Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Nederlands mkb heeft last van marktmacht grootbanken’
Vragen van de leden Amhaouch (CDA) en Wörsdörfer (VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Nederlands mkb heeft last van marktmacht grootbanken» (ingezonden 21 juni 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Mkb-bankfinanciering in Europees perspectief» van het
Centraal Plan Bureau (CPB)1 en het daarop gebaseerde bericht «Nederlands mkb heeft last van marktmacht grootbanken»?2
Vraag 2
Herkent u de conclusie van het CPB dat het Nederlandse midden- en kleinbedrijf (mkb)
minder vaak bankleningen ontvangt dan het mkb elders in de eurozone? Zo ja, waarom
deelt u de conclusie van het CPB en welke aanvullende stappen acht u noodzakelijk
om de in het CPB rapport geschetste situatie te verbeteren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de stelling van het CPB dat de winstgevendheid van bedrijven, ook van kleine
en middelgrote, in Nederland relatief goed is in vergelijking met andere eurozonelanden
en dat daarbij het mediane eigen vermogen van kleine Nederlandse bedrijven eerder
hoger dan lager is dan in andere landen? 3 Zo ja, hoe verhoudt deze stelling zich tot de uitspraak in de financieringsmonitor
dat een van de redenen voor de hogere kosten van Nederlandse kredieten de zwakkere
financiële positie van kleine Nederlandse bedrijven die krediet aanvragen ten opzichte
van het Europees gemiddelde is?4
Vraag 4
Kunt u uw appreciatie delen van de uitspraak van de Nederlandse Vereniging van Banken
(NVB) dat banken tegelijkertijd scherp kijken naar risico’s en alleen gezonde bedrijven
met goede plannen in aanmerking voor financiering komen, in relatie tot de stelling
van het CPB dat de winstgevendheid van het Nederlandse mkb in relatie tot andere eurozonelanden
relatief goed is?
Vraag 5
Bent u bekend met wat banken onder gezonde bedrijven verstaan, aangezien de NVB stelt
dat alleen gezonde bedrijven met goede plannen in aanmerking komen voor financiering?
Wordt daarbij gekeken naar de historie of naar de vooruitzichten?
Vraag 6
Onderschrijft u de stelling van het CPB dat de tarieven voor leningen aan het mkb
in Nederland hoger liggen dan elders in de eurozone? Zo ja, wat is daarvan de reden?
Welke mogelijkheden heeft u om bancaire financiering aantrekkelijk te maken voor het
mkb en zo het Nederlandse mkb op een eerlijke wijze te kunnen laten concurreren met
Europese bedrijven?
Vraag 7
Onderschrijft u de cijfers van het CPB dat Nederlandse mkb’ers 16%-punt minder vaak
een banklening ontvangen dan vergelijkbare bedrijven in andere landen in de eurozone?
Zo ja, welke aanvullende stappen acht u wenselijk om ervoor te zorgen dat meer Nederlandse
mkb’ers een banklening ontvangen?
Vraag 8
Onderschrijft u de cijfers van het CPB dat Nederlandse mkb’ers 15%-punt minder vaak
een aanvraag doen voor een banklening dan vergelijkbare bedrijven elders in Europa?
Zo ja, heeft u vergelijkbare signalen ontvangen en zicht op de mogelijke redenen voor
afwijzing? Zo ja, welke stappen acht u noodzakelijk om ervoor te zorgen dat in Nederland
zo veel mogelijk mkb’ers, die behoefte hebben aan financiering, een aanvraag doen
voor een banklening?
Vraag 9
Welke stappen heeft u tot nu toe ondernomen om ervoor te zorgen dat mkb’ers die behoefte
hebben aan financiering, daadwerkelijk een aanvraag doen voor een banklening en niet
vooraf al de handdoek in de ring gooien?
Vraag 10
Onderschrijft u de cijfers van het CPB dat leenaanvragen in Nederland 14%-punt minder
vaak volledig worden toegekend dan elders? Zo ja, welke aanvullende stappen neemt
u om dit verschil met andere landen uit de eurozone te verkleinen?
Vraag 11
Acht u aanvullende stappen wenselijk om bancaire financiering meer te laten aansluiten
op de behoefte van mkb’ers en het bestaande financieringsinstrumentarium? Zo ja, welke
stappen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Welke stappen worden door de overheid gezet om alternatieve financiering een reëel
en aantrekkelijk alternatief te maken voor bankfinanciering bij mkb’ers?
Vraag 13
Acht u extra aanvullende stappen wenselijk om alternatieve financiers een welkome
aanvulling te laten blijven op het bestaande financieringsinstrumentarium? Zo ja,
welke stappen? Zo nee, waarom niet? Aan welke types van financiering denkt u hierbij?
Vraag 14
Kunt u de in het wetgevingsoverleg over Jaarverslag en Slotwet Ministerie van Economische
Zaken en het Diergezondheidsfonds (XIII) (deel EZK) voor het jaar 2018 van 12 juni
2019 toegezegde appreciatie van het CPB rapport «Mkb-bankfinanciering in Europees
perspectief» voor het einde van het zomerreces aan de Kamer zenden?
Indieners
-
Gericht aan
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Indiener
M. Amhaouch, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
M. Wörsdörfer, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.