Schriftelijke vragen : Het bericht dat rubberkorrels op kunstgras wel degelijk een gezondheidsrisico's voor kinderen kunnen zijn.
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat rubberkorrels op kunstgras wel degelijk een gezondheidsrisico's voor kinderen kunnen zijn (ingezonden 19 juli 2019),
Vraag 1
Kent u de artikelen «Rubbergranulaat op kunstgrasvelden, veilig of niet veilig voor
kinderen?» uit het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en «Hoogleraren: rubberkorrels
van kunstgras kunnen wel degelijk gezondheidsrisico zijn voor kinderen» uit de Volkskrant?1 2
Vraag 2
Kunt u ingaan op de stelling van de onderzoekers dat rapporten van het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Europees Agentschap voor chemische stoffen
(ECHA) over de gezondheidseffecten van rubbergranulaat wetenschappelijke onnauwkeurigheden
en omissies bevatten, waardoor de conclusie van het RIVM (zijnde: sporten op kunstgrasvelden
met rubbergranulaat zou veilig zijn) prematuur is?
Vraag 3
Kunt u ingaan op de aanbeveling van de onderzoekers dat de Nederlandse overheid ouders
het advies zou moeten geven om hun kinderen zo goed mogelijk te beschermen tijdens
en na het spelen op kunstgras met rubberkorrels? Gaat u dat advies opvolgen? Zo ja,
op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Kunt u ingaan op de aanbeveling van de onderzoekers dat bij kinderen hand- en mondcontact
met het rubbergranulaat zoveel mogelijk dient te worden voorkomen? Wat gaat u met
die aanbeveling doen?
Vraag 5
Was u ervan op de hoogte dat het RIVM in een eerdere studie ervoor pleitte dat de
blootstellingsnorm voor Bisfenol a (BPA) aangescherpt zou moeten worden vanwege gezondheidsrisico’s?
Kunt u aangeven waarom het RIVM later stelde dat op basis van de bestaande blootstellingsnorm
er toch geen gevaar is voor de gezondheid?
Vraag 6
Kunt u ingaan op de stelling van de onderzoekers dat het RIVM op basis van eigen kennis
had moeten concluderen dat het risico van BPA onaanvaardbaar hoog was? Kunt u nagaan
waarom dat niet gebeurd is? Op basis van welke argumentatie heeft het RIVM geconcludeerd
dat het risico aanvaardbaar zou zijn?
Vraag 7
Kunt u ingaan op de stelling van de onderzoekers dat in de studies van het RIVM en
het ECHA een extra veiligheidsfactor had moeten worden meegenomen?
Vraag 8
Is het waar dat in situaties waarin onderzoekers twisten over een precieze normering
het voorzorgsbeginsel voorschrijft om uit te gaan van de best beschermende norm? Zo
nee, hoe moet het voorzorgsbeginsel dan geïnterpreteerd worden?
Vraag 9
Welke maatregelen gaat u nemen om een gezonde omgeving voor sporters en met name jonge
sporters te kunnen garanderen?
Vraag 10
Kunt u aangeven waarom vermalen autobanden nog gebruikt worden als «infill» op kunstgrasvelden?
Is het waar dat er milieuvriendelijkere alternatieven bestaan die geen gevaar opleveren
voor de gezondheid? Waarom worden deze niet standaard gebruikt?
Vraag 11
Heeft deze nieuwe publicatie uw gedachten veranderd over de (on)wenselijkheid van
het gebruik van vermalen autobanden op kunstgrasvelden, aangezien u op 7 maart van
dit jaar nog aangaf de discussie daarover niet opnieuw te willen voeren? Bent u bereid
om een wetgevingstraject te starten om het uitstrooien van vermalen autobanden op
sportvelden te verbieden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Kunt u aangeven hoe vaak u of mensen van uw ministerie gesproken heeft met organisaties
die zich inzetten voor het hergebruik van afgedankte (auto)banden en met welke organisaties
dit gebeurde? Kunt u aangeven welke onderwerpen daar besproken zijn?
Indieners
-
Gericht aan
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.