Brief regering : Verslag Europese Commissie over automatische uitwisseling van inlichtingen op het gebied van directe belastingen
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1567
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2019
De Europese Commissie heeft een verslag over automatische uitwisseling van inlichtingen
op het gebied van directe belastingen gezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
De vaste commissie voor Financiën heeft gevraagd om dat verslag te betrekken bij het
algemeen overleg over de Eurogroep/Ecofinraad op 7 februari a.s. Tevens verzocht de
commissie bij brief van 28 januari jl. om voorafgaand aan dat overleg alvast een schriftelijke
reactie van mij te ontvangen op het verslag van de Europese Commissie. Met deze brief
voldoe ik graag aan dat verzoek.
Evenals uw Kamer heb ik met belangstelling kennisgenomen van het verslag van de Europese
Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de automatische uitwisseling
van inlichtingen (hierna: AEOI) op het gebied van directe belastingen. Het rapport
laat duidelijk zien wat een enorme slag de afgelopen jaren is gemaakt met betrekking
tot de administratieve samenwerking op belastinggebied tussen de lidstaten op basis
van de Richtlijn administratieve samenwerking (DAC). Dit verslag ziet op de jaren
2015 tot half 2018 en geeft daarom slechts een beeld van de aanloopperiode van de
automatische internationale uitwisseling van inlichtingen. De Commissie werkt nog
aan een uitgebreide evaluatie van de DAC waarin naast AEOI ook alle andere vormen
van administratieve samenwerking aan bod zullen komen. De resultaten daarvan zie ik
met belangstelling tegemoet.
Proces van inlichtingenuitwisseling
DAC 1 verplicht lidstaten om automatisch inlichtingen uit te wisselen over vijf categorieën
van inkomsten en vermogen: arbeidsinkomen, directiehonoraria, levenverzekeringsproducten,
pensioenen en eigendom van en inkomsten uit onroerende zaken. Die uitwisseling is
in de loop van de tijd toegenomen en is tussen 2015 en 2016 zelfs verdubbeld. Nederland
behoort tot de acht lidstaten die in 2017 over alle vijf categorieën inlichtingen
heeft verstrekt. In 2017 was ook de eerste uitwisseling onder DAC 2. De uit te wisselen
gegevens onder DAC 2 zijn de financiële rekeninggegevens. Verbeterpunten zijn bij
zowel DAC 1 als DAC 2 de beschikbaarheid van het fiscaal identificatienummer van de
belastingplichtige dat door het informatie ontvangende land is uitgegeven. Ik verwacht
hier verbetering omdat onder DAC 2 financiële instellingen dat nummer moeten uitvragen
als (ook) sprake is van fiscaal inwonerschap in een ander land. Opvallend is dat Luxemburg,
een land dat tot voor enkele jaren een bankgeheim kende, onder DAC 2 de meeste financiële
gegevens uitwisselt. Het verslag toont aan hoe belangrijk het is dat dit land nu meedoet
aan deze inlichtingenuitwisseling. Het gebruik van de inlichtingen voor bijvoorbeeld
risicobeoordeling, bewustwordingscampagnes, belastingaanslagen vertoont een opgaande
lijn (zie figuur 6 in het rapport). Het is goed dit te constateren omdat dit uiteindelijk
het doel is van deze massale vorm van inlichtingenuitwisseling. DAC 3 heeft ertoe
geleid dat informatie over rulings veel transparanter is geworden. Ook Nederland wisselt
alle rulings met een internationaal karakter uit. Gegeven de periode waarover verslag
is gedaan, is het niet mogelijk gebleken te rapporteren over de wijze waarop de inlichtingen
zijn gebruikt.
Kosten en baten
De Europese Commissie heeft oog voor de inspanningen die belastingdiensten en financiële
instellingen hebben moeten doen en de kosten die zij hebben moeten maken om hun IT-systemen
en hun administratieve organisaties aan te passen, met name naar aanleiding van DAC
2. De kosten voor het implementeren van DAC 3 (rulings) vallen relatief mee. Dat komt
omdat die informatie niet hoeft worden uitgewisseld maar wordt geüpload in een centrale
database van de Europese Commissie.
Het blijft moeilijk het directe financiële voordeel van uit het buitenland ontvangen
belastinggegevens aan te tonen. Indien belastingplichtigen als gevolg van de preventieve
werking van de uitwisseling correct aangifte hebben gedaan, kan geen financieel voordeel
worden vastgesteld maar is wel sprake van een positief resultaat. Ik onderschrijf
dan ook nadrukkelijk de opmerking in het verslag, dat de juistheid van belastingaangiften
al een belangrijke winst van verplichte AEOI is. De buitenlandse inlichtingen vervullen
dan de functie van contra-informatie. Verder gaat er zonder meer een preventieve werking
uit van de automatische uitwisseling van inlichtingen.
Conclusies en aanbevelingen
De Europese Commissie zou graag zien dat de lidstaten de via AEOI ontvangen belastinggegevens
meer gaan gebruiken, zeker nu er zoveel is geïnvesteerd in de ontwikkeling van de
AEOI en er jaarlijks kosten worden gemaakt voor het in stand houden van de uitwisseling.
De voordelen van de AEOI liggen vooral in de verbeterde naleving van de belastingregels
en in de preventieve werking, voordelen die lastig te kwantificeren zijn in de zin
van extra belastingopbrengsten. De Europese Commissie wijst ook twee belangrijke gebieden
van verbetering aan: de lidstaten moeten de kwaliteit van de inlichtingen controleren
alvorens die te verzenden en er moet feedback worden gegeven aan de verzendende lidstaat
als de ontvangen inlichtingen incompleet of incorrect zijn. Aanbevelingen van de Europese
Commissie zien op het bereiken van gemeenschappelijke indicatoren voor voordelen en
beoordelingsmethoden. Er moet een methode ontwikkeld worden om een betere schatting
te maken van de voordelen van AEOI, de AEOI-inlichtingen moeten breder gebruikt worden
binnen de belastingdiensten, zoals voor bewustwordingscampagnes ter verbetering van
de vrijwillige naleving en dat moet gebeuren in combinatie met nationaal verkregen
informatie en via andere middelen van administratieve samenwerking. En ten slotte,
de lidstaten moeten kennis met elkaar delen over de beste praktijken voor een volledig
en efficiënt gebruik van de gegevens.
Ik ben het eens met de aanbevelingen van de Commissie en deze worden overigens nu
al opgepakt op nationaal niveau door de Belastingdienst en op internationaal (EU en
OESO) niveau, via uitvoerende comité’s, het Fiscalisprogramma, werkgroepen etc.
Wat doet de Belastingdienst?
Zoals hiervoor vermeld wordt ook op nationaal niveau gewerkt aan de verbeterpunten.
De Belastingdienst controleert de van de financiële instellingen ontvangen gegevens
op volledigheid voordat de gegevens aan het buitenland verstrekt worden en de desbetreffende
bestanden worden gecontroleerd op de (verplichte) internationale specificaties. Feedback
geven op ontvangen gegevens is een verplichting die voortvloeit uit de richtlijn waaraan
gevolg wordt gegeven.
Ook met het breder gebruiken van de ontvangen informatie worden flinke stappen gemaakt:
De Belastingdienst gebruikt alle via AEOI ontvangen gegevens voor risicoanalyse bij
natuurlijke personen: voor zowel box 1 (loon, pensioen e.d.) als box 3 (vermogen)
worden de aangiften niet alleen gewogen met de binnenlandse gegevens maar ook met
alle gegevens die ontvangen zijn uit het buitenland. DAC 1 en DAC 2 gegevens worden
opgenomen in de vooringevulde aangifte, zoals naam uitbetalende instantie, naam financiële
instelling, rekeningnummer, polisnummer, land. Daarnaast staan de geïdentificeerde
gegevens uit de AEOI ter beschikking van de inspecteurs voor heffings- en invorderingsdoeleinden.
In Nederland maken de AEOI-inlichtingen dus al deel uit van het toezichtsplan van belastingrisico’s, bewustwordingscampagnes en het combineren met nationaal
verkregen informatie. Dat is niet zonder de nodige inspanningen gedaan. De Belastingdienst
heeft zich veel moeite getroost om een behoorlijk matchingpercentage – het koppelen
van de ontvangen gegevens aan de juiste persoon – te bereiken (86% voor de DAC2 gegevens)
en werkt aan een verdere optimalisering van de inzet van de ontvangen inlichtingen.
Bedacht moet worden dat de automatische massale fiscale inlichtingenuitwisseling een
voortschrijdend proces is, dat steeds verder wordt vervolmaakt. Dat geldt ook voor
het gebruik van deze gegevens in het heffingsproces en daarmee in de strijd tegen
belastingontwijking. Ik ben van mening dat de afgelopen jaren belangrijke stappen
zijn gezet en ben optimistisch over verdere verbeteringen in de toekomst.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën