Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad van 8 en 9 juli 2019
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1614 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2019
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 8 en
9 juli te Brussel.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Geannoteerde agenda t.b.v. Eurogroep en Ecofinraad 8 en 9 juli 2019
Fiscal stance Eurozone
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Om de fiscal stance vast te stellen, kijkt de Europese Commissie naar de ontwikkeling van het structureel
begrotingssaldo voor de eurozone als geheel. Als deze verslechtert, dan is de fiscal stance expansief (een positief effect op de economische groei). Als het structureel saldo
verbetert, is de fiscal stance juist restrictief (een negatief effect op de economische groei). De Europese Commissie
voorspelt dat de fiscal stance in 2020 expansief zal zijn op basis van haar lenteraming en de begrotingsplannen van de lidstaten.
De Europese Commissie oordeelt dat een neutrale fiscal stance passend zou zijn voor 2020. Dit kan volgens de Europese Commissie worden bereikt
door een gedifferentieerd begrotingsbeleid, waarbij lidstaten met relatief hoge schuldenniveaus
hun structurele begrotingssaldo verbeteren en schuld verlagen, terwijl lidstaten met
begrotingsruimte deze ruimte benutten door extra te investeren.
Eind juni is ook een paper van de European Fiscal Board (EFB) uitgebracht over de fiscal stance van de eurozone. Het is de derde keer dat de EFB een dergelijk paper heeft gepubliceerd.
De EFB komt tot dezelfde conclusie als de Europese Commissie dat een neutrale fiscal stance passend zou zijn.
Het kabinet is geen voorstander van het concept van een fiscal stance voor de gehele eurozone en vindt dat de eisen uit het SGP voor individuele lidstaten
leidend moeten zijn. Daarnaast is het kabinet van mening dat de huidige periode van
economische groei aangegrepen moet worden voor het afbouwen van schulden en het opbouwen
van buffers.
Griekenland derde verscherpt toezicht rapport
Document: Enhanced Surveillance Report – Greece, June 2019: https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/economy-finance/ip103_en.pdf
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Algemeen en proces
Sinds het einde van het ESM -programma, 20 augustus 2018, is op Griekenland tot en
met eind 2022 een verscherpte vorm van post-programma toezicht van toepassing: «enhanced surveillance».1 Verscherpt toezicht biedt de mogelijkheid tot het monitoren van economische en beleidsontwikkelingen
met als uiteindelijk doel een duurzaam economisch herstel. Griekenland heeft zich
eraan gecommitteerd om de structurele hervormingen die in gang zijn gezet tijdens
het ESM-programma voort te zetten en af te ronden.2
In de Eurogroep van juni vorig jaar zijn daarnaast schuldverlichtende maatregelen
afgesproken. Overeengekomen is dat het pakket van schuldmaatregelen prikkels moet
bevatten om de implementatie van de afgesproken hervormingsmaatregelen te waarborgen.
Tot en met 2022 kan een deel van de schuldmaatregelen halfjaarlijks worden geactiveerd,
onder de voorwaarde dat de noodzakelijke hervormingen worden doorgevoerd.3 Na de Eurogroep van 5 april is jongstleden de eerste tranche van schuldmaatregelen
die conditioneel is aan beleidshervormingen vrijgegeven, naar aanleiding van de mate
van implementatie van maatregelen die moesten worden doorgevoerd voor eind 2018.4
De derde missie in het kader van enhanced surveillance, waaraan naast de Europese Commissie en de ECB, ook het ESM en het IMF in het kader
van hun eigen surveillance activiteiten deelnamen, heeft plaatsgevonden van 6 tot
8 mei jongstleden. Op 5 juni jongstleden heeft de Europese Commissie het derde verscherpt
toezicht rapport naar aanleiding van deze missie gepubliceerd. Zoals toegezegd aan
het lid Aukje de Vries tijdens het AO Ecofin van 14 mei (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1610) jongstleden is hieronder een appreciatie van het derde enhanced surveillance rapport opgenomen.
Het derde rapport zal gepresenteerd en besproken worden in de komende Eurogroep. Deze
keer zal deze discussie uitsluitend betrekking hebben op het rapport en zal geen beslissing
plaatsvinden over het eventueel activeren van schuldmaatregelen. Op basis van het
vierde enhanced surveillance rapport, dat is gepland voor september dit jaar, zal de Eurogroep weer spreken over
het toepassen van schuldmaatregelen.
Het derde verscherpt toezicht rapport
In het rapport beschrijven de Europese instellingen de staat van Griekenland. Het
rapport raakt aan een breed spectrum aan gebieden, die ook onderdeel waren van het
ESM-programma.5
De instellingen geven aan dat economisch herstel zich zal voortzetten gedurende 2019.
Groei wordt voor de komende jaren geraamd rond 2%, voornamelijk gedreven door binnenlandse
vraag. De arbeidsmarkt toont ook tekenen van herstel, hoewel het werkloosheidspercentage
in de periode van oktober 2018 tot februari 2019 rond 18,6% is blijven hangen. In
het begin van 2019 is het minimumloon verhoogd en het minimumjeugdloon afgeschaft.
De effecten daarvan op de werkgelegenheid op termijn zullen worden onderzocht.6
In de Eurogroepverklaring van 22 juni 2018 is opgenomen dat Griekenland tot en met
2022 een primair begrotingsoverschot moet handhaven van 3,5% BBP. Dat doel is volgens
de instellingen ruimschoots bereikt in 2018, met een primair surplus van 4,3%. Dit
hoge surplus is echter mede het gevolg van een blijvende tekortkoming in Griekenland,
namelijk structurele onderuitputting van de begroting. Volgens de instellingen is
deze structurele onderuitputting voornamelijk een gevolg van ruimer begroten van publieke
investeringen dan noodzakelijk is. De Griekse overheid wordt door de instellingen
ondersteund om de oorzaken hiervan te adresseren.
Voor 2019 verwacht de Europese Commissie, op basis van haar voorjaarsraming van 7 mei,
een primair surplus van 3,6% BBP.7 Dit is 0,5% lager vergeleken met de ramingen van Griekenland zelf. De voornaamste
reden hiervoor is dat de Griekse overheid bepaalde uitgaven van plan is anders te
besteden dan eerder gepland. Bij gebrek aan informatie hierover heeft de Europese
Commissie bij haar ramingen vastgehouden aan de oorspronkelijke plannen. Tenslotte
benadrukken de instellingen dat zij bij hun ramingen ervan uitgaan dat een begroting
volledig wordt uitgeput.
De instellingen gaan in het rapport ook in op de maatregelen die 15 mei 2019 door
de regering bekend zijn gemaakt. Deze zijn niet meegenomen in de voorjaarsraming en
verlagen het primair surplus naar schatting van de instellingen structureel minimaal
met 1% BBP. De maatregelen betreffen onder meer nieuwe betaalschema’s voor achterstallige
schulden, verlagingen van btw-tarieven op bepaalde goederen en diensten, de introductie
van een dertiende maand voor pensioenen en het gedeeltelijk aanpassen van eerdere
pensioenhervormingen.
De instellingen hebben verschillende zorgen over de gevolgen van deze maatregelen.
In de eerste plaats lijkt het primair surplus van 3,5% BBP voor 2019 en de jaren erna
in het geding te komen. Daarnaast lijken de maatregelen ook niet bij te dragen aan
doelen zoals het groeivriendelijk maken van de publieke uitgaven en er zorg voor dragen
dat een groter deel van de sociale uitgaven richting arme delen van de bevolking gaat.
De instellingen wijzen erop dat de maatregelen contrasteren met eerdere hervormingen
op bijvoorbeeld het terrein van aflossingsschema’s, btw en pensioenen.
Daarnaast heeft de Griekse regering aangegeven van plan te zijn met aanvullende belastingverlagingen
te willen komen in het najaar van dit jaar. Op basis van een eerste schatting van
de Griekse regering lijken die maatregelen een omvang van 0,6% BBP te hebben. Dit
zal echter afhankelijk zijn van de uitkomsten van de verkiezingen voor een nieuw parlement
die op 7 juli aanstaande zullen plaatsvinden.
Om al deze maatregelen te realiseren, en te voorkomen dat elders bezuinigd zal moeten
worden, is de huidige Griekse regering voornemens om te heronderhandelen over de hoogte
van het vereiste primair surplus van 3,5% BBP voor de jaren tot en met 2022. Dit kan
uitsluitend in overleg en na instemming door de Eurogroep.
ELSTAT en CoEx TAIPED rechtszaken
Daarnaast rapporteren de instellingen in het rapport over de stand van zaken in de
rechtszaken tegen de voormalige ELSTAT-president en het Committee of Experts van TAIPED.
Ten aanzien van de heer Georgiou, de voormalig President van het Grieks statistisch
bureau, spelen verschillende zaken. Zoals bekend zijn onder zijn leiding statistieken
aan Eurostat verstrekt over de daadwerkelijke hoogte van het Griekse begrotingstekort.
Op 8 maart 2019 is voor de Georgiou een positieve uitspraak geweest bij het Hof van
Beroep in Athene in een zaak met betrekking tot begrotingsstatistieken. Hiertegen
is geen beroep aangetekend door de aanklager waarmee de vrijspraak definitief is geworden.
Deze uitspraak wordt door de Europese Commissie onderstreept als welkome ontwikkeling
in deze slepende kwestie. Ook in het geval van de Committee of Experts van TAIPED
heeft een positieve ontwikkeling plaatsgevonden sinds de publicatie van het vorige
enhanced surveillance rapport, met ook in die zaak een ontlastende uitspraak door
de meervoudige kamer van het Hof van Beroep in Athene.
Verdere hervormingen en appreciatie van het rapport
Naast bovengenoemde maatregelen besteedt het rapport aandacht aan de stand van zaken
van veel andere nog te implementeren hervormingen.8 De aard van die hervormingen loopt zeer uiteen, alsmede de mate van voortgang. Uit
het beeld dat de instellingen schetsen blijkt dat op veel vlakken voortgang wordt
geboekt, en dat hervormingen veelal in gang zijn gezet. Echter ligt de exacte mate
van voortgang doorgaans niet op het gewenste niveau. Dit kan betekenen dat, net als
eind 2018, de gestelde doelen niet worden gehaald voor de overeengekomen datum. Het
gevolg daarvan is, net als eind 2018, dat het toepassen van de schuldmaatregelen mogelijk
wederom zal moeten worden uitgesteld tot het moment dat de Eurogroep van oordeel is
dat Griekenland het gewenste niveau heeft bereikt. Nederland zal benadrukken dat Griekenland
zich aan de gemaakte afspraken dient te houden.
Spanje – Post-Programma Surveillance
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Toelichting
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal een terugkoppeling ontvangen over de elfde missie in het kader van
Post-Programma Surveillance (PPS) naar Spanje, die plaatsvond op 7 en 8 mei jl. Het
doel van PPS is om de economische, budgettaire en financiële ontwikkelingen van een
land dat financiële steun heeft ontvangen te monitoren, om de terugbetaalcapaciteit
te kunnen beoordelen. Het rapport zal begin juli worden gepubliceerd.
Na de laatste missie van november waren de bevindingen overwegend positief. De Spaanse
economie liet een robuuste groei zien, banken verbeterden hun winstgevendheid en verhoogden
hun kapitaalbuffers, en het aandeel non-performing loans (NPL’s) daalde. De hoge private en publieke schuldlast en de hoge werkloosheid werden
wel genoemd als kwetsbaarheden. Naar verwachting zal de laatste voorjaarsmissie geen
grote verrassingen geven. Spanje voldoet aan de vereisten van de correctieve arm van
het SGP, en is dit voorjaar ontslagen uit de buitensporigtekortprocedure. Spanje is
daarnaast op eigen initiatief begonnen met het vervroegd aflossen van zijn schuld
bij het ESM. De instellingen zullen er mogelijk opnieuw op wijzen dat Spanje zijn
groeipotentieel moet verhogen, en de gunstige economische omstandigheden moet aangrijpen
om budgettair te consolideren. Naar verwachting zal er geen discussie plaatsvinden.
SGP – implementatie Eurozone
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal stilstaan bij eventuele voorstellen van de Europese Commissie aan
de Ecofinraad in het kader van de handhaving van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).
Tijdens het opstellen van deze geannoteerde agenda was het nog onbekend of de Europese
Commissie deze voorstellen inderdaad zal doen. In het algemeen is Nederland voor een
strikte naleving en consequente handhaving van het SGP. Deze inzet zal Nederland tijdens
een mogelijke discussie over de implementatie van het SGP uitdragen.
Internationale rol van de euro
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De eurogroep zal van gedachten wisselen over het vergroten van de internationale rol
van de euro. Op 5 december jl. heeft de Europese Commissie een mededeling gedaan over
het versterken van de internationale rol van de euro. De euro is sinds haar invoering
qua belang uitgegroeid tot de tweede munt ter wereld, bijvoorbeeld gemeten naar het
aantal grensoverschrijdende betalingen met euro’s. De crisis is volgens de Europese
Commissie aangewend om de fundamenten van de Economische en Monetaire Unie (EMU) te
verstevigen. Nu de euro 20 jaar bestaat, is de tijd aangebroken om het volledige potentieel
van de euro te benutten, aldus de Europese Commissie, door haar rol in het mondiale
betalingsverkeer te vergroten. Omdat de keuze voor het gebruik van een munt uiteindelijk
een keuze van marktpartijen benadrukt de Europese Commissie in deze communicatie het
belang van gedegen nationaal begrotings- en economisch beleid, een stabiele financiële
sector en respect voor Europese begrotingsregels. Het voltooien van de EMU, inclusief
de bankenunie en kapitaalmarktunie kan daarbij ook de aantrekkelijkheid van de munt
vergroten. Ook benadrukt de Europese Commissie de potentiële bijdrage aan het versterken
van het gebruik van de euro vanuit lopende trajecten ter versterking van financiële
markten zoals het verbeteren van marktinfrastructuur, rentebenchmarks en betaalsystemen.
Tot slot zijn in december in een aantal strategische sectoren consultaties uitgezet
naar de redenen waarom de dollar in plaats van de euro wordt gebruikt en hoe de rol
van de euro te vergroten. Op 14 december jongstleden hebben de regeringsleiders opgeroepen
tot verder werk t.a.v. het vergroten van de internationale rol van de euro.
Inmiddels zijn de resultaten van bovengenoemde consultaties binnen. De verwachting
is dat de komende vergadering zich met name zal richten op het duiden van de resultaten
van de consultaties alsook op het identificeren van mogelijke vervolgstappen. De consultatieresultaten
onderstrepen volgens de Europese Commissie in algemene zin dat (i) er brede steun
is voor het versterken van de internationale rol van de euro, (ii) de euro de enige
kandidaat is met alle noodzakelijke kenmerken van een mondiale munt die marktparticipanten
kunnen gebruiken als alternatief voor de dollar, (iii) er mogelijkheden liggen in
de energiesector, en dan met name voor gas en (iv) de EU dankzij de euro haar economische
soevereiniteit kan bestendigen en zo kan bijdragen aan voordelen voor consumenten
en bedrijven alsook het vergroten van de financiële stabiliteit. Barrières voor gebruik
van de euro waar marktparticipanten onder meer op wijzen zijn inertie, marktmacht
van partijen die dollars willen gebruiken en een gebrek aan benchmarks voor in euro’s
gedenomineerde producten. Potentiële maatregelen die gebruik van de euro kunnen stimuleren
zijn volgens deze partijen o.a. intensiveren van economische diplomatie, het ontwikkelen
van prijsbenchmarks in euro’s, het vergroten van het aanbod aan in euro’s gedenomineerde
activa met laag kredietrisico («safe assets») en het aanpassen van regelgeving, bijvoorbeeld
t.a.v. kapitaal- en onderpandeisen gerelateerd aan valutaposities, die kosten opdrijven
en zo een ongelijk speelveld met niet-Europese partijen zouden kunnen veroorzaken.
De consultaties hebben ook diverse sectorspecifieke ideeën en afwegingen opgeleverd.
Er liggen vooralsnog geen concrete voorstellen voor.
In het BNC-fiche in reactie op de communicatie in december 20189 is het kabinet uitgebreid ingegaan op zijn positie t.a.v. de internationale rol van
de euro. Het kabinet ziet diverse voordelen in een grotere internationale rol, zoals
de mogelijkheid voor Europese bedrijven om wisselkoersrisico’s te vermijden, lagere
rentes voor inwoners van het eurogebied door de aantrekkelijkheid om vermogen in euro’s
aan te houden en goede toegang tot financiering in de eigen munt in crisistijd. Het
kabinet onderschrijft daarbij het reeds door de Europese Commissie genoemde belang
van gedegen economisch en begrotingsbeleid en het verder ontwikkelen van de monetaire
unie, inclusief de bankenunie en de kapitaalmarktunie. T.a.v. eventueel aanvullend
beleid zal het kabinet kritisch kijken naar de risico’s en meerwaarde. Het kabinet
is in ieder geval geen voorstander van varianten van eurobonds, zoals nieuwe publieke pan-Europese safe assets, die voorzien in schuldmutualisatie of gezamenlijke schulduitgifte tussen lidstaten.
Wijzigingen in de prudentiële kaders van financiële instellingen voor zover nodig
ter bevordering van de internationale rol van de euro moeten niet ten koste gaan van
de financiële gezondheid van de relevante instellingen en de financiële stabiliteit
in brede zin.
Ecofinraad 9 juli
Werkprogramma Ecofin 2019-II
Document:
https://eu2019.fi/en/priorities-and-programme/programme
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De tweede helft van 2019 is Finland de voorzitter van de Raad van de Europese Unie.
In deze Ecofinraad zal Finland hun werkprogramma presenteren en aangeven wat hun prioriteiten
zijn voor het komende half jaar. Het Finse voorzitterschap zal zich richten op: manieren
om de gemeenschappelijke waarden van de EU beter te borgen, het vergroten van het
concurrentievermogen en inclusieve groei, duurzaamheid en klimaatverandering, veiligheid,
migratie, en het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK). In de Ecofinraad zal het
Finse voorzitterschap voortborduren op relevante discussies die de afgelopen periode
hebben plaatsgevonden: versterking van de Economische en Monetaire Unie (EMU), het
verder ontwikkelen van de bankenunie en de kapitaalmarktunie, eerlijke en effectieve
belasting en bijdragen aan gecoördineerd economisch beleid om economieën veerkrachtiger
te maken. Het volledige programma is te vinden op de website van het Finse voorzitterschap.
Europees Semester
Document:
https://ec.europa.eu/info/publications/2019-european-semester-country-s…
Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Op 5 juni 2019 publiceerde de Europese Commissie haar voorstel voor landenspecifieke
aanbevelingen in het kader van het Europees Semester. De Ecofinraad zal deze aanbevelingen
bespreken. Het Europees Semester is het jaarlijkse proces waarin EU-lidstaten hun
economisch en budgettair beleid coördineren en combineert het toezicht op macro-economische
onevenwichtigheden, overheidsfinanciën en het bevorderen van economische groei in
Europa. De landenspecifieke aanbevelingen zijn gebaseerd op de landenrapportages van
de Europese Commissie, de lenteraming van de Europese Commissie, en de nationale hervormings-
en stabiliteits- of convergentieprogramma’s die de lidstaten in april bij de Europese
Commissie hebben ingediend. Over de appreciatie van het kabinet is de Tweede Kamer
separaat geïnformeerd in de Kamerbrief van 12 juni jl.10 Het kabinet zal de analyse uit de kabinetsreactie onder de aandacht brengen van de
Europese Commissie en de Raad.
Implementatie SGP
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Mogelijk zal de Europese Commissie voorstellen doen aan de Ecofinraad in het kader
van de handhaving van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Tijdens het opstellen
van deze geannoteerde agenda was het nog onbekend of de Europese Commissie deze voorstellen
inderdaad zal doen. In het algemeen is Nederland voor een strikte naleving en consequente
handhaving van het SGP. Deze inzet zal Nederland tijdens een mogelijke discussie over
de implementatie van het SGP uitdragen.
Eigen middelen EU
Document: ST 10653 2019 INIT
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Het inkomende Finse Voorzitterschap heeft een gedachtewisseling geagendeerd over de
voorstellen van de Europese Commissie ten aanzien van de verschillende eigen middelen
die de lidstaten afdragen aan de EU, met als doel de onderhandelingen over het MFK
verder te brengen. De onderhandelingen over het MFK vinden voornamelijk plaats in
de Raad Algemene Zaken (RAZ). Echter, de eigen middelen vallen onder de bevoegdheid
van de Ministers van Financiën. De Raad beslist met unanimiteit over het MFK en het
Eigen Middelenbesluit (EMB). Het EP moet goedkeuring geven aan het MFK en wordt geraadpleegd
voor het EMB. Het EMB dient ook door de nationale parlementen te worden geratificeerd.
Op het moment van schrijven is niet precies duidelijk waar de discussie in de Ecofin
zich op zal richten. In mei 2018 heeft de Europese Commissie als onderdeel van het
MFK-pakket drie nieuwe grondslagen voorgesteld op basis waarvan lidstaten zouden moeten
gaan afdragen aan de EU-begroting: de common consolidated corporate tax base (CCCTB), het Emissions Trading Scheme (ETS) en niet-gerecycled plasticafval. Daarnaast stelt de Europese Commissie voor
het bestaande btw-middel te vereenvoudigen. De BNI-afdracht blijft in de voorstellen
van de Europese Commissie de belangrijkste afdracht en behoudt de huidige functie
als sluitstuk van de financiering van het MFK. Mogelijk zal het Voorzitterschap vragen
of de Lidstaten nog andere nieuwe eigen middelen overwegen. Tot op heden zijn hiertoe
door geen van de lidstaten concrete voorstellen gedaan.
De kabinetsappreciatie11 van de Commissievoorstellen die het MFK-pakket vormen, vormt het kader voor de Nederlandse
inzet. Nederland staat terughoudend tegenover de introductie van nieuwe eigen middelen.12 Daarnaast is Nederland van mening dat het btw-middel kan worden afgeschaft. Nederland
zal op basis van deze inzet deelnemen aan de discussie in de Ecofin. Voor het krachtenveld
over nieuwe eigen middelen is voor lidstaten vooral van belang of deze per saldo voor
hen tot hogere afdrachten leiden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën