Brief regering : Toezicht bij de subsidieregeling abortusklinieken
29 214 Subsidiebeleid VWS
Nr. 82
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2019
In het algemeen overleg van 16 november 2017 over zorgfraude (Kamerstuk 28 828, nr. 104) heb ik toegezegd u nader te informeren over de subsidiefraude en declaratiefraude
bij de CASA-klinieken en mogelijke leemten in het toezicht daarop.
Ik heb in aanvulling op eerder uitgevoerd eigen onderzoek van VWS de Auditdienst Rijk
(ADR) in 2018 gevraagd om een onderzoek te doen naar wat er bij CASA heeft plaatsgevonden
en welke leemten in toezicht er zijn. Hierbij wordt u over de hoofdpunten van het
onderzoek geïnformeerd. Het rapport treft u als bijlage aan1. In deze brief geef ik aan welke stappen ik heb genomen om het toezicht te versterken
en welke ik nog ga nemen met het oog op het voorkomen van fraude. Over de onderzoeken
die het Openbaar Ministerie heeft gedaan naar CASA en de beslissing om deze onderzoeken
te seponeren heb ik u per brief van 15 april 2019 geïnformeerd.
Uitkomsten onderzoek VWS
In 2017 heeft VWS naar aanleiding van signalen van een bestuurder van de CASA-klinieken
onderzoek gedaan naar de onregelmatigheden bij de subsidieverlening. Uit dit onderzoek
is gebleken dat bij duizenden hulpvragen zowel consulten als dienstverlening zijn
gedeclareerd. Dit is bij de accountantscontroles en reviews daarop eerder niet naar
boven gekomen. Het door VWS uitgevoerde onderzoek heeft geleid tot een terugvordering
van ruim € 600.000 aan te veel betaalde subsidie vanwege ten onrechte in rekening
gebrachte consulten en/of behandelingen.
Onderzoeksopdracht ADR
Door de ADR is een onderzoek uitgevoerd naar de vraag wat er feitelijk heeft plaatsgevonden
bij CASA en welke leemten in het toezicht naar boven zijn gekomen. Vervolgens is antwoord
gegeven op de vraag welke handelingsperspectieven er zijn om deze leemten te kunnen
beperken en is onderzocht in hoeverre deze leemten zich ook binnen andere subsidieregelingen
met een medische component zich kunnen voordoen.
Uitkomsten onderzoek ADR
De ADR heeft als uitkomst van zijn onderzoek twee leemten beschreven. Ten eerste waren
zowel consulten als daaropvolgende behandelingen in combinatie gedeclareerd, wat niet
conform de subsidieregeling was. Ten tweede kunnen er andere soorten en aantallen
behandelingen geregistreerd zijn in de interne administratie dan daadwerkelijk uitgevoerd.
De eerste leemte gaat over mogelijke onduidelijkheden in de regeling en de interpretatieverschillen
als gevolg hiervan. Daardoor kunnen er verschillende tarieven onrechtmatig gedeclareerd
worden. De tweede leemte heeft te maken met de beperkingen in het toezicht als gevolg
van privacybescherming, namelijk dat medische dossiers niet ingezien mogen worden.
Tegelijkertijd ziet de ADR dat ook zonder toegang tot medische gegevens onderzoek
kon worden gedaan naar de onregelmatigheden.
Handelingsperspectieven en vervolgaanpak
Voor wat betreft de eerste leemte, waardoor verschillende tarieven onrechtmatig gedeclareerd
kunnen worden, is een aantal handelingsperspectieven geschetst. Deze zijn zowel preventief
als repressief van aard. Het gaat daarbij om het duidelijker omschrijven van behandelingen,
het doen uitvoeren van risicogerichte onderzoeken en het verspreiden van informatie
over de subsidieregeling onder accountants. Ik neem deze handelingsperspectieven ter
harte. In de herziene subsidieregeling voor abortuszorg die per 2020 in werking treedt
wordt het onderscheid tussen de verschillende behandelingen en daarmee samenhangende
tarieven verder benadrukt. De tariefstructuur wordt opnieuw bepaald en zo duidelijk
mogelijk omschreven.
Ik heb de ADR ook gevraagd aanvullend onderzoek te doen naar de wijze waarop abortusklinieken
zich verantwoorden over de abortushulpverlening. De uitkomsten van dit onderzoek gebruik
ik bij de herziening van de subsidieregeling voor abortusklinieken, aangevuld met
een eigen risico-analyse.
Ik heb inmiddels alle abortusklinieken ingelicht over hoe conform de wet- en regelgeving
omgegaan moet worden met herhaalde consulten binnen één hulpvraag, waarmee de onduidelijkheid
in de uitvoeringspraktijk is weggenomen. Het accountantsprotocol voor de subsidieregeling
wordt hierop in 2019 aangepast. Dit protocol dient over het jaar 2019 te worden toegepast
en zal ik onder de accountants verspreiden.
Voor de tweede leemte in het toezicht die met name gaat over de mogelijkheden voor
de toezichthouder om te controleren, ziet de ADR handelingsperspectieven in het opstellen
van een risicogerichte analyse, het uitvoeren van selectief toezicht en het inzetten
van externe toezichthouders. Het selectief toezicht is al door mij uitgevoerd voor
aanvragen voor het jaar 2019. Er is daarbij gekeken naar verschillen tussen klinieken
onderling en naar verschillen over de jaren heen. Een indicator hierbij is de verhouding
tussen bepaalde behandelingen. Naar aanleiding hiervan heb ik een aantal klinieken
aanvullende vragen gesteld. Bij de vaststelling over 2018 en 2019 betrek ik deze informatie
en laat ik indien nodig aanvullend onderzoek uitvoeren.
Uit het onderzoek van de ADR blijkt dat een beperking in het nader onderzoek kan zijn
dat toegang tot medische dossiers terecht is afgeschermd. Er is ook zonder dossiertoegang
vaak onderzoek te doen, maar wanneer het echt noodzakelijk is om de medische gegevens
te toetsen kan VWS dat zelf niet.
De ADR geeft als mogelijkheid aan om de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in te zetten
als toezichthouder voor de subsidieregeling abortusklinieken, door de subsidieregeling
onder de stelselwetten te laten vallen of separaat de inzet van NZa mogelijk te maken.
Ik wil deze mogelijkheden nader verkennen in samenspraak en afstemming met de NZa.
De ADR constateert dat de leemten zoals hierboven genoemd ook binnen andere subsidieregelingen
kunnen voorkomen. Hierbij is de aard van de regeling en de wijze waarop deze is opgesteld
bepalend voor de mate waarin leemtes zich voordoen. In enkele regelingen komen bijvoorbeeld
geen tariefverschillen voor waardoor het risico van het onjuist declareren wordt verkleind.
Ook het subsidiëren tot een bepaald maximum aan kosten is een beheersmaatregel die
in andere regelingen wordt toegepast. Ten aanzien van de andere subsidieregelingen
wil ik de geboden handelingsperspectieven zoals selectief toezicht gebruiken om frauderisico’s
verder te voorkomen en op te sporen. VWS heeft in dat kader in 2018 het VWS-brede
beleid om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen aangescherpt.
VWS heeft in 2019 een beleidsevaluatie naar het subsidie-instrument afgerond. U bent
hier per brief van 14 juni 2019 over geïnformeerd. Uit deze evaluatie komt een aantal
aanbevelingen voort waarbij er één specifiek gaat over de vraag hoe bij subsidies
voor directe en indirecte zorg de afweging voor het subsidie-instrument wordt gemaakt.
VWS is op basis van deze aanbeveling een traject gestart waarbij de huidige werkwijze
en de alternatieve financieringsarrangementen in kaart worden gebracht. VWS streeft
naar een transparant model met handelingsperspectieven waarmee duidelijk wordt waarom
financiering al dan niet via het bestaande zorgstelsel moet plaatsvinden.
De Minister voor Medische Zorg en Sport, B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg