Schriftelijke vragen : Proces- en vonnisafspraken
Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over proces- en vonnisafspraken (ingezonden 26 juli 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Hoe OM en verdediging samen tot bijzondere
strafdeal komen»?1
Vraag 2
Klopt het, dat het Openbaar Ministerie (OM) in deze strafzaak bewust heeft gekozen
te experimenteren met procesafspraken? Zo nee, hoe zit het wel?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het gegeven dat de opvolgend zaaksofficier niet op de hoogte was
van eerder gemaakte afspraken? Bent u van mening dat transparantie en controleerbaarheid
van proces- en vonnisafspraken op dit moment voldoende is geborgd? Zo ja, waarom?
Zo nee, welke stappen gaat u nemen om dat te verbeteren?
Vraag 4
Indien er sprake is van een bewust experiment, hoe beoordeelt u dan dat experiment?
Bent u van mening dat het beter zou zijn dergelijke procesafspraken te voorzien van
een wettelijke basis?
Vraag 5
Herinnert u zich uw brief aan de vaste Kamercommissie van 3 juli 2019 (29 279-530) waarin u schrijft dat «de verdere uitwerking van proces- en vonnisafspraken bestaat
uit een inventarisatie van de huidige praktijk ten aanzien van het maken van procesafspraken
door het OM en een uitwerking van een voorstel voor vonnisafspraken»? Hoe past onderhavige
zaak in dat antwoord?
Vraag 6
Bent u van mening dat de discussie over proces- en vonnisafspraken een actievere opstelling
van u vraagt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Waarom kiest u er niet voor om, in samenspraak met OM, rechtspraak en advocatuur proactief
te gaan nadenken over de voor- en nadelen van proces- en vonnisafspraken en de mogelijke
vorm daarvan, zeker in het licht van de (over)belasting van de strafrechtketen?
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.