Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Mutluer en Van Nispen ter vervanging van nr. 27 over het stimuleren van het gebruik van mediation en andere herstelvoorzieningen
36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Nr. 51
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN MUTLUER EN VAN NISPEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 27
Ontvangen 6 maart 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 1.11.1 komt te luiden:
Artikel 1.11.1
In deze titel wordt verstaan onder:
– herstelrecht:
het in staat stellen van het slachtoffer en de verdachte of de veroordeelde, indien
zij daarmee instemmen, actief deel te nemen aan een proces dat gericht is op het oplossen
van de gevolgen van een strafbaar feit, met de hulp van een onpartijdige derde;
– mediation:
de bemiddeling in een strafzaak tussen verdachte en slachtoffer onder begeleiding
van een mediator, waarmee herstel wordt beoogd en waarbij afspraken voor herstel kunnen
worden vastgelegd in een overeenkomst, waarmee de officier van justitie en de rechter
rekening houden bij de behandeling van de strafzaak.
II
Artikel 1.11.2 komt te luiden:
Artikel 1.11.2
1. De officier van justitie bevordert dat de betrokken opsporingsambtenaar in een zo
vroeg mogelijk stadium het slachtoffer en de verdachte mededeling doet van de mogelijkheden
tot herstelrechtvoorzieningen, waaronder mediation en andere vormen van herstelrecht.
2. De officier van justitie bevordert herstelrecht tussen het slachtoffer en de verdachte
of veroordeelde.
3. De officier van justitie en de rechter kunnen de zaak ambtshalve of op verzoek van
de verdachte of het slachtoffer verwijzen ten behoeve van mediation.
4. Het verzoek wordt voor aanvang van de berechting gericht tot de officier van justitie
en na aanvang daarvan tot de rechter.
5. Bij de beoordeling of de zaak moet worden verwezen ten behoeve van mediation vergewist
de officier van justitie of de rechter zich ervan dat mediation de instemming heeft
van het slachtoffer en de verdachte, alsook dat de verdachte de feiten die aan de
zaak ten grondslag liggen heeft erkend.
6. Bij toewijzing van het verzoek, bedoeld in het derde lid, wordt de zaak verwezen
ten behoeve van mediation. De beslissing op het verzoek wordt ter kennis van het slachtoffer
en de verdachte gebracht. Een afwijzing van het verzoek is gemotiveerd.
7. Indien mediation tot een overeenkomst tussen het slachtoffer en de verdachte heeft
geleid, houden de officier van justitie en de rechter hiermee rekening bij de behandeling
of afdoening van de zaak.
8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over herstelrechtvoorzieningen, waaronder mediation en andere vormen van herstelrecht,
met inbegrip van de voorwaarden en procedures.
Toelichting
Dit amendement beoogt de toepassing van mediation en andere herstelrechtvoorzieningen
in het strafrecht te stimuleren. Naar de mening van de indieners doet het voorliggend
wetsvoorstel dat niet voldoende.
De voordelen van mediation in het strafrecht zijn legio. Zo kan zij zorgen voor een
groter gevoel van gerechtigheid bij slachtoffers en helpt hen in de verwerking van
het aangedane leed of afdoening van de schade, draagt zij bij aan herstel in een verstoorde
relatie tussen slachtoffer en dader, biedt zij de dader inzicht in de gevolgen van
zijn daad en vermindert dat de kans op recidive en kan zij zorgen voor een snellere
oplossing van conflicten en daarmee ontlasting van het rechtssysteem. Mediation is
een belangrijke vorm van herstelrecht die gevolgen heeft voor het strafproces. Daarom
omvat het amendement een definitie van het begrip mediation.
Dit amendement zorgt ervoor dat in meerdere fasen het gebruik van herstelrechtvoorzieningen
wordt gestimuleerd. Dat begint met een informatieplicht van de politie aan slachtoffer
en verdachte over de mogelijkheden van herstelrecht. In de fase van het opsporingsonderzoek
door de politie krijgen zowel slachtoffer als verdachte het recht om verzoeken te
doen om te laten onderzoeken of mediation mogelijk is. Dat recht krijgen zij ook in
de fase dat de politie het onderzoek heeft afgerond en de op de zaak betrekking hebbende
stukken heeft ingediend bij het openbaar ministerie en in de fase van de terechtzitting.
Op basis van het verzoek van een of beide partijen dient namens het OM of de rechtbank
door het mediationbureau van de rechtbank een zorgvuldige afweging te worden gemaakt
waarbij ook moet worden nagegaan of aan de (wettelijke) voorwaarden voor mediation
wordt voldaan. Afwijzing van het verzoek is alleen mogelijk op basis van gewichtige
redenen. Deze redenen moeten worden opgenomen in de schriftelijke afwijzing. Hierbij
kan niet met een standaardformulering worden volstaan. Bij toewijzing van het verzoek
wordt de zaak ter voorbereiding en toewijzing van een of twee MfN registermediators
(met specialisatie strafrecht) verder begeleid door het mediationbureau van de rechtbank.
In het geval een geslaagde mediation blijkende uit een slotovereenkomst houdt de rechter
in het geval hij een straf of maatregel oplegt op grond van de bestaande wetgeving
daar al rekening mee. Dit amendement regelt dat ook de officier van justitie bij de
strafvervolging dan wel de strafeis rekening moet houden met een geslaagde mediation.
In de praktijk doet de officier van justitie dit vaak al, maar nu wordt hij hiertoe
verplicht door de wet.
De zorgvuldige afwegingen door het mediationbureau van de rechtbank volgend op het
verzoek van slachtoffer of verdachte bieden waarborgen voor een weging van de oprechtheid
van de motieven van beide betrokkenen in relatie tot de inzet van mediation (ook wel
het herstelvermogen genoemd). Uiteindelijk is het mede aan de officier van justitie
en de rechter om de uitkomst van een mediation te beoordelen en te wegen.
In de praktijk van het herstelrecht in het strafrecht worden verschillende vormen
of modaliteiten onderscheiden. Ten eerste herstelbemiddeling. Bij herstelbemiddeling
gaat het om bemiddelingsgesprekken die gericht zijn op bemiddeling en emotioneel herstel
en die niet verbonden zijn aan de afdoeningsbeslissing die in de strafrechtelijke
procedure wordt genomen. Partijen gaan daarbij op vrijwillige basis onder leiding
van een onafhankelijke derde, de herstelbemiddelaar, in gesprek. Herstelbemiddeling
kan in principe op elk door partijen gewenst moment worden gevoerd.
Ten tweede mediation. Bij mediation in strafzaken verwijst de officier van justitie
of de rechter – al dan niet op verzoek van een ketenpartner, verdachte of slachtoffer
– in een lopende strafprocedure een zaak ten behoeve van mediation. Deze zaak wordt
daartoe aangemeld bij het mediationbureau van de rechtbank.
Deelname aan mediation is vrijwillig gedurende het gehele traject. De gesprekken,
onder leiding van een of twee gecertificeerde MfN registermediators (met specialisatie
strafrecht), zijn vertrouwelijk en vinden in de regel plaats in de mediationkamer
van de rechtbank. Bij mediation in strafzaken staat herstel van zowel emotionele,
relationele als materiële gevolgen van een strafbaar feit centraal. De mediation biedt
de mogelijkheid afspraken te maken en deze afspraken vast te leggen in een schriftelijke
overeenkomst, die door partijen wordt ondertekend. Deze zogenaamde slotovereenkomst
wordt toegevoegd aan het strafdossier. De officier van justitie en/of de rechter houden
vervolgens op basis van de wet rekening met de slotovereenkomst bij het nemen van
een eindbeslissing over de strafzaak of bij het vonnis.
Ten derde de modaliteit van de herstelconferentie; dat wil zeggen dat behalve de dader
en het slachtoffer ook de naaste omgeving oftewel gemeenschap aanwezig is. In de herstelconferentie
kan de publieke dimensie worden vertegenwoordigd door leden uit de gemeenschap, hetgeen
vooral aan de orde kan zijn wanneer het strafbare feit indicatief is voor een bredere
problematiek die in de leefomgeving van de betrokken partijen speelt. Deze herstelmodaliteit
is evenals herstelbemiddeling niet verbonden aan de afdoeningsbeslissing die in de
strafrechtelijke procedure wordt genomen.
Er bestaan overigens meer vormen van herstelrecht dan die in het voorgaande werden
genoemd.
Ten slotte kan bij algemene maatregel van bestuur tevens nadere invulling worden gegeven
aan het mediationproces. Daarbij valt te denken aan regels ten aanzien van welke processtukken
en informatie gebruikt mogen worden, over de communicatie en geheimhouding tijdens
de mediation, over verschoningsrecht van de mediator en over termijnen waarbinnen
een mediation moet worden afgerond.
Mutluer Van Nispen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Songül Mutluer, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
PVV | 37 | Tegen |
GroenLinks-PvdA | 25 | Voor |
VVD | 24 | Voor |
NSC | 20 | Voor |
D66 | 9 | Voor |
BBB | 7 | Voor |
CDA | 5 | Voor |
SP | 5 | Voor |
ChristenUnie | 3 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
FVD | 3 | Voor |
PvdD | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
Volt | 2 | Voor |
JA21 | 1 | Tegen |