Brief regering : Verslag Informele Landbouwraad 2-4 juni 2019 te Boekarest
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1185
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de Informele Landbouwraad
die op 2-4 juni jl. plaatvond in Boekarest.
Onderwerpen op de Landbouw- en Visserijraad
Bioeconomie en innovatie
Als thema voor de Informele Landbouwraad had het Roemeense voorzitterschap gekozen
voor: «Onderzoek in landbouw en bioeconomie – ontwikkelen van synergie». In een document
lichtte het Roemeense voorzitterschap dit thema toe en structureerde het debat rond
twee vragen:
1. Welke ruimte biedt het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) om interventies
in de 2 pijlers beter te richten op bioeconomie en hoe kan het verdienmodel voor de
landbouw versterkt worden?
2. Hoe kan de landbouw beter participeren in de bioeconomie en hoe kan de interesse van
boeren in innovatie en onderzoek worden versterkt.
Zoals gebruikelijk kregen COPA & COGECA (de Europese koepel van landbouworganisaties)
en CEJA (de Europese koepel van de jonge boeren) de gelegenheid de ministers over
dit thema toe te spreken. Zij riepen de ministers op dat de bioeconomiestrategie nu
tot concrete acties moet gaan leiden. De in Horizon Europe gealloceerde 10 miljard euro voor landbouwonderzoek werd gezien als een belangrijke
bijdrage, mits ook daadwerkelijk besteed in belang van sector. Zij wezen verder op
het belang van voorlichting opdat innovaties het boerenerf daadwerkelijk bereiken.
CEJA legde het accent op de toepassing van onderzoek en sprak grote waardering uit
voor Eurocommissaris Hogan voor zijn inspanning om extra inzet van de Europese Investeringsbank
(EIB) voor financiering van jonge boeren zeker te stellen.
Namens het Europees parlement (EP) sprak Paulo de Castro, vicepresident van de landbouwcommissie
van het EP, COMAGRI. Hij wees op het belang van precisielandbouw en «new breeding techniques» om de voortgang van innovatie zeker te stellen.
Commissaris Hogan ging in op bewezen waarde van het European Innovation Partnership (EIP) AGRI uitwisselingsplatform. Hij onderstreepte ook het belang van het Agrarisch
Kennis- en Innovatiesysteem (AKIS) en digitalisering. De bal ligt nu volgens hem bij
de lidstaten om ruimte te maken voor het implementeren van innovatie in hun Nationaal
Strategisch Plan (NSP). Hij wees er ook op dat de Europese Commissie steun heeft gegeven
aan bioeAST, het samenwerkingsverband dat kennisontwikkeling in Centraal en Oost-Europa
stimuleert. Het is nu belangrijk om elementen uit de hernieuwde EU-strategie voor
bioeconomie over te nemen in de Nationaal Strategische Plannen (NSP’s).
Het belang van bioeconomie voor de landbouw werd door de lidstaten breed onderschreven.
Tegelijkertijd noemen veel lidstaten dat de primaire sector nog te weinig bekend is
met de mogelijkheden die de bioeconomie kan inhouden. Het belang van het informeren
en betrekken van boeren middels voorlichting werd door verscheidene lidstaten als
belangrijk genoemd.
De productie van biomassa nu en in de toekomst, en de rol die de bioeconomie daarin
speelt, werd door enkele lidstaten als een essentieel belang onderstreept en naar
voren gebracht als een thema voor de agenda van de nieuwe Commissie. Vele lidstaten
onderstrepen ook het belang van een nationale bioeconomiestrategie als noodzakelijk
startpunt. Er werd ook op gewezen dat bioeconomie kan bijdragen aan de klimaatopgave
en het streven naar meer circulariteit in de landbouw. Het draagt ertoe bij dat effectiever
met grondstoffen voor de landbouw wordt omgegaan. Sommige lidstaten wezen erop dat
bioeconomie de introductie van nieuwe technologieën vereist en dat daar geld voor
nodig is. Zij vonden het in dat verband problematisch dat juist op de tweede pijler
wordt gekort in de voorstellen voor het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Vele lidstaten
onderkenden het belang van onderlinge uitwisseling van informatie en de noodzaak van
goede platforms daarvoor. Enkele lidstaten stonden ook stil bij de praktische uitwerking,
zoals de mogelijkheid om demonstratieprojecten te kunnen opzetten.
Finland vroeg aandacht voor de mogelijkheden die de bosbouwketen biedt in het kader
van bioeconomie en gaf aan dat het bioeconomie een heel belangrijk thema vindt, waar
het in zijn voorzitterschap (vanaf 1 juli a.s.) uitgebreid op terug wil komen. Samen
met de Commissie zal Finland een conferentie organiseren met als doel de EU-strategie
voor bioeconomie nader uit te werken.
Bioeconomie kreeg over het algemeen meer aandacht in het debat dan innovatie. Nederland
heeft ook het belang van innovatie benadrukt en naar voren gebracht dat het, net als
veel andere lidstaten, als belangrijke uitdaging ziet dat innovaties ook daadwerkelijk
het boerenerf bereiken.
Verkiezing van de nieuwe Directeur-generaal voor de Voedsel- en Landbouworganisatie
van de Verenigde Naties
Het voorzitterschap heeft de Raad geïnformeerd over de stand van zaken rond de kandidaten
voor de nieuwe Directeur-generaal voor de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde
Naties (FAO) van de Verenigde Naties. Er is één kandidaat uit de EU (Frankrijk) en
drie andere kandidaten uit resp. China, Georgië en India. De Europese kandidaat is
de enige vrouwelijke kandidaat. Het voorzitterschap wees erop dat veel inzet is gepleegd
om haar kandidatuur te steunen. Ook EU-vertegenwoordigingen hebben zich hier voor
ingezet. Op 11 april jl. hebben de vier kandidaten zich gepresenteerd en de Europese
kandidaat is daar volgens het voorzitterschap sterk uit naar voren gekomen. Op 23 juni
aanstaande vindt in Rome de stemming plaats. Het voorzitterschap en de Europese Commissie
riepen op om op de Europese kandidaat te steunen. Ook De Castro sprak namens COMAGRI
steun uit voor de Europese kandidaat.
Informatie voorzitterschap over de «Road map» GLB
Het voorzitterschap besprak verder kort het verdere proces voor de herziening van
het GLB. Het voorzitterschap gaf aan op de komende Landbouw- en Visserijraad van 18 juni
a.s. te zullen presenteren wat er tot dusver bereikt is. De implicatie hiervan is
dat het voorzitterschap niet meer streeft naar een «gedeeltelijke algemene oriëntatie»
(een vastgestelde Raadspositie over alle GLB-voorstellen met uitzondering van de budgettaire
aspecten, met het oog op de onderhandelingen in de trilogen met het EP en de Commissie)
en een voortgangsrapport zal opstellen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit