Brief regering : Stand van zakenbrief dierenwelzijn gezelschapsdieren
28 286 Dierenwelzijn
Nr. 1056 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 juni 2019
In deze brief wordt de voortgang beschreven van mijn beleid op gezelschapsdieren zoals
aangegeven in de Beleidsbrief dierenwelzijn van 4 oktober 2018 (Kamerstuk 28 286, nr. 991). Sinds het verschijnen van deze beleidsbrief is ruim een half jaar verstreken waarin
alle betroken partijen hard hebben gewerkt en hebben laten zien hun verantwoordelijkheid
te nemen om het welzijn van dieren verder te verbeteren. Dit waardeer ik enorm.
Met deze brief informeer ik uw Kamer ook over de evaluatie van de wet dieren en geef
ik uw Kamer mijn reactie op de zienswijze van de Raad voor Dieraangelegenheden Dierbare
hulpverleners «Welzijn voor mens en dier?». Tevens schets ik de stand van zaken op
mijn inzet op hoogrisicohonden, waarbij ik ook in ga op de motie van de leden De Groot
en Von Martels (Kamerstuk 28 286, nr. 1012) inzake een haalbaarheidsstudie naar de noodzakelijkheid van een expertisecentrum
voor complexe honden.
Beleidsbrief dierenwelzijn 4 oktober 2018
Mijn beleid is gericht op het verantwoord houden van dieren. Iedereen die een huisdier
neemt, neemt de verantwoordelijkheid op zich om het dier op een goede manier te verkrijgen
en te houden. Ik wil potentiële eigenaren helpen en stimuleren verantwoorde keuzes
te maken, waardoor ook de misstanden in de handel en fokkerij worden tegengegaan.
Dat doe ik door het invoeren van de positieflijst huis- en hobbydieren, de aanpak
van de puppyhandel (waaronder de verkenning van de witte lijst handelaren) en het
ondersteunen van voorlichting over het maken van een bewustere keuze voor honden-
en kattenrassen waarbij gezondheid voorop staat, niet het uiterlijk.
Ik zal uw Kamer op een later moment, maar voor het AO Dierenwelzijn landbouwhuisdieren
na de zomer, informeren over de voortgang van mijn beleid op landbouwhuisdieren.
Huis- en hobbydierenlijst (positieflijst)
Met de huis -en hobbydierenlijst wordt beoogd het dierenwelzijn van zoogdieren te
borgen en het gevaar voor de mens te beperken door vast te stellen welke dieren wel
en niet door een ieder te houden zijn. De wetenschappelijke adviescommissie positieflijst
(WAP) heeft een beoordelingssystematiek ontwikkeld. Dit voorstel is door mij vorig
jaar november via internet voor een bredere consultatie aangeboden. Hier zijn 19 reacties
op gekomen. De WAP heeft op basis van deze reacties de beoordelingssystematiek aangescherpt
en afgerond. De beoordelingssystematiek en het verslag op de internetconsultatie worden
binnenkort gepubliceerd. Ik zal deze beoordelingssystematiek dan ook aan uw Kamer
sturen. Met deze systematiek zullen in de komende maanden ongeveer 260 zoogdiersoorten
beoordeeld worden. De resultaten van de beoordeling worden wettelijk vastgelegd in
een aanwijzingsbesluit dat voor iedereen gaat gelden. Ik ben voornemens dit besluit
in het najaar te consulteren, omdat ik het belangrijk vind dat betrokkenen hun reactie
op dit besluit kunnen geven.
Puppyhandel
In het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is opgenomen dat er voorstellen komen voor een witte lijst van bonafide hondenhandelaren.
Dit vanuit het doel om illegale puppyhandel tegen te gaan. Ik ben de mogelijkheden
hiertoe nader aan het onderzoeken en uitwerken. Het rapport Beke, wat bij deze brief
is gevoegd neem ik daarbij mee1. In Europa heb ik reeds gepleit voor een witte lijst op Europees niveau. Ook kijk
ik of ik kan aansluiten bij de witte lijst die België al heeft opgezet. Ik zal uw
Kamer dit najaar informeren over de voorstellen.
Daarnaast werk ik op dit moment al aan de verbetering van het systeem van identificatie
en registratie (I&R) van honden en de invoering van de paspoortplicht voor alle honden.
Hiermee zal het systeem veel minder fraudegevoelig worden omdat minder makkelijk gesjoemeld
kan worden met paspoorten en registraties. De AMvB waarmee ik dit mogelijk wil maken
is in concept afgerond en zal deze zomer ter consultatie op internet worden geplaatst.
Nederland is sinds vorig jaar voorzitter van een subwerkgroep hangend onder het EU
Platform Dierenwelzijn waarin zowel lidstaten als ngo’s deelnemen met het oog op onder
andere een betere samenwerking tussen lidstaten en het delen van best practices op
het terrein van de handel in honden. Met deze werkgroep hebben we onder andere kennis
over elkaars identificatie en registratie (I&R) systemen bij elkaar gebracht en worden
goede werkwijzen op dit terrein geïdentificeerd. Ook wordt er gewerkt aan diverse
richtsnoeren, bijvoorbeeld over het vervoer van pups. Aanvullend heb ik de Europese
Commissie als onderwerp voor de nieuwe EU-strategie dierenwelzijn meegegeven om te
kijken naar EU-welzijnsvoorschriften voor de commerciële handel in honden.
Zoals ook in de beleidsbrief aangegeven werk ik aan extra voorlichting om de bewustwording
bij potentiële kopers te vergroten Ook zijn er afspraken gemaakt met Marktplaats over
het transparanter aanbieden van honden (bijvoorbeeld het melden van het land van herkomst,
de vaccinatiestatus etc.). Marktplaats zorgt daarbij ook voor voorlichting over de
aanschaf van honden via verwijzingen naar het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren
(LICG).
Fokkerij
Met mijn brief van 16 maart 2019 (Kamerstuk 28 286, nr. 1039) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang op het terrein van de fokkerij en
de voorlichting aan potentiële kopers van honden. Met betrekking tot de voortgang
van het tegengaan van het fokken van katten met gezondheids- en welzijnsproblemen
verwijs ik uw Kamer naar mijn brief van 4 april 2019 (Kamerstuk 28 286, nr. 1042). In deze brieven informeer ik uw Kamer o.a. over de criteria die zijn ontwikkeld
waarmee zowel fokkers gezondere dieren kunnen selecteren voor de fokkerij en toezichthoudende
instanties de regelgeving beter kunnen controleren. Voor de voorlichting aan potentiële
kopers worden deze criteria inmiddels goed benut. Internationaal is er veel belangstelling
voor de criteria, deze worden daarom vertaald en verspreid onder de lidstaten en naar
landen buiten de EU.
Chippen van katten
Overeenkomstig mijn toezegging op de motie van D66 over het chippen van katten (Kamerstuk
28 286, nr. 958) heb ik de invoering van een (gemeentelijke) chipplicht verder verkend. Daartoe zijn
er gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van gemeenten. Lokaal bestaat de wens
om het chippen te verplichten en daarom overweeg ik met een aantal gemeenten die zich
daarvoor vrijwillig aanmelden, een pilot in te richten. Daarmee kan gedurende twee
jaar ervaring worden opgedaan en verkend of met het chippen de problemen die door
gemeenten worden ervaren, zoals overlast en zwerfkatten, worden opgelost. Na de zomer
zal ik uw Kamer informeren hoe de pilot er uit zal zien.
I&R-kat
De bevoegdheid voor de aanpak van de problemen met katten is verdeeld over verschillende
bestuurslagen. Zo zijn het voorkómen van zoönoses en welzijn een landelijke aangelegenheid,
is het tegengaan van overlast een lokale bevoegdheid en gaan de provincies gaan over
de bescherming van flora- en fauna (predatie door katten). Om te bezien of I&R het
meest effectieve middel is voor het verminderen van de problematiek met katten, geef
ik een extern bureau de opdracht tot het uitvoeren van een maatschappelijke kosten-batenanalyse
(MKBA). Via een MKBA kunnen alle voor- en nadelen van I&R-kat in kaart worden gebracht.
Dit zal leiden tot een betere afweging van nut, noodzaak en proportionaliteit van
een nationaal I&R-systeem voor katten.
Dierenwelzijnsbeleid van decentrale overheden
Uit de gesprekken bleek ook dat steeds meer gemeenten en ook sommige provincies onderwerpen
op het gebied van dierenwelzijn willen aanpakken en daar ook beleid voor (willen)
maken, vooral op terrein van gezelschapsdieren. Tegelijkertijd is niet altijd duidelijk
welke mogelijkheden en bevoegdheden zij daartoe hebben. Daarom ga ik met gemeenten
in gesprek hierover en zal ik bezien waar eventueel ruimte nodig is.
Wetsvoorstel aanpak dierenmishandeling en verwaarlozing (Houdverbod)
Het Wetsvoorstel aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing (inclusief een zelfstandig
houdverbod van dieren) waarmee het gehele sanctie-instrumentarium op het terrein van
dierenwelzijn wordt versterkt, is geconsulteerd en de commentaren worden nu verwerkt.
De Minister van Justitie en Veiligheid heeft het voortouw bij dit wetsvoorstel. Verwacht
wordt dat het voorstel na de zomer naar uw Kamer zal worden gestuurd voor de parlementaire
behandeling.
Evaluatie Wet dieren
De Wet dieren is in 2013 en 2014 gefaseerd in werking getreden. Nu een termijn van
vijf jaar is verstreken kan een goed beeld verkregen worden van de doeltreffendheid
en effecten van deze wet en onderliggende besluiten en regelingen. Daarom ben ik dit
jaar gestart met de evaluatie van deze wet.
De evaluatie wordt uitgevoerd door een onderzoeksbureau dat momenteel geselecteerd
wordt. Bij deze evaluatie betrek ik ook brancheorganisaties en Ngo’s. Ook zal ik de
toezichthoudende diensten zoals de Landelijke inspectiedienst dierenbescherming (LID),
de NVWA en de politie betrekken. Ik zal uw Kamer begin volgend jaar informeren over
de uitkomsten van de evaluatie. Mede op basis van de evaluatie zal ik bepalen of wijzigingen
in de regelgeving nodig zijn.
RDA Zienswijze Dierbare hulpverleners «Welzijn voor mens en dier?»
Uw Kamer heeft gevraagd om een reactie op deze RDA Zienswijze die op 21 mei 2019 door
de RDA werd gepresenteerd. In dit rapport wordt de huidige stand van zaken is beschreven
rondom de inzet van dieren bij activiteiten en therapieën voor mensen, zoals hulphonden
of paarden voor coaching. Daarbij is gekeken naar zowel het welzijn van de mens als
die van het dier. Met deze zienswijze is een goede basis gelegd waarop alle betrokken
partijen verder kunnen bouwen.
De RDA geeft een aantal adviezen, waaronder de professionalisering van de sector door
het oprichten van een beroepsvereniging en beroepscodes. Het gaat daarbij om de aanbieders
van de zorg, maar ook om de zorgverzekeraars, de wetenschap en het onderwijs. Er zijn
ook twee aanbevelingen gericht aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
en mij. De eerste aanbeveling is om de professionalisering van de sector te faciliteren,
startende met het bijeen brengen van de aanbiedende partijen. Ik vind het erg goed
als betrokken partijen hiermee aan de slag gaan en heb daarom de RDA gevraagd alle
betrokken partijen bijeen te brengen om het gesprek te starten over de verdere professionalisering
van de sector. De tweede aanbeveling is het opnemen van een aanvullende clausule in
de Wet dieren. Ik richt me eerst op de uitkomsten van de professionaliseringsslag
die de sector gaat maken en zal daarna bezien of nieuwe regelgeving aanvullend echt
nodig is om welzijnsproblemen te voorkomen. De wet dieren bevat immers al normen voor
huisvesting en verzorgingsnormen voor alle dieren.
Hoog-risico honden
In mijn brief van 9 november 2018 (Kamerstuk 28 286, nr. 1003) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de initiatieven die ik in nauwe samenwerking met
gemeenten en politie heb ingezet om het aantal bijtincidenten te voorkomen. De inzet
is erop gericht om de factoren en momenten die bepalend zijn voor het ontstaan van
risicovol gedrag bij honden aan te pakken. In vervolg op de brief van november schetst
ik hierbij de meest relevante ontwikkelingen.
Lijst karakteristieken hoogrisicohonden
In 2018 heeft Davalon het onderzoek naar karakteristieken (The Safe Dog Project; bijgevoegd)
afgerond2. Het onderzoek heeft aangetoond dat het totaal van fysieke- en temperament kenmerken
van het dier, eigenaar gerelateerde factoren en situationele kenmerken leiden tot
afwijkend agressief gedrag bij het individuele dier. Deze karakteristieken zijn niet
altijd te relateren aan hondenrassen.
Hoe de resultaten van dit onderzoek in de praktijk ingezet kunnen worden
zal bekeken worden met politie en gemeenten. Ook wordt bekeken hoe deze lijst met
karakteristieken gebruikt kan worden voor de consistente registratie van (bijt)incidenten.
Registratie van bijtincidenten
Om goed inzicht te verkrijgen in welke hondenrassen/-typen bijtincidenten veroorzaken
en om goed op te kunnen treden tegen eigenaren die vaker een incident veroorzaken
is het van belang om te beschikken over betrouwbare data. Voor het verkrijgen van
deze betrouwbare data is het van belang dat zowel gemeenten als politie op een uniforme
en consistente wijze deze data over bijtincidenten kunnen bijhouden, zodat ook als
mensen en hun dieren bijvoorbeeld verhuizen deze wel in beeld blijven. Een systeem
dat hiervoor geschikt zou kunnen zijn is het TRIAS-systeem.
In 2019 is daarom een pilot afgerond waaraan de politie en gemeenten hebben deelgenomen.
De pilot heeft de geschiktheid van het systeem om als landelijk registratiesysteem
voor bijtincidenten te kunnen gaan dienen, aangetoond.
In samenwerking met de gemeente Hoorn zijn op 20 mei jl. zijn de positieve resultaten
van de pilot met het landelijk registratiesysteem TRIAS gepresenteerd aan diverse
stakeholders, gemeenten en politie. In samenwerking met de betrokken partijen wordt
een plan van aanpak opgesteld voor de verdere uitrol van dit systeem. Ik zal uw Kamer
hiervan op de hoogte houden.
Bijbrengen kennis en kunde fokker, eigenaar en toezichthouder
In mijn Kamerbrief van november 2018 heb ik aangegeven leerdoelen op te stellen voor
een cursus voor houders van honden (Kamerstuk 28 286, nr. 1003). Deze leerdoelen zijn gereed.
Uit onderzoek van Davalon, blijkt dat de houders van honden de belangrijkste risicofactor
is bij bijtincidenten. Zij dienen hier dan ook alert op te zijn en moeten met kennis
van zaken hun honden opvoeden.
Om te zorgen dat deze houders ook de juiste kennis kunnen opdoen zijn leerdoelen opgesteld
voor een geschikte cursus voor houders van honden die voldoen aan een bepaald risicoprofiel.
De leerdoelen zal ik in het Besluit houders van dieren opnemen, zodat is vastgelegd
waar cursussen aan moeten voldoen. Deze cursussen kunnen op eigen initiatief gevolgd
worden maar houders van honden kunnen ook door bijvoorbeeld gemeenten en hondenscholen
hiernaar verwezen worden op het moment dat er een probleem is.
Het is ook van belang dat toezichthouders beschikken over de noodzakelijke kennis.
Er is daarom een E-learning cursus voor hen ontwikkeld. In overleg met de politie
wordt bekeken op welke wijze deze cursus kan worden opgenomen in het opleidingstraject.
Onderzoek – risicobeoordelingstest
De in de brief van november genoemde risico-beoordelingstest en het wetenschappelijk
vaststellen van de juiste wijze socialisatie zijn beide nog in ontwikkeling. Ik verwacht
dat deze eind 2020 gereed zijn.
In samenwerking met de Dierenbescherming is De Hoge Agrarische School (HAS) Den Bosch
gevraagd te onderzoeken op welke wijze een multidisciplinair landelijk expertisecentrum
kan bijdragen aan de opvang en training van complexe honden. Hiermee geef ik uitvoering
aan de motie van de leden De Groot en Von Martels (Kamerstuk 28 286, nr. 1012). De resultaten hiervan worden gedurende de zomer verwacht. Ik zal uw Kamer na de
zomer hierover informeren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit