Brief regering : Ontwikkelingen op de taximarkt
31 521 Taxibeleid
Nr. 106
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 maart 2019
Met deze brief wil ik u informeren over een aantal ontwikkelingen op de taximarkt
en de maatregelen die ik naar aanleiding daarvan heb genomen. Tevens informeer ik
u over de resultaten van de éénmeting van de Boordcomputer (BCT).
Ongevallen
De afgelopen maanden hebben we te maken gehad met een aantal ernstige ongevallen met
taxivoertuigen waarbij bijvoorbeeld in Amsterdam in totaal vier doden te betreuren
zijn. Zoals ook blijkt uit de petitie die na een demonstratie op het Malieveld op
19 februari jl. aan uw Kamer is aangeboden, is de branche sterk betrokken. Ik begrijp
de roep om maatregelen. Om de problemen effectief aan te pakken is scherp inzicht
in de onderliggende oorzaken cruciaal. Daarvoor moet ik in de eerste plaats de onderzoeken
van het Openbaar Ministerie afwachten naar de toedracht van de ongevallen. Die zijn
op dit moment nog gaande. Daarna kom ik met eventuele aanpassingen in landelijk beleid.
In afwachting hiervan heb ik wel een aantal andere stappen gezet.
Ik heb de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) opdracht
gegeven om ongevallen met taxi’s nader te analyseren. Het onderzoek spitst zich in
de eerste plaats toe op het aantal door de politie geregistreerde (ernstige) ongevallen,
de betrokkenheid van de taxi’s bij deze ongevallen, de leeftijd van de betrokken bestuurders
en de locatie van het ongeval. Nadat de resultaten van het onderzoek beschikbaar zijn,
zal ik uw Kamer daarover informeren. Naar verwachting zijn de resultaten er voor de
zomer.
Hiernaast heb ik met de wethouder van Verkeer en Vervoer van de gemeente Amsterdam
afgesproken samen te werken in de Taskforce met Uber om te werken aan maatregelen
om de verkeersveiligheid te verbeteren. De Taskforce is op 28 februari van start gegaan
en beoogt voor de zomer een «social charter» presenteren waarin concrete en controleerbare
afspraken worden gemaakt over onder andere veiligheid en transparantie.
Mede ter uitvoering van de motie van de leden Gijs van Dijk en Laçin (Kamerstuk 35 000 XII, nr. 50) heb ik met Uber gesproken over arbeids- en rusttijden. Uber heeft nadat het gesprek
heeft plaatsgevonden de app voor chauffeurs zodanig aangepast dat nadat een chauffeur
in totaal twaalf uur heeft gereden de app tien uur offline gaat.
Ook heb ik met Uber gesproken over een systeem van gezichtsverificatie in de app voor
chauffeurs, om handel in accounts te voorkomen, en daarmee het risico op taxivervoer
door ondernemers en chauffeurs die niet aan de wettelijke vereisten voldoen. Uber
heeft bovendien met de ILT afspraken gemaakt over het delen van feitelijke informatie,
om verkeerd gebruik van de app te voorkomen.
Zoals ik uw Kamer in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA)
heb laten weten (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1759), zie ik de maatregelen die Uber heeft genomen om de minimumleeftijd van de aangesloten
chauffeurs te verhogen naar 21 jaar en samen met Veilig Verkeer Nederland een verkeersveiligheidstraining
te verplichten voor chauffeurs onder de 25 jaar als een goede eerste stap. Daarnaast
heb ik Uber gevraagd om deel te nemen aan het convenant «Veilig gebruik smartfuncties
in het verkeer». Uber gaat daarover met IenW in gesprek.
Gelijk speelveld
Zowel de sector als uw Kamer heeft vragen gesteld over een vermeend ongelijk speelveld
op de taximarkt. Ik wil benadrukken dat er geen sprake is van ongelijke regelgeving
en daarmee evenmin van oneerlijke concurrentie. Alle taxichauffeurs en -ondernemers
moeten namelijk aan dezelfde landelijke eisen voldoen. Dit betreft onder meer bezit
van een ondernemersvergunning taxi, de chauffeurskaart (waarvoor onder meer een rijbewijs,
geneeskundige verklaring, verklaring omtrent het gedrag en een vakbekwaamheidsdiploma
van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen nodig zijn), een gekeurd taxivoertuig
voorzien van een boordcomputer taxi en alle taxichauffeurs dienen zich te houden aan
de regelgeving met betrekking tot arbeids- en rusttijden. Ook staat het iedere chauffeur
vrij om lagere tarieven te hanteren dan de wettelijke maximumtarieven of om voorafgaand
aan de taxirit met de reiziger een vaste prijs af te spreken.
Sancties naar aanleiding van overtreding van wegenverkeerswetgeving van welke aard
dan ook, zijn ook voor alle taxichauffeurs gelijk: iedere taxichauffeur betaalt bijvoorbeeld
dezelfde boete voor rijden door een rood verkeerslicht.
Dat gemeenten bevoegd zijn om op de opstapmarkt aanvullende regels te stellen aan
de herkenbaarheid van taxivoertuigen, aan bijvoorbeeld de lokale stratenkennis van
taxichauffeurs en over het indienen en behandelen van klachten doet hier geen afbreuk
aan.
Op dit moment voer ik het in mijn brief van 30 augustus jl. (Kamerstuk 31 521, nr. 105) aangekondigde overleg met gemeenten naar de meest effectieve mix van bevoegdheden
en instrumenten (van Rijk en gemeenten) om integraal problemen aan te pakken die met
het taxivervoer verband houden. Op basis van een probleemanalyse wil ik samen met
de gemeenten komen tot een optimale mix van instrumenten. Dat zijn niet per definitie
maatregelen op basis van de Wet personenvervoer 2000. Gemeenten hebben een breder
instrumentarium beschikbaar om verkeershinder en andere vormen van overlast te voorkomen.
Daarbij kan worden gedacht aan verkeersmaatregelen op basis van de Wegenverkeerswet
en openbare-ordemaatregelen op basis van de Gemeentewet, waaronder bijvoorbeeld een
slimme ordening van fysieke verkeers- en taxistromen binnen de gemeente. Die bevoegdheden
kunnen ook worden ingezet bij problemen die te maken hebben met het taxivervoer, of
het nou gaat om de opstapmarkt of de bestelmarkt. Zoals bijvoorbeeld is gebeurd bij
de taxironselaars op Schiphol middels een algemene plaatselijke verordening (APV)
van de gemeente Haarlemmermeer. Het is van belang dat voor het desbetreffende probleem
de juiste bevoegdheid met het juiste instrument wordt ingezet. Ik wil u rond de zomer
informeren over de voortgang van dit proces.
Eénmeting Boordcomputer Taxi (BCT)
Belangrijk instrument bij toezicht en handhaving is de Boordcomputer Taxi (BCT). In
mei 2017 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de nulmeting
van de evaluatie van het functioneren van de BCT (Kamerstuk 31 521, nr. 102), als instrument voor de registratie van arbeids- en rusttijden.
Naar aanleiding daarvan heeft ILT diverse acties ondernomen om de werking van de BCT
te verbeteren. Onder meer zijn updates uitgevoerd om de storingen op te lossen. Toen
bleek dat technische problemen het uitlezen en analyseren van de data nog niet goed
mogelijk maakten, heeft de ILT opdracht gegeven een nieuwe analysetool te ontwikkelen
voor het uitlezen en analyseren van informatie uit de BCT.
Daarnaast is de ILT pilots gestart om uit te testen hoe data op afstand uitgelezen
kan worden. Dit past in een handhavingsstrategie die meer risico georiënteerd is,
een grotere pakkans kent en minder arbeidsintensief is. De klassieke wijze van handhaven,
waarbij de BCT op straat bij controles wordt uitgelezen, is namelijk te arbeidsintensief
en belastend voor de chauffeurs.
In de tweede helft van 2018 heeft de éénmeting van het functioneren van de BCT plaatsgevonden.
De rapportage van de éénmeting is bijgevoegd bij deze brief1.
Volgens de éénmeting zijn de gegevens in de BCT deugdelijk, ze kunnen als ze eenmaal
zijn ingevoerd niet worden gemanipuleerd. Daarmee maakt de BCT verbreed en verbeterd
toezicht mogelijk, maar belemmert het uitblijven van adequate controle en handhaving
het bereiken van dat doel. De ILT erkent dit en streeft ernaar de controle met de
nieuwe analysetool in de tweede helft van 2019 op orde te hebben. In de rapportage
wordt geconstateerd dat het aantal straatcontroles is verlaagd. Deze conclusie is
in lijn met de naar aanleiding van de nulmeting veranderde aanpak van de ILT. Maar
de BCT functioneert nog niet zoals beoogd en de invoering van de nieuwe handhavingsstrategie
kost ook meer tijd dan verwacht.
Ik heb ILT gevraagd de nieuwe benadering voortvarend ter hand te nemen en mij voor
de zomer over de stand van zaken te informeren. Daarnaast heb ik een wijziging van
de regelgeving in voorbereiding om het mogelijk te maken dat de BCT-storing ook ter
plekke waar hij optreedt kan worden verholpen.
Op basis van de éénmeting wordt daarnaast geconcludeerd dat er voor de doelen veiligheid,
gelijke concurrentievoorwaarden, transparantie voor de reiziger en lastenreductie
nog geen aantoonbare verbetering is geboekt ten opzichte van de nulmeting. Voor een
deel hangt het bereiken van deze doelen samen met acties die ILT is opgestart om de
toezicht- en handhaving te verbeteren, zeker als het gaat om veiligheid en gelijke
concurrentievoorwaarden. Verbeterde handhaving- en toezicht zal indirect leiden tot
verhoging van de veiligheid en gelijkere concurrentievoorwaarden. Voor lastenverlichtingen
voor de branche en transparantie voor de reiziger zie ik in de eerste plaats een opgave
voor de branche zelf, omdat de BCT nu al voldoende uitgerust is om hierin een oplossing
te bieden.
Naast deze conclusies, is er op basis van de éénmeting ook een aantal aanbevelingen
gedaan. De aanbeveling om meer werk te maken van handhaving is door ILT in gang gezet
met de nieuwe handhavingsstrategie, de ontwikkeling van een nieuwe analysetool en
het programma Taxi (zie hierna). Ook de aanbeveling om alternatieven voor de BCT te
verkennen in relatie tot een geleidelijke overgang naar doelregulering neem ik ter
harte. Maar vooralsnog is er geen alternatief instrument beschikbaar dat voldoet aan
de wettelijke eisen en zet ik in de eerste plaats in op een doelmatiger gebruik van
de huidige BCT om het oorspronkelijke doelbereik te verbeteren.
In verband met de beveiligingseisen die aan de BCT worden gesteld, verloopt zoals
bekend eind maart 2020 de geldigheid van de certificaten waarvan de BCT-kaarten zijn
voorzien. Als gevolg hiervan zullen de ondernemers en chauffeurs tijdig hun chauffeurskaarten
en de systeemkaarten in de BCT’s moeten vervangen om aan de wettelijke eisen voor
de registratie van arbeids- en rusttijden te blijven voldoen. Ik ben samen met de
sector en fabrikanten in overleg om deze vervanging soepel te laten verlopen.
ILT-Programma Taxi
Om te komen tot een effectiever en efficiënter toezicht en handhaving op de taximarkt
met behulp van de BCT ontwikkelt de ILT een programmaplan dat zich richt op die onderwerpen
binnen het taxiververvoer waar de maatschappelijke risico’s het grootst zijn en waar
het handelen van de ILT het meeste effect kan sorteren. Dit programma bestaat uit
een aantal pijlers. De eerste pijler is het verstevigen van de informatiepositie door
middel van het ontsluiten van bronnen en het analyseren van informatie. Hierbij speelt
de BCT een cruciale rol. De tweede pijler is samenwerking en kennisdeling. Om dit
programma succesvol te laten verlopen is samenwerking en kennisdeling met alle relevante
stakeholders (o.a. politie, Marechaussee, Belastingdienst/FIOD, RDW, etc.) van groot
belang. De derde pijler is toezicht. Het programma realiseert de inrichting van het
toezicht op geautomatiseerde wijze (deskhandhaving). De laatste pijler is innovatie.
Binnen het programma is ruimte voor innovaties waarvan de uitkomst nog onbekend is
(experimenten), gericht op het verbeteren van toezicht en handhaving van de taxichauffeurs
en -bedrijven.
Werkgroep «malafide taxibedrijven»
Begin 2018 is binnen het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Amsterdam
Amstelland de werkgroep «Malafide Taxibedrijven» ingesteld. De ILT maakt op verzoek
van het RIEC deel uit van deze werkgroep. In dit kader heeft in oktober 2018 een gezamenlijke
handhavingsactie plaatsgevonden. Behalve dat overtredingen van de specifieke regels
voor taxivervoer zijn vastgesteld, is uit het onderzoek gebleken dat de schijn van
legitimiteit die een taxivergunning bedrijven verschaft wordt misbruikt voor «ondermijnende
criminaliteit». Het onderzoek naar malafide taxibedrijven loopt op dit moment nog
en de ILT zal de samenwerking met (leden van) het RIEC voortzetten.
Verzekeringen
Vanuit uw Kamer zijn op verschillende momenten schriftelijke vragen gesteld over het
probleem om taxi’s te kunnen verzekeren, vanwege stijgende premies. Het is mij bekend
dat de premies voor taxiverzekeringen al enige tijd stijgen en voorwaarden strikter
worden. Op de achtergronden en mogelijke oorzaken daarvan is de Minister van Financiën
reeds ingegaan in zijn beantwoording van 27 augustus 2018 van schriftelijke vragen
van het lid Van der Linde (VVD) (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 3004) en het lid Alkaya (SP) (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 3003) van uw Kamer.
De hoogte van de door verzekeraars vastgestelde premies is gerelateerd aan de daadwerkelijk
veroorzaakte schades. Het is dan redelijk dat de taxibranche in Nederland die kosten
ook zelf draagt. De meest effectieve manier om de premiestijging tegen te gaan is
een daling van de schadelast. Een marktinterventie door de rijksoverheid is daarom
niet aan de orde. Dit laat onverlet dat de Minister van Financiën en ik de problematiek
in gesprek met het Verbond van Verzekeraars en de taxibranche blijven volgen.
Demonstratie Uber
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van uw Kamer heeft op 13 maart
jl. gevraagd om een reactie op het artikel «Uber-chauffeurs op barricaden tegen Uber».
Het is in beginsel aan Uber en de op het Uber-platform aangesloten chauffeurs om afspraken
te maken over de voorwaarden waaronder van het platform gebruik gemaakt wordt. Uber
heeft aangegeven met de chauffeurs in gesprek te gaan over de zorgen die zij hebben.
Zoals de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van
Financiën uw Kamer hebben laten weten, werken zij momenteel aan de uitwerking van
de afspraken rond zelfstandigen uit het regeerakkoord (Kamerstuk 31 311, nr. 212).
Ten slotte
Met vele reizigerskilometers per jaar is duidelijk dat taxivervoer invulling geeft
aan een belangrijk deel van de mobiliteitsbehoefte. Hoewel nog niet alles naar wens
verloopt, streef ik ernaar met de in gang gezette acties en gesprekken het functioneren
van de taximarkt op korte termijn te verbeteren. Ik blijf de ontwikkelingen monitoren
en houd u hierover op de hoogte.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat