliceerd en de opslag van duurzame energie
tot onderwerp heeft. Deze call is ontwikkeld met medefinanciering van EZK. Op dezelfde
dag verscheen een tenure track call «Elektrochemische Conversie en Materialen» over dit onderwerp, welke onderdeel
uitmaakt van de topsectorinzet op dit thema.
Een tweede manier om synergie te bereiken tussen de NWA en het missiegedreven topsectoren-
en innovatiebeleid is het online publiceren van initiatieven voor NWA-actielijn één.
Op de NWO-website delen consortia in wording hun eerste ideeën. Hierdoor kunnen, bijvoorbeeld,
bedrijven die actief zijn in de topsectoren, aansluiting zoeken bij NWA-consortia
die naar hetzelfde onderwerp onderzoek willen doen en die de nadruk leggen op de wetenschappelijke
uitdagingen.
Een derde manier om synergie te bereiken is dat NWO, na toekenning van projecten in
de NWA en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid, contacten stimuleert
tussen consortia die naar hetzelfde onderwerp onderzoek doen. Dit kan bijvoorbeeld
met workshops, conferenties en voorlichtingsbijeenkomsten. Op deze wijze kunnen onderzoekers
plannen en (tussen)resultaten delen en op elkaars kennis bouwen. De NWA-voorstellen
die 12 juni jl. zijn gehonoreerd (bijlage 3) bevatten meerdere onderwerpen waarop
synergie tussen de NWA en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid mogelijk
is. Een voorbeeld is kwantumtechnologie, met het NWA-project over kwantummicroscopie en projecten
in de topsector High Tech Systemen en Materialen. Ook op andere onderwerpen is synergie
mogelijk, bijvoorbeeld gepersonaliseerde medicijnen, cybersecurity, smart industry
en duurzame landbouw.
NWO bewaakt de bovengenoemde vormen van synergie en zal hierover rapporteren in het
regulier overleg met de Adviescommissie NWA. Ook zal synergie aan de orde komen in
het overleg van de DG’s en boegbeelden van de topsectoren en kennisinstellingen over het missiegedreven topsectoren-
en innovatiebeleid. In de adviescommissie NWA zijn onder andere universiteiten, organisaties
voor toegepast onderzoek (TO2-instellingen), bedrijven en departementen vertegenwoordigd.
NWO zal de adviescommissie en het overleg van de bij het missiegedreven topsectoren-
en innovatiebeleid betrokken DG’s en boegbeelden informeren over activiteiten om synergie
te bereiken op onderwerpen die zowel in de NWA als in het missiegedreven topsectoren-
en innovatiebeleid aan bod komen. NWO zal hierbij ook andere programma’s dan de NWA
en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid betrekken. Tegelijkertijd borgt
NWO de doelstellingen en aanpak van individuele programma’s. De hier beschreven verbindende
rol van NWO is in de NWO-strategie 2019–2022 aangeduid als de nexus-rol. NWO heeft
hierbij bijzondere aandacht voor het, waar relevant, afstemmen van de inrichting van
de verschillende calls, in overleg met universiteiten, hogescholen, TO2-instellingen
en andere partijen.
De Staatssecretaris van EZK en ik vragen de kenniscoalitie hoe te komen tot een optimale
synergie tussen enerzijds het missie gedreven topsectorenbeleid en anderzijds de Nationale
Wetenschapsagenda, met inachtneming van de uitgangspunten van beide programma’s. Binnen
die uitgangspunten past geen oormerking van NWA-middelen voor thema’s.
Ik wil benadrukken dat niet alleen NWO maar ook organisaties en onderzoekers zelf
verbindingen leggen tussen de NWA, het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid
en andere relevante programma’s en instrumenten. Zo bestaat het consortium van het
Startimpulsproject voor de NWA-route «De kwantum/nano-revolutie» uit 24 organisaties
waaronder kennisinstellingen en bedrijven die actief zijn binnen de topsectoren. Een
groot deel van deze partijen denkt mee over de Kennis- en Innovatieagenda’s van de
topsectoren en de Nationale Agenda kwantumtechnologie die in 2019 verschijnt.
Ook de synergie tussen Nederlandse en Europese onderzoeksagenda’s is belangrijk. Samen
met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat vertegenwoordig ik Nederland
in de onderhandelingen over Horizon Europe. We gebruiken de NWA en het topsectorenbeleid
als toetssteen voor de beoordeling van voorstellen van de Europese Commissie. We hebben,
met succes, gepleit voor samenwerking door de hele kennisketen heen en voor voldoende
aandacht voor sleuteltechnologieën zoals kwantum- en biotechnologie.11 De Europese Commissie gebruikte de NWA als inspiratiebron voor het betrekken van
maatschappelijke organisaties en burgers bij het ontwikkelen van Horizon Europe. Nederland
steunt de Europese Commissie bij het lanceren van vijf Europese missies voor onderzoek
en innovatie, met een aanpak die vergelijkbaar is met het missiegedreven topsectoren-
en innovatiebeleid in Nederland.
Vooruitblik
Zoals hierboven beschreven, zijn alle NWA-activiteiten gelanceerd en zijn de uitkomsten
van de eerste call bekend. De interesse is groot en wordt door NWO in goede banen
geleid. In 2019 en 2020 volgen de tweede en derde call voor langjarig onderzoek door
consortia; de serie calls die is ontwikkeld op initiatief van departementen; en een
call binnen de Ideeëngenerator.
Wetenschappelijke en maatschappelijke vragen zullen veranderen, ook op basis van de
antwoorden, en dus zullen ook de vragen en routes van de NWA dynamisch zijn. De NWA
wordt in 2022 herijkt samen met alle betrokkenen, inclusief burgers.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap