Brief regering : Beleidsdoorlichting BIT 2017-2018
30 985 Beleidsdoorlichting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Nr. 34 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juli 2019
De Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) 20181 van het Ministerie van Financiën schrijft voor dat het beleid dat onder de beleidsartikelen
in de begroting valt, periodiek geëvalueerd moet worden. In deze brief informeer ik
uw Kamer over de opzet en vraagstelling van het onderdeel van artikel 7, Kwaliteit
Rijksdienst, namelijk de beleidsdoorlichting van het Bureau ICT-toetsing (BIT). Hiermee
geef ik tevens uitvoering aan de motie van het lid Harbers2.
Beleidsdoorlichting BIT en onderzoek motie Middendorp
In overleg met de Minister van BZK heb ik uw Kamer laten weten de toegezegde beleidsdoorlichting
over de periode van 2017 en 2018 van het BIT eerder gepland voor 2020 in de tijd naar
voren te halen en af te ronden voor het einde van dit jaar. Ik zal deze beleidsdoorlichting,
samen met de gewijzigde motie van het lid Middendorp3, benutten om hiermee eind dit jaar antwoord te geven op een structurele voortzetting
en positionering van de taken van het BIT.
Aanpak en proces van de beleidsdoorlichting
Het doel van de beleidsdoorlichting is de doeltreffendheid en de doelmatigheid te
onderzoeken van het gevoerde beleid rondom de tijdelijke versterking van het CIO-stelsel
door onder andere de instelling van het Bureau ICT-toetsing, zoals geadviseerd door
de commissie Elias4.
De beleidsdoorlichting heeft betrekking op het beleid in de periode 2017 en 2018.
De opzet en de vraagstelling van de beleidsdoorlichting
De beleidsdoorlichting is gebaseerd op bestaande documenten zoals het instellingsbesluit5 en het wijzigingsbesluit6 van het BIT, de jaarrapportages over 2017 en 2018 en de onafhankelijke evaluatie
in opdracht van de Toezichtsraad BIT. De aanwezige onderzoeksgegevens dekken niet
het gehele te onderzoeken veld af. Ik heb een extern onderzoeksbureau de opdracht
gegeven op basis van de RPE-vragen met aanvullend materiaal tot een beleidsdoorlichting
te komen.
De centrale onderzoeksvragen bij deze beleidsdoorlichting hebben betrekking op:
• Het verbeteren van de opdrachtformulering
• Het verbeteren en verankeren van de ICT-projectbeheersing
• Het vergroten en verankeren van de ICT-taakvolwassenheid
• De BIT doelmatigheid.
Boekjaar
2017
2018
Realisatie
Realisatie
Formatie
10,3 FTE
10,5 FTE
Opleidingen
5.384
3.041
Pers. exploitatie
27.123
8.208
Vacatiegelden
3.571
Externe inhuur
775.283
1.446.412
Materieel
11.409
5.522
Totaal
822.770
1.463.182
Het onderzoeksbureau zal starten met het reconstrueren van de beleidstheorie. Hierbij
wordt het rapport van de Algemene Rekenkamer7 voor de huidige inrichting van het CIO-stelsel als vertrekpunt genomen. Vervolgens
wordt een selectie gemaakt van de te interviewen personen.
Met de beleidstheorie als uitgangspunt worden de beleidsinstrumenten geanalyseerd
aan de hand van de centrale onderzoeksvragen. Op basis hiervan verwacht ik uitspraken
te kunnen doen over de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het BIT en daarbij
zal ook worden gekeken naar de organisatorische ophanging van het BIT en de governance
van het stelsel. Uit de analyse zal blijken of de huidige situatie verbetering behoeft.
Dit wordt uitgewerkt in samenhang met de toegezegde analyses, waarover uw Kamer met
mijn brief voor het zomerreces wordt geïnformeerd.
Het onderzoek is gegund aan het externe bureau Twijnstra Gudde (TG). Bij het proces
wordt een onafhankelijk deskundige betrokken. De onafhankelijk deskundige ziet toe
op de kwaliteit van de onderzoeksmethodiek en velt een oordeel over de kwaliteit van
de uiteindelijke beleidsdoorlichting. Een universitair hoofddocent verbonden aan het
faculteit Bestuurskunde van de Universiteit Leiden, mevr. dr. A. Wille, zal deze rol
vervullen. Zij heeft deel uitgemaakt van verschillende evaluatie- en begeleidingscommissies
en is een expert op het terrein van de methodologie van beleidsdoorlichtingen. De
onderzoeksopzet en vraagstelling zijn met haar afgestemd.
Een begeleidingscommissie bewaakt de kwaliteit en de voortgang van de doorlichting.
Voor de begeleiding van het onderzoek zijn de volgende commissieleden beschikbaar:
• Een lid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-Generaal
Overheidsorganisatie en tevens voorzitter
• Een lid van het Bureau ICT-toetsing
• Een lid van het Ministerie van Financiën Directoraat-Generaal van de Rijksbegroting
• Een lid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie
Financieel-Economische Zaken
• Een lid van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
• De onafhankelijk deskundige.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.