Brief regering : Invulling van een aantal toezeggingen uit het Wetgevingsoverleg Water van 26 november 2018
35 000 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2019
Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 maart 2019
In het WGO Water van 26 november 2018 (Kamerstuk 35 000 J, nr. 28) heb ik toegezegd uw Kamer over een aantal onderwerpen nader te informeren. Op 21 december
2018 heb ik de eerste onderwerpen toegelicht (Kamerstuk 35 000 J, nr. 30). In deze brief doe ik ditzelfde voor de toezeggingen die ik u voor het eerste kwartaal
van 2019 heb gedaan. Dit geldt voor de volgende onderwerpen:
– Toiletlozingen pleziervaart
– Legionellarisico’s afvalwaterzuiveringen
– Drugslozingen.
Ik zal in een afzonderlijk brief terugkomen op de beheerautoriteit Waddenzee, voorafgaande
aan het AO Wadden.
Verder informeer ik uw Kamer over een eerdere vraag van dhr. Geurts (CDA) over de
effecten van cocaïneresten in water en over de vraag van mw. Van Kooten-Arissen (PvdD)
over de risico’s van medicijnresten in oppervlaktewater. Tot slot informeer ik uw
Kamer over mijn projectbeslissing Marken en over de brief die ik mijn Waalse collega
gestuurd heb over de wens betrokken te worden bij het mijnbouwinitiatief vlakbij de
Limburgse grens.
Verzegeling van vuilwatertanken in de pleziervaart
In een aangenomen motie vraagt uw Kamer naar de mogelijkheden om vuilwaterlozingen
door de pleziervaart tegen te gaan. Momenteel wordt er gewerkt aan een wijziging van
de Regeling lozen buiten inrichtingen (Rlbi) om het gebruik van zuiveringsvoorzieningen
aan boord van pleziervaartuigen mogelijk te maken. Eerder werd verwacht dat deze wijziging
op 1 april 2019 in werking zou kunnen treden. Er is inmiddels gebleken dat het ontwerp
van de regeling de notificatieprocedure moet doorlopen, waarvan de doorlooptijd in
principe drie maanden bedraagt. De verwachting nu is dat de wijziging medio 2019 in
werking zou kunnen treden. Parallel aan de start van de notificatieprocedure wordt
de ontwerpregeling voor commentaar gepubliceerd op www.internetconsultatie.nl.
Nadat de Rlbi gewijzigd is, worden de voorschriften opgenomen in een ontwerpbesluit
tot wijziging van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De intentie is om dan
voorschriften toe te voegen waarmee de mogelijkheden tot handhaving van het lozingsverbod
van ongezuiverd toiletwater verbeterd worden. In lijn met de motie met Kamerstuk 35 000 J, nr. 13, van dhr. De Groot (D66) wordt daarbij gedacht aan het aanbrengen van een verzegeling,
waarmee voorkomen wordt dat de afsluiter geopend wordt indien het pleziervaartuig
zich op binnenwateren bevindt. Bij de nadere invulling van deze regelgeving zullen
uiteraard de belanghebbende organisaties betrokken worden. Het ontwerp tot wijziging
van het Bal zal ook voor inspraak gepubliceerd worden. Planning is dat het wijzigingsbesluit
gelijktijdig met de Omgevingswet op 1 januari 2021 in werking treedt.
Legionellarisico’s afvalwaterzuiveringen
Mw. Van Brenk (50plus) heeft tijdens het WGO gevraagd om het legionellaonderzoek met
prioriteit uit te voeren. Overeenkomstig de wens van de Kamer is een onderzoek gestart
naar de locaties van afvalwaterzuiveringen van bedrijven, en de risico’s die deze
installaties kunnen opleveren voor besmetting met legionellose (ofwel veteranenziekte).
