Brief regering : Actie-agenda vakantieparken 2018-2020
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 453
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2018
Met deze brief bied ik uw Kamer de actie-agenda vakantieparken 2018–2020 aan1. De actie-agenda is een samenwerking van gemeenten, provincies, ondernemers, maatschappelijke
organisaties en het Rijk. Met de actie-agenda geven we richting aan de inzet van alle
betrokken partijen voor de komende jaren rondom vakantieparken. Tevens is het de uitwerking
van afspraken uit het Interbestuurlijk Programma en de Nationale Woonagenda. Met deze
brief wil ik u meenemen in het vraagstuk, informeren over de inhoud van de actie-agenda
en de inzet die u van de ondertekenaars mag verwachten.
Situatieschets
Vakantieparken vinden we in heel Nederland en een groot deel van deze parken doet
het goed. Zij kunnen en willen zich aanpassen aan de veranderende toeristische vraag
van de consument en hebben ook voor de toekomst voldoende investeringscapaciteit.
Echter, de wensen van consumenten op het gebied van vakantiebestemmingen veranderen
snel. Sommige ondernemers kunnen dit tempo niet bijbenen. Hun vakantieparken voldoen
daardoor niet meer aan de wensen van consumenten en verdwijnen daarmee uit de toeristische
markt.
Op het moment dat de parken niet meer voldoen aan de toeristische vraag proberen ondernemers
op andere manieren het hoofd boven water te houden. Permanente bewoning is een veel
gekozen oplossing. Permanente bewoning is een veel gekozen oplossing waar ook ondernemers
mét toeristisch perspectief soms voor kiezen vanwege het aantrekkelijke verdienmodel.
Vakantieparken zijn bijvoorbeeld door uitponding vaak in handen van meerdere eigenaren.
Ook ontbreekt het regelmatig aan een vorm van structureel beheer. Hierdoor kan een
dynamiek ontstaan waarbij de kansen op toeristische verhuur op parken steeds kleiner
worden. Permanente bewoning is in de meeste gevallen in strijd met het bestemmingsplan.
In extreme gevallen kan permanente bewoning bovendien leiden tot een dynamiek waar
slechte leefomstandigheden, overlast, criminaliteit en andere ondermijnende activiteiten
vrij spel krijgen.
Uit onderzoeken van ZKA Leisure Consultants2 blijkt dat ongeveer één derde van de vakantieparken in Nederland geen toeristisch
toekomstperspectief heeft. Deze parken zouden moeten worden gerenoveerd, getransformeerd
of gesaneerd. Verder blijkt dat op een kleine tien procent van de parken sprake is
van ernstige en een verontrustende veiligheids- en leefbaarheidsproblematiek.
Hoewel het lastig is de precieze omvang van dit vraagstuk te bepalen, zijn er enkele
databronnen waar we uit kunnen putten. In 2018 registreerde het Centraal Bureau voor
de Statistiek (CBS) 1536 huisjesterreinen en 2801 kampeerterreinen. Op 1 januari 2016
stonden daar volgens de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) 130.000 verblijfsobjecten
op. Op iets minder dan 10% van deze verblijfsobjecten (12.870) stonden ongeveer 22.000
mensen ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP)3.
We weten dat er een behoorlijke groep mensen is die zich niet inschrijft of mag inschrijven
in de BRP4. Het onderzoek «Wonen in de luwte» van Platform31 naar permanente bewoning op de
Veluwe toonde aan dat er twee tot drie keer zoveel mensen permanent op een vakantiepark
wonen dan op basis van de BRP werd verwacht. Hoewel het lastig is om dit voor Nederland
te extrapoleren, zou men met deze factor uitkomen op een totaal van grofweg 55.000
mensen die op vakantieparken wonen.
Zoals ik u ook in mijn brief over het onderzoek «Wonen in de Luwte» die ik deze week
aan uw Kamer stuurde schetste (Kamerstuk 32 847, nr. 452), zijn er verschillende groepen mensen die op deze parken gaan wonen. Grofweg lijkt
er een onderscheid te maken in vijf groepen: mensen die een bewuste keuze maken voor
het vakantiepark, spoedzoekers, arbeidsmigranten, mensen die niet meer in aanmerking
komen voor een reguliere woning, en mensen die onder de radar willen blijven. Het
gaat dus niet alleen om kwetsbare mensen, maar vaak ook om mensen die heel bewust
kiezen voor een leven dicht bij de natuur. Verder trekt de ligging van vakantieparken
ook mensen aan die liever «onder de radar» blijven. Al deze groepen vragen uiteindelijk
om een andere benadering.
De actie-agenda vakantieparken
De kwaliteit van vakantieparken in Nederland loopt sterk uiteen. Deze actie-agenda
tracht voor de volle breedte de uitdagingen en kansen te laten zien en daar een aanpak
op te formuleren. De korte schets van het vraagstuk laat bovendien zien dat het om
complexe materie gaat. De oplossingen vragen daarom integraliteit, samenwerking en
maatwerk om de kansen te pakken die er liggen. Dit waren dan ook de uitgangspunten
voor de totstandkoming van de actie-agenda.
Met deze actie-agenda streven we naar:
1. Een levensvatbare verblijfsrecreatiesector;
2. Een sector die alleen daar waar het nodig en verantwoord is, wordt ingezet als aanvulling
op de woningmarkt;
3. Een sector die geen ruimte biedt voor uitbuiting of het uit het zicht raken van kwetsbare
mensen;
4. Veilige vakantieparken met bonafide ondernemers zonder criminaliteit en ondermijning;
5. Een sector die op het gebied van ruimtelijke ordening op passende wijze wordt gefaciliteerd.
Om deze doelen te behalen is samenwerking cruciaal. Geen van de partijen kan deze
doelstellingen alleen realiseren. Ondernemers kijken kritisch naar de toekomst van
hun vakantieparken. Voor innovatieve oplossingen, bijvoorbeeld voor herbestemming
of bedrijfsbeëindiging, is samenwerking met lokale overheden nodig. Voor gemeenten
ligt de uitdaging in het zorgvuldig vormgeven van de samenwerking tussen de gemeentelijke
diensten. Op die manier kan in een vroeg stadium worden gesignaleerd dat mensen op
een vakantiepark verblijven en kan samen met hen een plan worden gemaakt om alternatieve
huisvesting te vinden. Naast het gemeentelijk niveau is het regionale en provinciale
niveau een belangrijke schakel. De samenwerking daar kan zorgen voor een beter beeld
op de parken en de bewoners. Vervolgens kan hier een integrale visie op worden ontwikkeld
en wordt voorkomen dat er waterbedeffecten ontstaan van mensen die in de ene gemeente
het park moeten verlaten en hun heil zoeken bij de buurgemeente. Het Rijk kan onder
meer bijdragen door opgedane kennis en ervaringen te delen en door belemmeringen in
regelgeving weg te nemen. Ten slotte onderstrepen we met deze actie-agenda nogmaals
het belang van interbestuurlijke samenwerking. We trekken op als één overheid door
dit vraagstuk gezamenlijk op te pakken.
De acties in de actie-agenda zijn verdeeld naar vijf hoofdlijnen. De komende jaren
richten we ons op het borgen en delen van kennis en ervaringen, een volle gereedschapskist
voor partijen, het in beeld brengen van de parken en de mensen, het ontwikkelen van
integraal beleid en het versterken van de praktijk. De acties kennen ieder één of
meerdere actiehouder(s) die er voor gaan zorgen dat de actie uitgevoerd wordt en de
resultaten gedeeld worden.
Inzet van het Rijk
Ook mijn ministerie staat op verschillende punten als actiehouder genoemd. Ik licht
er een aantal acties uit. Zo zal ik mij de komende jaren bezighouden met het inrichten
van een informatiefundament voor decentrale overheden. Met deze informatie kunnen
zij meer zicht krijgen op de parken en bewoners, waarmee zij een integrale visie kunnen
ontwikkelen. Voor initiatieven die bijdragen aan de doelen van de actie-agenda stel
ik aan provincies in totaal € 1,1 miljoen beschikbaar voor de periode 2019–2020. Ook
stel ik een bijdrage van € 400.000 in het kader van het programma Weerbaar Bestuur
beschikbaar voor het project Ariadne.5 Daarnaast stel ik in totaal € 450.000 beschikbaar aan zes gemeenten om de integrale
handhaving op vakantieparken te versterken, waarbij expliciet aandacht is voor een
oplossing voor bewoners.
Verder ondersteun ik een aantal pilots om de kansen van vakantieparken te benutten.
Enkelen zitten op het terrein van ondermijning en big data. Met dit traject wil ik
bekijken of de inzet van big data gemeenten kan helpen om mogelijke ondermijnende
activiteiten vroegtijdig te signaleren. Tevens start ik pilots om te bezien hoe we
vakantieparken een andere bestemming kunnen geven. Een aantal pilots zal zich expliciet
richten op de mogelijkheid om vakantieparken, al dan niet tijdelijk, in te zetten
als buffer voor de woningvoorraad. Daarbij zal ik ook de uitwerking van de motie van
de leden Krol en Beckerman6 betrekken.
In 2019 wordt in samenwerking met gemeenten en provincies een leerkring gestart over
vakantieparken met aandacht voor de vijf doelstellingen. De leerkring ondersteunt
decentrale overheden bijvoorbeeld bij het opstellen van een regionale en/of provinciale
integrale visie op vakantieparken en het maken van de vertaalslag hiervan naar de
uitvoering.
Op 10 oktober vond de eerste Toerisme Top plaats in Deventer (Kamerstuk 26 419, nr. 74). Op deze Top, die georganiseerd is door de provincie Overijssel en het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat in samenwerking met NBTC, heeft NBTC de sectorvisie
«Perspectief Bestemming Nederland 2030 – een nieuwe visie op toerisme ten behoeve
van het welzijn van alle Nederlanders» gepresenteerd. In deze visie wordt ook de revitalisering
van vakantieparken genoemd als een van de mogelijkheden om het aanbod in de sector
te verbeteren.
Naast het uitvoeren van deze acties zal ik mij opstellen als coördinerend bewindspersoon
op dit onderwerp. Dat houdt in dat ik zorg dat binnen het Rijk de vraagstukken op
de juist plek terecht komen, waarbij ieder departement haar eigen verantwoordelijkheden
behoudt. Tijdens het opstellen van de actie-agenda is al op deze wijze samengewerkt.
Tot slot
De uiteindelijke aanpak voor vakantieparken blijft een lokale afweging en keuze. Daar
is immers ook het beste zicht op de situatie. Ik verwacht dat partijen daar passend
binnen het gebied en met oog voor de vereisten van een goede ruimtelijke ordening
een weloverwogen keuze maken en zoeken naar integrale maatwerkoplossingen, per park
en per bewoner. Daarbij verwacht ik dat overheden hun verantwoordelijkheid nemen door
bijvoorbeeld bij sluiting van een vakantiepark kwetsbare mensen te ondersteunen bij
het vinden van alternatieve (semi-)structurele huisvesting.
De problemen op vakantieparken zijn niet eenvoudig en zullen ook niet morgen zijn
opgelost. Deze vragen om intensieve samenwerking op en tussen alle niveaus. We organiseren
die samenwerking met deze actie-agenda en gezamenlijk zetten we ons in voor zowel
de problemen als de kansen die vakantieparken bieden. Het is van belang om de kansen
in de actie-agenda te benutten, zodat problemen in de toekomst geen kans kunnen krijgen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties