Brief regering : Herdruk Klantenquêtes WW, WIA, Wajong
26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 626 HERDRUK1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2019
Hiermee bied ik u mede namens de Staatssecretaris van SZW drie onderzoeksrapporten
van de Inspectie SZW aan, inclusief een notitie met de rode draden uit deze rapporten2. De rapporten geven inzicht in de ervaringen van WW, Wajong en WGA-gerechtigden met
de UWV-dienstverlening. Met deze brief geef ik een korte reactie op de bevindingen.
Inleiding
De Inspectie SZW onderzoekt periodiek hoe uitkeringsgerechtigden de dienstverlening
van uitvoeringsinstanties binnen het domein van werk en inkomen ervaren en waarderen.
Eerder onderzoek is in 2016 aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 26 488, nr. 574). De Inspectie heeft met behulp van grootschalige enquêtes WW, Wajong en WGA-gerechtigden
in 2018 opnieuw bevraagd en mij de bevindingen op 26 april jongstleden aangeboden.
Allereerst wil ik benadrukken dat ook ik het burgerperspectief van groot belang vind.
De rapporten leveren waardevolle inzichten voor de beoogde doorontwikkeling van de
dienstverlening en zullen nadrukkelijk worden meegenomen in de gesprekken tussen mijn
ministerie en UWV daarover, waarin overigens ook het perspectief van de UWV-professionals
wordt betrokken. Daarnaast kan ik niet anders dan in deze rapporten een bevestiging
van het reeds ingezette re-integratiebeleid zien. De Inspectie concludeert immers
dat uitkeringsgerechtigden zelf veelal van mening zijn dat persoonlijke aandacht en
begeleiding de kans op werkhervatting daadwerkelijk vergroot. Daar zet de regering
met ingang van 2019 jaarlijks € 70 miljoen extra voor in.
Bevindingen klantenquête WW
Ik ervaar het als positief dat een stijging waarneembaar is in de waardering van WW-gerechtigden
voor de dienstverlening. Met een gemiddeld waarderingscijfer van 6,0 blijft er echter
genoeg ruimte voor verbetering. Het beeld dat kansarme werkzoekenden het hoogste gemiddelde
cijfer voor de dienstverlening geven, rijmt met de inrichting van het huidige dienstverleningsmodel
voor de WW. Het uitgangspunt daarbij is dat de inzet qua dienstverlening met name
moet worden gericht op de groepen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Kansarme
werkzoekenden tonen zich ten opzichte van de kansrijke werkzoekenden echter minder
bereid om onaantrekkelijkere aspecten van werk te accepteren. Doorlopende motivering
en aandacht blijft daarom nodig om deze groep naar werk te bewegen.
Het stemt mij positief dat ook de tijdigheid van de dienstverlening naar perceptie
van de klant is toegenomen in de laatste vier jaar. Ik acht het essentieel dat de
werkzoekenden die ondersteuning nodig hebben, die ook zo snel mogelijk krijgen om
zo snel mogelijk weer aan het werk te kunnen gaan. Ik zal UWV verzoeken dit als aandachtspunt
vast te houden.
De ervaren effectiviteit van de WW-dienstverlening door de WW-gerechtigde is ook toegenomen.
Gezien de intensivering op de dienstverlening, past dit in de lijn van verwachting.
Ik ben benieuwd in hoeverre de gepercipieerde effectiviteit strookt met de reële effectiviteit
van de WW-dienstverlening. Dit zal blijken uit het effectiviteitsonderzoek dat momenteel
in opdracht van SZW en UWV wordt uitgevoerd. Het definitieve rapport volgt in 2021
maar ik verwacht in dit najaar de eerste tussenresultaten met uw Kamer te kunnen delen.
Bevindingen klantenquête Wajong
Ik ben verheugd dat de inspanningen om meer jonggehandicapten aan het werk te krijgen
positief effect hebben op de waardering van Wajongers. In vergelijking met 2015 zijn
er nu meer Wajongers die vinden dat de hulp de kans op werk vergroot. Van de Wajongers
die recent een re-integratietraject, training of werkervaringsplaats hebben gekregen
denkt circa twee derde dat de kans op werk erdoor is toegenomen.
De uitkeringsverlaging voor Wajongers met arbeidsvermogen van 75% naar 70% heeft mogelijk
zijn weerslag op de algemene waardering van Wajongers gehad, die gedaald is van een
6,4 in 2015 naar een 6,1 in 2018. Toch beoordelen zeven op de tien Wajongers de dienstverlening
van UWV in totaliteit als voldoende.
De constatering van de Inspectie SZW dat een minderheid van de Wajongers vindt dat
zij er financieel op vooruit is gegaan dankzij werk, sluit aan bij de reden waarom
de Staatssecretaris recent een wetsvoorstel aan uw Kamer heeft gestuurd. Dit wetsvoorstel
beoogt werken vanuit de Wajong meer lonend te maken en (ervaren) belemmeringen om
te gaan participeren zoveel mogelijk weg te nemen. De meerderheid van de Wajongers
noemt de rechten en plichten die horen bij de uitkering onvoldoende duidelijk. Met
het wetsvoorstel wordt beoogd de Wajong voor de doelgroep duidelijker te maken, omdat
het de verschillende regelingen binnen de Wajong harmoniseert.
Toegankelijke, laagdrempelige informatie vanuit UWV in combinatie met regelmatig contact
zijn belangrijke voorwaarden voor effectieve ondersteuning aan Wajongers om aan het
werk te komen en te blijven. Mijn departement heeft in 2017 met UWV afspraken gemaakt
over invulling van de dienstverlening met ingang van 1 januari 2018 aan alle Wajongers
met arbeidsvermogen, ongeacht de regeling waarin zij zitten. Hiertoe zijn in 2017
en 2018 incidentele middelen toegekend. Doordat er in het regeerakkoord (bijlage bij
Kamerstuk 34 700, nr. 34) additionele middelen zijn vrijgemaakt kan UWV de afgesproken dienstverlening ook
na 2018 voortzetten. Het is van belang om te blijven investeren in Wajongers met arbeidsvermogen,
zodat zij actief kunnen deelnemen aan de samenleving. Het kabinet is het daarnaast
met de Inspectie SZW eens dat goede en duidelijke communicatie richting Wajongers
van groot belang is. Daarom is een communicatietraject onderdeel van de implementatie
van het wetsvoorstel vereenvoudiging Wajong.
Bevindingen klantenquête WGA
Hoewel de Inspectie SZW concludeert dat de afgelopen jaren enige vooruitgang lijkt
te zijn geboekt, concludeert de Inspectie ook dat er nog de nodige ruimte is om de
dienstverlening voor de WGA (35–80 en 80–100) meer activerend te maken, bijvoorbeeld
door een positieve werkhouding van WGA-uitkeringsgerechtigden te stimuleren, duidelijker
te maken wat het doel van de ondersteuning is en WGA’ers vaker aan te spreken op hun
zoekgedrag naar werk. Op dit moment is een groot deel van de WGA-gerechtigden namelijk
niet actief werkzoekend. Ik vertrouw er vooralsnog op dat de beleidsinzet om te komen
tot meer persoonlijk contact en maatwerk hier zijn vruchten gaat afwerpen. Dit najaar
start het aangekondigde effectonderzoek met meer dienstverlening.
Het aandeel WGA-gerechtigden met psychische problemen neemt toe. De Inspectie SZW
constateert dat deze groep relatief veel ondersteuning krijgt maar gemiddeld minder
tevreden is over de hulp en ook minder goed slaagt te re-integreren. De ondersteuning
van deze groep zal ik meenemen in de gesprekken met UWV over de doorontwikkeling van
de WGA-dienstverlening.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid