Brief regering : Nieuwe kaarten Boordcomputer Taxi (BCT)
31 521 Taxibeleid
Nr. 115 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2019
Bij brief van 14 maart 20191 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de éénmeting van het functioneren
van de Boordcomputer Taxi (BCT).
Bij die gelegenheid heb ik u ook laten weten dat de Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) is gestart met een programma voor de vervanging van de BCT-kaarten. In verband
met de beveiligingseisen die aan de BCT worden gesteld, zijn de BCT-kaarten voorzien
van een certificaat en de geldigheid daarvan loopt per eind maart 2020 af.
Als gevolg hiervan zullen de systeemkaarten in de BCT’s en de persoonsgebonden kaarten
(dat zijn de kaarten voor ondernemers, chauffeurs, werkplaatsen en inspectie) moeten
worden vervangen. Tijdens het Algemeen Overleg (AO) Openbaar vervoer en taxi van 21 maart
2019 (Kamerstukken 23 645 en 31 521, nr. 690) heb ik u toegezegd dat ik uw Kamer vóór het zomerreces zal informeren over de voortgang
van het overleg met de sector en de fabrikanten van boordcomputers en de mogelijkheid
om de geldigheidsduur van de systeemkaarten met het oog op een goede overgang te verlengen.
Met deze brief kom ik aan deze toezegging tegemoet.
Omvang programma
Elke taxi in Nederland moet zijn voorzien van een BCT. Er zijn daarom naar schatting
circa 35.000 BCT’s in omloop. In elke BCT zit een systeemkaart. Daarnaast zijn er
circa 65.000 persoonsgebonden kaarten in omloop. Voor de vervanging van de BCT-kaarten
gaat het derhalve om circa 100.000 kaarten.
Vanaf eind maart 2015 zijn er kaarten verstrekt, die door de beperkte geldigheid van
het certificaat een kortere gebruiksduur hebben dan op grond van de wettelijke geldigheidstermijn
mocht worden verwacht. Bij de afgifte van de kaarten vanaf april 2015 is richting
de branche gecommuniceerd dat IenW met een passende oplossing zou komen voor deze
situatie. Aan deze toezegging geef ik nu invulling door aan betrokkenen kosteloos
een nieuwe persoonsgebonden kaart te verstrekken voor de resterende looptijd van de
huidige kaart. Ook voor de nieuwe systeemkaart in de BCT worden geen kosten in rekening
gebracht.
Ik zal hiervoor binnen de begroting van IenW de benodigde middelen ter beschikking
stellen. Deze kosten worden geraamd op € 5,3 miljoen. Dit is een eenmalige tegemoetkoming.
Systeemkaarten
U heeft mij tijdens het AO van 21 maart 2019 gevraagd of ik de taxibranche tegemoet
kan komen door de geldigheidsduur van de systeemkaart met zes jaar te verlengen. Een
verlenging van de geldigheidsduur is technisch mogelijk, maar vergt een afweging tussen
hetgeen technisch mogelijk en hetgeen uit veiligheidsoverwegingen wenselijk is. Op
basis daarvan komt de ILT tot de conclusie dat de geldigheid van de systeemkaarten
met 36 maanden kan worden verlengd tot uiterlijk eind maart 2023. Deze verlenging
geeft de taxibranche ruimschoots de gelegenheid om de systeemkaarten te vervangen.
De kosten voor het plaatsen van de nieuwe systeemkaarten zijn voor de branche zelf.
Voor de verlenging is een software update nodig, die door de fabrikanten wordt uitgevoerd.
Dit is noodzakelijk om de BCT’s ook na eind maart 2020 nog te laten functioneren.
Persoonsgebonden kaarten
Uit veiligheidsoverwegingen is besloten om alle persoonsgebonden kaarten voor 1 januari
2020 te vervangen door een nieuwe. Zoals hiervoor is aangegeven, krijgen betrokkenen
een nieuwe kaart voor de resterende looptijd van hun oude kaart. Zoals tevens aangegeven,
wordt voor deze kaarten eenmalig geen tarief in rekening gebracht.
De levering van de persoonsgebonden kaarten start volgens planning vanaf het najaar
van 2019 en moet voor 1 januari 2020 afgerond zijn. Deze kaarten worden door Kiwa
verstrekt.
Afstemming met taxibranche
De ILT heeft de afgelopen maanden overleg gevoerd met de leverancier van de kaarten
en de BCT-fabrikanten, zodat de vervanging van de BCT-kaarten goed kan verlopen, de
taxibranche zo weinig mogelijk hinder ondervindt en de registratie van de arbeids-
en rusttijden niet wordt onderbroken. Ook de KNV is bij dit overleg betrokken geweest.
Ik realiseer mij dat er voor de taxibranche, ondanks de geboden compensatie, kosten
zijn. Dat zijn kosten voor de software update en de inbouw van de systeemkaart. Dat
is niet onredelijk, omdat de kosten van de registratie van arbeids- en rijtijden in
principe door de sector zelf moeten worden gedragen. Ik vertrouw erop, dat met inzet
van alle partijen de vervanging van BCT-kaarten zal kunnen slagen.
Toekomst
De ILT is inmiddels gestart met een onderzoek naar alternatieven voor de BCT op de
middellange termijn. Dit loopt parallel aan een geleidelijke overgang naar doelregulering,
waarover ik u in mijn brief van 14 maart 2019 informeerde. Vooralsnog is er geen alternatief
beschikbaar dat voldoet aan de wettelijke eisen. Ik zet mij daarom in op een doelmatiger
gebruik van de huidige BCT om het oorspronkelijke doelbereik te verbeteren.
Zodra de uitkomsten van het onderzoek naar de alternatieven beschikbaar zijn, zal
ik u daarover informeren. Het gebruik van de BCT in zijn huidige vorm voor registratie
van arbeids- en rusttijden blijft in elk geval de komende jaren voorgeschreven. De
ontwikkeling en uitwerking van het alternatief zal immers geruime tijd vergen. Om
eventuele problemen bij de omschakeling te voorkomen, is daarnaast mijn uitgangspunt
dat registratiemethoden gedurende meerdere jaren naast elkaar kunnen worden gebruikt
tot in ieder geval 2028 in verband met de certificering die dan afloopt.
Stand van zaken verbetering toezicht
Zoals in de brief van 14 maart 2019 is aangekondigd, zal in de tweede helft van 2019
de deskhandhaving door de ILT van start gaan. Daarbij worden de BCT-gegevens die door
de taxiondernemers worden aangeleverd op afstand geanalyseerd. Deze analyses sturen
de inzet van inspecteurs op straat en kunnen aanleiding zijn voor verder onderzoek
bij slecht presterende bedrijven.
Tegelijkertijd is er de afgelopen maanden meer ingezet op de aanwezigheid van inspecteurs
op straat, om de gewenste zichtbaarheid te vergroten. In een volgende voortgangsbrief
verwacht ik u over de eerste concrete resultaten van de verbetering van het toezicht
te kunnen informeren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat