Brief regering : Ontwikkelingen in politieonderwijs, Jaarbeeld Politieonderwijs 2018 met beleidsreactie en reactie op de motie van het lid Den Boer over betere afstemming van vraag en aanbod tussen Politieacademie en korps (Kamerstuk 29628-791)
29 628 Politie
Nr. 887
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 juni 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de ontwikkelingen in het politieonderwijs.
De Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna Inspectie) heeft haar Jaarbeeld Politieonderwijs
2018 (hierna Jaarbeeld) opgesteld. Het Jaarbeeld richt zich op een aantal opleidingen
betreffende de opsporing. De Inspectie doet ook onderzoek naar de kwaliteit van de
opsporing in de praktijk, daarover wordt uw Kamer later geïnformeerd. Hierbij bied
ik uw Kamer het Jaarbeeld1 en mijn beleidsreactie aan. Dit Jaarbeeld richt zich op het Vakspecialistisch Politie
Onderwijs (VPO). Het betreft circa 750 opleidingen die door de Politieacademie worden
verzorgd.
De Inspectie geeft in het Jaarbeeld aan dat, kijkend naar de onderzoeken van de laatste
jaren, er te weinig voortgang is geboekt door de politie en de Politieacademie. Ik
vind dit teleurstellend en een zeer zorgelijke situatie.
In het Jaarbeeld Politieonderwijs 2019 zal de Inspectie verslag doen van haar bevindingen
ten aanzien van het Basis Politieonderwijs (BPO). Uw Kamer wordt hierover medio juni
2020 geïnformeerd.
In het VAO van 4 juli 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 102, item 18) heeft het Lid Den Boer (D66) een motie2 ingediend waarin wordt verzocht te onderzoeken hoe vraag en aanbod tussen het politiekorps
en de Politieacademie beter op elkaar afgestemd kunnen worden en de Kamer hierover
te informeren. De verbetering van de behoeftestelling VPO is onderdeel van het Jaarbeeld
van de Inspectie, met deze brief geef ik tevens uitvoering aan de motie.
Algemeen
Een goede uitvoering van het onderwijsprogramma door de Politieacademie zorgt ervoor
dat de politiemedewerker zich de voor de uitoefening van zijn functie vereiste kennis
en kunde eigen kan maken. Er zijn de afgelopen periode diverse ontwikkelingen geweest
die invloed hebben op de verbetering en innovatie van het politieonderwijs en de ontwikkeling
van de Politieacademie. In het rapport van ABDTOPConsult «Samen werken aan goed politieonderwijs
en -onderzoek»3 worden zeven verbeterpunten gedaan die een bijdrage zullen leveren aan een beter
samenspel tussen taakuitvoering en onderwijs. Deze verbetervoorstellen worden gezamenlijk
door de politie, de Politieacademie en mijn departement uitgewerkt. Het advies van
ABDTOPConsult om te werken aan een verbetering van de integrale be- en aansturing
van de Politieacademie ondersteunt deze ontwikkeling. Tot slot zorgen de afspraken
zoals deze met de NVAO zijn gemaakt en de aanbevelingen van de Inspectie dat de Politieacademie
en de politie gezamenlijk stappen kunnen maken naar verdere verbetering van het politieonderwijs.
Actuele ontwikkelingen in het politieonderwijs
In mei 2019 heeft de Korpschef zes beroepsprofielen vastgesteld. Deze beroepsprofielen
worden door de Politieacademie gebruikt voor het beschrijven van de kwalificaties
die ten grondslag liggen aan de opleidingen. De kwalificaties worden onderdeel van
de herijkte kwalificatiestructuur die na advies van de Politieonderwijsraad door mij
zal worden vastgesteld.
De vastgestelde beroepsprofielen zijn drie herijkte beroepsprofielen uit 2010, te
weten de politieagent, de rechercheur en de politieleider. De beschreven taken in
deze profielen zijn aangepast aan de kernwaarden en ontwikkelagenda’s van de politie
en de functiebeschrijvingen in het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP).
Daarnaast zijn er drie nieuwe beroepsprofielen. De politiespecialist en de politieondersteuner
vloeien voort uit de aanbevelingen van de Politieonderwijsraad (POR) in het adviesrapport
«Naar een Toekomstbestendige Politie» uit 2018. De wijkagent is op basis van het adviesrapport
«Wijkagentschap» (POR, 2017) als zesde beroepsprofiel opgenomen in deze reeks.
Het herijken van de kwalificatiestructuur en van de onderwijsprogramma’s zal in de
komende jaren programmatisch verder worden uitgewerkt. Dit biedt bij uitstek de gelegenheid
om het onderwijs te innoveren en te flexibiliseren.
De Politieacademie is bezig haar ambities zoals beschreven in de Strategische Agenda
Politieacademie 2018–2022 uit te werken. Daartoe wordt een basisontwerp, de zogenoemde
grondplaat, ontwikkeld met de ontwerpeisen voor flexibel onderwijs en de kaders voor
blended learning4. De directie heeft een commissie ingesteld bestaande uit eigen docenten en experts
uit het beroepsonderwijs (ROC’s en hogescholen) om de grondplaat op te stellen. De
ervaringen die de afgelopen jaren in het regulier beroepsonderwijs zijn opgedaan met
het vormgeven van flexibele leerroutes in het kader van Leven Lang Ontwikkelen worden
zo ingezet voor het politieonderwijs. De Politieacademie verwacht de grondplaat rond
de zomer 2019 gereed te hebben.
Jaarbeeld Politieonderwijs 2018
De Inspectie is in het Jaarbeeld in algemene zin positief over de wijze waarop de
Politieacademie het programma uitvoerde van de in 2018 onderzochte opleidingen5. De Politieacademie heeft in 2018 voor alle teams teamplannen en professionaliseringsplannen
opgeleverd.
De maatregelen rond de herziening van het aanbod aan opsporingsopleidingen zullen
een plaats krijgen in het meerjarenprogramma «Toekomstbestendig Opsporingsonderwijs»
van de Politieacademie. Dit programma is in januari 2019 gestart en zal doorlopen
tot en met 2021. In dit programma krijgen de door de politie herijkte beroepsprofielen
en actuele verzoeken van de politie, zoals het inrichten van flexibele leerroutes,
een plaats.
De Inspectie ziet dat de drie partijen, de Politieacademie, de politie en mijn departement
nog zoeken naar de juiste invulling van de nieuwe structuur zoals deze is ontstaan
na de wijziging van de Politiewet 2012. Binnen het proces van de behoeftestelling
is er sprake van rolonduidelijkheid, een gebrek aan een gezamenlijke visie en bovendien
nog onvoldoende besef van de gedeelde verantwoordelijkheid van de politie en de Politieacademie
voor goed opgeleid politiepersoneel. De Inspectie stelt dat de politie nog beter de
kansen kan benutten om, samen met de Politieacademie, de politieorganisatie verder
te ontwikkelen en toekomstbestendig te maken. Dit sluit aan bij de bevindingen van
de onderzoekers van ABDTOPConsult in hun rapport «Samen werken aan goed politieonderwijs
en – onderzoek»6.
De Inspectie doet aanbevelingen ten aanzien van een drietal onderwerpen waar verbeteringen
nodig zijn:
• de behoeftestelling;
• de examinering, en
• het kwaliteitszorgsysteem.
Hieronder zal ik nader op deze onderwerpen ingaan.
De behoeftestelling VPO
Aanbeveling Inspectie
De Inspectie constateert dat voor het goed kunnen functioneren van de Politieacademie
een goede behoeftestelling essentieel is. Het inrichten van een proces van vraag en
aanbod binnen een grote en complexe organisatie, waarbij diverse actoren betrokken
zijn, kost tijd. Daar heeft de Inspectie begrip voor. Naar de mening van de Inspectie
is er de laatste jaren echter te weinig voortgang geboekt, met name voor de behoeftestelling
betreffende het VPO. De Inspectie acht het cruciaal dat er meer actie wordt ondernomen.
Daarom heeft de Inspectie ervoor gekozen het toezicht op dit onderwerp te kantelen.
Er worden geen aanbevelingen gedaan, de politie en de Politieacademie moeten concrete
verbetervoorstellen indienen en erover rapporteren zodat de Inspectie de voortgang
op dit proces kan monitoren. Concreet betekent dit dat de Inspectie de politie en
de Politieacademie verzoekt om vóór 1 oktober 2019 aan te geven:
1. Welke concrete stappen zij zetten om het proces van behoeftestelling in 2020 goed
ingericht te hebben (inclusief het tijdpad);
2. Hoe zij de voortgang van de verbetering van het proces van de behoeftestelling bewaakt.
De Inspectie verzoekt de politie en de Politieacademie om de voortgang op het proces
van de behoeftestelling te rapporteren uiterlijk op 1 juni 2020 en 1 december 2020.
Beleidsreactie
De behoeftestelling is noodzakelijk om het onderwijs optimaal aan te laten sluiten
bij de taakuitvoering van de politie. Daarnaast heeft de Politieacademie de behoeftestelling
nodig om te kunnen bepalen wat zij nodig heeft aan mensen en middelen van de politie
om te voorzien in de behoefte. De behoeftestelling en het proces van tot stand komen
zijn een vast onderwerp van het overleg tussen mijn ministerie, de politie en de Politieacademie.
De politie en de Politieacademie hebben bevestigd dat de behoeftestelling voor 2020
gezamenlijk is opgepakt. De betrokken partijen hebben daarbij aangegeven dat er nog
een verdere uitwerking nodig is van de VPO behoeftestelling 2020 om voldoende handvatten
te geven voor de onderwijsuitvoering en – ontwikkeling. Net als de behoeftestelling
voor 2019 is er in de behoeftestelling 2020 namelijk sprake van een overvraag naar
VPO opleidingen en is de gevraagde kwaliteit van het onderwijs onvoldoende beschreven7.
Het verzoek van de Inspectie aan de politie en de Politieacademie om te rapporteren
over de voortgang ondersteunt de in gang gezette aanpak. Ik heb naar aanleiding van
de aanbevelingen van de Inspectie gesproken met de korpsleiding. Ik heb de Korpschef
verzocht mij aan te geven hoe hij, samen met de directie van de Politieacademie, gaat
sturen op de realisatie van de in te dienen verbetervoorstellen. De Inspectie beoordeelt
de voortgang en rapporteert daarover aan mij. In het Politieonderwijsverslag van 2021
formuleert de Inspectie haar eindoordeel.
De examinering
Aanbeveling Inspectie
De Inspectie stelt dat de zorgvuldigheid, objectiviteit en validiteit van de examinering
door de Politieacademie onvoldoende is geborgd. Een belangrijke reden voor deze conclusie
is dat het aantal kwaliteitscontroles in 2018 te klein was om een goed overzicht te
houden. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt doordat er te weinig capaciteit is om hier
invulling aan te geven. Door steekproefsgewijs kwaliteitscontroles af te nemen bij
examens wordt bepaald of de examens zorgvuldig en objectief worden afgenomen en of
de vragen valide zijn. Op basis van de kwaliteitscontroles kunnen de examens, indien
nodig, worden aangepast. Op deze wijze wordt de kwaliteit van de examens geborgd.
Het feit dat deze kwaliteitscontroles in 2018 onvoldoende hebben plaatsgevonden, wil
niet zeggen dat de examens niet op orde zijn, maar dat de Politieacademie niet kan
aantonen dat dit wel het geval is.
De Politieacademie heeft drie examencommissies ingericht. In de praktijk blijkt dat
de span of control van de commissies te groot is om voldoende kwaliteitscontroles
uit te voeren bij alle examens die bij de Politieacademie worden afgenomen. De Inspectie
beveelt de Politieacademie aan de span of control te verkleinen en voortvarend bij
te sturen op de examinering, zodat zorgvuldigheid, objectiviteit en validiteit beter
worden geborgd.
Beleidsreactie
Ik ondersteun de aanbevelingen van de Inspectie en zal de Politieacademie verzoeken
deze op te pakken en zal de voortgang hiervan monitoren.
De onderwijsteams van de Politieacademie zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van
hun opleidingen, inclusief de kwaliteit en de inhoud van de examens. Voorwaarde voor
goede examens is dat de examenorganisatie op orde is. Zoals de Inspectie in haar aanbeveling
aangeeft is in 2018 de centrale examencommissie omgevormd tot drie zelfstandige examencommissies,
voor het BPO, voor het VPO en voor de Bachelor en Master opleidingen. De onafhankelijke
examencommissies hebben een centrale rol in de systematische borging van de kwaliteit
van de examinering. De span of control van deze commissies is te groot. De Politieacademie
neemt maatregelen deze te verkleinen. Verder zal de Politieacademie professionaliteitseisen
invoeren voor de examenondersteuners en de leden van de examencommissies, vergelijkbaar
met de eisen zoals die gelden in het regulier onderwijs.
Bij de afgifte van de accreditatie door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
(NVAO) zijn ook afspraken gemaakt om de kwaliteitsborging van de examinering verder
te verbeteren. Dit is een onderdeel van de bestuurlijke afspraken die gemaakt zijn
tussen de directie van de Politieacademie en de NVAO8. De uitwerking hiervan is inmiddels opgepakt.
Het kwaliteitszorgsysteem
Aanbeveling Inspectie
Een voorwaarde voor een goede uitvoering van het onderwijsproces is de kwaliteitsborging.
De Politieacademie heeft stappen gezet met de nadere uitwerking van haar kwaliteitszorgsysteem.
De teams en de opleidingen zijn bezig met het invoeren van de plan-do-check-act (pdca)-cyclus,
zij verschillen hierbij echter in tempo. Over het algemeen is de check fase, de evaluatie
fase, nog niet overal voldoende ingericht. Het is belangrijk dat de Politieacademie
de pdca-cyclus overal inricht ten einde het lerend vermogen van de Politieacademie
te vergroten. Daarnaast beveelt de Inspectie de Politieacademie aan de tevredenheidsmetingen
uit te breiden. Het gaat om het meten van de tevredenheid van de afgestudeerde politiemedewerkers
en hun leidinggevenden. Zij kunnen aangeven of de opleidingen de juiste kennis en
kunde meegeven voor het uitoefenen van de functie.
Beleidsreactie
Ik ondersteun de aanbevelingen van de Inspectie. De Politieacademie heeft dit inmiddels
opgepakt en zal mij hierover periodiek informeren.
Tot slot
De politie en de Politieacademie staan voor een grote opgave. Enerzijds is er de vervanging
en uitbreiding van het aantal executieve politiemedewerkers. Tegelijkertijd vraagt
de samenleving door ontwikkelingen zoals internationalisering en digitalisering om
andere kennis en vaardigheden van de politiemedewerkers. Het betreft hier ontwikkelingen
die soms redelijk snel gerealiseerd kunnen worden, maar ook trajecten die een langere
periode in beslag zullen nemen. Dit vraagt om urgentie bij de politie en de Politieacademie
om de voorgestelde verbeteringen door te voeren.
Ik zal, samen met de politie en de Politieacademie, de voortgang in het realiseren
hiervan monitoren, in het bijzonder met betrekking tot het onderwijs ten behoeve van
de opsporing, en uw Kamer, door middel van de halfjaarberichten, hierover informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid