Brief regering : Verslag van de 17e Vergadering van verdragspartijen van het Internationaal Strafhof van 5 december tot en met 12 december 2018
28 498 Het Internationaal Strafhof
Nr. 44
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2019
Van 5 tot en met 12 december jl. vond in Den Haag de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen
van het Internationaal Strafhof plaats. Over de Nederlandse inzet tijdens deze Vergadering
werd u geïnformeerd via de Kamerbrief van 5 december jl. (Kamerstuk 28 498, nr. 43).
De Vergadering stond dit jaar voornamelijk in het teken van de 20e verjaardag van het Statuut van Rome. De meerderheid van verdragspartijen onderstreepte
de relevantie van het Strafhof, getuige ook het grote aantal situaties dat onderzocht
wordt door het Hof, zoals de deportatie van de Rohingya, Oekraïne en Burundi. Echter,
ook de uitdagingen waar het Hof zich voor gesteld ziet, kregen veel aandacht. Het
kabinet zal zich actief blijven inzetten voor het vinden van oplossingen voor deze
uitdagingen en de versterking van het systeem van het Statuut van Rome.
High level event
Voorafgaand aan de Vergadering organiseerde Nederland een high level event in het kader van de 20ste verjaardag van het Statuut van Rome, over de uitdagingen
voor het Strafhof. Aan de orde kwamen de aankondiging van uittreding van de Filipijnen,
de dreiging van de VS met sancties tegen het Hof en het gebrek aan concrete samenwerking
tussen de verdragspartijen en het Strafhof waardoor er nu 15 arrestatiebevelen soms
al meerdere jaren uitstaan. Twintig jaar na de oprichting van het Internationaal Strafhof
is het belang van het Strafhof echter evident, zo benadrukten de sprekers tijdens
het high level event. Accountability is nu meer dan ooit een wezenlijk onderdeel van de internationale rechtsorde en voor
het kabinet een prioriteit van het mensenrechtenbeleid. Nederland heeft daarom tijdens
het high level event één miljoen euro extra toegezegd aan het Trust Fund for Victims van het Strafhof. De bijdrage is geoormerkt voor herstelbetalingen aan voormalige
kindsoldaten in de Democratische Republiek Congo en ondersteuning aan slachtoffers
van seksueel geweld in de Centrale Afrikaanse Republiek.
Kritiek en uitdagingen
Er was tijdens de Vergadering zorg over de negatieve uitspraken van de Amerikaanse
veiligheidsadviseur John Bolton en President Trump over het Strafhof en over de dreiging
met sancties tegen het Hof en zijn personeel als er een formeel onderzoek wordt gestart
naar de situatie in Afghanistan.
De houding van de Afrikaanse landen was dit jaar opvallend positief, met als meest
opmerkelijke voorbeeld Zuid-Afrika. Over uittreding werd niet meer gesproken en de
adoptie van het misdrijf van agressie werd door Zuid-Afrika als een monument van multilateralisme
en internationale samenwerking omschreven. Alleen Kenia en de vertegenwoordiger van
de Afrikaanse Unie toonden zich nog steeds negatief, en spraken hun wens voor immuniteiten
voor staatshoofden uit.
Daarnaast stelden verdragspartijen die onderwerp van onderzoek zijn, zoals de Filipijnen
en Venezuela zich kritisch op. Een aantal andere verdragspartijen hadden eveneens
kritiek op het functioneren van het Hof, de soms hoge kosten en de lange tijd die
onderzoeken in beslag kunnen nemen. Deze kwesties zullen de komende tijd verder worden
besproken.
Vooronderzoeken
De aanklager presenteerde tijdens de Vergadering haar jaarlijkse rapport over haar
activiteiten in 2018 ten aanzien van de lopende vooronderzoeken van het Hof. Er zijn
momenteel tien situaties waar wordt bezien of een officieel onderzoek gestart zal
worden, zoals bijvoorbeeld de dit jaar gestarte vooronderzoeken naar de vervolging
van de Rohingya, de Filippijnen en Venezuela. De aanklager gaf aan dat er ten aanzien
van een aantal vooronderzoeken snel een beslissing zal worden genomen, en noemde hierbij
voornamelijk het vooronderzoek naar de situatie in de bezette Palestijnse Gebieden
en het onderzoek naar vermeende oorlogsmisdrijven van Britse onderdanen in Irak tussen
2003 en 2008.
Verkiezing nieuwe aanklager
Het mandaat van de huidige aanklager, Fatou Bensouda, loopt af in juni 2021. Het Hof
is gediend bij een sterke opvolger, die tijdens de Vergadering van 2020 zal worden
gekozen voor een termijn van negen jaar. Tijdens deze Vergadering werd besproken dat
er een «Search Committee» komt dat op zoek gaat naar een geschikte kandidaat.
Begroting
De begroting van het Hof is aangenomen met een verhoging die minder bedraagt dan de
inflatie. Gezien de hoeveelheid extra werk als gevolg van de nieuwe vooronderzoeken
en mogelijk nieuwe onderzoeken, is dit zeer beperkt. Tijdens de onderhandelingen bleek
echter dat deze begroting het maximaal haalbare was. Het kabinet is bezorgd hierover
omdat dit het Hof niet efficiënter, maar juist zwakker maakt. Nederland heeft daarom,
samen met een groep likeminded landen, een verklaring uitgesproken waarin hier voor wordt gewaarschuwd.
Samenwerking
Het gebrek aan samenwerking ten aanzien van de uitstaande arrestatiebevelen was dit
jaar een ander belangrijk onderwerp. Nederland heeft hieraan daarom aandacht besteed
in de nationale verklaringen, waarbij landen werden opgeroepen het Strafhof zoveel
mogelijk te ondersteunen op dit vlak. Resultaat van de inspanningen op dit terrein
in de afgelopen periode was dat Slovenië tijdens de Vergadering een overeenkomst met
het Strafhof voor vrijwillige samenwerking ondertekende, op basis waarvan veroordeelden
hun straf in Slovenië kunnen uitzitten.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid