Voorjaarsnota 2014 in teken van meevallende economische cijfers

De Tweede Kamer heeft op woensdag 2 juni met minister Dijsselbloem van Financiën gedebatteerd over de Voorjaarsnota. In de Voorjaarsnota informeert minister Dijsselbloem de Kamer over de stand van zaken van de uitgaven en inkomsten van het Rijk.

Het debat over de Voorjaarsnota is altijd eind juni of begin juli, kort voor het zomerreces. De minister van Financiën moet de Voorjaarsnota dan ook uiterlijk 1 juni bij de Kamer indienen. Vaak wordt er in de debatten over de Voorjaarsnota vooruitgekeken naar de Miljoenennota, die met Prinsjesdag gepresenteerd wordt. Meevallers, tegenvallers en beleidswijzigingen gedurende het begrotingsjaar leiden tot veranderingen in de lopende begroting. Deze worden verwerkt in de zogenoemde suppletoire begrotingswetten.

Suppletoire begrotingen

Als een minister meer geld nodig heeft dan hij volgens de begrotingswet heeft gekregen, is een suppletoire of aanvullende begrotingswet nodig. Bijvoorbeeld als de uitgaven voor een bepaald doel hoger zijn uitgevallen dan van tevoren is geschat. Suppletoire begrotingen zijn vernieuwde versies van de begrotingen. Deze moeten door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer behandeld en goedgekeurd worden. Er is vrijwel nooit sprake van grote wijzigingen. Suppletoire begrotingen worden door de Tweede en Eerste Kamer behandeld als wetsvoorstellen; de Tweede Kamer kan ze ook aanpassen, de Eerste Kamer niet.