Brief regering : Tweede rapportage Renovatie Binnenhof (herdruk)
34 293 Renovatie Binnenhof
Nr. 50 HERDRUK1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2019
Hierbij ontvangt u de tweede rapportage van het project Renovatie Binnenhof. Zoals
toegezegd aan de Tweede Kamer tijdens het Algemeen Overleg op 23 mei 2018 wordt u
twee keer per jaar door middel van een rapportage geïnformeerd over de stand van zaken
met betrekking tot de renovatie van het Binnenhofcomplex (Kamerstuk 34 293, nr. 35). Het Binnenhof huisvest de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Raad van
State en het Ministerie van Algemene Zaken. De eerste rapportage, de basisrapportage,
ontving u op 29 maart 2018 (Kamerstuk 34 293, nr. 33). Zoals ik in de brief aan uw Kamer op 12 december 2018 (Kamerstuk 34 293, nr. 49) heb laten weten, liep deze rapportage vertraging op omdat ik nog overleg voerde
met de Tweede Kamer over enige onderdelen van het Voorontwerp. Het presidium van de
Tweede Kamer heeft op 12 december 2018 richtinggevende besluiten genomen over de structuur
van gebouw N (de nieuwbouw van de Tweede Kamer).
In lijn met artikel 10 van de Regeling Grote Projecten heb ik de rapportage als volgt
opgebouwd:
1. Uitgangspunt en proces
2. Duurzaamheid en moties tijdens Algemeen Overleg 23 mei 2018
3. Specifieke aspecten gebruikers
4. Specifieke verbeteringen renovatie
5. Specifieke gebouwdelen renovatie
6. Gebouwdeel Hotel
7. Grafelijke zalen
8. Historische graven
9. Tijdelijke huisvesting
10. Financiën en planning
11. Risico’s
12. Omgeving
1. Uitgangspunt en proces
Het is van belang om het uitgangspunt van de renovatie van het Binnenhof zoals verwoord
in de kabinetsreactie van 25 september 2015 (Kamerstuk 34 293, nr. 2) te benoemen: sober en doelmatig. Er zal voornamelijk sprake zijn van noodzakelijk
herstel van gebreken en aanpassingen met het oog op wet- en regelgeving, zoals asbest
en brandveiligheid. Die ingrepen zijn hard nodig, vooral op het gebied van de technische
installaties en brandveiligheid. Het zijn zaken die op het eerste oog niet zichtbaar
zijn, maar die wel randvoorwaardelijk zijn voor het toekomstbestendig functioneren
van het gehele gebouw, voor de gebruikers en de mensen die het Binnenhof bezoeken.
Deze ingrepen vergen circa 70% van het budget. Het resterende budget is bestemd voor
zinvolle functionele verbeteringen. Momenteel worden de functionele verbeteringen
op soberheid en doelmatigheid getoetst door het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties in samenwerking met het Ministerie van Financiën, in samenspraak
met het Ministerie van Algemene Zaken. Deze zinvolle functionele verbeteringen zijn
terug te vinden in het kabinetsbesluit van september 2015 tot renovatie van het Binnenhof
(Kamerstuk 34 293, nr. 2). Het gaat bijvoorbeeld om het aanpassen van de verschillende entrees voor bezoekers
en medewerkers, zodat logistieke stromen worden verbeterd en de Kamer meer bezoekers
kan ontvangen. Ook op het facilitaire vlak zijn logistieke verbeteringen door te voeren,
waardoor bijvoorbeeld looplijnen korter worden en optimalisaties in de bedrijfsvoering
kunnen worden gerealiseerd. Deze verbeteringen dragen er toe bij dat het Binnenhof
de komende 25 jaar weer toekomstbestendig is.
Tijdens het Algemeen Overleg op 23 mei 2018 heb ik op hoofdlijnen het proces geschetst
(Kamerstuk 34 293, nr. 35). Op dat moment werd het Structuurontwerp gemaakt en heb ik aangekondigd om in september
2018 met het Voorontwerp naar de Tweede Kamer te komen, gevolgd door het Definitief
Ontwerp in het voorjaar van 2019. Ik heb tijdens het Algemeen Overleg vorig jaar aangegeven
een voorstander te zijn van de no-regret aanpak om alle opties open te houden en met
partijen in gesprek te gaan om te komen tot een gedragen ontwerp. Deze gezamenlijke
aanpak zie ik als een investering in het vergroten van draagvlak. Het sluitstuk zijn
de richtinggevende besluiten door het presidium van de Tweede Kamer geweest over de
structuur van gebouw N (de nieuwbouw van de Tweede Kamer). De planning is hierdoor
enigszins vertraagd. Het Voorontwerp zal in het tweede kwartaal 2019 ter goedkeuring
worden voorgelegd aan de Bestuurlijke Stuurgroep. Ten tijde van de besluitvorming
in de Bestuurlijke Stuurgroep zal het Voorontwerp op enkele onderdelen nog niet volledig
zijn aangepast aan de laatste besluiten van de gebruikers. Deze besluiten zullen worden
verwerkt in het Definitief Ontwerp.
Als het Voorontwerp in het tweede kwartaal van 2019 wordt vastgesteld dan loopt het
project geen vertraging op. Tijdens het Algemeen Overleg vorig jaar heb ik aangegeven
dat ik, met alle partijen die betrokken zijn, het project Renovatie Binnenhof binnen
tijd en budget wil realiseren (Kamerstuk 34 293, nr. 35). Het is van cruciaal belang dat alle betrokken partijen zich in blijven spannen
de planning te halen.
Het Rijksvastgoedbedrijf en de gebruikers toetsen het ontwerp op functionaliteit en
kwaliteit. Hierbij wordt het uitgangspunt van soberheid en doelmatigheid getoetst.
Deze toets richt zich met name op de voorgestelde functionele verbeteringen. In de
volgende rapportage zal ik terugkomen op de resultaten hiervan. Twee onafhankelijke
externe partijen ramen de kosten van het Voorontwerp. Het Rijksvastgoedbedrijf toetst
deze ramingen. De Bestuurlijke Stuurgroep stelt tenslotte het Voorontwerp vast.
2. Duurzaamheid en moties tijdens Algemeen Overleg 23 mei 2018
Tijdens het Algemeen Overleg van 23 mei 2018 kwam het thema duurzaamheid uitgebreid
aan bod (Kamerstuk 34 293, nr. 35). Hieronder ga ik nader op dit thema in en op de moties die op 19 juni 2018 door
de Kamer zijn aangenomen (Handelingen II 2017/18, nr. 95, item 26).
In de op 29 maart 2018 aan uw Kamer gezonden Basisrapportage renovatie Binnenhof (Kamerstuk
34 293, nr. 33), heb ik aangegeven dat indien gedurende de voorbereiding van de renovatie aanvullende
eisen worden gesteld – bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en veiligheid –
aanvullend budget nodig is. Het gaat om aanvullende eisen bovenop de overeengekomen
uitgangspunten (met betrekking tot kwaliteit, tijd en geld) uit het kabinetsbesluit
van september 2015 tot renovatie van het Binnenhof (Kamerstuk 34 293, nr. 2). Met deze invalshoek informeer ik u onderstaand over de uitvoering van de door u
aangenomen moties.
a. Duurzaamheid
Op 18 mei 2018 informeerde ik uw Kamer over het gebruik van aardgas op het Binnenhof
(Kamerstuk 34 293, nr. 34). Aardgas wordt op dit moment uitsluitend gebruikt voor verwarming van een klein
deel van de Eerste Kamer, namelijk het voormalig verblijf van de kamerbewaarder. Het
Binnenhof gebruikt thans 970 m3 aardgas per jaar. Alle andere onderdelen van het Binnenhofcomplex zijn voor verwarming
aangesloten op de stadsverwarming. De stadsverwarming van Eneco voorziet het stadsverwarmingsnet
van restwarmte van de elektriciteitsopwekking en zo nodig bijstook van piekketels.
In de keukens wordt uitsluitend elektrische apparatuur gebruikt.
Samen met gedeputeerde Baljeu van de provincie Zuid-Holland en wethouder Van Tongeren
van de gemeente Den Haag ondertekende ik op 27 september 2018 de Green City Deal EnergieRijk
Den Haag. Het streven is dat de aan EnergieRijk Den Haag deelnemende complexen – waaronder
het Binnenhof – uiterlijk in 2040 volledig gebruik maken van duurzame energie. In
het Algemeen Overleg met uw Kamer op 23 mei 2018 gaf ik aan dat ik de verduurzaming
van het Binnenhof niet door een rietje wil bekijken (Kamerstuk 34 293, nr. 35). Het is van belang om dit vraagstuk met een wijde blik te bezien. Bij EnergieRijk
Den Haag gaat het om de verduurzaming van vele rijksgebouwen op ongeveer vijf vierkante
kilometer in Den Haag. Met de verduurzaming van die panden, waaronder het Binnenhof,
kan massa en schaalgrootte worden bereikt. Vanuit deze bredere visie benader ik de
verduurzamingsmaatregelen van het Binnenhof. Het Binnenhofcomplex krijgt na de renovatie
een centrale energievoorziening, die kan worden aangesloten op duurzame bronnen voor
warmte, koude en elektriciteit. Dit is in lijn met de ambities van EnergieRijk Den
Haag, waarbij het gaat om een verbetering van de energieprestaties van deelnemende
complexen en over het gebruik van duurzame energiebronnen. Het is mijn ambitie dat
het Binnenhof na de renovatie geen aansluiting meer op het aardgasnet heeft en dat
het gebruik van niet-hernieuwbare energie wordt afgebouwd. Hiermee geef ik ook antwoord
op de moties-Diks (Kamerstuk 34 293, nrs. 36 en 37) en de motie Van Eijs/Van der Graaf (Kamerstuk 34 293, nr. 44). Voorts is het Binnenhof na de renovatie voorzien van moderne energiezuinige installaties
en zijn waar bouwkundig mogelijk daken geïsoleerd en is enkel glas vervangen door
isolatieglas. Indien het aanbrengen van isolatieglas niet mogelijk is, wordt enkelglas
voorzien van achterzetramen.
Met de motie van de heer Wassenberg (Kamerstuk 34 293, nr. 39) wordt de regering verzocht de Kamer tijdig te informeren over en te betrekken bij
de verduurzamingskeuzes die zich voordoen tijdens de renovatie van het Binnenhof.
Ik heb tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg op 14 juni 2018 toegezegd dat ik bij
het gereedkomen van het Voorontwerp van de renovatie inzicht geef in de duurzaamheidmaatregelen
die getroffen zullen worden (Handelingen II 2017/18, nr. 94, item 4). Dit proces is nog gaande, maar ik geef u hierbij de stand van zaken van dit moment.
Het gaat om de volgende duurzaamheidmaatregelen2, die een reële terugverdientijd kennen en passen binnen de kaders van de renovatie:
– isoleren van kappen en, waar dit binnen de projectkaders valt en kostenefficiënt mogelijk
is, het isoleren van (delen van) gevels en vloeren;
– aanbrengen van isolatieglas;
– plaatsen van energiezuinigere installaties;
– herstellen van zonwering / Louvreluiken;
– plaatsen van zonnepanelen op platte daken;
– toepassen van led-verlichting;
– daglichtafhankelijke regeling van de verlichting in combinatie met aanwezigheidsdetectie;
– ventilatie met warmteterugwinning;
– gebruik maken van circulaire materialen.
In antwoord op de motie Van Eijs/Van der Graaf over de meerkosten en opbrengsten van
mogelijke verduurzamingmaatregelen (Kamerstuk 34 293, nr. 47) heb ik tijdens het VAO van 14 juni 2018 aangegeven sympathiek te staan tegen aanvullende
verduurzamingsmaatregelen, mits deze passen in de financiële kaders (het taakstellend
budget), kansrijk zijn om te realiseren, een reële terugverdientijd kennen en passen
binnen de kaders van de renovatie, waaronder de monumentale randvoorwaarden (Handelingen
II 2017/18, nr. 94, item 4). De volgende opties worden in dit kader getoetst. Over de uitkomst zal ik u in een
volgende voortgangsrapportage informeren.
– regenwaterretentie, bijvoorbeeld door het toepassen van vegetatiedaken;
– toepassen van een energie managementsysteem, voor zover dit niet strijdig is met eisen
op het gebied van beveiliging;
– toepassen van waterloze urinoirs.
Tijdens het Algemeen Overleg op 23 mei 2018 heb ik ten aanzien van duurzaamheid verder
gesteld dat het de voorkeur verdient om te kijken hoe schaalvoordelen kunnen worden
benut om meer effect te bereiken met hetzelfde geld (Kamerstuk 34 293, nr. 35). Het is daarbij ook mijn ambitie om, binnen de kaders van kosteneffectiviteit en
ruimte die er is, het Binnenhof verder te verduurzamen. Ik zal de reeds betrokken
expert vanuit de wetenschap op het gebied van duurzaamheid vragen aanvullende opties
tegen het licht te houden waarbij een gebiedsgerichte aanpak wordt gehanteerd.
3. Specifieke aspecten gebruikers
Hieronder zet ik een aantal specifieke aspecten die betrekking hebben op twee gebruikers
van het Binnenhof nader uiteen.
a. Eerste Kamer
Het Voorontwerp voor de Eerste Kamer houdt rekening met grotere bezoekersaantallen
en met de mogelijkheid van openbare commissievergaderingen, beide uitgangspunten van
de renovatie. De precieze locatie van de entree en de looproute voor bezoekers van
de Eerste Kamer wordt op korte termijn in overleg met de Eerste Kamer uitgewerkt.
Ruimtes op de hogere verdiepingen van het gebouw worden bruikbaar gemaakt. Hiermee
kan het ruimtegebruik voor de grotere bezoekersaantallen en de beveiligingsscanstraten
en voor de uitbreiding en modernisering van de technische installaties worden opgevangen.
b. Tweede Kamer
Het presidium van de Tweede Kamer heeft op 12 december 2018 richtinggevende besluiten
genomen. Hiermee is het mogelijk het Voorontwerp van de Tweede Kamer de komende maanden
af te ronden. Hoewel de afronding van de Voorontwerpfase meer tijd vergt dan voorzien,
is het nog steeds mogelijk om op het eerder geplande moment, na het zomerreces 2020,
te starten met de renovatie van het Binnenhof. De komende maanden zal hard gewerkt
worden om het Voorontwerp en daarna het Definitief Ontwerp af te ronden. Het Voorontwerp
is in het tweede kwartaal 2019 gereed en het Definitief Ontwerp in het vierde kwartaal
2019.
Voor de Tweede Kamer geldt voor gebouw N (de nieuwbouw van de Tweede Kamer) dat de
indeling en het afwerkingsniveau zoveel mogelijk ongewijzigd blijft, overeenkomstig
het besluit van het presidium van 12 december 2018. De renovatie zal zich beperken
tot aanpassingen die nodig zijn met het oog op regelgeving, toegankelijkheid, noodzakelijke
functionele aanpassingen en noodzakelijke technische- en veiligheidsvoorzieningen.
In het Voorontwerp blijft de ingang aan het Plein de belangrijkste ingang voor het
politieke proces; een voor de burger en de media markant herkenningspunt. De andere
ingang voor de bezoekers van de Tweede Kamer wordt verplaatst van de Lange Poten naar
de Hofplaats en krijgt een grotere capaciteit vanwege de verwachte toename van het
aantal bezoekers en het hiermee gepaard gaande logistieke- en veiligheidsproces. Dit
betreft een ingreep die aan de buitenkant van het Binnenhof zichtbaar is.
4. Specifieke verbeteringen renovatie
a. Toedeling van ruimtes aan gebruikers; demarcatie
In juli 2018 ging de Bestuurlijke Stuurgroep onder voorwaarden van gebruikersacceptatie
akkoord met het voorstel om het gebouw te verdelen in logische eenheden (demarcatievoorstel).
Dit voorstel maakt de technische inrichting en (brand)beveiliging eenvoudiger, sluit
beter aan bij de architectuur van het Binnenhof en draagt bij aan een verbeterde brandveiligheid.
Geen van de gebruikers van het Binnenhof verliest door het voorstel gebruikersoppervlakte
ten opzichte van de huidige situatie; één van de uitgangspunten van de renovatie.
In figuur 1A is de huidige indeling van het Binnenhofcomplex te zien en in figuur
1B de indeling na voltooiing van de renovatie. Een laatste belangrijke achtergrond
is dat door deze indeling de toegankelijkheid voor mindervaliden in vrijwel het gehele
complex mogelijk gemaakt kan worden. Dit is een belangrijke eis die aan de renovatie
is gesteld. Hiertoe zijn enige liften voorzien en zijn in de plannen voorzieningen
opgenomen om hoogteverschillen tussen gebouwen weg te nemen.
Figuur 1 A en 1B: huidige demarcatie (1A) en voorgestelde demarcatie (1B) Binnenhof
(Bron: Dok architecten).
Figuur 1A
Figuur 1B
b. Installaties / techniek
De technische installaties die aanwezig zijn in het Binnenhofcomplex zijn aan het
einde van hun levensduur en worden nu met veel inspanning in bedrijf gehouden. Het
gaat hierbij om installaties voor koelen, luchtbehandeling, maar ook om bijvoorbeeld
liften. Deze installaties worden vervangen door nieuwe, energiezuinige installaties.
Deze vervanging van installaties maakt onderdeel uit van het Voorontwerp.
Verder voorziet het Voorontwerp in zoveel mogelijk centralisatie van technische installaties
die goed toegankelijk zijn, zodat onderhoud en het in de toekomst vervangen van installaties
kan geschieden met zo min mogelijk overlast voor gebruikers en tegen zo laag mogelijke
kosten. De centrale energievoorziening maakt het ook mogelijk relatief eenvoudig aan
te sluiten op duurzaam opgewekte energie.
5. Specifieke gebouwdelen renovatie
a. Gebouwdeel Hotel
Naar aanleiding van de motie Krol c.s. (Kamerstuk 34 293, nr. 24) heb ik aangekondigd dat een keuze zal worden gemaakt tussen sloop/nieuwbouw, dan
wel renovatie van het gebouwdeel Hotel van de Tweede Kamer (gelegen aan Lange Poten).
Het kantoorklimaat in dit gebouwdeel speelt bij deze afweging een belangrijke rol.
Er zijn in 2017 tijdelijke maatregelen genomen en dit heeft al tot merkbare verbeteringen
geleid, ook tijdens de voorbije recordwarme zomer. Dit bevestigt de verwachting dat
het klimaat in dit gebouw met de juiste ingrepen op het gewenste niveau gebracht kan
worden. Het renoveren van het bestaande gebouwdeel is efficiënter en doelmatiger dan
sloop en past daarmee binnen de gehanteerde uitgangspunten. Eerder is gemeld dat bij
sloop/nieuwbouw van gebouwdeel Hotel geen vergroting van het vloeroppervlak mogelijk
is (Kamerstuk 34 293, nr. 31). Sloop/nieuwbouw biedt wat betreft dit aspect dan ook geen voordeel ten opzichte
van renovatie. Ditzelfde geldt voor de indeling van de plattegrond; ook bij nieuwbouw
is een substantiële aanpassing van de indeling van de plattegrond vrijwel niet mogelijk
omdat deze in hoge mate wordt bepaald door de architectonische ritmiek van de opbouw
van de gevel die niet kan worden aangetast (Kamerstuk 34 292, nr. 31). Verder brengt nieuwbouw voor het bouwproces een aantal extra risico’s met zich
mee, waaronder mogelijke instabiliteit van de aanpalende panden en monumentale gevels,
grondwateroverlast bij het creëren van een bouwput en het risico op verschil in zettingen
tussen de nieuwe en de bestaande fundering. Een open bouwput zal meer overlast geven
in de directe omgeving. Ook de gemeente Den Haag, omwonenden, ondernemers en andere
belanghebbenden uit de directe omgeving hebben verzocht niet tot sloop/nieuwbouw over
te gaan. Op basis van de hiervoor genoemde overwegingen heb ik besloten dat gebouwdeel
Hotel niet gesloopt wordt.
b. De Grafelijke Zalen
Na de renovatie is bij de Grafelijke Zalen een bezoekersingang met bijbehorende voorzieningen
aan de zuidzijde bij de Hofpoort gerealiseerd, waarbij bezoekers via de kelder het
gebouw betreden. Daardoor zijn tijdelijke voorzieningen zoals een tent niet langer
nodig bij gebruik van de Grafelijke Zalen. Verder zijn een lift en een trap voorzien
in het gebouw, op de plek waar nu nog een kleine binnenplaats is. Dit trappenhuis
wordt als element toegevoegd aan het gebouw. Met deze trap worden de zalen die onderdeel
uitmaken van de Grafelijke Zalen beter toegankelijk gemaakt en worden de gebruiksmogelijkheden
verruimd.
c. Historische graven
Het lid Van Raak vroeg bij de begrotingsbehandeling van Algemene Zaken op 10 oktober
2018 te heroverwegen om bij de renovatie Binnenhof een onderzoek naar historisch graven
(onder andere het graf van Johan van Oldenbarnevelt) uit te voeren (Handelingen II
2018/19, nr. 11, item 2). In de kelders van voormalige Hofkapel op het Binnenhof bevindt zich een aantal
graven. Die zijn bij eerdere verbouwingen deels geruimd. Mogelijk bevinden zich in
de niet onderkelderde gedeelten graven, waaronder het graf van Van Oldenbarnevelt.
Aan de buitenzijde is op deze plaats een gevelsteen te zien met een inscriptie over
het graf van Van Oldenbarnevelt (en van de graven en gravinnen van Holland). Op dit
moment vindt overleg plaats tussen deskundigen van het RVB, de gemeente Den Haag en
de Rijksdienst Cultureel Erfgoed om de mogelijkheden en randvoorwaarden voor een dergelijk
onderzoek naar historische graven scherp te krijgen. In het tweede kwartaal van 2019
zal ik u daarover informeren.
6. Tijdelijke huisvesting
Tijdens de renovatie worden de gebruikers van het Binnenhof tijdelijk elders gehuisvest.
De voorbereiding hiervan ligt op schema, zodat in het zomerreces 2020 kan worden verhuisd,
tijdig voor de start van de renovatie na Prinsjesdag 2020.
Lange Voorhout 34–36/ Kazernestraat
De Eerste Kamer en de Raad van State worden tijdens de renovatie tijdelijk gehuisvest
in het complex Lange Voorhout 34–36/ Kazernestraat. Het Voorontwerp hiervoor is gereed.
Bezuidenhoutseweg 67
Tijdens de renovatie van het Binnenhof is de Tweede Kamer gehuisvest in het complex
Bezuidenhoutseweg 67. Het Definitief Ontwerp is na instemming door de bouwbegeleidingscommissie
in april 2018 afgerond en inmiddels is het Technisch Ontwerp gereed. Hierbij is het
uitgangspunt dat de functionaliteit van het complex zoveel mogelijk gelijk moet zijn
aan de functionaliteit van de huidige huisvesting aan het Binnenhof, voor zover dat
redelijkerwijs mogelijk is. Dit geldt ook voor de ontvangst van bezoekers; de tijdelijke
huisvesting is ontworpen op de huidige bezoekersaantallen. De uitvoering van de verbouw
van het complex Bezuidenhoutseweg 67 vindt plaats in twee deelcontracten, waarvan
het eerste deelcontract voor de hoogste etages van het complex met de aannemer inmiddels
is gesloten. Voor Nieuwspoort is een ruimte gereserveerd in het pand. De omgevingsvergunning
voor de aanpassingen is afgegeven door de gemeente Den Haag. De Tweede Kamer als gebruiker
onderzoekt de mogelijkheden voor adequate kinderopvang in de tijdelijke situatie.
Catshuis
Het deel van het Ministerie van Algemene Zaken dat is gehuisvest aan het Binnenhof,
wordt tijdens de renovatie gehuisvest in de tuin van het Catshuis in tijdelijke voorzieningen.
Het Catshuis is gelegen op het landgoed Sorgvliet en is een Rijksmonument. De directe
omwonenden zijn begin juli 2018 over het tijdelijke extra gebruik van het terrein
geïnformeerd, waarbij ze op de locatie waren uitgenodigd. Alle functies, met inbegrip
van parkeren, worden ingepast binnen de grenzen van het terrein van het Catshuis.
Het Catshuis zelf zal worden gebruikt voor de ministerraad en representatieve bijeenkomsten.
De Rijksbouwmeester is betrokken bij het ontwerp voor de tijdelijke kantoorruimte
op het terrein.
7. Financiën en planning
Ontwerp Binnenhof
In de aankomende maanden wordt als eerste uitwerking van mijn observaties ten aanzien
van de financiële kaders, aanvullende eisen en geïdentificeerde risico’s zoals genoemd
in de basisrapportage van 29 maart 2018, pagina 7, een aantal financiële randvoorwaarden
concreter ingevuld. Het gaat om drie zaken:
1. De hoogte van de indexatie: zoals ik u in de basisrapportage heb gemeld is er een
budget beschikbaar van 475 mln. euro, prijspeil 2015. De huidige marktsituatie geeft
aanleiding voor financiële spanning op het beschikbare budget. In de komende maanden
wordt duidelijk hoe groot de prijsstijging in de bouwsector op dit moment is en wat
dit betekent voor de renovatie.
2. Verduurzaming: ten behoeve van de besluitvorming over duurzaamheidsmaatregelen geldt
de eerder gemaakte afspraak dat indien gedurende de voorbereiding van de renovatie
aanvullende eisen worden gesteld – bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid en
veiligheid – aanvullend budget nodig is om die mee te kunnen nemen. Het gaat om aanvullende
eisen bovenop de overeengekomen uitgangspunten (met betrekking tot kwaliteit, tijd
en geld) uit het kabinetsbesluit van september 2015 tot renovatie van het Binnenhof
(Kamerstuk 34 293, nr. 2).
3. Niet-huisvestingskosten: zijn kosten die een gevolg zijn van of een relatie hebben
met de renovatie.
Over de punten 1 en 3 vindt er overleg plaats tussen alle betrokkenen en zal ik uw
Kamer informeren als er nadere besluitvorming heeft plaats gevonden.
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 12 februari 2019 is verzocht om een brief
over de niet-huisvestingskosten op basis van een artikel in het AD op 12 februari
2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 52, item 25). Deze kosten zijn niet onverwacht. Zoals ik in de Basisrapportage over de renovatie
van het Binnenhof van 29 maart 2018 reeds heb aangegeven, zijn dit de kosten die nog
nader in beeld gebracht moeten worden (Kamerstuk 34 293, nr. 33). Dit is momenteel gaande en zal naar verwachting de komende weken worden afgerond.
In de basisrapportage (Kamerstuk 34 293, nr. 33) is de governance van het project toegelicht. De gebruikers hebben hun interne besluitvorming
en organisatie hierop ingericht. In de basisrapportage heb ik aangekondigd terug te
zullen komen op het externe onderzoek dat ik heb laten uitvoeren naar de beheersing
van specialistische en bijzondere projecten van het Rijksvastgoedbedrijf (Kamerstuk
34 775 XVIII, nr. 6). Op 20 december 2018 heb ik u een brief gestuurd over het uitgevoerde onderzoek
(Kamerstuk 35 000 VII, nr. 82). Ook voor de renovatie van het Binnenhof geldt dat het budget in een vroeg stadium
van de initiatieffase is vastgesteld, zoals ook geldt bij andere onderzochte projecten.
Naast voornoemde financiën en kostenbeheersing is de planning voor de renovatie als
volgt:
– Definitiedocument (gereed);
– Structuurontwerp (gereed);
– Voorontwerp (gereed Q2 2019);
– Definitief Ontwerp (gereed Q4 2019);
– Uitvoering (zomer 2020 – eind 2025).
8. Risico’s
a. Vakbekwaam personeel
De huidige hoogconjunctuur leidt tot hogere prijzen in de bouw. Het zal ook lastiger
worden de juiste mensen in de markt te vinden. In het traject om te komen tot overeenkomsten
met de aannemers die de renovatie gaan uitvoeren zal expliciet aandacht worden besteed
aan de beschikbaarheid van voldoende vakbekwaam personeel. Voor renovatie van Rijksmonumenten
geldt dat specifieke kennis in de uitvoering noodzakelijk is.
b. ICT voorzieningen tijdelijke huisvesting
Het regelen van de ICT-voorzieningen voor de Tweede Kamer op de tijdelijke huisvesting
is complex, onder meer vanwege de eisen aan beschikbaarheid die gezien het werk van
de Tweede Kamer aan de ICT worden gesteld. Om tijdens het zomerreces van 2020 (zoals
gepland) de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer te kunnen betrekken, is het
belangrijk dat de Tweede Kamer voldoende tijd heeft deze ICT voorzieningen te testen
voor ingebruikname. Het realiseren van de ICT voorzieningen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid
van de Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf. Tussen de Tweede Kamer en het Rijksvastgoedbedrijf
vindt hierover afstemming plaats. De realisatie van de ICT-voorzieningen op de tijdelijke
locatie behoeft op dit moment extra aandacht om tot snellere besluitvorming te komen.
c. Technische risico’s
Het project kent ook risico’s van technische aard, bijvoorbeeld technische aspecten
die samenhangen met het renoveren van een eeuwenoud monument, het saneren van asbest
en het waterdicht maken van de kelders. Een maatregel om deze technische risico’s
te beheersen is het vroegtijdig betrekken van de aannemers, zodat zij invloed hebben
op de wijze van uitvoering van het project en tijdig op locatie kunnen kijken. Dit
is zo voorzien in het bedachte proces om tot realisatie te komen.
d. Planningsrisico’s
Het is belangrijk om de renovatie van het Binnenhof te starten op de geplande datum.
De vluchtveiligheid is op orde gemaakt, maar bij brand gaan de gebouwen grotendeels
verloren. De brandveiligheid van de gebouwen moet dus op orde gemaakt worden. Daarnaast
geldt ook dat later beginnen met de renovatie betekent dat de tijdelijke huisvesting
ongebruikt is. Mocht de tijdelijke huisvesting langer dan gepland aangehouden moeten
worden dan heeft dit wel financiële gevolgen, onder andere omdat de tijdelijke huisvesting
voor de gebruikers van het Binnenhof kosten met zich meebrengt. Het is daarom van
groot belang dat alle betrokkenen zich inspannen om vertraging van de renovatie te
voorkomen.
9. Omgeving
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft oog voor de omgeving en wil bij de ontwikkeling van
duurzaamheidsmaatregelen de omgeving laten participeren. Om deze reden investeert
het Rijkvastgoedbedrijf in een goede samenwerking met betrokken partijen zoals de
gemeente Den Haag, ondernemers en omwonenden. Voor omwonenden en ondernemers wordt
regelmatig een informatiemoment georganiseerd. In het plan van aanpak «Renovatie Binnenhof
– met oog voor de omgeving» (Kamerstuk 34 293, nr. 32) staat beschreven hoe gewerkt wordt aan de aantrekkelijkheid van de Haagse binnenstad
tijdens de renovatie in een gezamenlijk kernteam Binnenhof.
Mijn ambitie is dat het huidige aantal bezoekers aan het gebied rondom het Binnenhof
op peil blijft en dat dit aantal na de renovatie stijgt (Kamerstuk 34 293, nr. 19). De omgevingsmanager van het Rijksvastgoedbedrijf heeft geregeld contact met bewoners-,
ondernemers- en belangenverenigingen. Op deze manier worden zorgen, suggesties, ideeën
en wensen vanuit de omgeving in kaart gebracht en waar mogelijk al meegenomen in de
voorbereiding van de renovatie. Zo zijn met ProDemos en de gebruikers mogelijke routes
voor rondleidingen besproken. Vooruitlopend op de renovatie hebben activiteiten plaatsgevonden.
Zo werd vorig jaar in november en december een visuele tijdreis langs de mijlpalen
van 800 jaar geschiedenis op de buitenkant van de Ridderzaal geprojecteerd. Dit lichtevenement
heet «Old masters, New heroes» en maakte onderdeel uit van een serie lichtevenementen
die georganiseerd zijn door «Feest van Zee». Ik ben voornemens om de programmering
tijdens de renovatie met de gemeente Den Haag gezamenlijk vast te stellen.
Met deze tweede rapportage over de renovatie van het Binnenhof heb ik u geïnformeerd
over de ontwikkelingen sinds de vorige rapportage. Deze rapportage zend ik in afschrift
aan de Eerste Kamer, Raad van State en de gemeente Den Haag.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.