Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wörsdörfer, Remco Dijkstra en Stoffer over het bericht ‘Transporteurs boos over dure Nederlandse tachokaart: ‘In buitenland veel goedkoper’
Vragen van de leden Wörsdörfer, RemcoDijkstra (beiden VVD) en Stoffer (SGP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Transporteurs boos over dure Nederlandse tachokaart: «In buitenland veel goedkoper» (ingezonden 12 juni 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 8 augustus
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3361.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Transporteurs boos over dure Nederlandse tachokaart:
«In buitenland veel goedkoper»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt de veronderstelling dat de tachograafkaarten in heel Europa hetzelfde zijn,
maar dat Nederlandse ondernemers verplicht zijn ze in Nederland aan te schaffen? Zo
ja, kunt u beamen dat de tarieven voor tachograafkaarten in Nederland substantieel
hoger liggen dan in omringende landen? Kunt u een overzicht delen van de prijzen van
de verschillende tachograafkaarten in de Europese lidstaten?
Antwoord 2
Tachograafkaarten moeten in heel Europa aan dezelfde eisen voldoen. De Europese regels
voor tachografen, verordening 165/2014, schrijven voor dat bestuurderskaarten moeten
worden afgegeven door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de bestuurder zijn
gewone verblijfplaats heeft. In het geval van Nederland is het Kiwa Register aangewezen
als bevoegde autoriteit om tachograafkaarten uit te geven. Het aanvragen van kaarten
in andere lidstaten is daarom niet mogelijk.
Het is mij bekend dat er prijsverschillen zijn tussen verschillende lidstaten. Met
het eerder aangekondigde benchmarkonderzoek, waarbij een vergelijking wordt gemaakt
met een aantal Europese landen en Nederland hoop ik hier meer inzicht in te krijgen.
Dit geldt tevens voor de oorzaken waardoor de verschillen in tarieven bestaan. Dit
onderzoek zal na de zomer naar uw Kamer worden gestuurd.
Regulier is het overigens volgens Verordening 165/2015 dus niet toegestaan om kaarten
in het buitenland aan te vragen. Deze dienen te worden afgegeven door de bevoegde
autoriteit van de betreffende lidstaat waar de bestuurder zijn gewone verblijfplaats
heeft. Door overmacht, vanwege de tekortschietende productie van de kaartleverancier
heeft de Europese Commissie thans toegestaan dit tijdelijk wel te doen, via Kroatië
en het Verenigd Koninkrijk. De kaarten werden daarbij overigens nog steeds via KIWA
in Nederland verkocht.
Vraag 3
Indien deze veronderstelling klopt, deelt u de mening dat het Nederlandse midden-
en kleinbedrijf (mkb) zo onnodig op kosten wordt gejaagd? Kunt u uiteenzetten wat
de gevraagde tarieven aan Nederlandse ondernemers betekenen voor het concurrentievermogen
van Nederland?
Antwoord 3
Ieder land maakt een eigen afweging hoe de productie en uitgifte van vergunningen
en transportproducten zoals een tachograafkaart worden bekostigd. Met de voorziene
herzieningen van het stelsel van de tarieven wil ik hier meer duidelijkheid in brengen.
Uiteraard vormen kosten voor het bedrijfsleven een belangrijk aspect. Omdat de bestuurders-
of bedrijfskaart maar één keer in de vijf jaar moet worden aangeschaft en in het totale
kostenplaatje een beperkte kostenpost is, is de hoogte van het tarief van de tachograafkaart
beperkt van invloed op het concurrentievermogen van Nederland. Wel is mijn doel om
bij de stelselherziening te bekijken of een verlaging van de tarieven mogelijk is.
Vraag 4
Deelt u het streven dat de Europese interne markt zoveel mogelijk belemmeringen zou
moeten wegnemen? Zo ja, hoe verhoudt het mogelijke verschil in prijs van de tachograafkaarten
tussen bijvoorbeeld Nederland en Tsjechië zich tot dit streven?
Antwoord 4
Het kabinet deelt het streven naar een goed werkende interne markt voor goederen en
diensten en ziet deze als één van de belangrijkste instrumenten van de Europese Unie
voor welvaart en banen. Bij brief van 19 oktober 2018 heeft het kabinet zijn algemene
inzet voor de interne markt uiteengezet.
Vraag 5
Indien de tarieven voor tachograafkaarten in Nederland substantieel hoger liggen dan
in omringende landen, deelt u de mening dat het Nederlandse mkb zo op achterstand
wordt gezet? Zo ja, welke stappen bent u bereid te nemen om de Nederlandse transportsector
op een eerlijke en gelijke wijze te laten concurreren met Europese transportbedrijven?
Antwoord 5
Zoals eerder toegezegd zal ik uw Kamer informeren over de nieuwe tariefregeling die
eenvoudiger, beter uitlegbaar en transparanter zal zijn dan de regeling op dit moment.
Als de nieuwe tariefregeling gereed is wordt duidelijk of, en zo ja met welk percentage,
de tarieven van de tachograafkaarten kunnen dalen.
Vraag 6
Hoe verhouden de antwoorden in de eerder gestelde schriftelijke vragen door het lid
Stoffer c. s. dat de invoering van deze tachograaf en de aanvullende eisen die worden
gesteld aan het uitgifteproces en de extra functionaliteiten die aan de tachograafkaart
worden toegevoegd leiden tot hogere kosten, en dat er een onderscheid is in verschillende
typen tachograafkaarten waarbij Nederland in tegenstelling tot het buitenland een
uniform tarief hanteert2, zich tot het feit dat KIWA niet in staat was om de nieuwe kaarten voor bijvoorbeeld
de zogenaamde smart-tachograaf op tijd te leveren en gedwongen was om kaarten in Kroatië
en Groot-Brittannië in te kopen? Heeft de aankoop van kaarten uit Kroatië en Groot-Brittannië
gevolgen gehad voor de tarieven in Nederland aangezien het tarief de werkelijke kosten
niet mag overschrijden?
Antwoord 6
De aankoop van kaarten uit Kroatië en Groot-Brittannië heeft geen gevolgen voor de
tarieven in Nederland. Een vergelijking met het Britse systeem is overigens opgenomen
in de Benchmark. Hierover zult u dus na de zomer worden geïnformeerd.
Vraag 7
Klopt de veronderstelling dat de kaarten uit bijvoorbeeld Kroatië, na aanpassing van
de landcode, technisch gezien gelijk zijn aan de Nederlandse kaarten?
Antwoord
Ja, dit is correct.
Vraag 8
Indien deze veronderstelling klopt, waarom kunnen Nederlandse ondernemers, in het
kader van het wegnemen van belemmeringen binnen de Europese interne markt, geen kaarten
uit bijvoorbeeld Zweden, Duitsland of Kroatië aanschaffen? Deelt u de mening dat het
Nederlandse mkb zo beter kan concurreren met Europese concurrenten?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 2.
Vraag 9
Kunt u aangeven wat de negatieve gevolgen zijn van de aanschaf en het gebruik van
bijvoorbeeld Duitse kaarten door Nederlandse mkb’ers?
Antwoord 9
Aanschaf van buitenlandse kaarten door Nederlandse mkb’ers is niet mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.