Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Diertens en Kuiken ter vervanging van nr. 22 over een inkadering van zwaarwegende gronden
35 099 (R2114) Voorzieningen voor de behandeling van geschillen tussen het Koninkrijk en de landen (Rijkswet Koninkrijksgeschillen)
Nr. 26
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIERTENS EN KUIKEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 22
Ontvangen 4 juli 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8 De beslissing over het geschil
De raad van Ministers van het Koninkrijk beslist over het geschil. De raad volgt het
oordeel van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk, tenzij:
a. de aard en het gewicht van een door de Afdeling advisering van de Raad van State van
het Koninkrijk geconstateerd bezwaar niet opweegt tegen een zwaarwegend belang, of
b. relevante feiten en omstandigheden die zich na het verzoek om een oordeel hebben voorgedaan,
nopen tot een van het oordeel van de Afdeling advisering van de Raad van State van
het Koninkrijk afwijkende beslissing.
II
In artikel 9 wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. Indien de beslissing van de raad van Ministers van het Koninkrijk afwijkt van het
oordeel van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk, worden
de redenen voor de afwijking openbaar gemaakt.
III
In artikel 10a, onderdeel 2, wordt voor de punt aan het slot van artikel 9 ingevoegd
«en, voor zover de beslissing van de raad afwijkt van het oordeel van de Afdeling
advisering van de Raad van State van het Koninkrijk, de openbaarmaking van de redenen
voor die afwijking».
Toelichting
Dit amendement beoogt allereerst sterker tot uitdrukking te brengen dat het uitgangspunt
achter artikel 8 van de Rijkswet Koninkrijksgeschillen is, dat de raad van Minister
van het Koninkrijk in beginsel gehouden is de oordelen van de Afdeling advisering
van de Raad van State van het Koninkrijk over een rechtmatigheidsgeschil te respecteren.
Daartoe is positief geformuleerd dat de Rijksministerraad het oordeel van de Afdeling
advisering in beginsel volgt. In de tweede plaats is de bedoeling van dit amendement
om te verhelderen in welke gevallen de raad van Ministers van het Koninkrijk gebruik
kan maken van de afwijkingsbevoegdheid die hem in artikel 8 wordt verleend. Met dit
amendement komt sterker tot uitdrukking dat de mate waarin toepassing van de afwijkingsbevoegdheid
mogelijk is, afhankelijk is van de aard en het gewicht van de door de Afdeling geconstateerde
bezwaren. Hiermee wordt aangesloten bij de nota naar aanleiding van het verslag, waarin
de regering van het Koninkrijk beschrijft dat het denkbaar is dat de Rijksministerraad
zwaarwegende gronden laat prevaleren boven een rechtmatigheidsoordeel van de Afdeling
advisering in situaties waarin:
– boven een oordeel van de Afdeling dat niet een ondubbelzinnige juridische richting
op wijst terwijl de voorgenomen beslissing van de Rijksministerraad geschraagd kan
worden door een juridische redenering die ook verdedigbaar wordt geacht (het gewicht);
– boven een door de Afdeling advisering geconstateerd procedureel defect aan een voorgenomen
beslissing van de Rijksministerraad, terwijl dit procedurele defect het wezen van
de beslissing intact laat.
Diertens Kuiken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.E. Diertens, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
Stemmingsuitslagen
Aangenomen met handopsteken
Fracties | Zetels | Voor/Tegen |
---|---|---|
VVD | 33 | Voor |
PVV | 20 | Tegen |
CDA | 19 | Voor |
D66 | 19 | Voor |
GroenLinks | 14 | Voor |
SP | 14 | Voor |
PvdA | 9 | Voor |
ChristenUnie | 5 | Voor |
PvdD | 5 | Voor |
50PLUS | 4 | Voor |
DENK | 3 | Voor |
SGP | 3 | Voor |
FVD | 2 | Tegen |