Brief regering : Werkgelegenheidseffecten wetsvoorstel verbod op kolen bij elektriciteitsproductie (Kamerstuk 35167)
35 167 Regels voor het produceren van elektriciteit met behulp van kolen (Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie)
Nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2019
Op 8 maart jl. is uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek dat is gestart naar de
werkgelegenheidseffecten in de hele kolenketen van het wetsvoorstel verbod op kolen
bij elektriciteitsproductie (Kamerstuk 32 813, nr. 303). Met deze brief bieden wij, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, u dit onderzoek aan1. Hieronder volgen eerst de uitgangspunten en belangrijkste uitkomsten van het onderzoek.
Vervolgens zetten we uiteen welke vervolgstappen samen met de sociale partners worden
genomen.
Uitgangspunten onderzoek
In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft het bureau Basis&Beleid
onderzoek gedaan naar de werkgelegenheidseffecten in de hele kolenketen van het wetsvoorstel
verbod op kolen. Deze keten omvat de havenoverslag, de elektriciteitscentrales inclusief
de daaraan toe te rekenen werkgelegenheid bij de energiebedrijven en bij de onderhoudsbedrijven,
alsmede de ondernemingen die kolen van de overslagbedrijven naar de centrales vervoeren
en die de restproducten van de centrales afvoeren.
De werkgelegenheidseffecten zijn gemeten in termen van arbeidsplaatsen die ten gevolge
van het wetsvoorstel komen te vervallen. Vervolgens heeft Basis&Beleid een inschatting
gemaakt van de omvang van de groep werknemers die als gevolg van het wetsvoorstel
langdurig werkloos dreigt te worden.
Gedurende het onderzoekstraject zijn de relevante stakeholders in de kolenketen betrokken,
onder meer via een begeleidingscommissie waarin de FNV, vertegenwoordigers van de
kolencentrales en kolenoverslagbedrijven en onze ministeries hebben plaatsgenomen.
Daarnaast heeft Basis&Beleid informatie verkregen uit gesprekken met de meeste betrokken
bedrijven.
De werkgelegenheidseffecten hangen sterk samen met de mate waarin centrales zullen
ombouwen naar alternatieve brandstoffen. Op basis van onder meer input van de exploitanten
van de centrales, hanteert Basis&Beleid drie scenario’s die variëren in de mate waarin
centrales ombouwen naar alternatieve brandstoffen. In alle scenario’s is het uitgangspunt
dat de Hemwegcentrale per 1 januari 2020 zal sluiten.
Uitkomsten onderzoek
Het totale aantal arbeidsplaatsen bij de kolencentrales bedraagt circa 1.500. Bij
de overslagbedrijven en de ondernemingen die betrokken zijn bij de afvoer van restproducten
kunnen nog eens 185 arbeidsplaatsen worden toegeschreven aan de productie in de Nederlandse
kolencentrales.
De werkgelegenheidseffecten in de kolenketen zijn lastig precies te voorspellen en
zijn omgeven met onzekerheden. De werkgelegenheidseffecten in de kolenketen hangen
sterk samen met de mate waarin centrales zullen ombouwen naar alternatieve brandstoffen.
Bovendien is geen volledig inzicht verkregen in het aantal arbeidsplaatsen bij bepaalde
ondernemingen. Daardoor kunnen de daadwerkelijke effecten anders zijn.
Op basis van het onderzoek van Basis&Beleid is de verwachting dat, afhankelijk van
het gekozen scenario ten aanzien van ombouw, het verlies aan arbeidsplaatsen in de
gehele kolenketen in 2030 als gevolg van het wetsvoorstel ligt tussen de 370 en 1.005.
Van dit verlies aan arbeidsplaatsen gaat het om 250–830 bij de kolencentrales, 30–85
bij de kolenoverslag en 90 bij de ondernemingen die betrokken zijn bij de afvoer van
restproducten.
Mocht het zo zijn dat geen enkele kolencentrale succesvol omgebouwd wordt voor de
stook met andere brandstoffen, dan zal het werkgelegenheidsverlies in de keten een
stuk groter zijn (circa 1.700). Als gevolg van de sluiting van de Hemwegcentrale gaat
het op korte termijn om een verlies van circa 280 arbeidsplaatsen.
Het vervallen van arbeidsplaatsen betekent dat werknemers hun baan verliezen en op
zoek moeten naar nieuw werk. Dit betekent echter niet per definitie dat mensen (langdurig)
werkloos raken. Herplaatsing kan mogelijk zijn binnen of buiten dezelfde onderneming.
Een inschatting van de omvang van langdurige werkloosheid als gevolg van het wetsvoorstel
is eveneens met onzekerheden omgeven. De verwachting van de onderzoekers is dat cumulatief
van 2020 tot 2030 circa 40–150 mensen langdurig werkloos kunnen raken (afhankelijk
van het gekozen scenario).
Op korte termijn zijn de effecten als gevolg van de vervroegde sluiting van de Hemwegcentrale
in het bijzonder van belang. In de huidige arbeidsmarkt kan een groot deel van de
mensen die hun baan verliezen waarschijnlijk aan ander werk komen. Toch blijft er,
bijvoorbeeld in de kolenoverslag een reëel risico op langdurige werkloosheid. Ook
op de langere termijn is het lastig om in te schatten wat het risico is op langdurige
werkloosheid. Veel zal afhangen van de situatie op de arbeidsmarkt op dat moment en
de mate waarin centrales ervoor zullen kiezen om hun centrale om te bouwen naar alternatieve
brandstoffen.
Vervolgstappen
Het onderzoek brengt de verwachte werkgelegenheidseffecten van het wetsvoorstel in
de hele kolenketen in beeld. De drie nieuwste kolencentrales mogen tot 2030 nog met
kolen blijven produceren, waardoor richting 2030 bij die centrales naar verwachting
weinig effecten zullen optreden als gevolg van het wetsvoorstel. Deze overgangsperiode
stelt werkgevers in staat om samen met het personeel te anticiperen op de transitie.
De onzekerheid die bij het personeel in de kolenketen ontstaat is begrijpelijk. We
onderkennen bovendien dat het voor oudere werknemers, die gelet op de leeftijdsopbouw
in de kolenketen bovengemiddeld vertegenwoordigd zijn, lastig is om ander werk te
vinden. Dat maakt het des te belangrijker om in te zetten op effectieve begeleiding
naar een nieuwe baan.
Westhavenarrangement
De vervroegde sluiting van de Hemwegcentrale is een zeer ingrijpende maatregel voor
de betrokken werknemers en de werknemers in de keten daaromheen, zoals de overslagbedrijven
en vervoerders. Bij het vaststellen van de nadeelcompensatie voor de eigenaren van
de Hemwegcentrale als gevolg van de vervroegde sluiting zal onder andere met de betrokken
werknemers in de centrale en het sociaal plan rekening worden gehouden.
Het kabinet heeft oog voor de werkgelegenheidseffecten op de korte termijn van de
sluiting van de Hemwegcentrale. Werkloosheid als gevolg van de sluiting van de Hemwegcentrale
moet zoveel mogelijk worden voorkomen. En waar dat niet lukt, moeten werkzoekenden
zo snel mogelijk worden begeleid naar een volgende passende baan. De huidige krappe
arbeidsmarkt biedt gelukkig volop kansen voor werkzoekenden om weer aan de slag te
gaan; werkgevers zijn hard op zoek naar extra werknemers. Het kabinet zet erop in
dat geen kansen onbenut blijven om de vele vacatures te vervullen.
In dat kader heeft op 5 juni jl. overleg plaatsgevonden tussen het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, UWV, FNV en VNO-NCW over het zogenaamde Westhavenarrangement.
Vanuit dit arrangement zal worden bezien welke maatregelen nodig zijn om het risico
op werkloosheid als gevolg van de sluiting van de Hemwegcentrale te mitigeren. Concreet
is afgesproken dat een unit wordt opgericht van UWV en FNV, die gaat werken aan de
vormgeving van een dienstverleningspakket. Ook de werkgevers worden hier nauw bij
betrokken.
Voorziening werkgelegenheidseffecten energietransitie
Het kabinet realiseert zich dat de werkgelegenheidseffecten van de energietransitie
breder zijn dan de mogelijke effecten van het wetsvoorstel verbod op kolen bij de
elektriciteitsproductie. In het kader van het Klimaatakkoord wordt dan ook uitgebreid
aandacht besteed aan het thema arbeidsmarkt en scholing.
De energietransitie levert veel kansen op, maar het is eveneens waarschijnlijk dat
mensen in de fossiele sectoren hun baan zullen verliezen. Daarom neemt het kabinet
ook zelf het initiatief door een Voorziening werkgelegenheidseffecten energietransitie
in te richten, gericht op van-werk-naar-werk begeleiding en om- en bijscholing. Het
kabinet heeft hiervoor tot en met 2030 € 22 miljoen gereserveerd, waarvan € 11 miljoen
tot en met 2024.
De voorziening wordt de komende tijd nader vormgegeven. Dat gebeurt in overleg met
de sociale partners en met inachtneming van de lessen die worden geleerd bij de uitwerking
van het Westhavenarrangement.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid