Brief regering : Toekomst van de ziekenhuiszorg in Drenthe en Zuidoost Groningen
31 016 Ziekenhuiszorg
29 247 Acute zorg
Nr. 192 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2019
De ziekenhuizen Ommelander Ziekenhuis Groningen, Treant en Wilhelmina Ziekenhuis Assen,
Huisartsenzorg Drenthe (HZD), en zorgverzekeraars Menzis en Zilveren Kruis hebben
zich het afgelopen half jaar samen gebogen over de toekomst van het ziekenhuislandschap
in Drenthe en Zuidoost-Groningen (zie ook mijn brief aan uw Kamer van 7 september
2018, Kamerstukken 27 295 en 29 247, nr. 168). Gisteren hebben deze partijen (het «kernteam») hun gezamenlijk plan voor de regio
aan de Drentse Zorgtafel1 gepresenteerd en dit plan ook verder openbaar gemaakt.
Ik ben mij ervan bewust dat dit plan, zoals elke wijziging in het aanbod van ziekenhuiszorg,
onrust veroorzaakt, met name bij de inwoners uit de regio Drenthe / Zuidoost-Groningen.
Het is echter een feit dat (zoals ik ook in mijn brief van 7 september 2018 schreef)
er in de regio Drenthe / Zuidoost-Groningen sprake is van diverse uitdagingen voor
de organisatie van de zorg. Complexere zorg verdwijnt naar grote, gespecialiseerde
ziekenhuizen buiten de regio, er is schaarste aan gespecialiseerd verplegend personeel
en artsen, en de ziekenhuizen verwachten bij ongewijzigd beleid in toenemende mate
financiële problemen. Het huidige zorgaanbod is volgens de betrokken partijen op termijn
niet meer haalbaar.
In het Hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg hebben de partijen in de medisch-specialistische
zorg gezamenlijk geconcludeerd dat demografische en maatschappelijke ontwikkelingen,
zoals vergrijzing, toenemende multi-morbiditeit en technologische ontwikkelingen die
op ons afkomen maar ook veranderende wensen die de samenleving stelt aan zorg en ondersteuning,
vergaande aanpassingen vergen in de wijze waarop zorg en ondersteuning wordt geboden.
Deze ontwikkelingen vragen onder meer om een transformatie naar het leveren van de
juiste zorg op de juiste plek door de juiste professional op het juiste moment en
tegen de juiste prijs, met als uitgangspunt dat de patiënt minimaal even goede of
zelfs betere zorg zal ontvangen. Daarom hebben de partijen in het Hoofdlijnenakkoord
medisch-specialistische zorg gezamenlijk afgesproken dat er regiobeelden zullen worden
gemaakt, om ervoor te zorgen dat patiënten ook in de toekomst de juiste zorg op de
juiste plek zullen kunnen ontvangen. Meer «zorg dichtbij» voor veelvoorkomende zorgvragen,
bij de planbare zorg veelal te koppelen aan 1e/anderhalve lijnscentra; en «zorg wat verder weg» voor zorgvragen waarbij het heel
belangrijk is dat de dokter het wel wat vaker bij de hand heeft gehad (volumenormen)
of waarbij een heel specifieke zorginfrastructuur of opleidingsniveau van medewerkers
nodig is (IC-capaciteit / volwaardige OK, kinderartsen etc.). Om deze ontwikkeling
naar de juiste zorg op de juiste plek vorm te geven starten de partijen in de regio’s
met het maken van regiobeelden: wat is de bevolkingssamenstelling in de regio de komende
jaren, wat is de bijbehorende zorgvraag, en welk zorgaanbod hoort daarbij?
Ik vind het prijzenswaardig dat de bovengenoemde partijen hier al sinds het voorjaar
van 2018 mee aan de slag zijn gegaan. Dat zij, zoals zij zelf ook zeggen, willen voorkomen
dat «de toekomst hen overkomt» en dat zij daarom de handen inéén hebben geslagen,
vanuit een gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid voor de beschikbaarheid van goede
zorg voor de inwoners uit de regio. Het kernteam wil de zorg voor de inwoners zodanig
organiseren dat deze aansluit bij de behoeftes in de regio.
Ik heb in december en ook afgelopen vrijdag met het kernteam gesproken. Bij het gesprek
van afgelopen vrijdag waren ook de toezichthouders, de Inspectie Gezondheidszorg en
Jeugd en de Nederlandse Zorgautoriteit aanwezig. Mede op basis van deze gesprekken
kan ik u als volgt informeren over de inhoud van het plan en het proces dat men volgt
om tot besluitvorming te komen.
Inhoud van het plan
Op basis van een uitgebreid onderzoek en gesprekken over onder andere de bereikbaarheid
met de ambulancedienst is het kernteam tot een plan gekomen, dat op hoofdlijnen het
volgende inhoudt (zie ook de website van het kernteam, www.zorgvoorregio.nl):
• De basiszorg bij de drie ziekenhuizen die onderdeel van het kernteam uitmaken – Ommelander
Ziekenhuis Groningen, Treant Zorggroep en Wilhelmina Ziekenhuis Assen – wordt behouden.
Onder «basiszorg» verstaat het kernteam poliklinische zorg, diagnostiek en eenvoudige
ingrepen zoals heup- en knieoperaties.
• De complexe ziekenhuiszorg wordt geconcentreerd in Assen, Emmen en Scheemda. Daarbij
gaat het onder meer om spoedopnames, acute operaties en diagnoses met een hoge waarschijnlijkheid
van opname. Op deze locaties komen meer bedden om het grotere aantal patiënten op
te kunnen vangen.
• In Stadskanaal en Hoogeveen kunnen patiënten terecht voor alle planbare zorg: poliklinische
zorg, diagnostiek, dagbehandeling en kortdurende opnames op weekdagen.
• Voor eenvoudige spoedvragen (zoals verwondingen, eenvoudige fracturen, diverse sportletsels
en röntgenfoto’s) kunnen patiënten overdag en in de avond, doordeweeks en in het weekend,
terecht bij spoedposten in Hoogeveen en Stadskanaal; daar zal geen 24/7 SEH meer zijn.
• In Assen, Emmen en Scheemda zullen 24/7 een SEH en afdeling voor acute verloskunde
blijven.
• Daarnaast zullen in Hoogeveen en Stadskanaal expertisecentra worden opgezet. In Hoogeveen
zullen expertisecentra komen voor onder andere orthopedie en ouderenzorg. Ook zal
de mammachirurgie verder worden uitgebreid. Speerpunten voor Stadskanaal zijn onder
andere de niet-acute ongevalchirurgie (fracturen) en ouderenzorg. Zorg voor kwetsbare
groepen wil men daarmee dichtbij huis behouden.
• De huisartsen blijven 24/7 beschikbaar. Op de ziekenhuislocaties in Hoogeveen, Emmen,
Assen en Scheemda blijft een huisartsenpost (HAP) aanwezig, die overdag en ’s avonds
nauw zal samenwerken met het naastgelegen ziekenhuis maar ’s nachts uiteraard ook
toegankelijk zal zijn. Onderdeel van het plan is dat er op de ziekenhuislocatie in
Stadskanaal ook een HAP wordt gerealiseerd. Ambulances zullen in spoedgevallen binnen
de daarvoor geldende «15 minuten-norm» bij een patiënt zijn (de «15 minuten-norm»
is een norm voor de aanrijtijden, van melding van een spoedgeval bij 112 tot aan het
moment dat de ambulance bij de patiënt is).
• Om de zorg nog dichter bij de patiënt te organiseren wordt ook gewerkt aan vernieuwende
zorgconcepten zoals digitale consultatie met de huisarts en medisch specialisten,
en de opzet van intensieve samenwerking met zorgorganisaties voor zwangere vrouwen
en kwetsbare ouderen.
De verwachting is dat patiënten in de toekomst met deze profielen voor 80% van hun
zorg in Hoogeveen en Stadskanaal terecht kunnen.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft mij laten weten dat
bij sluiting van de SEH’s in Hoogeveen en Stadskanaal de SEH’s in Assen, Emmen en
Scheemda nog steeds binnen de daarvoor geldende norm voor de spreiding en beschikbaarheid
van SEH’s (de «45 minuten-norm») bereikbaar zijn. Ook ontstaan er geen nieuwe «gevoelige
ziekenhuizen».
Met dit plan verwacht het kernteam de zorg in de regio voor tenminste de komende 10
jaar te kunnen behouden. Met de plannen voor herinrichting van de zorg speelt men
actief in op problemen die naar het oordeel van het kernteam anders in de toekomst
zouden ontstaan, vanwege een gebrek aan personeel. Het kernteam verwacht dat de herinrichting
van de zorg in de regio een impuls kan geven aan de arbeidsmarkt en meer zorgprofessionals
kan interesseren voor een baan in de zorg in Drenthe en Zuidoost-Groningen. Bovendien
is de verwachting van het kernteam dat er door de zorg verder te concentreren, in
de toekomst sprake is van betere en gespecialiseerde zorg. Doordat teams van specialisten
behandelingen vaker uitvoeren, gaat de kwaliteit omhoog, aldus het kernteam. Daarnaast
verwacht het kernteam dat het plan ervoor zorgt dat er in de regio meer gespecialiseerde
behandelingen kunnen blijven worden uitgevoerd.
Status van het plan
Het plan dat het kernteam gisteren heeft gepresenteerd is nadrukkelijk een plan, en
geen besluit. Hoewel de betrokken partijen begrijpen dat eenieder graag snel duidelijkheid
wil krijgen over de toekomst van de zorg in de regio, wil men ook ruimte geven voor
dialoog.
Deze zomer wil het kernteam tot een definitief besluit komen over de toekomst van
de ziekenhuiszorg in de regio. De uitvoering van het plan zal naar verwachting enkele
jaren gaan duren. Het is de bedoeling na de zomer van 2019 de eerste stappen te zetten.
Proces
Minstens zo belangrijk als het feit dat de genoemde partijen willen voorkomen dat
de toekomst hen overkomt, vind ik dat zij hierover het gesprek met vele andere partijen
in de regio (waaronder ook zeker de inwoners) aangaan, dat die partijen de mogelijkheid
hebben om hun bezwaren, afwegingen, zorgen en suggesties in te brengen, en dat deze
nog invloed kunnen hebben op de afwegingen die in het besluitvormingsproces worden
gemaakt. Wanneer er uiteindelijk een besluit wordt genomen, zal daarbij inzichtelijk
moeten worden gemaakt op welke manier de belangen van de inwoners en van andere partijen,
alsmede hun zorgen en suggesties, zijn meegewogen in de beslissing. Uiteindelijk zijn
de Raden van Bestuur van de ziekenhuizen die hun zorgaanbod wijzigen en de zorgverzekeraars
verantwoordelijk voor hun keuzes.
Zoals ik al aangaf wil het kernteam in dit proces ook alle ruimte geven voor dialoog.
Ik heb hier in december en ook afgelopen vrijdag in mijn gesprek met het kernteam
weer uitgebreid bij stilgestaan. In het kader van het onderzoek van het kernteam hebben
er de afgelopen maanden al verschillende gesprekken plaatsgevonden met allerhande
partijen. De komende maanden gaat het kernteam nader in gesprek gaan met medewerkers,
patiënten, zorgaanbieders, overheden en inwoners over het plan dat het heeft ontwikkeld.
Men wil niet alleen informeren, maar consulteren. Men wil luisteren naar de zorgen
en behoeftes van eenieder, opdat deze kunnen worden meegenomen in het besluitvormingsproces.
Hierbij wil het kernteam de Concept algemene maatregel van bestuur beschikbaarheid
acute zorg (Kamerstuk 29 247, nr. 264) volgen.
Ik vind het verder van belang dat wijzigingen in het zorgaanbod en onzekerheden die
daarmee gepaard gaan, hand in hand gaan met het bieden van zekerheden dat patiënten
de zorg krijgen, die ze nodig hebben. De patiënten moeten op tijd weten dat hun zorg
zeker is gesteld en hoe precies: waar kan iemand voor welke behandeling precies terecht,
is er ook voldoende behandelcapaciteit en kan ik mijn eigen dokter houden? Verwijzers
moeten weten waar zij de patiënt heen moeten verwijzen, er moeten duidelijke afspraken
zijn met de eerste lijn. Voorts verwacht ik dat met de leden van het ROAZ vroegtijdig
wordt besproken wat de plannen op het gebied van de acute zorg zijn en dat er concrete
continuïteitsafspraken worden gemaakt over het overnemen van deze acute zorg.
Het bestuurlijk ROAZ Noord-Nederland (Drenthe, Friesland en Groningen) is vanochtend
bij elkaar gekomen om te spreken over het plan en de consequenties hiervan voor de
(andere aanbieders van) acute zorg in de regio. Bij dit ROAZ was ook een afvaardiging
van het kernteam aanwezig. Ik heb van het ROAZ vernomen dat dit overleg constructief
is verlopen. Het plan van het kernteam is niet ter discussie gesteld, de zorgaanbieders
en zorgverzekeraars in het ROAZ hebben constructief gekeken wat het plan betekent
voor de acute zorgketen en hoe zij er samen voor kunnen zorgen dat de zorg goed op
orde blijft.
Afgesproken is onder meer dat het kernteam wordt aangevuld met een aantal belangrijke
stakeholders uit de acute zorg, waaronder de Regionale Ambulance Voorziening (RAV).
Samen zullen zij de «regiegroep» gaan vormen. De regiegroep maakt binnen een aantal
weken duidelijk aan het ROAZ wat de precieze samenstelling van de regiegroep zal zijn,
hoe het proces er de komende tijd uit gaat zien, en hoe de dialoog met alle betrokken
partijen in de acute zorgketen zal worden gevoerd.
Het kernteam, in lijn met de boven genoemde Concept algemene maatregel van bestuur
beschikbaarheid acute zorg, ook een continuïteitsplan acute zorg opstellen. In dit
continuïteitsplan zal duidelijk worden gemaakt waar patiënten terecht kunnen voor
hun zorg, als op een bepaalde locatie geen zorg meer wordt geleverd. In dit plan zal
concreet worden gemaakt welke afspraken hierover moeten worden gemaakt en wanneer
één en ander wordt gerealiseerd. Een aantal partijen heeft voorbereidingstijd nodig
om goed te kunnen inspelen op veranderingen in het zorgaanbod, en daar is bij de andere
partijen uiteraard begrip voor. Het ROAZ zal de totstandkoming van het continuïteitsplan
en het plan zelf actief volgen en toetsen.
De partijen in het ROAZ hebben verder geconcludeerd dat zij voor het opstellen van
het continuïteitsplan meer inzicht in de capaciteit van de acute zorg in de regio
nodig hebben. Daarom zal het ROAZ de capaciteit van de acute zorg in de regio actief
gaan monitoren. De aanbieders van acute zorg zijn al bezig met de inrichting van een
capaciteitsmodel voor regionaal inzicht in de SEH- en beddencapaciteit, twee ziekenhuizen
maken hier al gebruik van en een aantal andere ziekenhuizen in Noord-Nederland staat
op het punt om dit systeem te gaan gebruiken. De partijen in het ROAZ hebben gezamenlijk
afgesproken dat zij hier versneld mee verder gaan.
Ik ben blij dat de partijen in het ROAZ constructief met elkaar aan de slag gaan om
het plan van de regiegroep actief te volgen en te toetsen. Zij verwachten dit deze
zomer rond te hebben.
De IGJ en NZa zullen het proces de komende maanden volgen. Zij hebben zoals u weet
een belangrijke rol bij wijzigingen in het zorgaanbod: zij toetsen de borging van
de kwaliteit respectievelijk continuïteit van de zorg. De IGJ zal in de uitvoering
van de plannen toetsen of de kwaliteit van zorg gehandhaafd blijft, gelet op veldnormen
en wet- en regelgeving. De NZa ziet toe op de toegankelijkheid van zorg en spreekt
zorgverzekeraars aan op hun zorgplicht. Het kernteam en de beide toezichthouders hebben
afgelopen vrijdag ook afgesproken dat zij de komende periode met elkaar in gesprek
zullen blijven.
Zelf zal ik binnenkort naar Drenthe gaan om met alle partijen in de regio, waaronder
uiteraard ook de burgers, te praten over de plannen van het kernteam c.q. de regiegroep.
De Minister voor Medische Zorg,
B.J. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg