Brief regering : Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken van 17 juni 2019
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2017
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 mei 2019
Hierbij bied ik u aan, mede de Minister van Defensie, de geannoteerde agenda voor
de Raad Buitenlandse Zaken van 17 juni 2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 17 juni 2019
EU Global Strategy
Tijdens de Raad zal Hoge Vertegenwoordiger Mogherini de lidstaten op basis van diverse
voortgangsrapporten1 informeren over de uitvoering van de verschillende sporen van de «EU Global Strategy
on Foreign and Security Policy» (hierna: EUGS). De EUGS werd in juni 2016 gepresenteerd
en vormt de basis voor het externe optreden van de EU (vrede/veiligheid, welvaart,
democratie en rules-based wereldorde). Onder dit agendapunt zal de Raad ook stilstaan bij enkele specifieke
onderliggende thema’s, zoals de effectiviteit van het Gemeenschappelijk Buitenland-
en Veiligheidsbeleid (GBVB), de samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie
en de rol die de EU kan spelen in het versterken van het multilaterale stelsel. Aan
dit gedeelte van de RBZ nemen ook de Ministers van Defensie deel.
Effectiviteit GBVB
Nederland heeft met diverse gelijkgezinde lidstaten aangedrongen op een bespreking
van dit onderwerp tijdens deze Raad, omdat mondiale machtsverschuivingen en nieuwe
veiligheidsdreigingen een sterk EU-buitenlandbeleid vergen. Het kabinet zet in nauwe
samenwerking met de Hoge Vertegenwoordiger in op het bevorderen van een samenhangend
beleid en inzet van instrumenten (GBVB, Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid
(GVDB) en extern beleid) en middelen. Daarnaast zal het kabinet pleiten voor een EU
die snel en adequaat reageert op buitenlandpolitieke ontwikkelingen. Tot slot wenst
het kabinet het debat te voeren over de besluitvormingsprocedures binnen de Raad om
de deadlock in de besluitvorming tegen te gaan. Zoals weergegeven in het BNC-fiche over de Mededeling
van de Europese Commissie over effectievere besluitvorming in het GBVB (Kamerstuk
22 112, nr. 2714) staat het kabinet open voor discussie over invoer van besluitvorming per gekwalificeerde
meerderheid over EU-posities over mensenrechten in multilaterale fora, instelling
van sanctieregimes en de uitvoering van civiele missies. Ook het experimenteren met constructieve onthouding – waardoor
een lidstaat zich niet politiek hoeft te verbinden aan een EU-positie binnen het GBVB,
maar de vorming van die positie niet in de weg staat – zou de efficiëntie en effectiviteit
van de EU-besluitvorming ten goede kunnen komen.
Veiligheid en defensie
Sinds de presentatie van de EUGS in juni 2016 zijn belangrijke stappen gezet in de
vertaalslag van gemeenschappelijke visie naar gemeenschappelijke actie. Daarbij is
de meeste aandacht uitgegaan naar de uitvoering en versterking van het veiligheids-
en defensiespoor. Nederland draagt daar actief aan bij. Zoals ook uiteengezet in de
Kamerbrief over de Staat van de Europese Unie 2019 (Kamerstuk 35 078, nr. 1), zet het kabinet in op een sterk GVDB waarbij duidelijk wordt gesteld dat de NAVO
het primaire kader voor de collectieve verdediging blijft voor de lidstaten die ook
lid zijn van de NAVO. Het kabinet is van mening dat Europa in de toekomst beter in
staat moet zijn te reageren en te anticiperen op situaties die de Europese veiligheid
bedreigen. Waar mogelijk samen met niet-Europese partners, maar ook alleen als dat
nodig is. Hierbij geldt wat het kabinet betreft dat het nemen van verantwoordelijkheid
voor de veiligheid van Europa in EU-kader vormgegeven moet worden in relatie tot hetgeen
reeds in NAVO- en in VN-kader plaatsvindt. De EU, de NAVO en de VN hebben ieder hun
eigen unieke sterke punten die maximaal in relatie tot elkaar moeten worden ingezet
om de veiligheid van Europa te kunnen waarborgen. Zoals ook uiteengezet in de kabinetsreactie
op de Initiatiefnota Belhaj (Kamerstuk 35 189), hecht het kabinet in deze context aan een verdere versterking van het GVDB als
onderdeel van de uitvoering van de EU Global Strategy. Het kabinet heeft daarbij vier prioriteiten: 1) het aanbrengen van meer focus in
het operationaliseren van het ambitieniveau van de EU en het versterken van de link
tussen interne en externe veiligheid. Hierbij geldt dat het kabinet vindt dat de EU
in het realiseren van het ambitieniveau haar inzet primair zou moeten focussen op
datgene wat in het verlengde ligt van haar eigen sterke punten; 2) een sterke rol
voor de Raad om het Europese veiligheids- en defensiebeleid effectiever te maken.
Het kabinet is van mening dat om de gewenste strategische sturing goed vorm te geven
het toegenomen belang van het Defensiebeleid als onderdeel van het GVDB, alsmede het
belang van de geïntegreerde benadering en de link tussen interne en externe veiligheidskwesties,
in hogere mate gereflecteerd dient te worden in de agenda, het format, de voorbereiding
en de besluitvormingsstructuren van de Raad dan nu het geval is; 3) focus op een output
georiënteerde benadering, waarbij specifiek gedefinieerde doelen, onder meer op het
gebied van capaciteitsontwikkeling en interoperabiliteit van krijgsmachten, worden
weggezet langs duidelijke tijdslijnen en worden opgenomen in bijvoorbeeld raadsconclusies;
en 4) focus op coherente implementatie van huidige instrumenten.
Multilaterale stelsel
Mede als gevolg van de hierboven reeds genoemde mondiale machtsverschuivingen en doordat
grootmachten in toenemende mate de voorkeur geven aan een unilaterale of bilaterale
aanpak, staat het multilaterale stelsel onder druk. Nederland verwelkomt in dat licht
een grotere rol van de EU bijvoorbeeld bij het bevorderen van de naleving van belangrijke
internationale akkoorden. Daarnaast staat of valt geloofwaardigheid van multilaterale
organisaties met hun effectiviteit en daarmee met hun vermogen en wil om te hervormen.
Het kabinet is van mening dat de EU daarbij een nadrukkelijkere rol kan spelen. Ook
dient de EU, in de visie van het kabinet, op meer assertieve wijze zijn financiële
en economische kracht, beter in te zetten. Er bestaat voor een sterkere rol van de
EU in het multilaterale stelsel breed draagvlak onder de lidstaten en in het Europees
parlement.
Iran
Naar verwachting zal onder het agendapunt «current affairs» opnieuw worden gesproken over Iran, in verband met de aanhoudende spanningen omtrent
het nucleair akkoord. De recente verklaringen van Iran, waaronder de aankondiging
dat het de productie van licht verrijkt uranium verviervoudigt, zijn reden tot zorg.
Het nucleaire akkoord is een essentieel onderdeel van de Europese en Nederlandse veiligheidsarchitectuur
en Nederland blijft, net als de EU, achter het akkoord staan zolang Iran zich aan
de afspraken houdt. Nederland vaart daarbij op de rapporten van het Internationaal
Atoomenergie Agentschap, de enige onafhankelijke entiteit met het mandaat en de kennis
om het nucleaire programma van Iran te verifiëren. De-escalatie van oplopende spanningen
in de regio is van belang.
Daarnaast zal Nederland ook zijn zorg uitspreken over het ballistische raketprogramma
van Iran, de mensenrechtensituatie en de destabiliserende rol in de regio.
Soedan
Sinds het afzetten van Bashir zijn er onderhandelingen gaande tussen de Transitional Military Council (TMC) en de oppositie, verenigd in Freedom and Change Forces (FCF), over de machtsoverdracht aan een civiele transitieregering. Onderhandelingen
lopen stroef en een positieve uitkomst is nog niet verzekerd. Nederland en andere
EU-lidstaten (o.a. het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Frankrijk en Duitsland) hebben
hun zorgen hierover uitgesproken via verklaringen op sociale media. Naar verwachting
zal de Raad hierover spreken.
Stabiliteit in het land en de regio is daarmee van groot belang voor de EU en Nederland.
Soedan is bovendien een migratiefocusland; in het effectief tegengaan van irreguliere
migratie heeft de EU baat bij een betrouwbare en transparante Soedanese regering.
Om deze reden zal het kabinet zich in de Raad uitspreken voor een actieve rol van
de EU in aanloop naar en tijdens deze transitieperiode.
Daarnaast zal Nederland blijven aandringen dat het arrestatiebevel van het ICC tegen
Bashir tenuitvoer wordt gelegd.
Appreciatie mededeling De EU en Centraal-Azië: Nieuwe Kansen voor een Sterker Partnerschap
Het kabinet maakt graag van de gelegenheid gebruik de Kamer hierbij een appreciatie
aan te bieden van de op 15 mei door de Hoge Vertegenwoordiger en Commissie uitgebrachte
Gezamenlijke Mededeling «The EU and Central Asia: New Opportunities for a Stronger Partnership». De Raad zal hier naar verwachting conclusies over aannemen.
Daarmee beschikt de EU over een hernieuwd beleidskader dat richting geeft aan de EU-betrekkingen
met de landen in Centraal-Azië (Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan en
Turkmenistan). Diverse regionale ontwikkelingen vormden de aanleiding voor deze hernieuwde
strategie: positieve ontwikkelingen in onder andere Oezbekistan, toegenomen onderlinge
regionale samenwerking, de ambitie van de EU om de connectiviteit tussen Europa en
Azië te vergroten, alsook de nieuwe regionale geopolitieke realiteit (o.a. toegenomen
Chinese activiteit in de regio). In de Mededeling ligt de nadruk op het versterken
van de weerbaarheid en welvaart in de Centraal-Aziatische landen, alsook op het investeren
in kansen voor regionale samenwerking.
Het kabinet verwelkomt de Mededeling en is van mening dat optreden op EU-niveau aangewezen
is voor het onderhouden van betrekkingen met deze geostrategisch belangrijke regio.
Het in de mededeling aangekondigde beleidskader is volgens het kabinet geschikt en
gaat niet verder dan noodzakelijk is om de doelstellingen ervan te bereiken. Het kabinet
erkent ook het belang van gedeelde Europese waarden, beginselen en prioriteiten als
fundamenten voor de versterking van de samenwerking tussen Europa en Centraal-Azië.
De EU is de belangrijkste economische en ontwikkelingspartner van Centraal-Azië. Hierbij
is het van belang dat de Unie de voordelen van de samenwerking beter lokaal voor het
voetlicht weet te brengen. Het kabinet vraagt hier consequent aandacht voor.
Voor Nederland is van belang dat het verbeteren van de democratie, mensenrechtensituatie
en rechtsstaat als voorwaarde voor duurzame ontwikkeling prioriteit blijft in de bilaterale
betrekkingen tussen de EU en de regio. Het kabinet onderschrijft ook de geïntegreerde
benadering ten aanzien van het verbeteren van de veiligheidssituatie, met aandacht
voor de grondoorzaken van onveiligheid: armoede, sociale uitsluiting, beperkte politieke
participatie en corruptie (onder andere in de exploitatie van natuurlijke energiebronnen).
Daarnaast verwelkomt het kabinet de inzet op samenwerking ten aanzien van extremisme
en terrorisme, irreguliere migratie, klimaatverandering, onderwijs en «people-to-people» contacten. Tot slot wordt in de Mededeling in de visie van het kabinet ook terecht
een link gelegd met de EU-Afghanistan strategie, aangezien het land belangen op het
gebied van veiligheid en stabiliteit, watermanagement en connectiviteit deelt met
de regio.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.