Dit onderzoek loopt reeds en wordt door de Omgevingsdienst NL, samen met het RIVM
uitgevoerd. Daarbij worden ook de rioolwaterzuiveringsinstallaties van de waterschappen
betrokken. Naar verwachting zal dit onderzoek medio 2019 gereed zijn.
Drugslozingen op rioolwaterzuiveringsinstallaties
Dhr. Geurts heeft tijdens het WGO een vraag gesteld over de strafbaarstelling van
drugslozingen die schade veroorzaken aan rioolwaterzuiveringsinstallaties. Hij vraagt
of het juist is dat het veroorzaken van dergelijke schade niet valt onder artikel
351 van het Wetboek van Strafrecht.
De constatering is juist dat schade door een drugslozing aan een rioolwaterzuiveringsinstallatie
niet strafbaar is gesteld in artikel 351 van het Wetboek van Strafrecht. Artikel 351
noemt wel de schade aan het riool maar niet aan een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Dit artikel kent een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de
vierde categorie.
Op grond van de Wet economische delicten (WED) is het echter wel mogelijk dat drugslozingen
– al dan niet met schade voor een rioolwaterzuiveringsinstallatie – bestraft kunnen
worden. De bepalingen van de WED geven ruime strafmogelijkheden afhankelijk van de
soort overtreding van regels van milieuwetgeving. Zo is opzettelijke overtreding van
de zorgplicht van hoofdstuk 10 Wet milieubeheer (afvalbeheer) en/of het lozen van
stoffen in een oppervlaktewaterlichaam een misdrijf waarop een zwaardere maximale
straf staat (6 jaar gevangenisstraf of boete van de vijfde categorie) dan uit hoofde
van artikel 351 van het Wetboek van strafrecht. Overtreding van de zorgplicht van
het Besluit lozen buiten inrichtingen kent weliswaar in beginsel wat lagere straffen
(2 jaar, vierde categorie) maar deze kunnen verzwaard worden met aanvullende maatregelen.
Effecten van cocaïneresten in water
Dhr. Geurts heeft in juni vorig jaar vragen gesteld over de effecten van cocaïneresten
in het water op het libido van paling naar aanleiding van een onderzoek van de universiteit
van Napels. In juni 2014 heb ik uw Kamer geïnformeerd over ecologische effecten van
drugsresten in het water (Kamerstuk 27 625, nr. 323).
Op basis van onderzoek van het RIVM uit 2011 bleek de ecologische relevantie gering.
Uit vervolgonderzoek in 20151 kwam een vergelijkbare conclusie. Daarbij is gebruik gemaakt van modelsimulaties.
Naar aanleiding van uw vraag heb ik laten onderzoeken of er nadere gegevens zijn van
de hoeveelheid cocaïneresten in paling. Er blijkt echter nog geen goede methode voor
handen te zijn om die hoeveelheid te bepalen. Bovendien moet dan nog worden nagegaan
welke effecten die hoeveelheden hebben. Dat betekent dat we weinig meer kunnen zeggen
dan uit het onderzoek van 2015 naar voren is gekomen, waar het gaat om de effecten
van cocaïneresten in het water op het libido van paling. Het kan nog jaren duren voordat
hierover met enige zekerheid iets valt te zeggen.
Voor Nederland kan ik hieraan nog toevoegen dat de concentraties die destijds in Nederland
in het water zijn aangetroffen lager zijn dan die zijn gebruikt in de studie van de
universiteit van Napels2. Ook worden cocaïneresten relatief goed verwijderd bij de waterzuiveringsinstallaties,
en in Nederland wordt nagenoeg al het afvalwater gezuiverd. Op grond van de onderzochte
gegevens en de aanvullende informatie van geraadpleegde deskundigen zijn direct aanwijsbare
effecten op paling in Nederland niet aannemelijk.
Risico's van medicijnenresten in het oppervlaktewater
In het ordedebat van uw Kamer van 5 maart 2019 heeft mw. Van Kooten-Arissen om een
reactie verzocht op het onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen naar de risico’s
van medicijnresten in het oppervlaktewater (Handelingen II 2018/19, nr. 58, item 27). Mede namens mijn collega van VWS kan ik u het volgende melden.
Het onderzoek van de Radboud Universiteit heeft de ontwikkeling van de milieurisico’s
van medicijnresten voor water gemodelleerd naar wereldschaal. De studie concludeert
dat de risico’s op wereldschaal aanzienlijk zijn toegenomen sinds 1995.
De resultaten en conclusies zijn in lijn met de kennis die in Nederland is verzameld
in het kader van de «ketenaanpak medicijnresten uit water». Het RIVM publiceerde in 2016 het rapport Geneesmiddelen en waterkwaliteit3, dat schat dat er in Nederland tenminste 140 ton/jaar naar oppervlaktewater wordt
geëmitteerd, en dat deze hoeveelheid groeiende is. Het RIVM gaf destijds aan dat er
reden tot zorg is. Dit was een belangrijke reden voor het initiëren van de ketenaanpak.
Ook wat dat betreft sluiten de conclusies van de onderzoekers van de Radboud Universiteit
daarbij aan.
In het Uitvoeringsprogramma 2018–2022 van deze ketenaanpak4 zijn maatregelen voorzien voor de farmaceutische industrie, voor de zorgsector en
voor de waterzuivering. Zo heeft mijn collega van VWS inmiddels een green deal duurzame
zorg geïnitieerd, die onder meer is ondertekend door 132 partijen uit de zorg. Hieraan
wordt nu uitvoering gegeven. De eerste waterzuiveringen worden van een extra zuiveringstrap
voorzien.
Het zou nuttig zijn het onderwerp ook op EU schaal te kunnen adresseren; ik ben daarom
verheugd dat de Europese Commissie de strategie rond medicijnresten inmiddels heeft
gepubliceerd. Ook in de voorbereidingen van de Rijnministers-conferentie staat het
onderwerp hoog op de agenda. Ik deel de zorgen van mevrouw Van Kooten-Arissen over
medicijnresten in oppervlaktewater, maar ben tegelijk van mening dat we in Nederland
op een goede manier werken aan de oplossing.
Projectbeslissing Marken
Op 2 januari 2019 heb ik de projectbeslissing voor de dijkversterking Marken genomen.
Daarmee gaat het project over naar de realisatiefase. Het project is onderdeel van
het programma voor verbetering van de primaire Rijkskeringen. Dit programma omvat
in totaal 8 projecten en het Rijk draagt 100% van de kosten. Het programma is opgenomen
in het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Mijnbouwinitiatief vlak bij de Limburgse grens
Op 8 maart jl. heb ik een brief aan mijn Waalse collega, de Minister van milieu, ecologische
transitie, landinrichting, openbare werken, mobiliteit, transport, dierenwelzijn en
ruimtelijke ordening, gestuurd. In die brief breng ik de Waalse Minister op de hoogte
van de Nederlandse wens om als belanghebbende betrokken te willen worden in de besluitvorming
rond een mogelijke exploratievergunningaanvraag van WalZinc. Nederland wijst hierin
op de noodzaak van een milieueffectrapportage met grensoverschrijdende effecten conform
het Verdrag van Espoo.
WalZinc had een vergunningaanvraag ingediend bij gemeente Plombières om de haalbaarheid
van een mogelijke heropening van een zink- en loodmijn te onderzoeken. De in 2018
gestarte procedure hiervoor onder de verouderde regelgeving is in januari 2019 door
het Waals gewest afgebroken wegens onvoldoende integratie van bovenlokale belangen.
Vernieuwing van de verouderde mijnbouwregelgeving is door Wallonië in 2018 gestart
en deze wordt in maart 2019 van kracht. De verouderde Waalse mijnbouwregelgeving kende
onder andere geen milieu en waterkwaliteitseisen. Dit wordt in de vernieuwde regelgeving
rechtgezet.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat