Brief regering : Reactie op moties over renovatie Binnenhof
34 293 Renovatie Binnenhof
Nr. 76 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2019
Zoals gevraagd door mevrouw Van Eijs (D66) bij de stemmingen, informeer ik u hoe ik
uitvoering geef aan de op 14 mei 2019 aangenomen moties over de renovatie van het
Binnenhof (Handelingen II 2018/19, nr. 81, item 8). Hiermee kom ik ook tegemoet aan het verzoek van de heer Middendorp (VVD) over de
uitvoering van zijn motie (Kamerstuk 34 293, nr. 65).
Openbaarheid
Ik heb veelvuldig met uw Kamer gesproken over het delen van informatie. We zijn het
eens dat het proces gediend is bij zoveel mogelijk openheid. Ik zal, in overeenstemming
met de motie Ronnes c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 67), het beleid aanpassen. Het uitgangspunt wordt «openbaar tenzij».
Dit betekent onder meer dat ik in het vervolg inzage geef in de plannen en de uitwerkingen,
inclusief tekeningen. Er kan dan in de openbaarheid over de plannen gesproken worden.
Ook andere relevante informatie wil ik kunnen delen. In het Algemeen Overleg op 17 april
2019 heb ik reeds aangekondigd dat ik nog eens wil kijken naar wat wel en wat niet
geheim kan zijn (Kamerstuk 34 293, nr. 75). Ik zal de in overleg met de gebruikers van het Binnenhof vastgestelde zogenaamde
rubriceringslijsten, die aangeven welke mate van vertrouwelijkheid van toepassing
is voor de verschillende onderwerpen, hiervoor aanpassen.
Het «tenzij» betreft nog slechts drie redenen die openbaarmaking niet mogelijk maken,
te weten: veiligheid, commerciële vertrouwelijkheid en bescherming van personen. In
alle andere gevallen wil ik in alle openheid informatie delen. Waar dat niet openbaar
kan, zal ik informatie vertrouwelijk met u delen, zoals dat eerder is gedaan met het
gehele financiële dossier ten tijde van de besluitvorming over de renovatie (Kamerstuk
34 293, nr. 20).
Ten aanzien van het geheim verklaren van de opdrachten aan het bedrijfsleven begrijp
ik de wens van de Tweede Kamer voor meer transparantie, maar zie ik geen mogelijkheden
om het eerder ingezette beleid aan te passen. Mede op verzoek van alle gebruikers
van het Binnenhof zelf, zoals vastgelegd in de Intentieovereenkomst d.d. 28 oktober
20101, heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst de opdrachten die in verband met het
project Renovatie Binnenhof worden verstrekt als geheim gekwalificeerd (Kamerstuk
34 293, nr. 31). Het nu aanpassen van dit beleid zou betekenen dat het project vertraagt omdat het
selectieproces om tot een keuze voor de aannemers te komen opnieuw moet starten. Voor
de goede orde merk ik op dat het hier gaat om een geheimverklaring van opdrachten
in de zin van de Aanbestedingswet, gericht op beperking van het aantal marktpartijen
dat kennis draagt van gevoelige informatie van het Binnenhof. Dit laat onverlet dat
de Kamer ruimte heeft om met mij te spreken over inhoud en uitvoering van die opdrachten.
MKB-bedrijven worden reeds op meerdere plekken ingeschakeld bij de renovatie. Dit
zal ook het geval zijn bij de uitvoering van de renovatie op het Binnenhof, hetzij
rechtstreeks in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf vanwege bepaalde kennis of capaciteit,
hetzij door onderaanneming. Ik zal dit blijven bevorderen en geef daarmee uitvoering
aan de motie Ronnes c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 68).
Renovatiebudget
Ik ben graag bereid inzicht te geven in de financiën van de renovatie. Ik doe dat
in de voortgangsrapportage die ik u iedere zes maanden zal zenden, en bij majeure
ontwikkelingen tussentijds. Ditzelfde geldt voor de andere onderdelen van de voortgangsrapportage,
waaronder de planning. Hiermee kom ik tegemoet aan de motie Middendorp/Van Eijs (Kamerstuk
34 293, nr. 66). Om te voorkomen dat de doelstelling binnen tijd en budget niet gehaald wordt, zal
ik sturen op een strakke planning.
Het budget voor de renovatie, € 475 mln. (prijspeil 2015), wijzigt niet, behoudens
de eerder in mijn basisrapportage van 29 maart 2018 genoemde disclaimers: indexatie
marktspanning, extra eisen duurzaamheid, extra eisen veiligheid en technische uitvoeringsrisico’s. De noodzakelijke werkzaamheden
kunnen worden opgestart. Zo is de tweede fase van het contract voor de tijdelijke
huisvesting van de Tweede Kamer op de Bezuidenhoutseweg 67 ondertekend en is de bouw
inmiddels in volle gang.
Een specifiek onderdeel van het renovatiebudget betreft de niet-huisvestingskosten van de gebruikers. In het debat met uw Kamer op 7 maart 2019 ben ik
naar aanleiding van publicaties in de media bevraagd over de niet-huisvestingskosten
(Kamerstuk 34 293, nr. 53). De oplossing hiervoor heb ik gevonden door maatwerk binnen de regeling uit 1991
toe te passen. Dit maatwerk houdt in dat alle zaken die aard en nagelvast zijn en
met de renovatie te maken hebben, inmiddels opgenomen zijn in het RVB budget. Het
budget voor de renovatie, € 475 mln. (prijspeil 2015), wijzigt hiermee niet.
Voortgang Voorontwerp
De motie Middendorp c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 65) vraagt, vanwege de uitgangspunten van tijd, budget en voortgang, om afronding van
de Voorontwerp-fase voor 1 juli 2019. Hoewel dit een kritiek tijdpad betreft is dit
mogelijk, mits het op gestructureerde wijze wordt aangepakt met inzet van alle betrokkenen.
Om de Voorontwerp-fase voor 1 juli 2019 af te kunnen ronden is in het projectteam
van 11 april 2019 door de Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf een planning als
gezamenlijk uitgangspunt afgestemd, waarbij het Voorontwerp op 1 juli 2019 moet zijn
vastgesteld. Wat mij betreft is dit de beste manier om te voldoen aan wat is gevraagd
in de motie. Belangrijke momenten in deze planning zijn:
• 17 mei 2019 herzien Voorontwerp gereed voor toetsing, waarbij het Herzien Voorontwerp
tot stand komt met inbreng van de diverse werkgroepen van de Tweede Kamer;
• 31 mei integrale toets van het Voorontwerp door Tweede Kamer en het RVB gereed;
• 18 en 20 juni presenteren en bespreken van het Voorontwerp en de uitgevoerde toetsen
op dit Voorontwerp in de Bouwbegeleidingscommissie;
• Agendering en presentatie van het Voorontwerp en het advies van de BBC op dit Voorontwerp
in het presidium van 26 juni;
• Agendering en besluitvorming over het Voorontwerp in de bestuurlijke stuurgroep voor
de zomer.
In het voorjaar 2018 is, na een fase van contractering en voorbereiding, gestart met
het Voorontwerp, op basis van het Programma van Eisen van de Tweede Kamer dat op 2 oktober
2017 door de bestuurlijke stuurgroep van het renovatieproject is vastgesteld. In de
zomer van 2018 heb ik, na signalen vanuit de Tweede Kamer, ruimte gegeven voor aanpassingen
in het vastgestelde Programma van Eisen. Tegelijkertijd heeft OMA het Voorontwerp
in november 2018 afgerond om niet onnodig in de vertraging te belanden. In dit Voorontwerp
zijn belangrijke veranderde wensen van de gebruikers al meegenomen. Zo blijft het
ledenrestaurant op dezelfde plek en komt er geen XL-vergaderzaal. Daarnaast bevat
het Voorontwerp veel techniek en logistiek en dat zijn punten waarover vrijwel geen
discussie is.
Het herziene Programma van Eisen is in februari 2019 door het presidium vastgesteld.
Het is nu zaak om het Voorontwerp van november 2018 aan te passen aan het herziene
Programma van Eisen zodat de Tweede Kamer het Voorontwerp definitief kan vaststellen
voor de zomer van 2019.
Indachtig het uitgangspunt dat de renovatie sober en doelmatig en binnen tijd en budget
moet worden uitgevoerd benutten we uiteraard al het werk dat opgeleverd is en waarover
geen discussie is. Daarbij moet bedacht worden dat circa 70% van het renovatiebudget
wordt benut voor het vernieuwen van de technische installaties en slechts circa 30%
voor functionele verbeteringen. Het herzien Voorontwerp is overeenkomstig de bovengenoemde
planning inmiddels geleverd door OMA, waarbij het deel dat ik in opdracht wil geven
bij de heer De Bruijn uitgezonderd is.
In mijn brief van 23 april 2019 (Kamerstuk 34 293, nr. 55), heb ik u geïnformeerd over de architecten en adviseurs die werkzaam zijn op het
Binnenhof. Ik heb de heer De Bruijn op 21 december 2018 een aanbod gedaan voor een
opdracht voor ontwerpwerkzaamheden. Hiermee kom ik tegemoet aan de motie Beckerman
c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 62). Tot op heden heeft de heer De Bruijn dit aanbod in beraad. Ik geef voorts uitvoering
aan de motie Middendorp c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 65) en maak architectenkeuzes pas definitief na instemming van de gebruikers en de betrokken
huidige en nieuwe architecten, en zal de Tweede Kamer informeren over de organisatie
en de achtergrond van de keuze.
Duurzaamheid
In mijn brief van 27 februari 2019, de tweede voortgangsrapportage, en in mijn brief
met aanvullende beantwoording van 23 april 2019 (Kamerstuk 34 293, nrs. 50 en 54), heb ik u geïnformeerd over duurzaamheidsmaatregelen in de renovatieplannen en heb
ik geschetst welke maatregelen ik neem en overweeg. In het Algemeen Overleg heb ik
toegezegd nader onderzoek uit te laten voeren naar kansen en mogelijkheden op dit
punt, en op 23 april 2019 heb ik u inzicht gegeven in de opdracht die ik heb verstrekt
aan de heer Van den Dobbelsteen van de TU Delft (Kamerstuk 34 293, nr. 55). Ik zal het rapport van de heer Van den Dobbelsteen, dat ik volgende maand verwacht,
aan u doorzenden. Ik bericht in de eerstvolgende voortgangsrapportage welke maatregelen
ik overweeg, hoe ik die inpas in het Definitief Ontwerp en of dit past binnen het
beschikbare budget. Dit is op tijd om beslissingen te kunnen nemen hierover. Hiermee
voer ik de motie Özütok/Van Eijs uit (Kamerstuk 34 293, nr. 61).
Vervolg
Om de voorbereiding van de renovatie tijdig af te kunnen ronden, is het van belang
om op korte termijn gezamenlijk tot keuzes te komen. Dit is nodig om uitvoering te
kunnen geven aan de motie Middendorp c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 65), die vraagt om afronding van het Voorontwerp voor 1 juli 2019, en daarnaast aangeeft
dat een eventuele wijziging in betrokken architecten vooraf dient te zijn afgestemd.
Ik heb het presidium van de Tweede Kamer voorgesteld om afronding van het Voorontwerp
gezamenlijk ter hand te nemen volgens het eerder overeengekomen tijdsschema. Daarnaast
zal ik ter uitvoering van genoemde motie (Kamerstuk 34 293, nr. 65) met OMA en de heer De Bruijn in gesprek gaan om te komen tot een nadere taakafbakening
en samenwerking. Mocht deze aanpak onvoldoende opleveren dan zal ik een onafhankelijke
derde aanstellen die zal worden gevraagd om met een bindend advies te komen over het
Voorontwerp en de inzet van de architecten. Parallel aan dit traject zal ik met de
gebruikers in gesprek gaan over de governance, zodat wij zo snel mogelijk onze samenwerking
kunnen oppakken en gezamenlijk de planvorming kunnen afronden. Hiermee geef ik uitvoering
aan de motie Van Eijs c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 69).
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties