Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Paternotte en Kuiken over kaders voor het aanwijzen van risicogebieden en het expliciteren van de grondslag voor het gedeeltelijk kunnen uitzonderen van gevaccineerden van de quarantaine- en testplicht
35 808 Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege de invoering van aanvullende maatregelen voor het internationaal personenverkeer in verband met de bestrijding van de epidemie van covid-19
Nr. 32
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN PATERNOTTE EN KUIKEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 17
Ontvangen 10 mei 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Na artikel 58e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 58ea
1. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter zake van de aanwijzing van gebieden
door Onze Minister, bedoeld in de artikelen 58nb, 58nh, 58p en 58pa, waarbij onderscheid
kan worden gemaakt tussen:
a. hoogrisicogebieden, zijnde gebieden ter zake waarvan uitsluitend de verplichting van
artikel 58p of 58pa geldt;
b. zeer hoogrisicogebieden en uitzonderlijk hoogrisicogebieden, zijnde gebieden ter zake
waarvan zowel de verplichting van artikel 58p of 58pa als de verplichting van artikel
58nb of 58nh geldt, maar ten aanzien waarvan onderscheid kan worden gemaakt bij de
categorieën van personen die van deze verplichtingen kunnen worden uitgezonderd.
2. De regels, bedoeld in het eerste lid, behelzen in ieder geval de volgende indicatoren:
a. de incidentie van het virus SARS-CoV-2 in een gebied;
b. de incidentie van zorgwekkende varianten van het virus SARS-CoV-2 in een gebied;
c. het ontbreken van gegevens over de epidemiologische situatie rond het virus SARS-CoV-2
in een gebied.
II
In artikel I, onderdeel B, wordt na het voorgestelde artikel 58nc, eerste lid, een
lid ingevoegd, luidende:
1a. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de verplichting, bedoeld in artikel
58nb, eerste lid, voorts niet van toepassing is op personen die voor inreis hebben
verbleven in een door Onze Minister aangewezen zeer hoogrisicogebied als bedoeld in
artikel 58ea, eerste lid, aanhef en onderdeel b, indien zij middels een bewijs van
vaccinatie tegen covid-19 dat voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden
kunnen aantonen dat zij op het moment van inreizen gevaccineerd waren volgens bij
die regeling te bepalen minimumeisen.
III
In artikel I, onderdeel C, wordt na onderdeel 2 een onderdeel ingevoegd, luidende:
2a. Na het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3a. In een regeling als bedoeld in het derde lid kan worden bepaald dat de in dat lid
bedoelde verplichtingen niet van toepassing zijn op personen die voor inreis hebben
verbleven in een door Onze Minister aangewezen hoogrisicogebied of zeer hoogrisicogebied,
en die middels een bewijs van vaccinatie tegen covid-19 dat voldoet aan bij ministeriële
regeling te stellen voorwaarden kunnen aantonen dat zij op het moment van inreizen
gevaccineerd waren volgens bij die regeling te bepalen minimumeisen.
IV
In artikel I, onderdeel D, wordt na het voorgestelde artikel 58pa, tweede lid, een
lid ingevoegd, luidende:
2a. In een regeling als bedoeld in het eerste lid kan worden bepaald dat de in dat lid
bedoelde verplichtingen niet van toepassing zijn op personen die voor inreis hebben
verbleven in een door Onze Minister aangewezen hoogrisicogebied of zeer hoogrisicogebied,
en die middels een bewijs van vaccinatie tegen covid-19 dat voldoet aan bij ministeriële
regeling te stellen voorwaarden kunnen aantonen dat zij op het moment van inreizen
gevaccineerd waren volgens bij die regeling te bepalen minimumeisen.
Toelichting
Dit amendement beoogt om in het voorliggend wetsvoorstel duidelijkere kaders op te
nemen welke vormen van hoogrisicogebieden er zijn, omdat hiervoor verschillende plichten
gelden. In de tweede plaats creëert dit amendement een expliciete wettelijke grondslag
op basis waarvan personen die volledig gevaccineerd zijn (hierna: gevaccineerden)
gericht kunnen worden uitgezonderd van de test- en quarantaineplicht.
Volgens de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag zijn
meerdere typen hoogrisicogebieden mogelijk. Daarbij wordt gesproken over hoogrisicogebieden
en zeer hoogrisicogebieden. Voor de eerste categorie geldt de testplicht, voor de
tweede de testplicht én quarantaineplicht. De definiëring wordt in voorliggend wetsvoorstel
alleen geregeld in lagere regelgeving. Indieners achten het opportuun dit onderscheid
wettelijk te verankeren, en daarbij middels dit amendement ook duidelijk te maken
welke indicatoren hiervoor in ieder geval bepalend zijn. Voorts voegen indieners met
dit amendement een derde categorie toe: uitzonderlijk hoogrisicogebieden. Dat zijn
gebieden waarvoor de testplicht én quarantaineplicht geldt, en waar tevens onderscheid
kan worden gemaakt bij de categorieën personen die van deze verplichtingen kunnen
worden uitgezonderd. Bijvoorbeeld omdat in een uitzonderlijk hoogrisicogebied zorgwekkende
varianten van het virus SARS-CoV-2 rondgaan, of er extra risico’s daarop zijn omdat
gegevens over de epidemiologische situatie rond dat virus ontbreken. Dan moet men
met uitzonderingen op de plichten voorzichtigheid betrachten.
Indieners willen dit vast op één geval toepassen: mensen die volledig gevaccineerd
zijn. Indieners achten het opportuun dat zij binnen afzienbare tijd worden uitgezonderd
van de testplicht die geldt voor hoogrisicogebieden en de test- en quarantaineplicht
die gelden voor zeer hoogrisicogebieden. Zij zullen dat in de volgende alinea’s toelichten.
Het ligt daarbij wat indieners betreft in de rede deze uitzonderingen niet te laten
gelden voor uitzonderlijk hoogrisicogebieden. Te denken valt aan landen als India
en Brazilië, waar zorgwekkende varianten rondwaren waarvan niet duidelijk is of een
vaccin wel voldoende soelaas biedt, of dat het risico te groot is dat de zorgwekkende
variant ook door volledig gevaccineerde personen geïmporteerd kan worden. Dergelijke
gebieden kunnen alsnog een bedreiging vormen voor zowel de gevaccineerden zelf als
voor de volksgezondheid in Nederland.
Indieners creëren als gezegd met dit amendement een expliciete grondslag voor uitzondering
van gevaccineerden van de testplicht voor hoogrisicogebieden en de test- en quarantaineplicht
voor zeer hoogrisicogebieden. Dit is in lijn met oordeel van het European Centre for
Disease Prevention and Control (ECDC) in een onlangs uitgebracht advies: voor reizigers
met een goedgekeurd vaccin is een testplicht en quarantaineplicht niet nodig, als
ze niet uit een gebied komen waar een zorgwekkende variant rondwaart.1Het ECDC stelt: «Requirements for testing and quarantine of travellers (if implemented) [...] can
be waived or modified for fully vaccinated individuals as long as there is no or very
low level circulation of immune escape variants (in the community in the country of
origin, in the case of travellers).»Door gevaccineerden (gedeeltelijk) op korte termijn uit te zonderen van de testplicht
en quarantaineplicht, kan Nederland ook aansluiting vinden bij onder andere Denemarken,
het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Ierland, Estland, Griekenland, en Spanje,
die reeds een vorm van uitzondering kennen voor volledig gevaccineerden.
De wettelijke grondslag om gevaccineerden uit te kunnen zonderen van de testplicht
en quarantaineplicht zorgt voorts dat de proportionaliteit in het voorliggend wetsvoorstel
beter geborgd is. Als zij niet worden uitgezonderd van de quarantaineplicht bij zeer
hoogrisicogebieden terwijl dit wetenschappelijk gezien wel verantwoord is, vormt dit
mogelijk zelfs een ongerechtvaardigde inbreuk op grondrechten zoals vastgelegd in
de Grondwet en het EVRM. Het is immers disproportioneel om mensen die geen gevaar
vormen voor de volksgezondheid alsnog te verplichten in quarantaine te gaan. Mocht
het tot een rechtsgang komen, zou het toonaangevende advies van de ECDC een rol kunnen
spelen. Ook omdat hierin staat dat: «het restrisico voor besmetting en transmissie
dat een volledig gevaccineerde reiziger vormt, als zeer laag beoordeeld wordt.» Indieners
willen een onnodige rechtsgang voorkomen.
Tot slot sluiten indieners met dit amendement aan bij de Raad van State. Mede omdat
het wetsvoorstel diverse grondrechten vergaand beperkt, is het volgens de Raad van
State noodzakelijk dat de reikwijdte van de quarantaineplicht zo veel mogelijk in
de wet zelf wordt geregeld. Vanuit dit oogpunt is opname van nu reeds voorzienbare
uitzonderingen in de wet aangewezen, aldus de Raad van State. Dat gevaccineerden binnen
afzienbare tijd worden uitgezonderd is voorzienbaar, gelet op het advies van de ECDC,
het snel toenemend wetschappelijk bewijs over hun beperkte rol in de transmissie van
het virus en de reeds gemaakte keuze door de eerdergenoemde landen.
Zodra een bewijs van vaccinatie bij het inreizen wordt ingevoerd voor een uitzondering
van de test- en quarantaineplicht, zullen de precieze eisen aan dit bewijs worden
gedefinieerd bij ministeriële regeling. Het is goed voorstelbaar dat wordt aangesloten
bij de eisen van de verordening voor het Europees vaccinatiepaspoort, de «Digital
Green Pass», die in juni 2021 wordt verwacht. Te denken valt aan de eis dat het betreffende
vaccin is goedgekeurd door het Europees Medicijn Agentschap (EMA) en dat de vaccinatie
volledig is voltooid (bij sommige vaccins zijn daartoe twee prikken nodig).
Paternotte Kuiken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Jan Paternotte, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 34 | Voor |
D66 | 24 | Voor |
PVV | 17 | Tegen |
CDA | 15 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
SP | 9 | Voor |
FVD | 8 | Tegen |
GroenLinks | 8 | Voor |
PvdD | 6 | Tegen |
ChristenUnie | 5 | Tegen |
DENK | 3 | Tegen |
JA21 | 3 | Voor |
SGP | 3 | Tegen |
Volt | 3 | Voor |
BBB | 1 | Voor |
BIJ1 | 1 | Voor |
Fractie Den Haan | 1 | Voor |