Brief regering : Bevallen onder pseudoniem
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2018
In maart 2017 heeft de toenmalige Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), in een verslag van
een schriftelijk overleg vragen van uw Kamer over vondelingen beantwoord.1 Een aantal vragen van uw Kamer ging over het al dan niet introduceren van bevallen
onder pseudoniem.2 Tijdens het algemeen overleg familierecht van 16 mei jl. heeft u mij verzocht om
een nadere reactie op dit punt. Met deze brief doe ik mijn toezegging hiertoe gestand.3 Ik doe dat mede namens de Staatssecretaris van VWS, vanwege diens verantwoordelijkheid
voor de hulpverlening aan zwangere vrouwen. Ik verwijs in dit verband naar zijn brief
van 11 september jongstleden over zijn plan ter preventie en ondersteuning van onbedoelde
(tiener) zwangerschappen.4
Inleiding
Het doen van afstand ter adoptie is een ingrijpende gebeurtenis. Het heeft vrijwel
altijd een grote impact op het verdere leven van zowel de moeder als het kind. Het
kind heeft recht om zoveel mogelijk op te groeien bij zijn eigen ouder(s) en om te
weten van wie het afstamt. Dat is ook internationaal verankerd in het Verdrag inzake de rechten van het kind.
Het is daarom van belang dat onbedoelde zwangerschappen zoveel mogelijk worden voorkomen.
Daartoe strekt het voormelde plan van de Staatssecretaris van VWS. Daarnaast moeten
vrouwen die toch onbedoeld zwanger raken en die het voornemen hebben om tot afstand
ter adoptie over te gaan in een vroeg stadium worden bereikt en begeleid door de hulpverlening.
Ook mijn ambtsvoorgangers hebben voor deze benadering gekozen.
Huidige context
Er kunnen zich situaties voordoen waarin vrouwen, bijvoorbeeld uit schaamte of angst,
zich genoodzaakt zien om hun zwangerschap en bevalling geheim te houden. Dit zijn
schrijnende situaties, ook al doen zij zich maar in een zeer klein aantal gevallen
voor. De inzet van goede hulpverlening draagt er wezenlijk toe bij dat deze vrouwen
regelmatig alsnog besluiten om niet tot afstand ter adoptie over te gaan. Zo blijkt
uit de landelijke cijfers die FIOM bijhoudt dat in 2017 62 vrouwen afstand ter adoptie
overwogen, van wie 16 vrouwen in eerste instantie geheimhouding wensten. Uiteindelijk
bleven 10 van die 16 vrouwen bij de voorgenomen geheimhouding. De anderen zagen daar
alsnog vanaf.
Wanneer een vrouw blijft bij haar wens om de bevalling geheim te houden, worden specifieke
afspraken gemaakt met de betrokken (overheids)instanties om de geheimhouding te realiseren.
De huidige procedure is arbeidsintensief en kan geen volledige garantie bieden dat
de gegevens over de bevalling en de vrouw niet verspreid worden. De naam van de vrouw
wordt immers bekend tijdens de medische begeleiding gedurende de zwangerschap, komt
vervolgens in de burgerlijke stand op de geboorteakte van het kind te staan en die
gegevens worden via de basisregistratie personen (BRP) verspreid aan geautoriseerde
instanties. Zo is niet uit te sluiten dat de vrouw – ondanks de geheimhoudingsafspraken –
alsnog post omtrent de bevalling op haar huisadres ontvangt, met het risico dat anderen
daarvan kennis nemen.
Verkenning en vervolgstappen
Naar aanleiding van de vragen van uw Kamer om te overwegen bevallen onder pseudoniem
te introduceren, heb ik samen met de betrokken actoren de mogelijkheden hiertoe verkend.
Ook zijn de ervaringen meegenomen van de in 2014 in Duitsland in werking getreden
wettelijke regeling «Gesetz zum Ausbau der Hilfen für Schwangere und zur Regelung der vertraulichen Geburt», waarmee bevallen onder pseudoniem werd geïntroduceerd.
Het wettelijk verankeren van bevallen onder pseudoniem betekent dat voorzien moet
worden in een regeling voor de bewaring door of namens de overheid van de gegevens
van de moeder. Ook dient de regeling van de geboorteakte in het Burgerlijk Wetboek
te worden aangepast, in die zin dat het onder omstandigheden mogelijk wordt dat de
persoonsgegevens van de moeder in de geboorteakte van het kind worden vervangen door
fictieve gegevens, oftewel een pseudoniem. Aangezien de gegevens van de burgerlijke
stand overgenomen worden in de BRP en van daaruit worden verstrekt aan overheidsinstanties
en organisaties met een publieke taak die de gegevens nodig hebben voor de uitvoering
van hun wettelijke taken, moeten ook het systeem van de BRP en de wetgeving waarop
dat gebaseerd is, worden aangepast. Daarbij dient men zich te realiseren dat uit de
evaluatie van de Duitse wet gebleken is, dat ondanks de mogelijkheid tot bevallen
onder pseudoniem, een verhoudingsgewijs aanzienlijk aantal vrouwen dat onbedoeld zwanger
is, toch kiest om geen gebruik te maken van deze mogelijkheid en het kind alsnog te
vondeling legt.
Ik wil de optie van wetgeving niet bij voorbaat uitsluiten, maar mij gezien deze kanttekeningen
allereerst richten op het verbeteren van de huidige situatie door te pogen de samenwerking
met Stichting Beschermde Wieg en de andere partners zodanig te versterken, dat een
adequate bescherming kan worden geboden aan de vrouwen die daaraan behoefte hebben.
Deze praktische aanpak heeft als voordeel boven een tijdrovend wetstraject dat zij
flexibel van aard is en op korte termijn tot resultaat kan leiden. De positie van
het kind kan dan beter worden beschermd, zonder afbreuk te doen aan de bescherming
van de moeder.
Uitgangspunt in deze benadering is en blijft dat in een vroeg stadium vrouwen goede
hulp en voorlichting wordt geboden. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van
het belang om zelf hun kind op te voeden en, als zij dat echt niet willen of kunnen,
om hun medewerking te verlenen aan het toegankelijk maken van de afstammingsgegevens
voor hun kind. Dat betekent dat de hulpverlening samen met de vrouwen een aantal stappen
dient te doorlopen waarin door alle partijen een maximale inspanning wordt verricht
om de toegankelijkheid van de afstammingsinformatie van het kind (op termijn) te kunnen
garanderen.
Stichting Beschermde Wieg biedt vrouwen de mogelijkheid voor verdergaande geheimhouding
dan gebruikelijk. Deze heeft de facto de kenmerken van een bevalling onder pseudoniem.
De Stichting doet dit door in samenwerking met een aantal ziekenhuizen «beschermd
bevallen» aan te bieden. Dit houdt onder meer in dat de gegevens van de vrouw alleen
bekend zijn bij de Stichting. Die gegevens worden door de Stichting in bewaring gegeven
bij een notaris. Alleen de Stichting weet wie de notaris in kwestie is; dat wordt
niet bekendgemaakt aan de overheid c.q. een overheidsinstantie. In de geboorteakte
wordt geen melding gemaakt van de gegevens van de moeder. De Stichting geeft aan dat
de gegevens van de moeder voor het kind vanaf zestienjarige leeftijd te raadplegen
zullen zijn, maar of dat het geval is hangt af van de mate waarin de stichting in
staat is daarvoor een duurzame oplossing te vinden en het kind daarvan in kennis te
stellen. Dat maakt de voorziening mogelijk kwetsbaar waar het gaat om het recht van
het kind om zijn afstamming te kennen. Het is immers de vraag of de gegevens te zijner
tijd daadwerkelijk voor het kind toegankelijk zullen zijn.
Ik ga met Stichting Beschermde Wieg en de andere actoren uit het veld bespreken welke
afspraken gemaakt kunnen worden over de inzet die van de hulpverlening nodig is om
vrouwen zoveel mogelijk te bewegen afstammingsinformatie beschikbaar te stellen. Daarbij
ga ik met de organisaties ook bekijken op welke wijze de afstammingsgegevens goed
kunnen worden beheerd. Daarbij wordt ook de aanpak van de Stichting Beschermde Wieg
betrokken.
Het doel is om te borgen dat de gegevens op langere termijn toegankelijk zijn en geraadpleegd
kunnen worden door de betrokken kinderen.
Tot slot
Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk over de uitkomsten van de gesprekken die ik de
komende tijd aanga met de betrokken organisaties, berichten.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming