Brief regering : Fiche: mededeling Fraudebestrijdingsstrategie
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2812
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juni 2019
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij een fiche, dat werd opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Fraudebestrijdingsstrategie
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: mededeling Fraudebestrijdingsstrategie
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling Fraudebestrijdingsstrategie van de Commissie: krachtiger optreden om de
EU-begroting te beschermen
b) Datum ontvangst Commissiedocument
29-04-2019
c) Nr. Commissiedocument
COM (2019) 196
d) EUR-Lex
https://eur-lex.Europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1556622231689&uri=C…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
SWD(2019) 171
f) Behandelingstraject Raad
Raad Economische en Financiële zaken (ECOFIN)
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Financiën in samenwerking met het Ministerie van Justitie en Veiligheid
2. Essentie voorstel
In 2017 heeft de EU de richtlijnen ingevoerd betreffende de strafrechtelijke bestrijding
van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt1. Daarnaast werken de Commissie en lidstaten aan de oprichting van een Europees Openbaar
Ministerie (EOM). Om deze ontwikkelingen meer gestalte te geven en voorbereidingen
te treffen voor een nieuwe generatie uitgavenprogramma’s in het kader van het meerjarig
financieel kader (MFK) 2021–2027, actualiseert de Commissie met dit voorstel haar
fraudebestrijdingsstrategie (CAFS: Commission Anti-Fraud Strategy) van 2011. De CAFS
is een bindend intern beleidsdocument voor de directoraten-generaal van de Commissie
en de uitvoerende agentschappen inzake de bestrijding van fraude en corruptie die
de financiële belangen van de EU schaden.
In een evaluatie van de fraudebestrijdingsstrategie 2011 (CAFS) is geconcludeerd dat
de CAFS als kader voor het Commissiebeleid relevant en doeltreffend is ter bescherming
van de EU-begroting, maar aanpassing aan een veranderende situatie behoeft (nieuwe
financieringsregelingen en fraudetrends, ontwikkeling van IT-instrumenten etc.).
Naast de evaluatie van het CAFS 2011 hebben de directoraten-generaal van de Commissie
een frauderisicobeoordeling uitgevoerd. De twee voornaamste geïdentificeerde zwakke
punten zijn 1) onvoldoende analyse van fraudegegevens, waardoor het zicht van de Commissie
op fraude wordt beperkt en 2) lacunes in het toezicht van de Commissie op het beheer
van frauderisico’s op het niveau van de directoraten-generaal. Deze tekortkomingen
zijn ook door de Europese Rekenkamer genoemd in een recent verslag met als titel «Bestrijding
van fraude in verband met EU-uitgaven: maatregelen zijn nodig».2
De CAFS 2019 heeft prioritair tot doel de Commissie te voorzien van meer data om analyses
uit te voeren met het oog op preventie en opsporing, en van een meer gecentraliseerd
systeem voor de bewaking van haar fraudeaanpak. De CAFS 2019 spitst zich (evenals
de CAFS 2011) verder toe op de bescherming van de financiële belangen van de EU tegen
fraude, corruptie en andere opzettelijke onregelmatigheden en op het risico van ernstig
wangedrag binnen de instellingen en organen van de EU.
De CAFS 2019 krijgt operationeel vorm in een actieplan, bestemd voor de directoraten-generaal
van de Commissie en de uitvoerende agentschappen. Dit actieplan richt zich op verbetering
van de samenwerking en de werkstromen inzake fraudebestrijding over de gehele linie,
bijvoorbeeld de samenwerking van de Commissie met het Europees bureau voor de fraudebestrijding,
OLAF (Office de Lutte Anti-Fraude), en met het Europees Openbaar Ministerie (EOM),
dat momenteel wordt opgericht. Voor lidstaten kan dit betekenen dat er extra aandacht
besteed wordt aan de informatievoorziening (met behulp van bestaande systemen) aan
de Europese Commissie.
De Commissie is voornemens haar interne controlesystemen voor de CAFS 2019 en het
begeleidende CAFS-actieplan te verscherpen en indicatoren te ontwikkelen om de fraudeaanpak
meetbaar te maken.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Nederland is en blijft voorstander van een krachtigere aanpak van fraude met Europese
middelen. In het regeerakkoord is opgenomen dat intensieve samenwerking tussen lidstaten
bij de bestrijding van EU-fraude, die vaak grensoverschrijdend van aard is, onontkoombaar
is. Nederland heeft op 14 mei 2018 de Commissie en de Raad geïnformeerd over de wens
deel te gaan nemen aan de versterkte samenwerking met het EOM. De Commissie heeft
op 1 augustus 2018 ingestemd met deze wens. Daarnaast acht Nederland het belangrijk
dat OLAF een belangrijke rol vervult bij de bescherming van de Europese begroting,
complementair aan de rol die het EOM zal vervullen bij de strafrechtelijke aanpak
van EU-fraude.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Nederland is voorstander van een krachtige aanpak van fraude met Europese middelen.
Nederland kan daarom de in de mededeling weergegeven strategie en het bijbehorend
werkplan op hoofdlijnen steunen.
In voorbereiding op de volgende MFK-periode ziet Nederland dit als uitgelezen moment
voor de Commissie om de actieve fraudeaanpak af te stemmen op de huidige behoeften,
bijvoorbeeld met betrekking tot nieuwe financieringswijzen. Daarnaast ziet Nederland
deze mededeling als een versterking van de strijd tegen fraude die de Europese begroting
schaadt. Ook is Nederland van mening dat data in dit informatietijdperk van toegevoegde
waarde zijn in de strijd tegen EU-fraude, met inachtneming van Europese databeschermingsregels.
Hierbij blijft de overkoepelende doelstelling van de CAFS 2011 overeind en ziet Nederland
de doelstellingen van de CAFS 2019 als aanvulling hierop.
Alhoewel het voorstel niet gericht is aan de lidstaten, is Nederland overtuigd van
een nauwere samenwerking tussen lidstaten en meer inspanning van lidstaten bij de
uitwisseling van gegevens ten behoeve van de analyse van de Commissie. Hierbij ziet
Nederland kansen in het beter benutten van bestaande systemen zoals het Irregularity
Management System (IMS).
Nederland staat positief tegenover de uitbreiding van de rol van OLAF, maar voorziet
dat de taken onderdeel uitmaken van de huidige bevoegdheden en binnen de huidige (personele
en instrumentele) capaciteit. Mocht dit niet het geval zijn, dan zal Nederland de
Commissie verzoeken een overzicht van de nieuwe capaciteit bekend te maken alvorens
over te gaan tot concrete stappen.
De mededeling betreft een strategie en werkplan, gericht op de werkzaamheden van de
Commissie. Echter, de Commissie vraagt de lidstaten wel bij te dragen aan de bestaande
datasystemen en passende maatregelen te treffen tegen het schaden van de financiële
belangen van de Europese begroting. Dit doet Nederland al. Nederland zal vragen om
aanvullende informatie wat betreft eventuele (financiële) gevolgen voor lidstaten
en het inzichtelijk maken van de beoogde effectiviteit hiervan.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Uit een bespreking binnen de Raadswerkgroep fraudebestrijding blijkt dat enkele lidstaten
net als Nederland behoefte hebben aan de financiële onderbouwing van dit voorstel.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid voor deze mededeling is positief. Volgens
artikel 325 van het VWEU moeten zowel de EU als de lidstaten fraude en alle andere
onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de EU worden geschaad,
bestrijden. Daarnaast volgt uit artikel 317 van het VWEU dat de Commissie tot taak
heeft de EU-begroting uit te voeren, in overeenstemming met de beginselen van goed
financieel beheer en aan de hand van een effectieve en doeltreffende interne controle,
die het voorkomen, opsporen, corrigeren en opvolgen van fraude en andere onregelmatigheden
omvat.
b) Subsidiariteit
De grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit van het voorstel is positief. Fraude
met Europese middelen is grensoverschrijdend en de bestrijding daarvan kan daarom
niet enkel op het niveau van de lidstaat afzonderlijk worden bewerkstelligd. Het voorstel
beoogt de bescherming van de Europese begroting die niet op soortgelijke wijze op
nationaal niveau kan worden gerealiseerd.
c) Proportionaliteit
De grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit van het voorstel is eveneens
positief. De herziene fraudebestrijdingsstrategie die in de mededeling wordt gepresenteerd
gaat volgens het Kabinet niet verder dan noodzakelijk en is geschikt om de doelstelling
van een krachtiger optreden tegen fraude met EU-middelen te bewerkstelligen. Daarbij
neemt het kabinet ook in overweging dat de maatregelen die daarin voor de lidstaten
worden voorzien niet nieuw zijn en in evenredige verhouding staan tot de genoemde
doelstelling.
d) Financiële gevolgen
In het voorstel zijn eventuele budgettaire implicaties voor de EU-begroting niet opgenomen.
Nederland acht het van belang dat de middelen binnen de in de Raad afgesproken financiële
kaders van de EU-begroting blijven en passen bij een prudente ontwikkeling van de
jaarbegroting. De kabinetsinzet voor het volgende MFK is leidend voor een integrale
afweging van middelen voor de periode na 2020; Nederland wil niet vooruitlopen op
de besluitvorming over het volgende MFK. Daarom zal Nederland de Commissie vragen
de budgettaire consequenties nader uit te werken en deze af te zetten tegenover de
effectiviteit van de strategie.
Indien er sprake is van budgettaire gevolgen voor Nederland, dan zullen deze worden
ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de
regels van de budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
Geen directe consequenties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.