Brief regering : Cijfers en initiatieven Samenwerking GGZ-Werk & Inkomen
28 719 Reïntegratiebeleid
25 424
Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 108
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VAN VOLKSGEZONDHEID,
WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2019
Psychische gezondheid en werk/participatie hebben veel met elkaar te maken. Gezond
zijn en je gezond voelen is belangrijk om deel te kunnen nemen aan de maatschappij
en andersom werkt het ook: wie meedoet in de samenleving, voelt zich beter.
Tegelijkertijd weten we ook dat veel mensen met psychische problemen geen werk hebben
en aan de kant staan. Een groep die de laatste jaren alleen maar is gegroeid. Was
de reden van uitval uit werk vroeger vooral lichamelijk, nu is die steeds vaker psychisch.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft recent onderzoek gedaan naar de
relatie tussen arbeidsmarkt en psychische zorg. Over de uitkomsten van dit onderzoek
willen wij u met deze brief informeren. Daarnaast bieden wij u een tweede onderzoek
aan, getiteld Gezondheidsproblemen in WW en bijstand
1. Ook de uitkomsten van dit, door onderzoeksbureau SEO uitgevoerde, onderzoek bevestigen
dat het hebben van een uitkering en het ondervinden van (psychische) gezondheidsproblemen
in het leven van veel mensen samengaan.
De conclusies van deze onderzoeken onderstrepen de urgentie van goede samenwerking
tussen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en de instanties verantwoordelijk voor
het verstrekken van uitkeringen en het bieden van re-integratiemogelijkheden: gemeenten
en UWV. Samenwerking die steeds meer gestalte krijgt. Ook over die samenwerking en
over de wijze waarop wij ondersteunen, informeren wij u in deze brief.
Psychische gezondheid, werk en sociale zekerheid – de cijfers
CBS-onderzoek 2016
Het CBS heeft met een statistisch onderzoek de samenhang in kaart gebracht tussen
gezondheid en werk en uitkeringen voor het gebruik van psychische zorg in het jaar
2016 (zie https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2019/16/geestelijke-gezondheidszorg-e…)
Dit is een herhaling van eerder gepubliceerd onderzoek over het jaar 2013.
12,5% oftewel 1 op de 8 Nederlanders tussen 18 en 74 jaar ontving in 2016 psychische
zorg. 8,9% is het percentage voor werkenden en voor scholieren/studenten ligt dat
iets hoger, namelijk 9,5%. Uitkeringsgerechtigden laten een veel hoger cijfer zien,
namelijk 31%. Aangezien uitkeringsgerechtigden die ggz vaker en langer ontvangen dan
anderen, komt bijna 60% van de totale ggz-kosten voor rekening van mensen met een
uitkering (arbeidsongeschiktheid, Ziektewet, bijstand en WW samen). Psychische zorg
is gedefinieerd als gebruik maken van de ggz en/of van psychofarmaca, op basis van
de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Onderstaande tabel geeft voor verschillende typen uitkeringen weer welk deel van de
uitkeringsgerechtigden psychische zorg ontvangt. De regelingen die bedoeld zijn om
bij gezondheidsproblemen het inkomen te verzekeren: de Ziektewet en de arbeidsongeschiktheidsregelingen
– kennen de hoogste cijfers psychische zorg, namelijk respectievelijk 42% en bijna
40%. In de bijstand maakt 28,9% van de mensen gebruik van psychische zorg. Het gebruik
van psychische zorg bij degenen die kort in de bijstand zitten is 25%, bij mensen
die meer dan 10 jaar in de bijstand zitten is dit een stuk hoger, namelijk 35%.
Voor de WW zijn die cijfers een stuk lager, namelijk bijna 14%. Dat is meer in de
buurt van de werkenden (bijna 9%). WW’ers zijn veelal mensen die vanuit een baan werkloos
zijn geworden. Reden waarom zij meer gebruik maken van psychische zorg dan werkenden
kan te maken hebben met de stress die vaak ontstaat bij werkloosheid. Maar wat ook
kan is dat zij die werken en psychische zorg ontvangen eerder in de WW terecht komen.
Uitkeringsgerechtigd en in psychische zorg, 2016
31,0%
WW
13,9%
Arbeidsongeschikt
39,7%
met diagnose psychische aandoeningen,
55,0%
met somatische diagnose
28,1%
met somatische diagnose en diagnose psychische aandoeningen
43,2%
Bijstand
28,9%
korter dan 1 jaar
25,5%
1 tot 3 jaar
28,3%
3 tot 6 jaar
28,8%
6 tot 10 jaar
29,8%
10 jaar of langer
35,2%
Ziektewet
42,0%
Uitkeringsgerechtigden zijn oververtegenwoordigd in de ggz. Ook blijkt dat de kosten
per uitkeringsgerechtigde voor de ggz ongeveer 9 keer hoger zijn dan voor werkenden.
De kosten die de ggz maakt in het kader van de Zvw komen, zoals al eerder vermeld,
voor bijna 60% voor rekening van uitkeringsgerechtigden. Overigens zijn de kosten
voor somatische klachten en de farmaceutische kosten per uitkeringsgerechtigde ook
– zij het beperkter- hoger dan voor werkenden (3 keer zo hoog voor somatische kosten
en 4 keer zo hoog voor farmaceutische kosten).
SEO-onderzoek «Gezondheidsproblemen in WW en bijstand»
Dit onderzoek richt zich op de rol van gezondheidsproblemen bij in- en uitstroom in
WW en bijstand. De in- en uitstroom van mensen met psychische problemen wordt vergeleken
met die van mensen met somatische problemen en die van mensen zonder gezondheidsklachten.
De invloed van somatische klachten, zo bleek uit het onderzoek, is in vergelijking
met die van psychische beperkter. Een algemene conclusie van het onderzoek is dat
gezondheidsproblemen samenhangen met een grotere kans op instroom in de WW en de bijstand.
De invloed van gezondheid is groter bij instroom in de bijstand dan bij instroom in
de WW. Dat blijkt wanneer de instroomkansen van mensen met en zonder gezondheidsproblemen
relatief met elkaar worden vergeleken. In de bijstand is de instroomkans van mensen
met psychische gezondheidsproblemen ten opzichte van de kans van mensen zonder gezondheidsproblemen
ruim twee keer zo groot, bij WW is die kans anderhalf keer zo groot.
Daarnaast hebben mensen in de WW en de bijstand met gezondheidsproblemen een kleinere
kans om uit te stromen richting duurzaam werk. Dit geldt vooral voor psychische gezondheidsproblemen.
Met name bij uitstroom naar duurzaam werk uit de bijstand zijn de verschillen groot
in vergelijking met de verschillen die afhankelijk van leeftijd en opleidingsniveau
bestaan.
Iemand zonder gezondheidsproblemen heeft gemiddeld een kans van 6,7% om uit te stromen
uit bijstand richting duurzaam werk. Voor iemand met psychische gezondheidsproblemen
is die kans 3,6%. Iemand met zowel psychische als somatische gezondheidsproblemen
heeft een nog kleinere kans: 2,8%. Deze verschillen in uitstroomkans zijn groter dan
de verschillen in instroomkans, wanneer ze afgezet worden tegen de verschillen met
leeftijd en opleidingsniveau.
Ook voor uitstroom naar duurzaam werk geldt dat gezondheidsverschillen relatief groter
zijn bij de bijstand dan bij de WW.
Samenwerking van ggz en Werk&Inkomen
Uit de cijfers over de arbeidsparticipatie van mensen met een psychische beperking
rijst dus een zorgelijk en verontrustend beeld. Het effect van psychische aandoeningen
op de arbeidsmarkt is groot en de problematiek is vaak complex. Hoe indringend dat
effect is blijkt alleen al uit het verschil tussen mensen met en zonder depressies.
De arbeidsparticipatie van mensen zonder depressie is in Nederland 80%, maar met depressie
daalt dat percentage tot 40% (OECD: Health at a Glance 2019).
Een aanzienlijk deel van de mensen met psychische aandoeningen zou willen werken,
ook dat weten we (Monitor Ambulantisering van het Trimbosinstituut (https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/product/af1650–5-achterblijvende-arbeidsparticipatie-onder-mensen-met-psychische-problemen).
Maar de vraag is of zij daartoe voldoende de kans krijgen.
Duidelijk is uit dat mensen met psychische aandoeningen aan het werk helpen veel beter
lukt als de gemeenten en UWV met de ggz-partijen samenwerken. Herstel en re-integratie
gaan dan samen op. En het werken komt de psychische gezondheid vaak ten goede («Werk
als medicijn»). De door partijen in de ggz ontwikkelde zorgstandaard Arbeid als medicijn is hierbij van nut (https://www.ggzstandaarden.nl/generieke-modules/arbeid-als-medicijn/inl…).
Het kabinet wil een beweging doorzetten om mensen met een psychische aandoening zo
veel mogelijk mee te laten doen in de samenleving. Indien mogelijk in de vorm van
betaald werk, want werk kan een enorm positief effect hebben op de psychische gezondheid.
De groep mensen die tegelijkertijd met gemeente of UWV (uitkering/re-integratie) en
met de ggz (behandeling) een relatie heeft, is groot.
Stimulering en ondersteuning van de samenwerking tussen het domein Werk&Inkomen en
het domein ggz is daarom nodig en noodzakelijk. De Ministeries van SZW en VWS werken
tegen deze achtergrond al geruime tijd samen met GGZ Nederland, UWV, VNG, Divosa,
MIND en de LCR. Die samenwerking krijgt op verschillende manieren vorm.
Facilitering regionale samenwerking ggz, UWV en gemeenten
In 2017 werd door 31 arbeidsmarktregio’s een samenwerkingsplan GGZ-Werk&Inkomen opgesteld.
Dit proces van planvorming en – uitvoering werd door het Rijk gefaciliteerd. De planperiode
loopt najaar 2019 af. Naar de uitvoering van de plannen is tussentijds onderzoek gedaan,
met als hoofddoel regio’s in staat te stellen van elkaar te leren.
Uit dat onderzoek blijkt dat over de gehele linie beschouwd in de regionale samenwerking
tussen ggz-instellingen, gemeenten en UWV verbetering valt waar te nemen. Er is vooruitgang
in de bundeling van expertise van betrokken partijen, de afstemming over de inzet
van hun instrumentarium en het vertalen van die afstemming in werkprocessen. Tegelijkertijd
blijkt ook dat het samenwerkingsniveau van regio’s zeer uiteenloopt. In een aanzienlijk
aantal regio’s is de samenwerking nog kwetsbaar, en komt die onvoldoende concreet
ten goede aan de mensen om wie het gaat. Ook de samenwerking met zorgverzekeraars
en met werkgevers moet in veel regio’s nog op gang komen. Door regio’s veelgenoemd
is het knelpunt dat de verschillende bekostigingssystematieken die bij ggz, UWV en
gemeenten aan de orde zijn, de samenwerking niet vergemakkelijken.
Op verzoek van de betrokken landelijke koepelorganisaties (waaronder GGZ Nederland,
UWV, VNG, Divosa, MIND) hebben wij daarom besloten de ondersteuning van de regionale
samenwerking GGZ-Werk&Inkomen door het Rijk, die najaar 2019 zou eindigen, met 1 jaar
te verlengen. Hier maken wij € 1 miljoen voor beschikbaar. Goede en noodzakelijke
borging van de samenwerking in de regio om meer mensen met psychische problemen aan
het werk te helpen is het belangrijkste doel van deze verlengde ondersteuning.
Landelijk samenwerkingsconvenant
Samenwerking tussen de domeinen Werk&Inkomen en de ggz is van groot belang om mensen
met psychische aandoeningen met succes aan werk te helpen. Het is daarom verheugend
dat die samenwerking de laatste jaren aan robuustheid wint. In dat verband memorabel
was het feit dat in mei 2018 tien landelijke partijen het convenant Samenwerken aan wat werkt, naar duurzaam werk voor mensen met een psychische kwetsbaarheid ondertekenden2. Doel van dat convenant is «een effectieve re-integratie voor mensen met een psychische
kwetsbaarheid, of behoud van werk zodat uitval op de arbeidsmarkt wordt voorkomen.
Inzet is dat zij betaald werk verrichten of kunnen blijven verrichten. Dit draagt
bij aan herstel en sluit aan bij een inclusieve samenleving waarin iedereen naar vermogen
kan meedoen.»
Inzet re-integratiemethode Individuele plaatsing en steun (IPS)
Begeleiding naar werk is vaak cruciaal om de resultaten van de behandeling te laten
beklijven. IPS is een uit de Verenigde Staten afkomstige, door de ggz ontwikkelde,
methode om mensen met psychische aandoeningen aan werk te helpen. Belangrijk kenmerk
van IPS is «first place than train». Dat betekent dat iemand zo snel mogelijk begint
met een echte baan en om de taakuitvoering die daarbij hoort begeleiding/training
krijgt. IPS is oorspronkelijk voor mensen met ernstige psychische aandoeningen ontwikkeld,
en bij die groep bewezen effectief gebleken. IPS wordt uitgevoerd door ggz-aanbieders
en uitkeringsinstanties samen. Het persoonlijk benaderen van werkgevers is in de methode
ingebakken. De methode wordt op tal van plaatsen in de wereld ingezet en kent onverwacht
goede resultaten.
In Nederland loopt een vijfjarige (2017–2022) IPS-regeling van het UWV. Daarbij zet
het UWV € 20 miljoen in voor toepassing van IPS bij UWV-cliënten met ernstige psychische
aandoeningen, voor maximaal 500 trajecten jaarlijks.
De IPS-bekendheid in het veld neemt toe. Gemeenten zijn geïnteresseerd in IPS, en
dan vooral ook in de re-integratie van de mensen met mildere psychische aandoeningen («Common mental disorders»/CMD).
