Een betaalbare huurwoning in Nederland is de afgelopen jaren voor veel mensen steeds minder vanzelfsprekend geworden. Steeds vaker worden prijzen gevraagd die niet in verhouding staan tot de aangeboden woning. Dat geldt soms ook voor de servicekosten die worden gerekend bij de huur van een woning. De wet- en regelgeving over deze servicekosten is in de kern helder. Maar in praktijk blijkt dat op dit moment niet genoeg mogelijkheden zijn om onterechte, oneerlijke servicekosten te voorkomen. Daarom is deze herziening van de wet gemaakt.
Het doel van de herziening van de wet is om ervoor te zorgen dat de huurder beter wordt beschermd tegen verhuurders die ten onrechte servicekosten in rekening brengen of servicekosten rekenen die geen relatie hebben met de daadwerkelijk gemaakte kosten. Verder is het doel om meer duidelijkheid te verschaffen over wat als servicekosten kan worden gerekend.
De kern van deze herziening is dat een lijst met categorieën van servicekosten zal worden gemaakt in het Besluit servicekosten (algemene maatregel van bestuur). Om dat te kunnen doen, wordt met dit wetsvoorstel het Burgerlijk Wetboek (Boek 7) gewijzigd. Ook het uitgangspunt dat de servicekosten daadwerkelijk gemaakte kosten zijn die tevens een redelijke vergoeding voor de geleverde service zijn, wordt meer expliciet tot uitdrukking gebracht in het Burgerlijk Wetboek.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.