Brief regering : Voorhang programma van eisen treinverbinding Eindhoven-Düsseldorf (2025-2040)
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 799
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2018
Hierbij bied ik u het concept-programma van eisen op hoofdlijnen aan (bijlage 1)1 dat het Ministerie van IenW samen met de Verkehrsverbund Rhein Ruhr (VRR) heeft opgesteld
ten behoeve van de directe treindienst tussen Eindhoven en Düsseldorf. Het programma
van eisen vormt onderdeel van een set aan afspraken tussen Rijk, provincie Noord-Brabant
en VRR om de directe treindienst vanaf 2025 te laten rijden.
Met dit programma van eisen scheppen we de kaders om tot een verbetering te komen
van de treinverbinding tussen Eindhoven en Düsseldorf vanaf 2025. Deze geïntegreerde
oplossing maakt optimaal gebruik van de huidige krappe capaciteit op het spoor in
Duitsland, maar laat genoeg ruimte voor verdere verbeteringen wanneer die capaciteit
vergroot wordt na spoorverdubbeling tussen Dülken en Kaldenkirchen cf. de plannen
die Duitsland daarvoor heeft.
In lijn met artikel 66a van de Wet personenvervoer leg ik hierbij het programma van
eisen aan uw Kamer voor alvorens ik het definitief vaststel. Gegeven de tijd die nodig
is voor de openbare aanbesteding, de gunning van het contract en de bestelling en
levering van benodigde nieuwe treinen die grensoverschrijdend kunnen rijden, is het
van belang dat ik uiterlijk in december 2018 de afspraken kan ondertekenen. Ik vraag
u hiermee rekening te houden in de behandeling van deze brief en bijlage. Een voorstel
van NS om in het kader van de huidige concessie al vóór 2025 een directe verbinding
met Düsseldorf te realiseren bespreek ik op korte termijn tijdens het bestuurlijk
overleg MIRT van Zuid-Nederland.
Voorkeursvariant
In 2015 heeft mijn voorgangster tijdens het BO MIRT met de regio (Limburg en Brabant)
afspraken gemaakt om mogelijke treinverbindingen met Duitsland te onderzoeken. In
mijn brieven van 19 december 2017 (Kamerstuk 29 984, nr. 427) en 21 juni 2018 (Kamerstuk 29 984, nr. 736) heb ik u geïnformeerd over de uitkomsten van dit door Rijk, regio, ProRail en de
Duitse partijen VRR en DB Netz uitgevoerde onderzoek naar een directe verbinding tussen
Eindhoven en Düsseldorf voor de periode na afloop van de huidige HRN-vervoerconcessie
(vanaf 2025).
Het gezamenlijke onderzoek heeft geleid tot een door alle partijen gedragen voorkeursvariant
die tot stand komt door integratie van de bestaande IC Eindhoven-Venlo en de huidige
Duitse treindienst van Venlo naar Düsseldorf (RE 13) tot één directe trein. Deze voorkeursvariant
bestaat uit twee stappen. Een eerste stap waarbij vanaf 2025 gedurende een concessieperiode
van 14 jaar één keer per uur integratie plaatsvindt tussen de intercity-dienst Eindhoven-Venlo
en de Duitse Regional Express naar Düsseldorf e.v. Deze stap levert een reistijdwinst
op van 13 à 14 minuten ten opzichte van de referentiesituatie en leidt op de grens
tot een verwachte toename van 250.000 reizigers per jaar (+40%). Het betekent ook
dat de huidige reguliere binnenlandse intercity van Utrecht naar Venlo één keer per
uur «geknipt wordt» op Eindhoven, waardoor doorgaande reizigers naar Venlo moet overstappen
op een andere trein. Dit is nadelig voor deze reizigers, echter dit negatieve effect
is kleiner dan het positieve effect (grotere reistijdwinst voor reizigers door directe
verbinding naar Düsseldorf, kortere reistijd tussen Eindhoven en Venlo) dat wordt
bereikt met de internationale trein.
De tweede stap van deze voorkeursvariant is geformuleerd als een ambitie en behelst
een versnelling van de directe treindienst vanaf het moment dat de spoorverdubbeling
aan Duitse zijde tussen Dülken en Kaldenkirchen gerealiseerd is. Hoewel dit project
in Duitsland als prioriteit is aangemerkt, heeft over het moment van deze capaciteitsuitbreiding
in Duitsland nog geen besluitvorming plaats gevonden. De extra spoorcapaciteit die
hiermee op termijn in Duitsland ontstaat, biedt nieuwe mogelijkheden voor verbetering
van de dienstverlening.
Relatie tot binnenlandse treindiensten tussen Eindhoven en Venlo
Met het tot stand brengen van deze verbinding naar Duitsland ontstaat tussen Eindhoven
en Venlo samenloop tussen een IC-dienst op het hoofdrailnet en een internationale
treindienst die ook de binnenlandse markt bedient. Er is sprake van samenloop als
verschillende vervoerders dezelfde stations relatie bedienen. De hoofdrailnetconcessiehouder
voor de periode vanaf 2025 moet toestaan dat 1x per uur een andere vervoerder de stations
tussen Eindhoven en Venlo bedient. Deze bepaling zal ik opnemen in de nieuwe concessie
voor het hoofdrailnet vanaf 2025.
Bij het opstellen van het programma van eisen is zoveel als mogelijk aangesloten bij
de kwaliteitseisen zoals die nu aan het hoofdrailnet gesteld worden. Als extra borging
van de onderlinge afstemming en het voorkomen van concurrentie tussen de hoofdrailnet
treindienst Eindhoven-Venlo en de internationale treindienst die ook tussen Eindhoven
en Venlo reizigers vervoert, is afgesproken dat opbrengsten van de reizigers in de
internationale trein die op het Nederlandse deel reizen worden toebedeeld aan het
hoofdrailnet. Daarmee heeft de concessiehouder van het hoofdrailnet ook een belang
bij goed presteren van de directe trein tussen Eindhoven en Venlo.
Openbare aanbesteding door VRR
Het concept-programma van eisen beschrijft de eisen die aan de nieuwe treindienst
gesteld gaan worden in termen van dienstregeling, betrouwbaarheid en kwaliteit. De
treindienst zal, zoals in Duitsland verplicht is, openbaar aanbesteed worden door
VRR. Maar ook omdat het grootste deel (driekwart) van het traject wordt gereden in
Duitsland. VRR is dus ook de primaire concessieverlener.
Het programma van eisen vormt input voor de aanbestedingsdocumenten die VRR zal opstellen
voor de aanbestedingsprocedure. De vervoerder die deze aanbesteding wint zal de lijn
vervolgens gaan rijden.
Doordat het Nederlandse deel van de verbinding Eindhoven-Düsseldorf verschuift van
de Hoofdrailnet (HRN) concessie naar de concessie van de VRR (namelijk één Intercity
per uur tussen Eindhoven en Venlo) verschuiven ook de hiermee gemoeide kosten. VRR
wordt door Nederland voor deze kostenverschuiving gecompenseerd door middel van een
subsidie. Op basis van kengetallen is de hoogte van de te verwachte kosten voor het
Nederlandse deel van de lijn bepaald en is een maximum bedrag afgesproken met VRR.
De uiteindelijke kosten worden bepaald door het winnende bod in de aanbesteding van
VRR. Nadat de uitkomst van de aanbesteding bekend is, zullen nadere financiële afspraken
met VRR worden vastgesteld. De vermeden kosten in de toekomstige HRN concessie en
de extra opbrengsten die door de reizigersgroei vanwege de verbeterde verbinding verwacht
wordt zullen voor de dekking hiervan worden ingezet. Op basis van huidige inzichten
kan de verbinding Eindhoven-Düsseldorf op deze wijze kostenneutraal gerealiseerd worden.
Echter, pas op het moment dat de financiële afspraken van beide concessies definitief
zijn (in 2024), is dit met volledige zekerheid te zeggen. Aangezien de voordelen belangrijk
zijn en de risico’s beperkt, ben ik bereid op deze basis een overeenkomst met VRR
te sluiten in het belang van de reiziger.
Advies consumentenorganisaties en ProRail
De consumentenorganisaties verenigd in het Landelijk Overleg Consumentenorganisaties
in het Openbaar Vervoer (Locov) en ProRail heb ik om advies gevraagd op het programma
van eisen. Bij het afronden van het concept-programma van eisen heb ik de adviezen
zoveel mogelijk verwerkt. Mijn reactie op de adviezen heb ik in de bijlage bij deze
brief opgenomen (bijlage 22).
Juridische verankering afspraken
Zoals eerder met u gedeeld in mijn brief van 21 juni 2018 (Kamerstuk 29 984, nr. 783) is het VRR niet toegestaan om rechtstreeks afspraken te maken met het Koninkrijk
der Nederlanden (vertegenwoordigd door het Ministerie van I&W). VRR mag wel afspraken
maken met de provincie. Er is daarom gekozen voor een juridische verankering van de
afspraken tussen drie partijen.
De provincie Noord-Brabant is bereid om een samenwerkingsovereenkomst te sluiten met
VRR op basis waarvan VRR de treindienst kan aanbesteden en contracteren. Het Rijk
sluit tegelijkertijd een bestuursovereenkomst met de provincie Noord-Brabant waarin
de financiële verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor het Nederlandse deel
van de verbinding volledig door het Ministerie van IenW wordt aanvaard en waarin wordt
vastgelegd dat IenW voor de provincie zal optreden als verantwoordelijke partij jegens
VRR. Deze constructie is positief beoordeeld door de Landsadvocaat.
Vervolg
Na vaststelling van het programma van eisen door uw Kamer streef ik ernaar om voor
het eind van 2018 samen met de provincie Noord-Brabant en VRR de overeenkomsten te
ondertekenen, zodat VRR kan beginnen met het aanbestedingsproces. Dit is in de eerste
plaats een belangrijke mijlpaal voor de door velen lang gekoesterde wens voor een
directe en snelle verbinding tussen Eindhoven en Düsseldorf. Maar vooral ook een heel
mooi resultaat van grensoverschrijdende samenwerking tussen Rijk, regio, Prorail en
de Duitse partners.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.