Aanvullend op genoemde regeling voor UWV-cliënten met ernstige psychische aandoeningen,
loopt sinds kort een nieuwe ministeriële subsidie- en onderzoekregeling die IPS beschikbaar
maakt voor ook mensen met mildere psychische aandoeningen. De regeling, op 1 mei 2019
in werking trad, wordt gefinancierd door SZW en UWV en gemeenten samen. In totaal
is hiermee een bedrag gemoeid van € 1,6 miljoen. De nieuwe regeling is in verschillende
opzichten innovatief: a. IPS krijgt een nieuwe doelgroep (was tot op heden alleen
voor mensen met ernstige psychische aandoeningen); b. De regeling geldt voor zowel UWV- als gemeentelijke
cliënten; c. De regeling schakelt de domeinen ggz, gemeenten-UWV op werkprocesniveau
aaneen zodat wie meedoet automatisch over domeingrenzen heen samenwerkt. De regeling
is ontworpen in nauwe samenwerking met ggz-aanbieders, UWV, gemeenten, Kenniscentrum
Phrenos en de Programmaraad, en de resultaten zullen worden onderzocht. Aan de regeling,
die tot eind november 2019 van kracht is, kunnen 200 mensen meedoen.
Inzet werkgevers voor mensen met een psychische aandoening
Werkgeversvereniging AWVN voert momenteel een project uit dat, door werkgeversbril
bezien, kennis levert over wat er in bedrijven goed gaat en niet goed bij plaatsingen
van mensen met een psychische aandoening. Het Ministerie van SZW faciliteert dit project.
AWVN doet in 2019 in vijf arbeidsmarktregio’s een pilot van een jaar, met echte plaatsingen
als uitgangspunt. Ggz-aanbieders, UWV en gemeenten doen daaraan mee. Bedoeling is
succesfactoren vervolgens breed te kunnen verspreiden. Dit AWVN-project heeft inmiddels
een praktische handreiking voor werkgevers opgeleverd over het aannemen van mensen
met een psychische aandoening.
Experiment effecten ontschotte financiering
Goede samenwerking tussen ggz-aanbieders en gemeenten en UWV betekent in concreto
dat we van professionals in de uitvoering vragen om over de grenzen van hun eigen
domein heen te kijken. We vragen professionals uit hun eigen koker te stappen, in
gesprek te gaan met professionals uit het andere domein, om zo gezamenlijk de mensen
te helpen om werk te vinden en te houden. Veel leed kan worden voorkomen als mensen
op wat zij wél kunnen, op wat zij wél willen met één stem door ggz-aanbieders, gemeenten
en UWV worden aangesproken. Dat bemoedigt. Het stigma is bij psychische aandoeningen
nog altijd groot. Werk draagt bij aan destigmatisering en inclusie.
De beeldvorming over de baankansen van de mensen met psychische aandoeningen is over
het algemeen negatief. Die beeldvorming doorbreken met feiten is daarom nodig.
De beweging die is ingezet succesvol maken kan alleen als we knelpunten die door de
professionals worden ervaren serieus nemen. Uit het onderzoek naar de samenwerking
in de 31 regio’s blijkt dat de schotten in de financiering tussen ggz en werk en inkomen
als knellend worden ervaren om tot samenwerking te komen.
Om te kijken hoe we de uitvoerings- en financieringscondities voor een integrale aanpak
van ggz-aanbieders, gemeenten en UWV in de praktijk kunnen optimaliseren, willen wij
een experiment ondersteunen. Een vijfjarig experiment naar de mogelijkheid van meer
integrale financiering van de samenwerking ggz-Werk&Inkomen, met als kern de ontschotting
van middelen van ggz en Werk&inkomen. Gemeten zal worden hoe de samenwerking en de
arbeidsparticipatie van mensen met psychische aandoeningen zich onder de experimentele
condities ontwikkelen. Voor de opzet van het experiment zal komende maanden door de
externe partners, zoals GGZ Nederland, Divosa, UWV en Kennisinstituut Phrenos, een
model worden ontwikkeld. Een beperkt aantal, nog nader te bepalen, regio’s zullen
aan het experiment meedoen. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat ook verschillende
zorgverzekeraars mee zullen doen zodat we het domein van de Zvw beter kunnen laten
aansluiten bij het domein van werk en inkomen.
Samengevat hebben psychische gezondheid en participatie alles met elkaar te maken.
Werk kan een enorm positief effect hebben op de psychische gezondheid. Mensen met
psychische aandoeningen aan het werk helpen is dan ook een gezamenlijk belang van
alle betrokkenen in de domeinen zorg en werk en inkomen. Regionaal leren partijen
elkaar kennen en worden afspraken gemaakt die nodig zijn. Wij zijn ervan overtuigd
dat de bovengenoemde initiatieven een impuls zullen geven aan inspanningen van partijen
om, met inachtneming van ieders verantwoordelijkheden, te komen tot een goed zorg-,
participatie- en ondersteuningsaanbod voor mensen met psychische problemen.
Wij zullen u over de resultaten van de hier genoemde initiatieven informeren, net
als over het genoemde experiment.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport