Brief regering : Nieuwe masterplannen rijkskantoorhuisvesting en overzicht spreiding rijkswerkgelegenheid 2019-2023
31 490 Vernieuwing van de rijksdienst
Nr. 255
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2019
In zijn brief van 6 juli 20171 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd uw Kamer de nieuwe masterplannen voor de rijkskantoorhuisvesting
en een geactualiseerd overzicht van de spreiding van de rijkswerkgelegenheid te doen
toekomen, zodra duidelijkheid is over de gevolgen van het nieuwe regeerakkoord voor
de organisatie van de rijksdienst. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
1. Nieuwe masterplannen rijkskantoorhuisvesting
Het masterplan is een strategisch sturingsinstrument om de samenstelling en kwaliteit
van de kantorenvoorraad van het Rijk te optimaliseren en te sturen op vastgoedontwikkelingen
op de langere termijn. De directe aanleiding om in 2011 met de masterplannen te starten,
was de taakstelling die door het kabinet-Rutte-Verhagen aan het Rijk werd opgelegd.
Met de komst van het kabinet-Rutte III is de focus meer komen te liggen op verdere
kwaliteitsverbetering van de kantorenvoorraad. Ministeries, het Rijksvastgoedbedrijf
en BZK (als kadersteller voor de rijkskantoorhuisvesting) werken nauw samen om een
efficiënte, hoogwaardige en aantrekkelijke kantorenvoorraad te realiseren. Alle betrokken
rijkspartijen hebben daarbij een verantwoordelijkheid. Centraal in de masterplannen
staat de koppeling van de meerjarige huisvestingsbehoefte van ministeries, inspecties,
uitvoeringsorganisaties en andere diensten aan de vastgoedportefeuille van het Rijk,
hoe rijksbrede kaders voor de huisvesting worden geïmplementeerd en wat de financiële
consequenties hiervan zijn. In de rijksbrede kaders is vastgelegd dat een rijkskantoor
flexibel moet zijn en dat ambtenaren er op een veilige, comfortabele en doelmatige
manier moeten kunnen werken.
De masterplannen worden periodiek geactualiseerd. Medio 2018 is gestart met een grote
onderhoudsslag naar aanleiding van het nieuwe regeerakkoord. Dit proces heeft geleid
tot dertien nieuwe masterplannen, voor elke provincie en voor Den Haag. In de nieuwe
masterplannen is aandacht voor de kabinetsambities met betrekking tot onder meer duurzaamheid,
veiligheid en toegankelijkheid voor mensen met een beperking. Ook wordt aangesloten
bij de mogelijkheden die het Regionaal Ontwikkelprogramma biedt. Van de rijkskantoren
die de komende jaren in voorraad blijven, is vastgelegd welke gebruikers er gehuisvest
worden en welke huisvestingsbewegingen worden voorzien.
De uitvoering van de masterplannen wordt afgemeten aan de hand van vier kritieke prestatie-indicatoren:
het effect op de huisvestingskosten, het totaalaantal vierkante meters kantoorruimte,
de leegstand en de efficiency van het ruimtegebruik. De doorrekening van de nieuwe
masterplannen laat zien dat de masterplannen nog altijd een efficiënte oplossing voor
de kantoorhuisvesting van het Rijk bieden. Het totaalaantal vierkante meters kantoorruimte
daalt, de leegstand is beperkt en het kantoorgebruik wordt meer flexibel. De beoogde
besparingen op huisvestingskosten in 2020 en volgende jaren zijn structureel ingeboekt.
Naar verwachting wordt de besparing, zoals gemeld in de brief van 19 januari 20162 van de toenmalige Minister voor Wonen en Rijksdienst, in 2020 gehaald. Dit komt door
een combinatie van een gemiddeld hogere werkplekbezetting in rijkskantoren, een daling
van het ruimtegebruik per werkplek en beperkte leegstand. Voor de jaren erna is de
verwachting dat de huisvestingskosten stijgen. Dit als gevolg van onder meer een toename
van de huisvestingsbehoefte van ministeries en beleidsintensiveringen die leiden tot
extra investeringen, bijvoorbeeld om in 2050 een energieneutrale vastgoedportefeuille
te bereiken. Daarnaast spelen exogene zaken, zoals ontwikkelingen in de vastgoedmarkt,
die van invloed zijn op de vierkante meterprijs.
De vraag naar kantoorhuisvesting is voortdurend in beweging. In het kader van de Brexit
breidt onder meer de Douane met honderden fte’s uit, het takenpakket van inspecties
verandert e.d. Teneinde de huisvestingsvraag goed te kunnen accommoderen, acht ik
het nodig om de nieuwe masterplannen zo snel mogelijk vast te stellen, waarna opdracht
aan het Rijksvastgoedbedrijf kan worden gegeven om de uitvoering ter hand te nemen.
Ik ben dan ook voornemens om de nieuwe masterplannen na behandeling van deze brief
in uw Kamer vast te stellen op basis van mijn bevoegdheid om kaders te stellen voor
de bedrijfsvoering van het Rijk, zoals bepaald in het «Coördinatiebesluit organisatie
en bedrijfsvoering rijksdienst 2011»3. Ik vertrouw erop dat uw Kamer naar aanleiding van de in deze brief verstrekte informatie
kan instemmen met dit voornemen.
De verspreiding van de masterplannen zelf is tot een minimum beperkt, vanwege de vastgoedstrategische
overwegingen en commercieel vertrouwelijke gegevens die in de documenten staan. De
nieuwe masterplannen zijn voor Kamerleden te allen tijde bij het Ministerie van BZK
in te zien.
2. Overzicht spreiding rijkswerkgelegenheid 2019–2023
Met provincies en een aantal grote gemeenten is overleg geweest over de ontwikkelingen
die uit de nieuwe masterplannen volgen voor de rijkswerkgelegenheid en het rijksvastgoed
in een provincie of stad. De masterplannen geven evenwel slechts een partieel beeld
van de werkgelegenheidsontwikkeling bij het Rijk. Voor het totaalbeeld is het nodig
om ook naar andere sectoren van de rijksoverheid te kijken.
In deze kabinetsperiode vinden binnen de rijksoverheid organisatieontwikkelingen plaats
als gevolg van onder meer beleidsintensiveringen, verdergaande digitalisering, capaciteitsaanpassingen
en regionale verschuivingen van diensten en werkzaamheden. Deze organisatieontwikkelingen
werken door op de spreiding van de rijkswerkgelegenheid over het land. Bij huisvestingsbesluiten
van de rijksoverheid staat – uiteraard – het primaire proces van de organisatie voorop.
In de afweging worden echter ook andere aspecten betrokken, zoals het financiële belang
voor het Rijk, efficiënte invulling van de rijksvastgoedportefeuille en maatschappelijk
rendement. Het kabinet beziet rond de besluitvorming over organisatieontwikkelingen
die consequenties hebben voor de spreiding van de rijkswerkgelegenheid, het cumulatieve
effect op een provincie en draagt zorg voor een evenredige verdeling over het land.
In de afgelopen maanden zijn de rijkswerkgelegenheidscijfers geïnventariseerd. De
cijfers zijn opgegeven door de ministeries zelf en betreffen de standgegevens per
1-1-2019 en prognoses voor de jaren erna. Conform de wens van uw Kamer is bij de inventarisatie
uw definitie van de rijksdienst gehanteerd, bestaande uit de volgende vijf sectoren:
rijkskantoren, Rechtspraak, gevangeniswezen, Nationale Politie en Defensie4. Het beeld dat uit het nieuwe overzicht naar voren komt, is een landelijk stabiele
rijksdienst van circa 250.000 fte. Het nieuwe overzicht levert een positief beeld
op voor nagenoeg heel Nederland. Ook in provincies en regio’s buiten de Randstad die
economisch kwetsbaar zijn, blijft de rijkswerkgelegenheid in absolute zin de komende
jaren stabiel.
Voor een nadere uiteenzetting van de verwachte ontwikkelingen verwijs ik naar de tabellen
in de bijlage, uitgesplitst naar provincie voor de komende vijf jaar.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
BIJLAGE
Tabel 1: Ontwikkeling rijkswerkgelegenheid 2019–2023, totaal aantal fte’s
Provincie
2019
2020
2021
2022
2023
Groningen
7.964
7.918
7.935
7.928
7.938
– 1%
0%
0%
0%
Friesland
5.713
5.728
5.728
5.728
5.728
0%
0%
0%
0%
Drenthe
7.200
7.191
7.191
7.191
7.191
0%
0%
0%
0%
Overijssel
10.476
10.488
10.485
10.495
10.507
0%
0%
0%
0%
Gelderland
27.038
27.029
27.021
27.033
27.045
0%
0%
0%
0%
Flevoland
3.228
3.223
3.213
3.213
3.213
0%
0%
0%
0%
Utrecht
37.386
37.455
37.879
37.935
37.986
0%
1%
1%
2%
Noord-Holland
34.541
34.369
34.286
34.298
34.269
0%
– 1%
– 1%
– 1%
Zuid-Holland
73.358
73.340
72.771
72.695
72.696
0%
– 1%
– 1%
– 1%
Zeeland
2.242
2.232
2.227
2.217
2.217
0%
– 1%
– 1%
– 1%
Noord-Brabant
28.387
28.410
28.401
28.413
28.425
0%
0%
0%
0%
Limburg
8.651
8.641
8.629
8.629
8.629
0%
0%
0%
0%
Niet toe te delen
3.149
3.145
3.145
3.145
3.145
0%
0%
0%
0%
Totaal
249.333
249.169
248.910
248.919
248.988
0%
0%
0%
0%
Tabel 2: Ontwikkeling rijkswerkgelegenheid 2019–2023, toename/afname fte's
Tabel 3: Uitsplitsing rijkswerkgelegenheid per provincie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.